1
De
vonden da$
beschadig nujniet)
reorganisatie van
het veldleger
1914
F 250.
i?
Nederlands neutraliteit
m
de
VERSCHILLEN VAN RANG
EN FUNCTIE
NaamsveTivisselingen en nieuwe vormen
r
Het Geheim
van
zeven Schoorsteenen
ia
DONDERDAG 13 JULI 1939
een
DOOR AGATHA CHRISTIE
u
I
I I
N
iet
r
en
en
r
1
GEBRUIK
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Getuige van
moord i
1
I
mog
JlOg
iten
lang
(Van een militairen medewerker)
volle
1 Juli 1939 bestond ons veldleger
i*i
VOO
bracht.
maar niet hierheen kwamenHij
was
nog
lOP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN
N.
het papier in vieren en
vouwde
(Wordt vervolgd»
I
Ml wriM wa eaa head
*s avonds hier in het donker geweest.... Als htf eens in zijn
hut kroop? HU kroop er in en na een tüd stak hij voorzichtig
zijn hoofd eens buiten de planken.
De stemmen schenen nu verder af te ajn en hij moest het
er dan maar op wagen, zoo gauw mogelijk hier vandaan te
komen. Maar in het donker viel dat niet mee. Het paadje door
het riet, dat hij overdag zoo goed kende, kon hij nu niet her
kennen en eer hij er op bedacht was, verdween zijn eene been
in het water.
verbonden
bepleiten,
brengen
or
er
I-
„Maar ik heb zoo geredeneerd: De man is
ontsnapt en ik mis niets van werkelijke waarde,
dus, waarom zouden we de politie ermee lastig
er
LIS
ÏD
w
ten
een
ra
ge-
uin
uyt.
sren
ans
h'-t
pk
d
en
IB
iet
ié.
d.
in
is
om
ver-
de
>A
ial
88
en
el.
19 J
k 4
in.
en
M
>e.
•J-
rr
Te
94
>rt.)
a B
om-
agd
m.
33
moeilijkheden. Er zijn oogenbllkken, dat ik wou.
dat ik er niets mee te maken had."
..Zoo!"
.Ja. Daarom
Wat had dat te beduiden? Zouden het ^.troopers zijn? Als zc
nooit alleen
Interessanter is. wat de acten in betrekking
tot de Nederlandsche neutraliteit bevatten. Uit
no. 373, waarin vermeld staat, wat Bethmann
Hollweg 29 Juli mondeling aan den Engelschen
ambassadeur verklaarde, blijkt, dat Dultschland
van plan was. de Nederlandsche neutraliteit
slechts onder voorwaarde te respecteeren. Woor
delijk toch verklaarde de kanselief: „Wij kun
nen Grey de verzekering geven, dat wtj de neu
traliteit en integriteit van Nederland zóó lang
zullen respecteeren. als deze door onze tegen
standers wordt gerespecteerd.”
genden dag werd
aan het mlnisteM
der Marine en ah
doorgestuurd Dat was dus op den eersten
Augustus. Op dienzelfden dag zond de Chef
van den Generalen Staf wederom een bericht
aan Buitenlandsche Zaken over den algemeenen
toestand. Het feit der Nederlandsche tnobillsa
tie wordt daarin vermeld en dan volgt woorde-
Hjk het volgende onzinnige bericht: ..Nederland
is door Engeland gedwongen de zijde der triple-
entente te kiezen." De politieke leiding van het
Rijk reageerde in geen enkel actestuk op deze
onware uitlating van den Generalen Staf. Over
de mobilisatie is dan nog alleen een telegram
van den Duitschen gezant te Den Haag te vin
den, waarin wordt medegedeeld, dat de mon
dingen van de Waal door mijnen versperd zijn.
Op 27 Juli werd aan den Duitschen gezant
in Brussel in gesloten couvert het verzoek van
Dultschland aan België, om Dultschland gele
genheid te geven door België te trekken, toe
gezonden. Dit couvert mocht pas na telegrafi
sche aanwijzing geopend worden. En daarna
werd hetzelfde stuk eveneens in gesloten cou
vert aan den Duitschen gezant in Den Haag
toegezonden, en wel per koerier. Het ultimatum
met eikaars zeer gewaardeerde hulp den mai.
naar de andere wereld helpen?" vroeg Anthony-
„Dan is de verantwoordelijkheid van u al
U geeft de papieren aan iemand van ons, onder
overleg van een schrtftelijk bewijs van ont
vangst, afgeleverd. En nu over de cheque, de
chéque van ehdulaend pond, die u volgens
overeenkomst van ons metehmet den
schrijver van het manuscript, u weet wel. wien
ik bedoelzou ontvangen. Dia mag ik u niet
vóór Woensdag over een week geven. Zulk soort
overeenkomsten worden volgens de letter nage
leefd. dat begrijpt u wel, maar als u “t liever
heeft, kan ik wel een chéque voor dat bedrag
op mijn eigen bank doen toekomen."
