niet aangenaam
Wolken
aan
den politleken
hemel
Verdrinkingsdrama te Koedijk
voor hetAAmsterdamsche Hof
Hartje
beverol ffefaiK
>er
R
r
J ML
ZIJN DRIE KINDEREN
VERMOORD?
EEN REGEERINGS-
VERKLARING?
Lucht Verdedigings Fonds
HELPT onze
onafhankelijkheid
HANDHAVEN
'V
BIJ -
tfoofdM
WOENSDAG 14 JUNI 1939
Q
uwiiuumn^
Verdachte ontkent ook
nu alle schuld
Prins Bernhard in de
Cineac
OVERZICHT TWEEDE KAMER
!S
tie
VECHTENDE LANDBOUWERS
5
LM
TOT GERINGE GELDBOETEN
VEROORDEELD
De verlengde dienst
plicht
:n
iij
LUCHTVERDEDIGINGSFONDS.
VAH MIJNHARD!
Elkaar met mestvorken en meteen
te lyf gegaan
Geen slipspoor?
dat
isserdan*
oefvaart
toch
t*?
nog
Ki
De zitting wordt dan geschorst tot twee uur.
zin niet....
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 13 Juni 1939
wel
eigen
r Cex
t den
48800
391630
I
Wilde autobus-exploitanten in
hooger beroep
Melkrijder uit Bergen heeft zich te
verantwoorden in'dmoger beroep
President: „En wanneer sprong u er lit?”
Verdachte: ..De auto hing boven het water.
reet ze zeker, zóó is het niet ge-
•ft van de zuster schrijfmateriaal
fiachte had toén ge-
■n last van hebben.
„Dan moet er iets
(Gedeelt slijk geplaatst in een deel der
vorige oplage)
Na het bijwonen van de zitting van den Raad
van State heeft Z. K. H. Prins Berdhard Dins
dag een bezoek gebracht aan de Cineac op het
Buitenhof te Den Haag, waar HU de film heeft
aanschouwd, welke HU zelf van Prinses Bea
trix heeft opgenomen. De Prins was vergezeld
van Zijn secretaris, Jhr. mr. C. Dedel en Zijn
adjudant, kapitein J. K. H. de Roo van Alder-
werelt.
In die sfeer viel het verzoek van den heer
Wijnkoop (Comm.) om de Regeering te mogen
tnterpelleeren over de oorzaken en eventueel de
gevolgen van minister de Wilde’s aftreden. En
het laat zich volkomen verstaan, dat de aspi-
rant-interpellant aandrong op een zoo spoedig
mogelijke beslissing over dit verzoek. Het liefste
kreeg hij, staande de vergadering, de verelschte
toestemming. Geen moment langer dan noodig
is, wilde hij de onzekerheid laten voortduren.
zoo ja, wanneer. Dan kan de Kamer morgen
met volledige kennis van zaken over 'Zheeren
Wynkoop’s verzoek beslissen.
Al sprak de heer Albarda niet met zooveel
woorden een voorkeur voor een regeeringsver-
klaring uit, zyn suggestie ging toch kennelijk
over het hoofd van den voorzitter héén naar de
ministerstafelRegeering, kom uit eigen bewe
ging voor den dag met een uiteenzetting van de
situatie in het kabinet; moet de Kamer daar
nu om vragen?
Zal dan toch een Regeerlngsverklaring komen?
Een verklaring, die althans enkele wolken vermag
weg te drijven?
het
uur
lts
Donkere wolken dry ven aan den politleken
hemel. De Kamer weet nog altyd niet nauw
keurig, zóó, dat geen misverstand mogelyk is,
waarom de minister van Financiën heenging en
welke gevolgen dit heengaan voor de situatie
binnen het kabinet heeft. Allerlei angstwekken
de geruchten doen daarover de ronde. Niemand
weet welke consequenties uit de affaire-Oss zul
len voortvloeien. Men kan daar lustig over fan-
taseeren: als de eerste conclusie van het rap
port der commissie ongewyzlgd wordt aangeno
men, zal minister Ooseling aftreden en dan zul
len de drie andere katholieken méégaan en dan
ligt het heele kabinet over de vlakte maar
wat zyn dat méér dan fantasieën, angstdroomen?
