De ue/iftaal vonden dag Hoitika De luchtroovers van reorganisatie van het veldleger I I de Nederlands neutraliteit in 1914 VERSCHILLEN VAN RANG EN FUNCTIE Naamsverwisselingen jen nieuwe vormen I van Het Geheim zeven Schoorsteenen DONDERDAG 13 JULI 1939 een DOOR AGATHA CHRISTIE u 4 Getuige van moord y^ezer a«a5 .1 lang in „dl- land (Van een militairen medewerker) I ▼an ge- volle in Hij maar niet hierheen kwemen.... was nog het papier In vouwde (Wordt vervolgd) bQ verflaB van aan band •ob WH en heelt echter, wat ons inziens te betreuren is, nagelaten, uit de bo ven geschetste reorganisatie tevens de noodzakelijke consequenties te trekken wat betreft de rangen der commandan ten. Er is geen ander land, waar een divisie wordt gecommandeerd door een Kolonel en vrede (echte) De stemmen schenen nu verder af te zijn en hij moest het er dan maar op wagen, zoo gauw mogelijk hier vandaan te komen. Maar in het donker viel dat niet mee. Het paadje door het riet, dat hij overdag zoo goed kende, kon hij nu niet her kennen en eer hij er op bedacht was, verdween zijn eene been in het water. in is willen hebben. Nu de itaat er kana, dat ik vóór Giuseppe Anthony hadden 'illlg- in, of bdeellngen^ lüner vei Midi „En heb Wat had dat te beduiden? Zouden het .-troopers zün? Als zc nooit alleen 'a avonds hier in het donker geweest.... Als hij eens in zijn fiut kroop? Hij kroop zijn hoofd eens buiten de planken. Interessanter is. wat de acten in betrekking tot de Nederlandsche neutraliteit bevatten. Uit ne. 373, waarin vermeld staat, wat Bethmann Hollweg 29 Juli mondeling aan den Engelschen ambassadeur verklaarde, blijkt, dat Duitschland van plan was. de Nederlandsche neutraliteit slechts onder voorwaarde te respecteeren. Woor delijk toch verklaarde de kanselier: „WU kun nen Grey de verzekering geven, dat wjj de neu traliteit en Integriteit van Nederland zóó lang zullen respecteeren. als deze door onze tegen standers wordt gerespecteerd." dagen is in de Nederlandsche omtrent en bladen hebben gemeend daaraan met eikaars zeer gewaardeerde hulp den ma naar de andere wereld helpen?” vroeg Anthon;. ,X>an is de verantwoordelijkheid van u af U geeft de papieren aan iemand van ons, ondei overleg van een schrUtelfjk bewijs van ont vangst. afgeleverd. En nu over de cheque, dc chèque van eh.... duizend pond, die u volgens overeenkomst van ons meteiimet den schrijver van het manuscript, u weet wel. wien ik bedoel. zou ontvangen. Die mag ik u niet vóór Woensdag over een week geven. Zulk soort overeenkomsten worden volgens de letter nage- leefB. dat begrijpt u wel. maar als u t liever heeft, kan ik wel een chèque voor dat bedrag op mijn eigen bank doen toekomen." Anthony dacht even vlug na. Zijn plan was geweest de mémoires tot de laatste minuut in zijn bezit te houden: dan wist hij tenminste door eigen ondervinding waarover al die drukte gemaakt werd. Maar hij moest toegeven, dat het plan van Balderson meer kans op een veilige aflevering bood. ..Goed,” zei hij. met een zucht van teleur stelling. ..Doet u maar, zooals u het t beste vindt. Stuur dien iemand dan maar naar mij toe En als het u toch niets kan schelen, zou ik wel meteen de chèque zaak zoo geloopen is, Best Woensdag al weer wegga.” Op 27 Juli werd aan den Duitschen gezant in Brussel in gesloten couvert het verzoek van Duitschland aan België, om Duitschland gele- gehhej£»te geven door België te trekken, toe gezonden. Dit couvert mocht pas na telegrafi sche aanwijzing geopend worden. En daarna werd hetzelfde stuk eveneens in gesloten cou vert aan den Duitschen gezant in Den Haag toegezonden, en wel per koerier. Het ultimatum er in en na een tijd stak hij voorzichtig „U spreekt met Balderson van de firma Bal derson en Hodgkins. Hoe staat het met het manuscript, Mr. McGrath?" „Goed." zei Anthony. „Waarom vraagt u dat?" „Dat zal ik u