Anthony dacht even vlug na. Zijn plan was
geweest de mémoires tot de laatste minuut In
zün bezit te houden; dan wist hü tenminste
door eigen ondervinding waarover al die drukte
gemaakt werd. Maar hjj moest toegeven, dat het
plan van Balderson meer kans op een veilige
aflevering bood
„Goed," zei hij, met een zucht van teleur
stelling. .Doet u maar, zooals u het t beste
vindt. Stuur dien iemand dan maar naar mü
toe. En als het u toch niets kan schelen. zou ik
wel meteen de cheque willen hebben. Nu de
zaak zoo geloopen is, bestaat er kans, dat ik vóór
Woensdag al weer wegga.*
Antliony was er van overtuigd, dat
de afgezant van de een of andere
VIMW
„U spreekt met Balderson van de firma Bal
derson en Hodgkins. Hoe staat het met het
manuscript, Mr. McGrath?”
„Goed.” zei Anthony. „Waarom vraagt u dat?"
.Dat zal ik u vertellen. U komt pas uit Zuid-
Afrika en dus bent u niet thuis in den toe
stand hier. We krijgen moeilijkheden met dat
mamwerint Mr. McGrath, groots, ernstige
y sp <nt blad Zijn ingevolge de versekeringsvoorwaarden tegen J-v Mg/k MJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7CÏO bfl een «geval msS
.1 p, K<_) lv I\| rO ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen T l OvJe“ verlies van belde armen, belde beenen at belde oogen DU»" doodelljken afloop
ring de zaak had opgenomen. Müllar. de Duit
sche gezant, volgde zijn opdracht snel uit. Op
den avond van 2 Augustus was het telegram in
Den Haag aangekomen Den 3en. 's morgens om
negen uur. was hij reeds bü Loudon, toen Ne
derlands minister van Buitenlandsche Zaken.
HU ontving karig bescheid: .Minister dankte
voor mededeellngen zonder zich voorlooplg ten op
zichte mUner verklaring uit te laten." Dit was
alles, 's Middags was Müller weer bü Loudon
die hem liet verklaren (deed Loudon het niet
zelf?), dat .Nederland principieel zijn neutra
liteit in ieder opzicht (nach jeder Rlchtung
hin) streng zou bewaren. De Nederlandsche re
geering vertrouwt onvoorwaardelük er op. dat
Dultschland van zjjn kant op geenerlei wijze
de Nederlandsche neutraliteit zal schenden.” Dit
bericht werd den keizer voorgelegd, die bü de
laatste woorden de kantteekening maakte:
„Wollen wlr nicht".
Het is wel merkwaardig, dat Dultschland dr
schending der Belgische neutraliteit tevo
ren officieel aan de Nederlandsche regee
ring mededeelde. KlaarblijkelUk had dit ten
doel. Nederland een soort van gevoel van dank
baarheid te suggereeren. dat het door Duitach-
land ongemoeid werd gelaten, dat men daaruit
dus politieke munt wilde slaan. Men wordt in
deze opvatting versterkt door het feit, dat de
Duitsche Generale Staf het eveneens noodig
achtte, op 2 Augustus de Nederlandsche regee-
ring er van te verwittigen, dat Dultschland de
neutraliteit van Luxemburg had geschonden,
ddt zün militaire maatregelen in dat land al
léén waren genomen in het belang van het
Duitsche leger en der Duitsche spoorwegen en
geen vUsndelijke daad tegen Luxemburg betee-
kenden. Men krijgt den indruk, dat Dultach-
land Nederland wilde laten voelen, dat het
dankbaar had te zijn, dat het aan het lot van
België en Luxemburg ontsnapte en daarom héé
welwillend neutraal moest zijn en blüven.
ezer
enkele
min of meer hooggestemde beschouwingen
te moeten wijden.
Zondèr te kort te willen doen aan de be-
teekenis van deze reorganisatie, lijkt het
ons toch wel gewenscht, haar tot de juiste
proporties terug te brengen. Wij zijn na
tuurlijk erkentelijk voor alle verbeteringen,
welke onze weermacht ondergaat; maar het
is onjuist bij iedere verbetering den schijn
te wekken alsof de herziening van ons leger
met reuzen-schreden voorwaarts gaat. Zulk
een overdrijving brengt het gevaar mee.
dat het reeds verrichte vèr wordt overschat
en dat men zelfgenoegzaam zou worden
t.a.v. een leger, waaraan nog zoo veel man
keert. Een voorbeeld daarvan zag men bij
de onlangs aangenomen wijzigingen in de
dienstplichtwet, welke zijp ontvangen als
een belangrijke stap vooruit, maar in wezen
slechts van zeer beperkte wjytrde zijn. Bij
de uitvoering van deze wijzigingen hopen
wij daarop nog wel eens terug te komen.