Waarom zal een man als Goseling gaan, wan
neer zyn beleid op een zóó pietluttig onderdeel
als het ontslag van vyf marechaussees wordt
afgekeurd? Dan had de heer van. Buuren dit
jaar wel viermaal kunnen opstappen. En als hy
gaat, waarom moeten én zullen dan de drie
andere katholieken mee? Het Ossche beleid heqft
met beglnselpolltiek toch weinig of niets uitX
staande? Het kan allemaal evengoed anders uit
vallen dan de somberen onder onze politieke
d-
LÖ
te
I
en
erkt
Wordt begunstiger van het
De heer Albarda (S.DA.P.) prefereerde iet»
anders: een regeerlngsverklaring. Hy onder
steunde het voorstel van den voorzitter, mr. van
Schalck, om ten aanzien van deze interpellatie-
aanvraag niet af te wyken van de gewoonte, dat
de Kamer zich 24 uur over een dergelyke aan- jëen systeem van éénsdeels contingentsultbrel-
vraag beraadt, doch voegde er het verzoek aan
toe: de voorzitter moge zich gedurende deze 24
uren met de Regeering In verbinding stellen om
te><grnemen of het In haar bedoeling ligt op
itief een verklaring af te leggen en.
Dr. Poot Is ook niet van oordeel, dat veft
in het ziekenhuis simuleerde of zyn toestand
overdreven heeft. De dokter heeft verd. die
psychisch gestoord was. een slaapkuur laten on
dergaan. Het is mogelyk. dat verd.’s herinne
ringsvermogen verzwakt was in den tyd, door
hem in het ziekenhuis doorgebracht. Zoo kan
hy zich misschien ook niet nauwkeurig herin
neren of Maria D. hem alleen of in gezelschap
van zyn vrouw heeft opgezocht.
J. E. Miltenburg, directeur van de melkfabriek
te Bergen, in wiens dienst verd. was. is zeer
over verdachte te spreken.
P. Bakker uit Bergen had aan verdachte op
2 Januari den auto verhuurd tegen 8 ct. per km-
De auto was goed in orde, alleen de linker-
voorband was afgesleten.
Een religieuze verpleegster uit Alkmaar had
verd. van 2 tot 17 Januari verpleegd in het
R.K. ziekenhuis te Alkmaar. Aanvankeiyk riep
hy voortdurend om zyn vrouw en kinderen.
En kreeg hy wel eens bezoek?
Getuige: Ja. een meisje bezocht hem.
Pres.: Was dat Maria D. of zyn zuster?
Getuige weet dit niet, want de bezoekster
had zich niet voorgesteld.
En heeft verd. |oen een stuk getee-
Getulge-J. Stéyn, die bif de redding geholpen
had en die het dak van den auto had openge
sneden; vertelt, dat de weg ter plaatse erg glad
«as. Een paar uur tevoren had hy van glad
heid niets gemerkt.
manente en de bevoegdheid tot verlenging van
oefentijd als facultatieve maatregel worden toe-
gepasj en de scheidingslijn is duidelijk getrok
ken, waarmee hoogstwaarschyniyk ook alle vaag
heid over de concrete plannen der Regeering
verdwijnt.
Héél gemoedereerd ving de Kamer met de be
handeling van den verlengden diensttyd -aan.
En zy opperde daartegen in hoofdzaak drie
bezwaren
lo. de Regeering laat volkomen 4n het duister
wit zy precies wil; zy vraagt de bevoegdheid
om In tyd van internationale spanningen de
dienstplichtigen tot twee jaren lang onder de
wapenen te houden, zoodat zy. als puntje by
paaltje komt, over drie lichtingen geoefende
manschappen beschijnt; maar zy zegt niet tot
hoever zy in de gegeven omstandigheden van
die bevoegdheid gebruik zaNnaken;
2o. de Regeering trekt geen duideiyk verschil
tusschen die uitbreiding van de legersterkte, die
permanent zaj zyn omdat zy door de mogeiyk-
heid van sneller mobilisatie wordt gevorderd,
eenerzyds en die uitbreiding, die slechts dient
om in tyd van abnormale spanning de grenzen
effectiever te beveiligen en die dus een tydelyk
karakter draagt, anderzyds;
Verdraagt zich dat systeem met art. 194 van
de Grondwet, waarvan het eerste lid luidt: „Al
de kosten voor de legers van het Rijk worden uit
'sRyks kas voldaan"? Buys, die het tot 1860 ge
volgde systeem, dat de gemeenten bydroegen In
de kosten der kazerneering. als In strijd met dit
grondwetsartikel verwierp, zou stellig deze prac-
tyken hebben veroordeeld.
In leder geval: de heer Albarda veroordeelt ze.
Hy acht het onjuist, dat particulieren beslissen
welke objecten verdedigd worden, dat die ob
jecten onverdedigd, biyven, wier eigenaren niet
over voldoende middelen beschikken om eigen
geschut te betalen en vooral dat dit heele
systeem is ingevoerd zonder machtiging van de
Staten-Generaal. dat het zóó maar op de wille-
Keur van de Regeering rust. Beter acht hij het
Wfr-de bedrijven een bepaalde defensie-hafflng
of retributie te vorderen, terwyi het Ryk uit
zoekt wat beschermd zal worden en wat niet.