vertellen. U komt pas uit Zuld- Afrika en dus bent u niet thuis in den toe stand hier. We krijgen moeilijkheden met dat manuscript, Mr. McGrath, groote, ernstige den avond van 2 Aui Den Haag aangekoml negen uur, was hij r derlands minister vi HU ontging karig f voor me» zich te n alles, 's Aww M «p dit blad z(jn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen »-« fyTA bfl levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door bfl een ongeval KM* p /X I ,r. /X l\l l\l Sj O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen F DvJe" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen F Ovle“ doodelijken afloop F MÜUe" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE 'RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL —I.— ..I !-!■ - —I - -1-L --- Wjj leven thans weer In een tUdvak van kroonjarenhet is twintig Jaar geleden, dat het is vUf en twintig jaar geleden, dat.... en zoo voorts. Het is nu ook vUf en twintig jaar geleden, dat de wereldoorlog en daarmede Ne derlands neutraliteit begon. In December 1919 verschenen de „Deutsche Dokumenten zum Kriegsausbruch". Het is interessant, deze offl- cieele Dultsche acten nog eens door te blade ren. Van de 857 gepubliceerde stukken hande len er 19 over ons vaderland of noemen het terloops. aan België was eigenhandig door v. Moltke ge schreven en kant en klaar aan de politieke „leiding" thuis bezorgd. Er onder had Moltke gezet: ..Afschrift zenden aan de Nederlandsche regeering". Voorts had Moltke er nog een bU- lage aan toegevoegd, die luidt: ,Aan de Ne derlandsche “Regeering. De Dultsche Regeerina heeft de eer, de KoninklUke Nederlandsche Re geering in kennis te stellen van een schrUven, dat van hier uit aan de Belgische Regeering is gericht. TegelUkertUd verklaart de Dultsche Re geering. dat in den komenden oorlog de neu traliteit der Nederlanden in vollen omvang door Duitschland zal worden gerespecteerd. Moch ten uit het ZuldelUke gedeelte der provincie Limburg grensoverschrijdingen gemeld worden, dan moge de Nederlandsche Regeering er van verzekerd zUn, dat het alleen gaan kan om kleine fouten, die Duitschland direct zal ver hinderen. De Dultsche Regeering meent de hoop uit te durven spreken, dat Nederland ten opzichte van Duitschland welwillend neutraal zal blUven en daardoor de nauwe vriendschap- pelUke betrekkingen van belde stam- en bloed verwante landen opnieuw versterkt zullen wor den." Met potlood schreef Moltke later onder deze bUlage: ..Pas afzenden, nadat het ant woord van België is binnengekomen". Op 2 Augustus kreeg de Dultsche gezant in Den Haag in een geheim, dringend telegram opdracht, het gesloten couvert te openen en den derden Augustus voormiddag de Nederlandsche regee ring kennis te geven van de Dultsche demarche in Brussel, die op 2 Augustus, 's avonds acht uur, had plaats gehad. Buitenlandsche Zaken had de bovenbedoelde bUlage van v. Moltke ge redigeerd. De woorden ,Jn den komenden oor log", „nauwe" en .stam- en bloedverwante” werden geschrapt, eveneens de geheele passus over de mogelUkheld van grensoverschrUdlngen in Limburg. De gezant kreeg opdracht, direct tg telegrafeeren, hoe de Nederlandsche regee- Reeds lang verdacht inspecteur Norman vader en zoon Walskow ervan dat zü zich herhaaldelUk schuldig maakten aan stroop tochten op groote schaal. Maar al zün naspo- ringen waren tot dusver vergeefs geweest: verder dan tot een vermoeden zü het dan ook heel sterk was hü nog niet gekomen. Nu trok hU weer naar de veraf gelegen hut, verkleed als marskramer. Toen hü aan de deur klopte, hoorde hü binnen gefluister en even later het dichtslaan van een deur. Toen riep een stem: „Binnen!" Vader en zoon waren aan t kaarten. Tusschen hen in stond een flesch brandewUn en twee half gevulde glazen. De vader was een man van middelbaren leeftüd. breed en gezet, met een knorrig