MMaaaeeeeseeeeeeeeetsaeeaeeeeeaaeaaeaaaeeMeoeMaee
Ei en mensch kan evenmin een pri-
I vaten godsdienst hebben, alsdat
hij een private xon of een private
maan heeft
Wü leven thans weer in een tüdvak van
kroonjaren: het is twintig Jaar geleden, dat....
het is vüf en twintig jaar geleden, dat en
zoo voorts. Het is nu ook vüf en twintig jaar
geleden, dat de wereldoor'og en daarmede Ne
derlands neutraliteit begon. In December 1919*1
verschenen de „Deutsche Dokumenten zum
Kriegsausbruch". Het is interessant, deze offi-
cieele Duitsche acten nog eens door te blade
ren. Van de 857 gepubliceerde stukken hande
len er 19 over ons vaderland of noemen het
terloops
Over de mobilisatie van Nederland bevatten
de acten het volgende Rrlns Lichnowsky, de
Duitsche gezant in Londen, meldde 's middags
27 Juli 1914 aan het ministerie van Buitenland
sche Zaken te BerlUn, dat Grey meende, dat de
wereldoorlog onvermüdelük zou worden, als
Oostenrük niet wilde onderhandelen over de
Servische kwestie. „Half schertsend" seinde
Lichnowsky „maakte Grey de bemerking, dat
men niet kon weten, welke hulzen bü zulk een
brand ongeschonden zouden blüven. Zelfs het
kleine Nederland was al aan het mobillseeren."
In een bericht van den Generalen Staf, onder-
teekend door v. Moltke. aan Buitenlandsche
Zaken op denzelfden dag Cs middags 4 uur)
staat over Nederland, dat de „mobilisatie al
daar wordt voorbereid, dat de belangrükste
Maas- en IJselovergangen bezet, de forten be
wapend worden en dat de levensmiddelenvoor
ziening klaarblükelük rijkelijk is”. De Duitsche
inlichtingendienst had dus zün neus al diep in
Nederlandsche aangelegenheden gestoken. Op
den 31en Juli telegrafeerde de Duitsche gezant
te Den Haag, dat de Koningin de mobilisatie
aller strüdkrachten had bevolen. Dit bericht
kwam 's avonds 10 uur te BerlUn aan en werd
direct den Rükskanseller voorgelegd, die het
op zün beurt den keizer voorlegde. Den vol-
hef aan den Generalen Staf.
x van Oorlog, aan den Staf
in het ministerie van Marine
den
naam
steeds
Thans telt ons veldleger dus in tijd
vrede
(echte)
zou ik het graag zoo gauw
mogelük in mün bezit willen hebben, dan kon
ik *t een paar maal laten kopieeren. Wordt het
origineel dan gestolen of vernietigd, dan is het
niet zoo erg."
„Tjonge jonge!" zei Anthony.
„Ja.
dagen is in de Nederlandsche
pers een bericht verschenen omtrent
de „reorganisatie van het leger en
bladen hebben gemeend daaraan
TT Tbeteekent nu de met ingang van
yy 1 Juli in werking getreden nieuwe
legerorganisatie?
Voorop stellen wij, dat de nieuwe indee-
ling met versterking niets uitstaande
heeft. De nieuwe regeling had geen ander
doel, dan eindelijk de vredesorganisatie var.
het Veldleger meer in overeenstemming te
brengen met de oorlogsorganisatie en een
einde te maken aan het verstoppertje spe
len met de namen van onze groote een-
heden.
Vóór
uit 4 .Jjivisiën”. die echter geen echte di-
vislën waren. De reserveformatie buiten
beschouwing latend, kwamen deze zooge
naamde divisiën In de oorlogsorganisatie
terug onder den naam .Divisiegroepen”, een
eigenwijze naam, die in geen enkele buiten
landsche legerorganisatie voorkomt. Eer
vredes-„divisie” bestond uit twee infante-
rie-brigades, ieder tellende drie regimenten
Infanterie, en één artlllerie-brigade, be
staande uit twee artillerie-regimenten; de
(oorlogs) divislegroep bestond, afgezien van
toe te voegen organen, uit twee echte
divisiën, die ieder drie infanterie-regimen-
ten en één artillerie-reglment telden. De
onechte vredesdivisie en de oorlogsdivisie-
groep telden dus, behoudens enkele toe
voegsels, eigenlijk dezelfde onderdeden, n.l.
zes Infanterie- en 2 artillerie-regimenten,
zij het ook in een andere groepeering.