Antwoordt de Regeering niet naar zyn genoe
gen, dan zal hy een uitspraak van de Kamer
verdeeld; de contlngentsuitbreiding kan als per- uitlokken.
4
Geeft een jaarlijksche bij
drage op giro 320.000 van
het Luchtverdedigingsfonds,
t. n. v. d. Vereen, v. Nat.
Veiligheid, den Haag, of
schrijft aan het Centr. Prop.
Comité, Heerengracht 7 8,
Amsterdam.
Wij Vragen duizenden be
gunstigers
weerprofeten voorspellen. Wat zullen de Antl-
Revolutionnairen doen? Drijven zy naar een val
van het kabinet als een soort vergelding over
het lot van de Wilde? Willen zy geen kabinet,
dat goed boert zónder de Wilde? Of zullen zy
terugschrikken voor het risico, aan het heen
gaan van het kabinet-Colyn verbonden? Zullen
zy nog tydig hun voelhorens uitsteken om te
onderzoeken of een nieuw kabinet wel zóó zeker
weer naar hun smaak zal uitvallen, als zy wel
licht thans nog meenen? Wie zal het zeggen?
Donkere wolken drijven aan den politleken
hemel. Inderdaad: zy drijven. Ieder oogenbllk
kan het totaalbeeld anders zyn, kan de een of
ander iets zeggen, dat de situatie verheldert of
versombert. En dat schept In de Kamer een
sfeer van latente spanning, een sfeer, waarin
ieder de ooren scherpt: zal er nog iets gebeuren?
KoriTt er nog geen teekenlng in den toestand?
•n de pijn zakt onmiddellijk wegl
Hartjes zijn onfeilbaar bij pijnen
van allerlei aard en helpen uit
stekend bij verkoudheid en griep
Door de hartvorm gemakkelijker
In te nemen dan de ronde
ouweltjes
Bij apothekers en drogisten,
koker 12 st. SO ct - doosje 6 st. 50 ct
Het OM. ging van het vrijsprekende vonnis
in appel en Dinsdag stond de melkrijder terecht
voor het gerechtshof te Amsterdam, gepresi
deerd door mr. Joh. M Jolles. Raacsheeren
waren mr. W. Smit en mr. S. G. Cams. De
advocaat-generaal, mr. dr D. Reilingh nam het
OM. waar.
In een later gesprek in Sebtember had
verdachte haar gezegd, dat hy met vrouw en
kinderen In het water zou ryden om op die
wyze een einde aan hun leven te maken.
Over de kinderen had hy gezegd: „Ze moe-
jFten maar dood, anders worden ze net als
de moeder."
Op 30 Mei heeft de rechtbank te Rotterdam
in hooger beroep een aantal zaken behandeld
tegen exploitanten van autobusondernemingen,
die het kantongerecht tot hooge boeten had
veroordeeld. De exploitanten waren allen in ap
pél gekomen van vonnissen, waarby zy ver
oordeeld waren wegens overtreding van het
Reglement Autovervoer Personen. Thans heeft
de rechtbank te Rotterdam in deze zaken uit
spraak gedaan en den exploitanten* slechts ge
ringe geldboeten opgelegd, n.l. geldboeten
van f 5.
ding en anderdeels verlenging van dienstplicht,
dan kan zy aan al deze drie bezwaren tegemoet
komen. Immers dan wordt de militaire last bll-
hjker over de heele dienstplichtige generatie
De chef-veldwachter A. van der Kooy Th^
Bergen was ter plaatse gekomen, toen alle
inzittenden zich op het droge bevonden.
Verd. ’s jas was droog. Uitvoerig bespreekt
het hof met dezen getuige de situatie, waar
in de auto door hem werd aangetroffen. Een
slipspoor had getuige niet gevonden, wel
had hy een wielspoor op den wegberm ge
zien.
Pres.:
kend?
Getuige: Daar weet ik niets van.
Pres.: Maar het meisje beweert, dat u pen 'en
inkt hebt gegeven.
Getuige: Dat is absoluut niet waar. Tydens
het bezoek was getuige niet in de kamer ge
bleven. Ze wist ook niet, hoe lang het meisje
gebleven was. Wel had zy erg aangedrongen om
Op dat oogenbllk sprong ik er uit en kwam I Ml verd. te worden toegelaten.
half In het water terecht. Ik voelde by het 156 zitting wordt dan geschorst tot twee uur.
Db landbouwers A. C. en D. R. uit Staphorst
toen zy in het veld aan het werk waren,
hevlgen twist. Deze liep zoo hoog, dat de
m*nnen elkaar met mestvorken en messen te
ringen. Belden werden zeer zwaar gewond,
politie heeft de zaak In onderzoek.