gezicht; het zwarte haar was aan de slapen grijs. De ander was zUn verjongd evenbeeld. BU het vuur stond een smoezelige vrouw, die schuw en onrustig uit haar oogen keek. Inspecteur Norman merkte heel goed, dat hU ongelegen kwam, maar n*m er den tUd voor het vertrek zoo nauwkeurig mogelUk op te nemen. De geur van gekookt vleesch prikkelde zUn reuk organen, maar hoe scherp hU ook toezag. er was geen vleeschpot te vinden. Inspecteur Norman leurde met veters, vermin derde den prUs tot op de helft, de man snauwde, zei niet langer gestoord te willen worden.... Toen ontdekte Inspecteur Norman, waar die heerlUke vleeschgeur vandaan kwamHeele- maal achter tegen den muur stond een houten kist en door een spleet van het deksel drong een zwakke, witte damp NauwelUks een half uur later gingen een do- zün pootlge mannen naar Walskow's hut. Nor man trad, binnen, op de hielen gevolgd door twee van zUn 'agenten. De belde kerels zaten nog aL- tud aan tafel, maar de vrouw was verdwenen Toen ze de politiemannen zagen, schrokken ze merkbaar. „Potverbegon de vader. „WU je dat deksel van die kist eens even op lichten !-” beval Inspecteur Norman „Wat zeg je?" stoof de ander op. „Dat deksel oplichten? Wat heb JU hier eigenlUk te zegge’-?" „Ik ben Inspecteur Norman" was het rustig» antwoord en meteen was de Inspecteur bU de kist, waarvan hU het deksel optilde. „Zie je welf Meer bewüzen hebben we met noodlg. We moeten nu de stroopers alleen nog boelen." Eerst na een hevige veAtpartü kon deze or der uitgevoerd worden. De kerels verweerden zich geducht, sloegen en beten zoo hard zU kon den, maar tegen de overmacht waren zU toch niet opgewassen Toen werd de hut aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen, maar er werd niets meer ontdekt. Toen inspecteur Nor man met zUn mannen bulten stond te overleg gen, wat nu te doen, zag hU de vrouw uit het bosch komen. In haar hand hield zU een em mer. waarin een groot stuk elandvleesch. „Zoo. moedertje, waar héb je dat vandaan gehaald?" De vrouw verbleekte, maar weigerde halsstar rig de schuilplaats aan te wUzen. „Je man en je zoon liggen geboeid in de hut, ontkennen helpt toch niet.” Maar ook nu bleef elk resultaat uit. Dies togen Norman en zün mannen zelf op onderzoek uit. Een kleine hoop steenen bleek een valluik te verbergen, waarachter een groote gemetselde ruimte was. Aan de wanden hingen groote stuk ken elandvleesch. een massa huiden lag op den grond, gezouten vleesch en worst was er in overvloed. Op den achtergrond ontdekten ze een kleine deur. Slechts met vereende krachten slaagden de politiemannen er in haar open te maken. De verwondering steeg tot stomme verbazing 1 Juli 1939 bestond ons veldleger uit „Divisiën”. die echter geen echte di- ▼teiën waren. De reserveformatie buiten beschouwing latend, kwamen deze zooge naamde divisiën in de oorlogsorganisatie terug onder den naam „Divisiegroepen”, een eigenwUze naam, die In geen enkele buiten landsche legerorganisatie voorkomt. Eer vredes-„divisie” bestond uit twee Infante- rie-brigades, ieder tellende drie regimenten infanterie, en één artillerie-brigade, be- staande uit t^eê artillerle-reglmentan; de -LVj. (jprlogs) divisiegroep bestond, af gezien van tóé te voegen organen, uitJtwee echte divisiën, die ieder drie infanterie-regimen- ten en één artillerie-regiment telden. De onechte vredesdivisie en de oorlogsdivlsie- groep telden dus, behoudens enkele toe voegsels, eigenlijk dezelfde onderdeden, nJ. zes infanterie- en 2 artillerie-regimenten, zij het ook in een andere groepeering. Het zal zelfs een leek duidelijk zijn, dat deze ongelijke en verwarrende groepeering van vredes- en oorlogseenheden niet bevor derlijk is voor een goede voorbereiding van de oorlogstaak. Tot nu toe bijv, had de Commandant, die in oorlogstijd een divisie moest commandeeren, in vredestijd slechts een