Het zal zelfs een leek duidelijk zijn, dat
deze ongelijke en verwarrende groepeering
van vredes- en oorlogseenheden niet bevor
derlijk is voor een goede voorbereiding van
de oorlogstaak. Tot nu toe bijv, had de
Commandant, die in oorlogstijd een divisie
moest commandeeren, in vredestijd slechts
een deel daarvan, n.l. een infanterie-bri-
gade, onder zijn bevelen.
Aan dezen zonderlingen toestand is nu
per I Juli 1939 een einde gemaakt. De acht
Een van de eerste onderdeden van zün plan
de campagne, dat Anthony ten uitvoer bracht,
was het ondervragen van Giuseppe's collega's.
Maar op die manier kwam hü niets te weten
Daarna stelde hü een advertentie op en stuurde
deze naar een half dozün van de meest-gelezen
dagbladen. Toen dit gebeurd was. wilde hü zich
juist gaan verkleeden om de restaurants, waar
Giuseppe vóór hü in het „Blitz” kwam, werk
zaam geweest was. te gaan afwerken, toen de
telefoon, luldrinkelend, zün aandacht vroeg. Hü
nam den hoorn van den haak.
„Hallo! Met wien?"
Een zachte, klanklooee stem gaf hem ant
woord.
„Spreek ik met Mr. McGrath?"
„Ja. Met wie spreek ik?"
„Met Balderson en Hodgkins. Wacht u even,
ik zal u verbinden met Mr. Balderson."
.Mün geachte uitgever," dacht Anthony.
„Zit 'm zeker te knüpen. 'k Begrüp alleen niet
waarom! k Heb nog een week den tüd."
Een luide joviale stem begon opeens aan zün
oor te praten.
„Hallo! Met Mr. McGrath?”
„Ja."
aan België was eigenhandig door v. Moltke ge
schreven en kant en klaar aan de politieke
„leiding" thuis bezorgd. Er onder had Moltke
gezet: .Afschrift zenden aan de Nederlandsche
regeering". Voorts had Moltke er nog een bü-
lage aan toegevoegd, die luidt: „Aan de Ne
derlandsche Regeering. De Duitsche Regeering
heeft de eer, de Koninklüke Nederlandsche Re
geering in kennis te stellen van een schrüven.
dat van hier uit aan de Belgische Regeering is
gericht Tegelükertüd verklaart de Duitsche Re
geering. dat in den komenden oorlog de neu
traliteit der Nederlanden in vollen omvang door
Dultschland zal worden gerespecteerd. Moch
ten uit het Zuidelüke gedeelte der provincie
Limburg grensoverschrüdingen gemeld worden,
dan moge de Nederlandsche Regeering er van
verzekerd zün. dat het alleen gaan kan
kleine fouten, die Dultschland direct zal
hinderen. De Duitsche Regeering meent
hoop uit te durven spreken, dat Nederland ten
opzichte van Dultschland welwillend neutraal
zal blüven en daardoor de nauwe vriendschap-
pelüke betrekkingen van beide stam- en,bloed
verwante landen opnieuw versterkt zullen wor
den.” Met potlood schreef Moltke later onder
deze bülage: .Nas afzenden, nadat het ant
woord van België is binnengekomen". Op 2
Augustus kreeg de Duitsche gezant in Den Haag
in een geheim, dringend telegram opdracht, het
gesloten couvert te openen en den derden
Augustus voormiddag de Nederlandsche regee
ring kennis te geven van de Duitsche demarche
in Brussel, die op 2 Augustus, 's avonds acht
uur, had plaats gehad. Buitenlandsche Zaken
had de bovenbedoelde bülage van v. Moltke ge
redigeerd. De woorden ,jn den komenden oor
log", ..nauwe" en .stam- en bloedverwante"
werden geschrapt, eveneens de geheele passus
over de mogelükheid van grensoverschrüdingen
in Limburg. De gezant kreeg opdracht, direct
te telegrafeeren, hoe de Nederlandsche regee-
Het gezicht van den Franschman werd een
masker van discretie.
„Ik begrüp ’t volkomen," zei hü deelnemend.
fcNee, dan Is het zeker geen geval voor de
politie."
„Daarover zün we het eens," zei Anthony.
