1 De vonden da$ beschadig nujniet) reorganisatie van het veldleger 1914 F 250. i? Nederlands neutraliteit m de VERSCHILLEN VAN RANG EN FUNCTIE NaamsveTivisselingen en nieuwe vormen r Het Geheim van zeven Schoorsteenen ia DONDERDAG 13 JULI 1939 een DOOR AGATHA CHRISTIE u I I I N iet r en en r 1 GEBRUIK AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Getuige van moord i 1 I mog JlOg iten lang (Van een militairen medewerker) volle 1 Juli 1939 bestond ons veldleger i*i VOO bracht. maar niet hierheen kwamenHij was nog lOP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN N. het papier in vieren en vouwde (Wordt vervolgd» I Ml wriM wa eaa head *s avonds hier in het donker geweest.... Als htf eens in zijn hut kroop? HU kroop er in en na een tüd stak hij voorzichtig zijn hoofd eens buiten de planken. De stemmen schenen nu verder af te ajn en hij moest het er dan maar op wagen, zoo gauw mogelijk hier vandaan te komen. Maar in het donker viel dat niet mee. Het paadje door het riet, dat hij overdag zoo goed kende, kon hij nu niet her kennen en eer hij er op bedacht was, verdween zijn eene been in het water. verbonden bepleiten, brengen or er I- „Maar ik heb zoo geredeneerd: De man is ontsnapt en ik mis niets van werkelijke waarde, dus, waarom zouden we de politie ermee lastig er LIS ÏD w ten een ra ge- uin uyt. sren ans h'-t pk d en IB iet ié. d. in is om ver- de >A ial 88 en el. 19 J k 4 in. en M >e. •J- rr Te 94 >rt.) a B om- agd m. 33 moeilijkheden. Er zijn oogenbllkken, dat ik wou. dat ik er niets mee te maken had." ..Zoo!" .Ja. Daarom Wat had dat te beduiden? Zouden het ^.troopers zijn? Als zc nooit alleen Interessanter is. wat de acten in betrekking tot de Nederlandsche neutraliteit bevatten. Uit no. 373, waarin vermeld staat, wat Bethmann Hollweg 29 Juli mondeling aan den Engelschen ambassadeur verklaarde, blijkt, dat Dultschland van plan was. de Nederlandsche neutraliteit slechts onder voorwaarde te respecteeren. Woor delijk toch verklaarde de kanselief: „Wij kun nen Grey de verzekering geven, dat wtj de neu traliteit en integriteit van Nederland zóó lang zullen respecteeren. als deze door onze tegen standers wordt gerespecteerd.” genden dag werd aan het mlnisteM der Marine en ah doorgestuurd Dat was dus op den eersten Augustus. Op dienzelfden dag zond de Chef van den Generalen Staf wederom een bericht aan Buitenlandsche Zaken over den algemeenen toestand. Het feit der Nederlandsche tnobillsa tie wordt daarin vermeld en dan volgt woorde- Hjk het volgende onzinnige bericht: ..Nederland is door Engeland gedwongen de zijde der triple- entente te kiezen." De politieke leiding van het Rijk reageerde in geen enkel actestuk op deze onware uitlating van den Generalen Staf. Over de mobilisatie is dan nog alleen een telegram van den Duitschen gezant te Den Haag te vin den, waarin wordt medegedeeld, dat de mon dingen van de Waal door mijnen versperd zijn. Op 27 Juli werd aan den Duitschen gezant in Brussel in gesloten couvert het verzoek van Dultschland aan België, om Dultschland gele genheid te geven door België te trekken, toe gezonden. Dit couvert mocht pas na telegrafi sche aanwijzing geopend worden. En daarna werd hetzelfde stuk eveneens in gesloten cou vert aan den Duitschen gezant in Den Haag toegezonden, en wel per koerier. Het ultimatum met eikaars zeer gewaardeerde hulp den mai. naar de andere wereld helpen?" vroeg Anthony- „Dan is de verantwoordelijkheid van u al U geeft de papieren aan iemand van ons, onder overleg van een schrtftelijk bewijs van ont vangst, afgeleverd. En nu over de cheque, de chéque van ehdulaend pond, die u volgens overeenkomst van ons metehmet den schrijver van het manuscript, u weet wel. wien ik bedoelzou ontvangen. Dia mag ik u niet vóór Woensdag over een week geven. Zulk soort overeenkomsten worden volgens de letter nage leefd. dat begrijpt u wel, maar als u “t liever heeft, kan ik wel een chéque voor dat bedrag op mijn eigen bank doen toekomen." Anthony dacht even vlug na. Zijn plan was geweest de mémoires tot de laatste minuut In zün bezit te houden; dan wist hü tenminste door eigen ondervinding waarover al die drukte gemaakt werd. Maar hjj moest toegeven, dat het plan van Balderson meer kans op een veilige aflevering bood „Goed," zei hij, met een zucht van teleur stelling. .Doet u maar, zooals u het t beste vindt. Stuur dien iemand dan maar naar mü toe. En als het u toch niets kan schelen. zou ik wel meteen de cheque willen hebben. Nu de zaak zoo geloopen is, bestaat er kans, dat ik vóór Woensdag al weer wegga.