deel daarvan, n.l. een infanterie-bri- gade, onder zijn bevelen. Aan dezen zonderlingen toestand is nu per 1 Juli 1939 een einde gemaakt. De acht Het gezicht van den Franschman werd een masker van discretie. ,JL begrup t volkomen," zei hu deelnemend. „Nes, dan is het zeker geen geval voor de politie." .Daarover zUn »e het eens," zei Anthony. „Maar aan den anderen kant ben ik niet van plan, in dezen toestand te berusten. Ik wil, ten koste van alles mUn brieven terughebben. Nu kom ik uit een land, waar we gewend zün ons zelf recht te verschaffen. Dat wil ik in dit geval ook doen. Maar daarvoor heb ik uw-Volle medewerking noodlg. Om te beginnen, moet ik uitvoerige informaties over Giuseppe hebben." .Die kunt u met het meeste genoegen krij gen.” zei de gérant, na even nadenken. .Maar natuurlUk gaat dat niet zóó maar, ik moet zelf eerst inlichtingen in winnen, maar als u over een half uur terugkomt, zal ik zorgen, dat het ge vraagde voor u klaar Ugt.” „VrlendelUk dank. Dan kom ik over een hall uur nog even terug." Toen Anthony op den afgesproken tUd terug kwam. bleek het. dat de gérant zUn woord ge houden had. Op een vel papier met een officieel .hoofd" stond een heel rUtje wetenswaardig heden over Giuseppe, kellner in ..Blitz." „Zooals u ziet is hü drie maanden geleden hier gekomen. HU is een geroutineerde Kellner, op zUn werk is niets aan te myken. HU is onge veer vUf jaar in Engeland geweest." Samen namen ze de lUst van de hotels, waar gewerkt had. door. DaarbU viel één feit op. In drie van de hotels er gedurende den tijd, dat Giuseppe daar werkzaam was. diefstallen plaats gehad Geen van de keeren was er op hem verdenking gevallen, maar het feit zelf gaf te denken, vond Anthony. Was Giuseppe misschien een gewone gerou tineerde hoteldlef? Was het doorzoeken van zUn Anthony's koffer misschien niets dan een demonstratie van zUn gewone langvingerige tactiek geweest? Het kon zUn, dat hU. juist toen Anthony het licht opdraaide, het bewuste bun- delje in zUn hand gehad had en dat hU het toen in zUn zak gestopt had om zUn handen vrU te hebben. Neen, Anthony was er van overtuigd, dat Giuseppe de afgezant van de een of andere politieke partU was. Misschien dat het hem Anthony lukte om aan de hand van de ge-/ gevens, hem door den gérant verstrekt, wgt meer van zUn particuliere leven te weten te komen en zóó te ontdekken, waar de man zich schuilhield. Anthony vouwde het papier in viereé en stond op. ..VriendeUjk bedankt voor uw bereii held," zei hU- „Ik hoef zeker niet te vrti Giuseppe nog in het hotel is.” De gérant glimlachte. „ZUn bed was niet beslapen; al Zjjn hebben en houden heeft hü achtergelaten. Na zUn aan val op u is hU zeker meteen var^ het tooneel verdwenen. Ik voor mU geloof tagiminste niet, dat we hem nog zullen terugzleti." ,Dat?geloof ik ook niet.... Enfin, de eerste paar dagen blüf ik nog hier./.. Eh nog wel bedankt voor uw hulp." Over de mobilisatie van Nederland bevatten de acten het volgende: Prins Llchnowsky, da Dultsche gezant in Londen, meldde 's middags 27 Juli 1914 aan het ministerie van Buitenland- sche 2faken te BerlUn, dat Grey meende, dat de wereldoorlog onvermUdelUk zou worden, als OostenrUk niet wilde onderhandelen over de Servische kwestie. „Half schertsend" seinde Llchnowsky „maakte Grey de bemerking, dat men niet kon weten, welke hulzen bU zulk een brand ongeschonden zouden blUven. Zelfs het kleine Nederland was al aan het moblliseeren." In een bericht van den Generalen Staf, onder- teekend door v. Moltke. aan Buitenlandsche Zaken op denzelfden dag Cs middags 4 uur) staat over Nederland, dat de .mobilisatie al daar wordt voorbereid, dat de belangrUkste Maas- en IJselovergangen bezet, de forten be wapend worden en dat de levensmiddelenvoor ziening klaarblUkelUk rUkelljk is". De Dultsche Inlichtingendienst had dus zUn neus al diep in