„Maar aan den anderen kant ben ik niet van
plan, in dezen toestand te berusten. Ik wil, ten
koste van alles mün brieven terughebben. Nu
kom ik uit een land, waar we gewend zün ons
zelf recht te verschaffen. Dat wil ik in dit
geval ook doen. Maar daarvoor heb ik uw volle
medewerking noodig. Om te beginnenmoet ik
uitvoerige informaties over Giuseppe hebben."
.Die kunt u met het jneeste genoegen krü-
ge’n." zei de gérant, na even nadenken. .Maar
natuurlük gaat dat niet zóó maar, ik moet zelf
eerst inlichtingen inwinnen, maar als u over een
half uur terugkomt, zal ik zorgen, dat het ge
vraagde voor u klaar ligt.”
„Vriendelük dank. Dan kom ik over een half
uur nog even terug."
Toen Anthony op den afgesproken tüd terug
kwam, bleek het, dat de gérant zün woord ge
houden had. Op een vel papier met een officieel
.hoofd" stond een heel rütje wetenswaardig
heden over Giuseppe, kellner in ..Blitz."
„Zooals u ziet is hü drie maanden geleden
hier gekomen. Hü is een geroutineerde Kellner.
op zün wërk is niets aan te merken. Hü is onge
veer vüf jaar in Engeland geweest."
'Samen namen ze de lüst van de hotels, waar
Giuseppe gewerkt had. door. Daarbü viel
Anthony één feit op. In drie van de hotels
hadden er gedurende den tüd. dat Giuseppe
een
ontdek!
daan.
had
Jullie
alleen wegens stroopen worden veroordeeld!"
Hoewel de kerels probeerden onverschillig
voor zich te küken. was het toch duideUjk waar
neembaar, dat de oudste schrok.
„Klets geen enzin." schimpte de Jongste.
„Wacht maar, ik zal jou niet vergeten, als ik
weer vrü ben!"
„Dat geloof ik graag. Maar Je komt de ge
vangenis niet meer uit, zoolang ik leef.”
Scherp lette Norman op den jongen
„Waarom staar Je me aan. vuile hond!" brul
de deze razend.
„Ben Jü Anton Frisk vergeten?”
Even een pauze.
,JÜ hebt Anton Frisk vermoord, en je hebt
niét eens gemerkt dat er iemand getuige was
van Je daad!'”
„Een getuige?" herhaalde de Jongste. ..Bestaat
niet! Er was wüd en züd geen mensch te zien."
„Zoo. geen mensch?" antwoordde Norman
scherp. ,JÜ had natuurlük groote haast om weg
te komen en Je hebt niet meer omgekeken Maar
er was een getuige, die selfs met het bloed van
Je slachtoffer werd besmeurd...."
De man keek den Inspecteur verbaasd asm
en in zün primitieve onontwikkelde hersenen
werd de drang tot zelfbehoud een oogenblik
teruggedrongen door de nieuwsgierigheid, die
hem geheel beheerschte. Hü liet alle voorzich
tigheid varen.
..Bestaat niet," zei hü. als in een droom. „We
waren heelemaal alleen op den weg.”
.4e hebt hem in zün rug aangevallen, je nam
zün horloge en zün portemonnaie en liet hem
bloedend liggen, nietwasw?"
„Ik ik dacht ik wou hem niet dooden.”
stamelde de jonge kerel. „Ik wou hem alleen
zün geld afnemen. Maar hü was sterk en sou
me op den grond gegooid hebben, als ik niet
had gestoken. Ik hoopte dat ze hem wel gauw
zouden vinden en dat hü wel In leven zou blü-
ven. Maar ik hoorde later dat hü dood was
Maar wie was die getuige?”
Inspecteur Norman haalde het gouden hor
loge voor den dag en hield het den kerel
„Hier zie Je die bloedvlek....?”
Met een vloek draalde de kerel zich om M
een kleine list was hü tot een bekentenis g
infanterle-brlgades zün omgedoopt in „di
visiën", en aan leder Is een artlllerle-regi-
ment toegevoegd. Hierdoor kwam de hier
voor genoemde (vredes)-artillerie-brigade
te vervallen. De tot 1 Juli 1939 bestaande
naam „vredesdivisie”, die slechts aanlei
ding zou geven tot verwarring, kon nu niet
worden gehandhaafd. Men heeft hun ook
niet den naam van „divisiegroepen” gege
ven, die aan de bestaande oorlogsorganisa
tie te ontleenen was. doch gelukkig van
deze gelegenheid gebruik gemaakt om den
te voeren, welke In alle legers
gebruikt, n.l. „Legerkorpsen”,
van
vier Legerkorpsen, ieder van twee
divisiën. Hieraan worden dan in
geval van algemeene mobilisatie de groote
reserve-eenheden toegevoegd.