3o. doordat de Regeering den weg van den
verlengden diensttyd heeft ingeslagen zonder
daarnaast eenige uitbreiding van het contingent
voor te stellen, legt zy den vollen last van de
verdediging des vaderlands op de schouders van
een betrekkelyk klein aantal Jonge mannen.
Laat de Regeering een ander systeem kiezen,
opperde de heer Ruys de Beerenbrouck (R.K.Hl
slippen, dat het niet goed ging, ik schreeuwde
en rukte het portier open. Even later rakte de
auto weg."
Een juffrouw uit de buurt had evenmin als
de andere getuigen een hond in de buurt ge
zien.
Dr. J. H. den Hartogh was de eerste dokter,
die ter plaatse kwam. Verd.. die ondergebracht
was in de woning van Mens, was overspannen
De weg was zeer glad; de dokter wilde tiet zuur
stofapparaat laten halen, maar niemand had er
gezien de gladheid van den weg zin In
zoodat getuige zelf was gegaan.
Dr. J. A. Blok te Bergen had aan verd.. die
wild om vrouw en kinderen schreeuwde, een in
jectie gegeven.
Ik vond zyn reactie niet normaal, hy deed
erg vreemd, concludeert de dokter, die echter
niet nader kan definieeren. waarom hij verd.’s
reactie niet normaal vond.
Dr. H. W J. M. Poot uit Bergen is verd.’s
huisarts. Hy heeft den doodschouw op de drie
meisjes van drie. ‘Vier en vyf jaar. verricht.
In het ziekenhuis was verdachte nog over
spannen. Hy riep voortdurend om vrouw en
kinderen. Deze getuige had geen moment aan
een misdrijf gedacht; hU vond dat verd.
hoewel uiterst opgewonden normaal reageer
de.
Pres.: En vond u het gezin vnjeger gelukkig?
Deskundige: Buitengewoon!
Pres.: Maar ,toen wist u niets van een on
wettige verhouding?
Neen, antwoordt de dokter.
Nu de Kamer zich tóch met militaire aan
gelegenheden bezig hield, nam de heer Albarda
(S.DA.P.) de kans waar om met de Regeering
een appeltje te schillen over de wyze, waarop
zy particuliere medewerking in de actieve lucht
afweer gedoogt. Voor de bescherming van de
electrische centrale in Friesland laat zy de pro
vincie 60.000 gulden mee-betalen. Om de electri
sche centrale van Den Haag, zonder welke nota
bene de regeeringsgebou^en niet behooriyk kun
nen functionneeren, behooriyk in staat van ver
dediging tegen luchtgevaar te brengen, moet de
gemeente 110.000 gulden opbrengen. De havens
en de opslagplaatsen van Amsterdam en Rot
terdam, die toch van vitaal belang zyn voor het
heele land, moeten straks met de hulp van par
ticulieren van voldoende afweergeschut worden
voorzien. Soortgelyke gevallen doen zich in Dordt.
in Delft en misschien nog op andere plaatsen
voor.
sproken,
meisje.
De priester handhaaft zyn lezing.
Tenslotte hoort het Hof dr. H. Hoenevelc.
zenuwarts te Alkmaar, die naar de geestver
mogens van verdachte een onderzoek instelde.
Verdachte is volkomen toerekeningsvatbaar
Ook kan hy in de reacties niets abnormaals
vinden, herdachte behoort tot de nerveuzen.
Ka het gebeurde was hy volkomen geschokt.
Deskundige acht het zeer onwaarschyniyk,
dat een man als verdachte, na een rustig fa
miliebezoek. zyn kinderen, waar hy veel van
hield, om het leven zou brengen. Dat is on-
aannemeiyk, meent hy. Wel kon verdachte
gemakkeiyk een dubbel leven leiden, te meer
daar zyn vriendin een krachtiger natuur heeft
dan verdachte. Er is wel eens geaegd. dat hy
zoo weinig «bedroefd leek na het verlies van
zyn kinderen. Dat lykt misschien aoo, omdat
hy oppervlakkig is en droefheid betrekkelyk
kort in zyn geest blyft hangen. De dokter riet
in hem een goedigen, sterk emotiooeelen man.
die eigeniyk self niet meer precies weet, hoe
het ongeluk gebeurd is.