Nederlandsche aangelegenheden gestoken. Op den 31en Juli telegrafeerde de Dultsche gezant te Den Haag, dat de Koningin de mobilisatie aller strUdkrachten had bevolen. Dit bericht kwam 's avonds 10 uur te BerlUn aan en werd direct den RUkskanseller voorgelegd, die het op zUn beurt den keizer voorlegde. Den vol genden dag werd het aan den Generalen Staf, aan het ministerie van Oorlog, aan den Staf der Marine en aan het ministerie van Marine doorgestuurd. Dat was dus op den eersten Augustus. Op dienzelfden dag zond de Chef van den Generalen Staf wederom een bericht aan Buitenlandsche Zaken over den algemeenen toestand. Het feit der Nederlandsche mobilisa tie wordt daarin vermeld en dan volgt woorde- lUk het volgende onzinnige bericht: .Nederland Is door Engeland gedwongen de zijde der triple- entente te kiezen." De politieke leiding van het RUk reageerde in geen enkel actestuk op deze onware uitlating van den Generalen Staf. Over de mobilisatie is dan nog alleen een telegram van den Duitschen gezant te Den Haag te vin den. waarin wordt medegedeeld, dat de mon dingen van de Waal door mUnen versperd zUn. pers een bericht verschenen de „reorganisatie van het leger’, enkele min of meer hooggestemde beschouwingen te moeten wijden. Zonder te kort te willen doen aan de be- teekenis van deze reorganisatie, lijkt het ons toch wel gewenscht, haar tot de juiste proporties terug te brengen. Wjj zijn na tuurlijk erkentelijk voor alle verbeteriogen, welke onze weermacht ondergaat; maar het is onjuist bij iedere verbetering den schijn te wekken alsof de herziening van ons leger met reuzen-schreden voorwaarts gaat. Zulk een overdrijving brengt het gevaar mee. dat het reeds verrichte vér wordt overschat en dat men zelfgenoegzaam zou worden La.v. een leger, waaraan nog zoo veel man keert. Een voorbeeld daarvan zag men bij de onlangs aangenomen wijzigingen In de dienstplichtwet, welke zijn ontvangen als een belangrijke stap vooruit, maar in wezen ilechts van zeer beperkte waarde zijn. Bij de uitvoering van deze wijzigingen hopen wjj daarop nog wel eens terug te komen. een Legerkorps door een Generaal-Majoor. Waarom ook hierin geen gelijke lijn ge trokken met het buitenland? Waarom moe ten onze hoogere commandanten steeds een rang lager zijn dan buitenlandsche officieren met dezelfde functie? Dit moet het aanzien van ons leger schaden en geeft bij ontmoetingen met buitenlandsche offi cieren minder prettige verhoudingen, te meer daar ons officierenkorps in de hoo gere rangen zeker niet „jong” kan worden genoemd. Het ware dan ook te wenschen, dat wij spoedig zouden overgaan tot een rangin- deeling. zooals deze overal in het buiten regel is, n.l. een compagnie gecom mandeerd door een kapitein, bataljon ge commandeerd door een majoor, regiment gecommandeerd door een luitenant-kolonel of kolonel, dWisie gecommandeerd door een generaal-majoor (divisie-generaal), leger korps gecommandeerd door een luitenant- generaal (korps-generaal). De commandant van het Veldleger zou dan den rang van Generaal (Leger-generaal) dragen, terwijl de buiten het Veldleger staande comman danten en autoriteiten een rang zouden gebruikt, n.l. „Legerkorpsen", moeten dragen, die met het voorgaande in overeenstemming is. Kosten behoeven hier aan niet verbonden te zijn; wij willen geenszins bepleiten, dat het in overeen stemming brengen van functie en rang gepaard moet gaan met verhooging van salaris. ring de zaak had opgenomen. Müll«r, de Duit- sche gezant, volgde zUn opdracht snel uit. Op tustus was het telegram in p. Den 3en, 's morgens om 's bU Loudon, toen Ne- Buitenlandsche Zaken, leid: .Minister dankte Aonder zich voorloopig ten op- taring uit te laten.” Dit was was Müller weer bU Loudon die hem 1 Te t verklaren (deed Loudon het niet zelf?), dat .Nederland principieel zijn neutra liteit in ieder opzicht (nach jeder Richtung hln> streng zou bewaren. De Nederlandsche re geering vertrouwt onvoorwaardelUk er op, dat Duitschland van zUn kant op geenerlei wUze de Nederlandsche neutraliteit zal schenden." Dit bericht werd den keizer voorgelegd, die bU de laatste woorden de kantteekening maakte: „Wollen wir nicht". Het is wel merkwaardig, dat Duitschland de schending der Belgische neutraliteit tevo ren officieel aan de Nederlandsche regee ring mededeelde. KlaarblUkelUk had dit ten doel. Nederland een soort van gevoel van dank baarheid te suggereeren. dat het door Duitsch land ongemoeid werd gelaten, dat men daaruit dus politieke munt wilde slaan. Men wordt in deze opvatting versterkt door het feit, dat de Dultsche Generale Staf het eveneens noodlg achtte, op 2 Augustus de Nederlandsche regee ring er van te verwittigen, dat Duitschland de neutraliteit van Luxemburg had geschonden, dat zün militaire maatregelen in dat land al léén waren genomen in het belang van het Dultsche leger en der Dultsche spoorwegen en geen vUandelUke daad tegen Luxemburg betee- kenden. Men krijgt den indruk, dat Duitsch land Nederland wilde laten voelen, dat het dankbaar had te zUn, dat het aan het lot van België en Luxemburg ontsnapte en daarom héél welwillend neutraal moest zUn en blUven. Een van de eerste onde/deelen van zUn plan de campagne, dat Anthony ten uitvoer bracht, was het f ondervragen zVan Giuseppe’s collega's. Maar op die mapier kwam hU niets te weten. Daarna’ stelde hU een advertentie op en stuurde deze n/ar een half dozUn van de meest-gelezen dagbladen. Toen dit gebeurd was. wilde hU zich juist ?gaan verkleeden om de restaurants, waar Glu^éppe vóór hU in het „Blitz” kwam, werk zaam geweest was. te gaan afwerken, toen de teBfoon, luidrinkelend, zUn aandacht vroeg. HU nim den hoorn van den baak. /..Hallo! Met wien?" Een zachte, klanklooee stem gaf hem ant woord. „Spreek ik met Mr. McGrath?” „Ja Met wie spreek ik?” „Met Balderson en Hodgkins. Wacht u even, ik zal u verbinden met Mr. Balderson." .MUn geachte uitgever." dacht Anthony. „Zit 'm zeker te knUpen. 1c BegrUP alleen niet waarom! 'k Heb nog een week den tUd." Een luide Joviale stem begon opeens aan zjjn oor te praten „Hallo! Met Mr McGrath?” TT T at beteekent nu de met ingang van yy 1 Juli In werking getreden nieuwe legerorganisatie? Voorop stellen wij. dat de nieuwe indee- Hng met versterking niets uitstaande heeft. De nieuwe regeling had geen ander doel, dan eindelijk de vredesorganisatie var. het Veldleger meer in overeenstemming te brengen met de oorlogsorganisatie en een einde te maken aan het verstoppertje spe len met de namen van onze groote een heden. Vóór infanterie-brigades zjjn omgedoopt in „di visiën”, en aan ieder is een artillerie-regi ment toegevoegd. Hierdoor kwam de hier voor genoemde (vredes)-artillerie-brigade te vervallen. De tot 1 Juli 1939 bestaande naam „vredesdivisie”, die slechts aanlei ding zou geven tot verwarring, kon nu niet worden gehandhaafd. Men heeft hun ook niet den naam van „divisiegroepen” gege ven, die aan de bestaande oorlogsorganisa tie te ontleenen was, doch gelukkig van deze gelegenheid gebruik gemaakt om den naam in te voeren, welke in alle leger» steeds Thans telt ons veldleger dus in tijd vier Legerkorpsen, ieder van twee divisiën. Hieraan worden dan in geval van algemeene mobilisatie de groote reserve-eenheden toegevoegd. Alles te zamen genomen beteekent deze nieuwe organisatie dus voornamelijk een naamsverwisseling der groote eenheden. I> vroegere „vredesdivisie” heeft het naam kaartje en de groepeering gekregen, waarop zij recht had. Aan ieder legerkorps moest echter een nieuw-gevormd artillerie-regi ment worden toegevoegd; deze regimenten moeten nog op volle sterkte worden ge bracht. Het belangrijke reëele voordeel van de reorganisatie is, dat de groote eenheden van