Alles te zamen genomen beteekent deze
nieuwe organisatie dus voornamelük een
naamsverwisseling der groote eenheden. D»
vroegere „vredesdivisie” heeft het naam
kaartje en de groepeering gekregen, waarop
zij recht had. Aan ieder legerkorps moest
echter een nieuw-gevormd artillerie-regl
ment worden toegevoegd; deze regimenten
moeten nog op volle sterkte worden ge
bracht.
Het belangrüke reëele voordeel van de
reorganisatie is, dat de groote eenheden
van het veldleger voortaan reeds in vredes-
tüd het raam hebben van hun oorlogssa-
menstelllng. Niet alleen moet dit ten goede
komen aan een goede mobilisatle-voorberel-
ding, doch door een reeds In vredestüd be
staande nauwe samenwerking tusschen de
verschillende wapens in de groote eenheden,
kunnen het legerkorps en de divisie zich
thans ook beter op hun oorlogstaak voor
bereiden. Van belang is hierbü ook, dat de
commandanten in vredestüd dezelfde een
heden onder zich hebben als in de oorlogs
organisatie.
Een tweede naamsverandering vinden we
bü de vroegere Lichte Brigade, die sinds 1
Juli 1939 „Lichte Divisie” heet. Dit is een
logische consequentie van het steeds ster
ker worden van deze eenheid. Door het
oprichten van steeds nieuwe eenheden (es
kadrons pantserwagens, regimenten huza-
ren-motorrüders en een regiment wielrü-
ders) was deze eenheid practisch reeds haar
ouden naam uitgegroeid.
De kleine ruimte achter de deur was volgepropt
met waarde volle voorwerpen. Ze vonden ar:
edel bontwerk, mantels, stoffen, zilver, kristal,
broches, ringen en armbanden, teveel om op te
noemen.
„Nou, ik geloof dat we hier zoo ongeveer alles
hebben, wat er In het afgeloopen jaar als ge
stolen werd aangegeven.” sprak een der mannen.
In een üzeren kistje lag ook een platgouden
horloge. „Voor Anton op zün 21en verjaardag"
stond op den achterkant gegraveerd. Op den
gouden ketting zaten roode bloed vlekjes. Een
van de mannen herkende het.
„Dat is van Anton, den zoon van den gen
darm. die twee jaar geleden vermoord op den
landweg werd gevonden."
„Dan zün we dus ook nog een misdaad op het
spoor." zei Norman mee- voor zich heen dan
tot de mannen. „Wie zou de moordenaar zün?
De vader of de zoon?"
In de hut teruggekeerd, vond Norman de
vrouw bü het vuur, blükbaar geheel versuft. In
de oogen der mannen gloeide de haat.
„Wü hebben daarnet jullie schatkamer gevon
den." sprak Nor
man. „En bo
vendien heb ik
interessante
;king gr
ote Ik niet
verwacht
zult niet
Reeds lang verdacht inspecteur Norman
vader en zoon Waiskow ervan dat zü zich
herhaaldelük schuldig maakten aan stroop
tochten op groote schaal. Maar al zün naspo-
rlngen waren tot dusver vergeefs geweest:
verder dan tot een vermoeden zü het dan
ook heel sterk was hü nog niet gekomen.
Nu trok hü weer naar de veraf gelegen hut,
verkleed als marskramer. Toen hü aan de deur
klopte, hoorde hü binnen gefluister en even later
het dichtslaan van een deur. Toen riep een
stem: „Binnen!" Vader en zoon waren aan 1
kaarten Tusschen hen in stond een flesch
brandewün en twee half gevulde glazen. De
vader was een man van middelbaren leeftüd.
breed en gezet, met een knorrig gezicht; het
zwarte haar was aan de slapen grüs. De ander
was zün verjongd evenbeeld Bü het vuur stond
een smoezelige vrouw, die schuw en onrustig uit
haar oogen keek.
Inspecteur Norman merkte heel goed, dat hü
ongelegen kwam, maar nam er den tüd voor het
vertrek zoo nauwkeurig mogelük op te nemen.
De geur van gekookt vleesch prikkelde zün reuk
organen. maar hoe scherp hü ook toezag. er was
geen vleeschpot te vinden.
Inspecteur Norman leurde met veters, vermin
derde den prüs tot op de helft, de man snauwde,
zei niet langer gestoord te willen worden
Toen ontdekte inspecteur Norman, waar die
heerlüke vleeschgeur vandaan kwam Heele
maal achter tegen den muur stond een houten
kist en door een spleet van het deksel drong
een zwakke, witte damp
Nauwelüks een half uur later gingen een do
zün pootlge mannen naar Wajskow's hut. Nor
man trad binnen, op de hielen gevolgd door twee
van zün agenten. De beide kerels zaten nog al-
tüd aan tafel, maar de vrouw was verdwenen
Toen ze de politiemannen zagen, schrokken ze
merkbaar.