De zitting wordt geschorst.
w -w y anneer straks de Kamer zich in
\A/ meerderheid met het rapport
van de Kamercommissie zou ver-
eenigen, zal dat opnieuw onaangenaam
voor minister Ooseling zijn. Hoe zwaar
die onaangenaamheid voor hem zal
wegen en welke consequenties hij daar
aan eventueel zal verbinden, is een zaak,
die hem zelf aangaat, zooals ook het
door hem in de Ossche affaire gevoerde
beleid alleen voor zijn verantwoordelijk
heid komt. Men tracht het tendentieus
wel voor te stellen, alsof de katholieken
en de geheele R. K. Staatspartij en haar
vertegenwoordigers in de Kamers zich
Bet dit beleid hebben vereenzelvigd,
Baar deze voorstelling is even onge
rechtvaardigd en onjuist als de hier
boven gesignaleerde onzinnige redenee-
ring. De katholieken hebben zich juist
verzet en met kracht geprotesteerd tegen
de wyze, waarop verschillende bladen de
Ossche affaire tegen hen en hun poli
tiek wilden uitspelen en poogden er
•en anti-katholleken rel van te maken.
Dit verzet en dit protest vonden juist hun
rechtvaardigen grond in het feit, dat zij
*ich niet wilden laten vereenzelvigen
Bet de houding van den minister, die
»iet als katholiek, maar als minister
onder eigen verantwoordelijkheid han
delde in een zuiver departementale aan-
Rlegenheld. Zij kwamen slechts op
tegen de vurige verdachtmaking als zou
de minister uit politieke bijbedoelingen
gedaan hebben, wat hij heeft gedaan,
een verdachtmaking, welke ook de Ka-
Bercommissie van de hand heeft gewe
ien. Zóó staan de zaken en niet anders.
Z. K. H. ziet Zyn dochter op
het witte doek
- et rapport van de Kamercommis-
L1 sie, dat het beleid van den minis-
X A ter van Justitie Inzake de tegen de
Ossche marechaussee-brigade genomen
maatregelen als overhaast en niet door
de feiten gerechtvaardigd afkeurt, wordt
T00r Minister Goseling niet aangenaam
genoemd. Het is ook niet aangenaam
Toor den betrokken minister, evenmin
,js het ook niet aangenaam kan zyn
voor de raadgevers van den minister, op
wier compas hy by dit beleid heeft moe
ten varen. Maar dit rapport is evenmin
gangenaam voor de door het grootste
deel der nlet-katholieke pers van natio-
naal-socialistisch zwart tot communis
tisch rood toe als een soort van natio
nale helden verheeriykte marechaussees,
omdat het constateert, dat deze militaire
polltie-mannen by hun opsponngsarbeid
fouten hebben begaan, en evenmin is het
aangenaam voor de verantwoordeiyke
leiding van dit wapen, waar gebrek aan
leiding van en toezicht op de arbeid der
manschappen wordt geconstateerd. Voor
de Kamercommissie zelf is het wéér niet
singenaam, dat de liberale prof, de
Vries heeft verklaard, dat zy haar
boekje te buiten is gegaan en zich op het
pad der enquête heeft begeven, terwyi
er een constitutioneel „Verboden Toe
gang” t>y dat pad stond. Voor vrijwel
alle by deze affaire betrokken instanties
heeft zich dus op eenigerlel wyze iets
onaangenaams voorgedaan, terwyi bijna
geen dier instanties ontkomt aan het
venrijt, dat zy hier of daar fouten heeft
gemaakt. Waar de zaken zoo staan, vra
gen wU onS in gemoede af of het niet
overhaast en ongerechtvaardigd zou zjjn,
indien slechts één dier Instanties, met
name de minister, uit de veelzydige on
aangenaamheden en de gemaakte fou
ten de uiterste consequentie zou moeten
trekken, geiyk door sommige bladen
wordt „bevolen” en „geëischt”. De Ka
mercommissie zelf heeft uitdrukkeiyk
verklaard, er volstrekt van overtuigd te
zijn, dat de minister volkomen te goe
der trouw heeft gehandeld met geen
andere bedoeling dan het bevorderen
van wat hy beschouwde als een juiste
uitoefening van de opsporingstaak der
politie. Een dergeiyk brevet van goede
trouw valt moeiiyk uit te reiken aan de
persorganen, die de Ossche affaire met
kenneiyke politieke bybedoelingen heb
ben opgeblazen tot een „cause celèbre”
en thans als bloeddorstige roodhuiden
krijschen om den ministerieelen scalp
van Z. Exc. Goseling. Het allerfraaiste
is echter, dat in het „Volk” minister
Goseling de verantwoordelykheid wordt
toegeschoven voor de politieke onrust en
de maandenlange hetze in de pers en de
antl-katholieke stemming in het land
naar aanleiding van het gebeurde te Oss.