het veldleger voortaan reeds in vredes tijd het raam hebben van hun oorlogssa- menstelling. Niet alleen moet dit ten goede komen aan een goede mobilisatie-voorberei- ding, doch door een reeds in vredestijd be staande nauwe samenwerking tusschen de verschillende wapens in de groote eenheden, kunnen het legerkorps en de divisie zich thans ook beter op hun oorlogstaak voor bereiden. Van belang is hierbij ook, dat de commandanten in vredestijd dezelfde een heden onder zich hebben als in de oorlogs organisatie. Een tweede naamsverandering vinden we bij de vroegere Lichte Brigade, die sinds 1 Juli 1939 „Lichte Divisie” heet. Dit is een logische consequentie van het steeds ster ker worden van deze eenheid. Door het oprichten van steeds nieuwe eenheden (es kadrons pantserwagens, regimenten huza- ren-motorrljders en een regiment wielrij ders) was deze eenheid practisch reeds haar ouden naam uitgegroeid. ^Zen mentch kan evenmin een prL vaten godsdienst hebben, alsdat hij een private zon of een private maan heeft ot slot willen wij een enkel woord wij den aan het nieuwe wapen „de mili taire luchtvaart”. Zij het dat deze naam voor onze nog steeds te zwakke lucht strijdkrachten nogal grootseh is, om tech nische reden mocht deze zelfstandigheid niet langer worden uitgesteld. Zooals be kend was het beroepspersoneel van de luchtstrijdkrachten tot nu toe nog steeds afkomstig van de andere wapens (infante rie, artillerie, enz.). Dit had het eigenaar dige gevolg, dat onze luchtvaart-officieren steeds één been in het oorspronkelijke wa pen moesten houden, omdat slechts daór hun kansen op promotie lagen, en dat was natuurlijk niet bevorderlijk voor de toewijding aan de luchtvaarttaak. die on getwijfeld den geheelen man vraagt. Bo vendien was dit stelsel bij den groei van de militaire luchtvaart niet vol te houden; er kwam een tekort aan geschoold beroeps personeel en het verband met het oorspron kelijke wapen moest door jarenlangen lucht vaartdienst practisch verloren gaan. Aan dezen scheeven toestand Is nu een einde gekomen. Onze militaire luchtvaart is voor taan een zelfstandig wapen, dat zijn eigen officieren en kader zal hebben. Zij zullen zich alleen en ten volle aan onze langzaam groeiende luchtvaart kunnen wijden. Lucht- vaartcadetten aan de Militaire Academie te Breda zullen het jonge bloed brengen, dat geen enkel wapen kan ontberen, wil het zich een toekomst scheppen. •Maar ik heb zoo geredeneerd: De man is •ntsnapt en ik mis niets van werkelüke waarde, dus. waarom zouden we de politie ermee lastig tallen De gérant glimlachte even.... ..V heeft blUkbaar begrepen, Mr. McGrath, dat ik niet graag de politie ergens in haal. Volgens mU heeft dat altUd. voor ons althans, fatale gevolgen. Als de kranten iets dergelUks, Jls vannacht hier gepasseerd is, te weten *°>nenu begrijpt, een groot hotel als dit, dan -probeeren ze er munt uit te slaan, blijven op tamboureeren tot iedereen het weet „Dat begrijp ik.” zei Anthony. .Maar.... komt voor mU een maar bU, ik heb u zoo- *tan verteld, dtft ik niets van waarde miste en d*t is tot op zekere hoogte de waarheid. De dief heeft niets var. werkelUke waarde meege- domen. doch iets, dat voor mU waarde, groote •«arde zelfs, heeft." -Zoo •Ja. Brieven!" moeilUkheden. Er zUn oogenbllkken. dat ik wou, dat ik er niets mee te maken had." „Zoo!" .Ja. Daarom zou ik het graag zoo gauw mogelUk in mUn bezit willen hebben, dan kon ik 1 een paar maal laten kopieeren. Wordt het origineel dan gestolen of vernietigd, dan is het niet zoo erg." „Tjonge jonge!" zei Anthony. „Ja. ik begrup natuurlUk. dat u dat nogal overdreven vindt. Maar dat komt, omdat u de situatie hier niet kent Er is een beweging op touw gezet, die ten doel heeft, u te verhinderen, hier bU ons op kantoor te komen. Ik waar schuw u bU deze.en heusch, van overdrijving is geen sprake! dat. als