„Potverbegon de vader.
„Wil Je dat deksel van die kist eens even op
lichten!” beval Inspecteur Norman.
„Wat zeg Je?” stoof de ander op. „Dat deksel
oplichten? Wat heb Jü hier eigcnlük te zegge”?”
„Ik ben Inspecteur Norman” was het rustige
antwoord en meteen was de inspecteur bü de
kist, waarvan hü het deksel optllde.
„Zie Je wel! Meer bewüzen hebben we met
noodig. We moeten nu de stroopers alleen nog
boeien.”
Eerst na een hevige vechtpartü kon deze or
der uitgevoerd worden. De kerels verweerden
zich geducht, sloegen en beten zoo hard zü kon
den, maar tegen de overmacht waren zü toch
niet opgewassen Toen werd de hut aan een
nauwkeurig onderzoek onderworpen, maar er
werd niets meer ontdekt. Tóen Inspecteur Nor
man met zün mannen bulten stond te overleg
gen, wat nu te doen, zag hü de vrouw uit het
bosch komen. In haar hand hield zü een em
mer. waarin een groot stuk elandvleesch.
„Zoo. moedertje, waar heb Je dat vandaan
gehaald?"
De vrouw verbleekte, maar weigerde halsstar
rig de schuilplaats aan te wyzen.
„Je man en je zoon liggen geboeid in de hut.
ontkennen helpt toch niet.” Maar ook nu bleet
elk resultaat uit. Dies togen Norman en zün
mannen zelf op onderzoek uit.
Een kleine hoop steenen bleek een valluik te
verbergen, waarachter een groote gemetselde
ruimte was. Aan de wanden hingen groote stuk
ken elandvleesch, een massa hulden lag op den
grond, gezouten vleesch en worst was er In
overvloed.
Op den achtergrond ontdekten ze een kleine
deur. Slechts met vereende krachten slaagden
de politiemannen er in haar open te maken.
De verwondering steeg tot stomme verbazing
-j» jr en heeft echter, wat ons inziens te
1^/1 betreuren U, nagelaten, uit de bo-
ven geschetste reorganisatie tevens
de noodzakelijke consequenties te trekken
wat betreft de rangen der commandan
ten. Er is geen ander land, waar een divisie
wordt gecommandeerd door een Kolonel en
vallen.
De gérant glimlachte even....
»U heeft blükbaar begrepen, Mr. McGrath,
(lat ik niet graag de politie ergens in haal.
Volgens mü heeft dat altüd. voor ons althans,
fatale gevolgen. Als de kranten iéts dergelijks,
*ls vannacht hier gepasseerd is. te weten
komenu begrüpt, een groot hotel als dit,
dan probeeren ze er munt uit te slaan, blüven
vc op tamboureeren tot iedereen het weet....”
-Dat begrüp ik," zei Anthony. .Maar
*r komt voor mü een maar bü. ik heb u zoo-
even verteld, dat ik niets van waarde miste en
dat is tot op zekere hoogte de waarheid. De
dief heeft niets van werkelüke waarde meege
nomen, doch iets, dat voor mü waarde, groote
•aarde zelfs, heeft.”
-Zoo
■J*. Brieven!"
daar werkzaam was, diefstallen plaats gehad
Geen van de keeren was er op hem verdenking
gevallen, maar het feit zelf gaf te denken, vond
Anthony.
Was Giuseppe misschien een gewone gerou
tineerde hoteldief? Was het doorzoeken van
zün Anthony's koffer misschien niets dan
een demonstratie van zün gewone langvingerige
tactiek geweest? Het kon zün, dat hü. juist toen
Anthony het licht opdraalde, het bewuste bun-
delje in zün hand gehad had en dat hü het
toen in zün zak gestopt had om zün handen
vrü te hebben
Neen,
Giuseppe
politieke partü was. Misschien dat het hem
Anthony lukte om aan de hand van de ge
gevens, hem door den gérant verstrekt, wat
meer van zün particuliere leven te weten te
komen en zóó te ontdekken, waar de man zich
schuilhield.
Anthony
stond op.
„Vriendelük bedankt voor uw bereidwillig
heid," zei hü- „Ik hoef zeker niet te vragen, of
Giuseppe nog in het hotel is."
De gérant glimlachte.