Op deze manier zou men met evenveel
recht aan iemand, by wien ingebroken
wordt, de verantwoordelykheid voor die
misdaad kunnen aanwry ven op grond van
bet feit, dat hy door iets te bezitten de
inbraak heeft uitgelokt. Zulke redenee-
ringen deden tot voor kort slechts opgeld
In autoritaire staten, die kleine staten,
welke zy aan konden, wenschten in te
palmen, maar moeten nu zulke redenee-
ringen hier te lande óók gebezigd gaan
worden door persorganen, die de valsch-
heid van zulk een redeneerlng by de ver
overing van Oostenryk, Tsjecho-Slowa-
kjje en Albanië ten scherpste hebben
gehekeld?
Na de pauze stygt Oe spanning in de zaal,
want Maria D.. de hoofdgetuige en vroegere
vriendin van verdachte verschynt voor het ge
tuigenhekje. Zy is 26 jaar en dienstbode te
Heemstede. Zy houdt zich aan haar verklarin
gen voor de rechtbank. Zy heeft er niets aan
toe te voegen, noch wi) zy iets intrekken.
Eerst confronteert de president haar met de
zuster uit het ziekenhuis. Het meisje houdt
vol, dat verd. In het ziekenhuis een stuk
machtiging tot het ontvangen van steun
heeft geteekend De zuster houdt vol, dat zy
geen pen en inkt op de kamer heeft gebracht
Pres.: Meisje D.. kan het niet zyn, dat ver
dachte heeft gezegd: „Teeken het thuis maar
voor my.”
Neen, dat w<
beurd. Ze héél
gekregen.
Pres, (tot verd.): Kunt u dié machtiging later
hebben geteekend?
Verdachte weet het niet, hy herinnert zien
niets van een machtiging.
Mr. Canls: Wie heeft dan het geld gekregen
op die machtiging?
Het meisje: Dat weet ik niet meer
Mr. Canis: Lag hy in bed toen hy teeken-
de? Had hy een onderlegger?
Neen, een onderlegger om het papier te steu
nen had hy niet gehad. Hy had in bed getee
kend, hy was nog erg suf
Pres, (tot Maria D): Het is onbegrypeiyk.
dat verd. op den 13den Januari, toen hy elgen-
lyk een slaapkuur deed, zoon handteekenlng
zette.
By het verdere verhoor geeft het meisje toe
een verhouding- ftet B. te hebben gehad. Ver
dacht wilde met haar trouwen, maar zoo
verklaarde het meisje ,Jk zei, in een gespreg
in Juli, dat ik weinig trek had met hem te
trouwen, omdat ik de kinderen niet steeds om
me heen wilde hebben. Ver
antwoord: „Daar zal je
Getuige had toen gezegd:
verschrikkelyks gebeuren.”
Raadsheer mr. Canis: Dus over dat verschrik-
keiyke bent u het eerste begonnen?
Getuige: Ja. maar ik heb direct gezegd: „Dat
kan niet”. Verdachte heeft toen geantwoord:
..Laat dat maar aan my over".
Pres.: Met dat verschrikkeiyke bedoelde u
toen: van kant maken. Of bedoelde u een
scheiding?
Getuige: Ik weet het niet, ik vind het allebei
vreeselyk.
Pres.: Hebt u hem in den waan gelaten, dat
u met hem wilde trouwen als hy vry was?
Getuige geeft dit toe.
De hooge bezoekers werden verwelkomd door
de directie van de Cineac, die den Prins en Zyn
gevolg allereerst de cabine liet zien en de daar
in aangebrachte technische snufjes, welke het
moaeiyk maken, een smalfilm op het groote
doek te vertoonen. De Prins, als deskundig ama
teur, toonde hiervoor zeer groote belangstelling.
De directie bood den Prins daarna een boek aan.
waarin allerlei herinneringen aan het vertoonen
van dezesfflm zyn aangebracht, zooals persver
slagen, foto’s enzelfs een bewijs van de
filmkeuringscommissie, dat de film »an Prinses
Beatrix voor alle leeftyden was goedgekeurd.
Ten slotte heeft de Prins zelf de film aan-
ariiouwd, hetgeen voor hem ook al daarom een
attractie was, omdat hy verschillende door
Hem opgenomen ged^lten zelf nog niet gepro
jecteerd had gezien. Er was voor den Prins du»
•en geheel nieuw gedeelte by. Geen wonder dus,
dat hy, evenals de vele bezoekers van de Ci
neac. hartelijk meelachte bu de vertooning.
Pres.: Maar dat is toch vreemd, het eenige
kwaad, dat u van die vrouw weet te vertellen,
is dat zy zoo bazig was.
Getuige: En toch heeft hy dat gezegd.
Vlak voor den 2en Januari, waarschyniyk op
Oudejaarsdag, had verd. nogmaals met getuige
gesproken. Hij had toen gezegd, dat het „onge
luk” op 2 Januari zpu gebeuren.