u een poging doet ons ons kantoor bedoel ik te bezoeken, er groote kans bestaat, dat u het niet levend be reikt.” .Dat klinkt geweldig verontrustend, maar t hoeft gelukkig niet waar te zUn.” gaf Anthony ten antwoord. .Dat is best mogelUk. maar dezen keer heeft u met gevaarlUke menschen te doen. Een maand geleden zou ik het zelf niet geloofd hebben. Maar in dien tUd zUn we op alle manieren be werkt zUn er zóóveel pogingen gedaan om ons door dreigementen of omkooperU te dwin gen. door beide partUen dat wU niet meer weten, waaraan we ons moeten houden. Daarom zou ik u één raad willen geven: breng het manuscript niet zelf hierheen. Wat dunkt u ervan, als'we eens iemand 'stuurden, om het te halen?" .Gesteld, dat de belde competeerende partijen [De kleine ruimte achter de deur was volgepropt roet waardevolle voorwerpen. Ze vonden er: edel bontwerk, mantels, stoffen, zilver, kristal, broches, ringen en armbanden, teveel om op te I noemen. .Nou, ik geloof dat we hier zoo ongeveer alles hebben, wat er in het afgeloopen jaar als ge stolen werd aangegeven," sprak een der .mannen. In een Uzeren kistje lag ook een platgouden horloge. „Voor Anton op zUn 21en verjaardag” stond op den achterkant gegraveerd. Op den gouden ketting zaten roode bloedvlekjes. Een van de mannen herkende het. „Dat Is van Anton, den zoon van den gen darm. die twee Jaar geleden vermoord op den landweg werd gevonden." .Dan zUn we dus ook nog een misdaad op het spoor,” zei Norman mee- voor zich heen dan tot de mannen. „Wie zou de moordenaar zUn? De vader ot de zoon?" In de hut teruggekeerd, vond Norman de vrouw bU het vuur. blUkbaar geheel versuft. In de oogen der mannen gloeide de haat. „WU hebben daarnet Jullie schatkamer gevon den.” sprak Nor man. „En bo- j'"' vendien heb ik i een interessante ontdekking ge- i daan, die ik niet s had verwacht Jullie zult niet alleen wegens stroopen worden veroordeeld!" Hoewel de kerels probeerden onverschillig voor zich te kUken. was het toch duidelUk waar neembaar, dat de oudste schrok. „Klets geen cnzln.” schimpte de Jongste. „Wacht maar, ik zal jou niet vergeten, als Ik weer vrij ben!" „Dat geloof ik graag. Maar je komt de ge vangenis niet meer uit, zoolang ik leef.” Scherp lette Norman op den Jongen. „Waarom staar Je me aan, vuile hond!" brul de deze razend. „Ben JU Anton Frisk vergeten?” Even een pauze. .JU hebt Anton Frisk vermoord, en Je hebt niet eens gemerkt dat er iemand getuige was van Je daad!'” „Een getuige?" herhaalde de Jongste. „Bestaat niet! Er was wijd en zUd geen mensch te zien." „Zoo, geen mensch?" antwoordde Norman scherp. .JU had natuurlUk groote haast om weg te komen en je hebt niet meer omgekeken. Maar er was een getuige, die zelfs met het bloed van je slachtoffer werd besmeurd De man keek den inspecteur verbaasd aan en in zUn primitieve onontwikkelde hersenen werd de drang tot zelfbehoud een oogenblik teruggedrongen door de nieuwsgierigheid, die hem geheel beheerschte. HU liet alle voorzich tigheid varen. „Bestaat niet."' zei hU. als in een droom. „We waren heelemaal alleen op den weg." „Je hebt hem in zUn rug aangevallen, je nam zün horloge en zün portemonnale en liet hem b'oedend liggen, nietwaar?" „Ik ik dacht ik wou hem niet dooden.” stamelde de jonge kerel. „Ik wou hem alleen zün geld afnemen. Maar hü was sterkt en zou me op den grond gegooid hebben, als ik niet had gestoken. Ik hoopte dat ze hem wel gauw zouden vinden en dat hü wel in leven zou blU ven. Maar ik hoorde later dat hü dood was Maar.... wie was die getuige?" Inspecteur Norman haalde het gouden hor loge voor den dag en hield het den kerel, voor „Hier.... zie je die bloedvlek....?” Met een vloek draaide de kerel zich om- Mc een kleine Hst was hü tot een bekentenis r bracht. X OP ELKE BUS EEN BON VOOR BESCHENKEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 19