„Zün bed was niet beslapen; al zün hebben
en houden heeft hü achtergelaten. Na zün aan
val op u is hü zeker meteen van het tooneel
verdwenen. Ik voor mü geloof tenminste niet,
dat we hem nog zullen terugzien."
.Dat geloof ik ook niet.... Enfin, de eerste
paar dagen bluf ik nog hier.... Eki nog wel
bedankt voor uw hulp.'*
ot slot willen wy een enkel woord wij
den aan het nieuwe wapen „de mili
taire luchtvaart”. Zü het dat deze
naam voor onze nog steeds te zwakke lucht-
stnjdkrachten nogal grootsch is, om tech
nische reden mocht deze zelfstandigheid
niet langer worden uitgesteld. Zooals be
kend was het beroepspersoneel van de
luchtstrijdkrachten tot nu toe nog steeds
afkomstig van de andere wapens (infante
rie, artillerie, enz.). Dit had het eigenaar
dige gevolg, dat onze luchtvaart-officieren
steeds één been in het oorspronkelijke wa
pen moesten houden, omdat slechts daar
hun kansen op promotie lagen, en dat was
natuurlük niet bevorderlük voor de
toewüding aan de luchtvaarttaak. die on-
getwüfeld den geheelen man vraagt. Bo
vendien was dit stelsel bü den groei van de
militaire luchtvaart niet vol te houden; er
kwam een tekort aan geschoold beroeps
personeel en het verband met het oorsproq-
keUjke wapen moest door jarenlangen lucht
vaartdienst practisch verloren gaan. Aan
dezen scheeven toestand is nu een einde
gekomen. Onze militaire luchtvaart is voor
taan een zelfstandig wapen, dat zün eigen
officieren en kader zal hebben. Zü zullen
zich alleen en ten volle aan onze langzaam
groeiende luchtvaart kunnen wüden. Lucht-
vaartcadetten aan de Militaire Academie te
Breda zullen het jonge bloed brengen, dat
geen enkel wapen kan ontberen, wil het
zich een toekomst scheppen.
een Legerkorps door een Oeneraal-Majoor.
Waarom ook hierin geen gelüke lün ge
trokken met het buitenland? Waarom moe-
onze hoogere commandanten steeds
rang lager zün dan buitenlandsche
officieren met dezelfde functie? Dit moei
het aanzien van ons leger schaden en geeft
bü ontmoetingen met buitenlandsche offi
cieren minder prettige verhoudingen, te
meer daar ons officierenkorps in de hoo
gere rangen zeker niet Jong” kan worden
genoemd.
Het ware dan ook te wenschen, dat wü
spoedig zouden overgaan tot een rangin-
deeling, zooals deze overal in het buiten
land regel is, n.l. een compagnie gecom
mandeerd door een kapitein, bataljon ge
commandeerd door een majoor, regiment
gecommandeerd door een luitenant-kolonel
of kolonel, divisie gecommandeerd door een
generaal-majoor (dlvisle-generaal), leger
korps gecommandeerd door een luitenant-
generaal (korps-generaal). De commandant
van het Veldleger zou dan den rang van
Generaal (Leger-generaal) dragen, terwül
de buiten het Veldleger staande comman
danten en autoriteiten een rang zouden
moeten dragen, die met het voorgaande in
overeenstemming is. Kosten behoeven hier
aan niet verbonden te zün; wü willen
geenszins bepleiten, dat het in overeen
stemming brengen van functie en rang
gepaard moet gaan met verhooging van
salaris.
ik begrüp natuurlük, dat u dat nogal
overdreven vindt. Maar dat komt, omdat u de
situatie hier niet kent. Er is een beweging op
touw gezet, die ten doel heeft, u te verhinderen,
hier bü ons op kantoor te komen. Ik* waar
schuw u bü deze.en heusch, van overdrüving
is geen sprake! dat, als u een poging doet ons
ons kantoor bedoel ik te bezoeken, er
groote kans bestaat, dat u het niet levend be
reikt."
.Dat klinkt geweldig verontrustend, maar t
hoeft gelukkig niet waar te zün.” gaf Anthony
ten antwoord.
.Dat is best mogelük. maar dezen keer heeft
u met gevaarlüke menschen te doen. Een maand
geleden zou Ik het zelf niet geloofd hebben.
Maar in dien tüd zün we op alle manieren be
werkt zün er zóóveel pogingen gedaan oan
ons door dreigementen of omkooperü te dwin
gen. door beide partijen dat wü niet meer
weten, waaraan we ons moeten houden. Daarom
zou Ik u één raad willen geven: breng het
manuscript niet zelf hierheen. Wat dunkt u
ervan, als we eens iemand stuurden, om het te
halen?"
„Gegteld. dat de beide competeerende parttfan