Pres.: En hebt f hem toen nog trachten te
remmen, net alsA>y die andere gesprekken?
Getuige (zacht)Vjg9< ’t hielp niet.
Pres. ’t Is eigenlyk misdadig wat u gedaan
hebt. U waarschuwt de politie noch de vrouw,
u wacht kalm het bericht door de radio af. Daar
hoorde u van, dat hy zyn afschuwelyk plan
had uitgevoerd.
Getuige: Ik probeerde hem
remmen.
Na het gebeurde had getuige alleen met verd.
gesproken in het ziekenhuis. Hy had toen ge
zegd. dat de tocht een mislukking was ge
weest maar ze moest maar geduld hebben.
„We zullen elkaar toch wel krygen.”
Pres.: En nog zegt u niets. Ingendeel u blyft
kalm met hem omgaan. Heeft hy ook beschre
ven hoe het ongeluk gebeurd is?
Getuige: Neen, daar heeft hy weinig over ver
teld, alleen sprak hy over een hondje..., dat
verhaal had hy aan de menschen verteld.
Pres.: Waarom hebt, u het heele verhaal aan
den journalist K. verteld. Wat beziende u om
hem te zeggen, dat verd. zyn vrouw en kinderen
in het water heeft gereden? En dat na een half
jaar zwygen.
Oetuige: Ik wilde alles zeggen. De Journalist
had aanvankeiyk beloofd te zullen zwygen. Een
paar dagen later had getuige de melkfabriek
te Bergen opgebeld en zy had hem gevraagd
in Schagen te komen ten huize van K. Verd.
was dienzelfden avond gekomen, hy was erg
in de war.
De verdachte wordt dan ondervraagd:
Nooit heeft hy gezegd, dat hy van zyn vrouw
Op de vragen van den president naar naam.
woonplaats en geboortedatum antwoordt ver
dachte met een kort woord. Hy is kalm en be-
heerscht, staande hoort hy het voorlezen van
de dagvaarding aan. Het O.M. heeft twintig
getuigen gedagvaard, de verdediger heeft zyner-
zyds geen getuigen opgeroepen.
Blyft u er by, dat het een ongeluk was?
Zeker, antwoordt verdachte, ik ben volkomen
onschuldig.
De eerste getuige is de landbouwer Prins,
die het ongeluk van een afstand had zien ge
beuren. Direct was hy te hulp gescheten^
Verd. was al uit den auto en stond in het watér
en schreeuwde om hulp.
President: En wat deed verdachte?
Getuige: Hy wilde het water in en riep: „Help,
help, m’n vrouw en de kinderen".
Inmiddels waren er meer menschen te hulp
geschoten en de vrouw en de baby waren met
veel moeite uit den auto gehaald. Toen de drie
zusjes op den waj waren gebracht, bleken de
levensgeesten reeds geweken,.
President: En sprak verdachte direct na de
redding reeds over een hondje, dat over den
weg had geloopen?
Oetuige: „Neen, daar praatte hy pas over, toen
ik hem in het ziekenhuis bezocht.”
De tweede getuige. M. Muls, was thuis door
Prins gewaarschuwd, dat er een ongeluk was
gebeurd. Hy was direct naar de plaats des on-
hells gesneld.
Verd. wilde op den kant. Toen hy gered was,
wilde hy weer in ’t water gaan om zyn vrouw
en kinderen te helpen.
Verdachte was In de woning van Muis ge
bracht en het leek, dat de Jekker dien hy droeg
nagenoeg droog was. Wel waren de slippen en
zyn broekspypen nat. Over een hondje en slip
pen had verd. ook tegenover dezen getuige niet
gesproken.
Verdachte, zegt de president, u blyft er
dus by, dat u by het uitwyken voor een
hondje slipte?
Ja, zegt verdachte met zachte stem en
op de kaart, die op de tafels voor het ge
rechtshof ligt, wy5t hy aan welke manoeuvre
de auto maakte. ’’V
af wilde of haar en de kinderen uit den weg
wilde ruimen.
Pres.: Maar fantaseert dit meisje dan dit
heele afgryselyke moordverhaal.
Verd.: Ja, alles gelogen.
Wel heeft verdachte eens gezegd: „Als je geen
geloof, geen gevoel en geen geweten had. zou je
de boel kunnen verdrinken
Pres.: En verder hebt u haar niets gezegd?
Geen woord.
Omtrent het voortgezet getuigenverhoor voor
het Amsterdamsche Hof inzake het drama te
Koedyk kan nog worden gemeld,
meisje, Maria D., langer dan anderhalf
werd ondervraagd. Zy bleef by haar verkla
ringen. Dan stond zy haar plaats af aan haar
vriend K., die mededeelt, dat hi| thans water
bouwkundige en geen Journalist is.
Hy vertelt, dat het meisje tydelyk by hen»
de huishouding verzorgde. Getuige had gerui-
men tyd een verhouding met het meisje. Hy
kende verdachte B niet, op zekeren dag hac
B haar opgezocht ten huize van getuige. Hy
had een fluisterend gesprek gehoord en met
veel moeite had hy haar later bewogen te ver
tellen. wat er besproken was. Zy had verteld,
dat zy een verhouding met verdachte heeft
gehad. Getuige had toen gezegd: „Oh. ben jü
de vrouw, die er achter zou zitten, zooals men
fluistert".
Maria had haar verhaal voortgezet, doch zy
had getuige eerst laten beloven niets te ver
tellen. „Ik dacht zegt getuige „dat het
een tameiyk onschuldig verhaal was Toen hy
bet geheele drama hoorde, had hy zyn be
lofte van stllzwygendheid herroepen. Getuige
had met een priester gesproken en met dezen
priester hay verdachte óók een gesprek ge
had. Later had 1£ze tegen getuige gezegd: ..Het
is gebeurd, zooals het meisje het geaegd heeft"
Pas in October deed K. aangifte by de
justitie.
President: „Eerst hebt u verklaard, dat de
priester verdachte niet schuldig vond, omdat
hy er wel eens over heeft gedacht, maar het
plan niet opzettelük heeft uitgevoerd. Nu ver
klaart u, dat de priester gezegd heeft, dat 'bet
gebeurd is. zooals Maria vertelde.
Getuige: „Ik kreeg van den priester den in
druk, dat verdachte een onweerstaanbaren
drang had en dat het gebeurde toch een on-
geluk was".
Na een sensationeels terechtzitting van de
rechtbank te Alkmaar sprak dit college den
melkrijder B. uit Bergen vry van den 'hem ten-
laste gelegden moord op zyn drie jeugdige kin
deren Anna, Emerentia en Wilhelmina en po
ging tot moord op zyn vrouw en zyn baby.
President: „Heeft u nog een* verhouding met
het meisje. Gaat u haar trouwen?” -<
Getuige: .De verhouding is uit. Ik kan baar
niet trouwen, omdat ik geen geld heb. mede
in verband met deze zaak kreeg ik ontslag en
nu moet ik een eigen bedryf opbouwen. Bo
vendien ben ik getrouwd.
President: „wordt uw vrouw niet bewogen,
om mee te werken aan een echtscheiding"?
Getuige (koeltjes),Jk weet er niets van”.
Ook met dezen getuige wordt over trouw
plannen met Marietje gesproken.
Pres, (tot get. K.): Hebt u nooit gezegd, da’
u Marietje zou trouwen wanneer u genoeg gelo
bezat en wanneer u vry was?
Getuige (aarzelend); In dien
trouwens, ik kan zooiets niet beloven.
Raadsheer mr. Canis: Waarom had u zoo’u
haast, om van die aanklacht tegen B. werk
te maken? Lag dat niet in uw byzondere ver
houding tot het meisje Maria D?
Neen, zegt getuige, die verhouding is cor
diaal. Bovendien had ik niet zooveel haast.
Mr. Canis: Dat had u wel. want nadat u
met een jurist had gesproken, kon u niet eens
wachten, tot de priester weer terug was. die
toevallig eenige dagen uit was. U haalde nog
een anderen priester in de zaak om toch maar
gauw een aanklacht te kunnen indienen.
Pres, (tot getuige K.)U hebt rapport op
rtpport gestapeld om maar te kunnen „be-
wyzen dat B. een misdadiger is.
Het Hof hoort vervolgens den priester, pater
De Jiart. In Mei 1938 is getuige K. by hem
geweest om te vertellen, wat hy. K.. van het
meisje had gehoord. Dat verhaal was zoo ten
dentieus, dat de priester de vreee kreeg, dat
juffrouw B. nog elk oogenbllk gevaar liep ge
dood te worden. Getuige had het meisje ge
hoord en daarby was hy direct van. die
vrees genezen. Ook heeft de priester verdachte
gehoord, die hem bekende, wel eens met bet
plan te hebben rondgeloopenzyn vrouw te
dooden. Maar dien dag had hy dat plan niet
gehad en het te water ryden was volgens ver
dachte niet anders dan een ongeluk. Volgens
Marietje D. was er echter wel opzet in het spel
geweest.
Weer betoogt verdachte met klem, dat de
priester zich vergist en de verhalen door el
kaar haalt. Over plannen had hy nooit ge
sproken. wel over de verhouding met he’
>n-
en
tel
Ik.
U.
en
ik
M