* Antliony was er van overtuigd, dat de afgezant van de een of andere VIMW „U spreekt met Balderson van de firma Bal derson en Hodgkins. Hoe staat het met het manuscript, Mr. McGrath?” „Goed.” zei Anthony. „Waarom vraagt u dat?" .Dat zal ik u vertellen. U komt pas uit Zuid- Afrika en dus bent u niet thuis in den toe stand hier. We krijgen moeilijkheden met dat mamwerint Mr. McGrath, groots, ernstige y sp <nt blad Zijn ingevolge de versekeringsvoorwaarden tegen J-v Mg/k MJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7CÏO bfl een «geval msS .1 p, K<_) lv I\| rO ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen T l OvJe“ verlies van belde armen, belde beenen at belde oogen DU»" doodelljken afloop ring de zaak had opgenomen. Müllar. de Duit sche gezant, volgde zijn opdracht snel uit. Op den avond van 2 Augustus was het telegram in Den Haag aangekomen Den 3en. 's morgens om negen uur. was hij reeds bü Loudon, toen Ne derlands minister van Buitenlandsche Zaken. HU ontving karig bescheid: .Minister dankte voor mededeellngen zonder zich voorlooplg ten op zichte mUner verklaring uit te laten." Dit was alles, 's Middags was Müller weer bü Loudon die hem liet verklaren (deed Loudon het niet zelf?), dat .Nederland principieel zijn neutra liteit in ieder opzicht (nach jeder Rlchtung hin) streng zou bewaren. De Nederlandsche re geering vertrouwt onvoorwaardelük er op. dat Dultschland van zjjn kant op geenerlei wijze de Nederlandsche neutraliteit zal schenden.” Dit bericht werd den keizer voorgelegd, die bü de laatste woorden de kantteekening maakte: „Wollen wlr nicht". Het is wel merkwaardig, dat Dultschland dr schending der Belgische neutraliteit tevo ren officieel aan de Nederlandsche regee ring mededeelde. KlaarblijkelUk had dit ten doel. Nederland een soort van gevoel van dank baarheid te suggereeren. dat het door Duitach- land ongemoeid werd gelaten, dat men daaruit dus politieke munt wilde slaan. Men wordt in deze opvatting versterkt door het feit, dat de Duitsche Generale Staf het eveneens noodig achtte, op 2 Augustus de Nederlandsche regee- ring er van te verwittigen, dat Dultschland de neutraliteit van Luxemburg had geschonden, ddt zün militaire maatregelen in dat land al léén waren genomen in het belang van het Duitsche leger en der Duitsche spoorwegen en geen vUsndelijke daad tegen Luxemburg betee- kenden. Men krijgt den indruk, dat Dultach- land Nederland wilde laten voelen, dat het dankbaar had te zijn, dat het aan het lot van België en Luxemburg ontsnapte en daarom héé welwillend neutraal moest zijn en blüven. ezer enkele min of meer hooggestemde beschouwingen te moeten wijden. Zondèr te kort te willen doen aan de be- teekenis van deze reorganisatie, lijkt het ons toch wel gewenscht, haar tot de juiste proporties terug te brengen. Wij zijn na tuurlijk erkentelijk voor alle verbeteringen, welke onze weermacht ondergaat; maar het is onjuist bij iedere verbetering den schijn te wekken alsof de herziening van ons leger met reuzen-schreden voorwaarts gaat. Zulk een overdrijving brengt het gevaar mee. dat het reeds verrichte vèr wordt overschat en dat men zelfgenoegzaam zou worden t.a.v. een leger, waaraan nog zoo veel man keert. Een voorbeeld daarvan zag men bij de onlangs aangenomen wijzigingen in de dienstplichtwet, welke zijp ontvangen als een belangrijke stap vooruit, maar in wezen slechts van zeer beperkte wjytrde zijn. Bij de uitvoering van deze wijzigingen hopen wij daarop nog wel eens terug te komen. MMaaaeeeeseeeeeeeeetsaeeaeeeeeaaeaaeaaaeeMeoeMaee Ei en mensch kan evenmin een pri- I vaten godsdienst hebben, alsdat hij een private xon of een private maan heeft Wü leven thans weer in een tüdvak van kroonjaren: het is twintig Jaar geleden, dat.... het is vüf en twintig jaar geleden, dat en zoo voorts. Het is nu ook vüf en twintig jaar geleden, dat de wereldoor'og en daarmede Ne derlands neutraliteit begon. In December 1919*1 verschenen de „Deutsche Dokumenten zum Kriegsausbruch". Het is interessant, deze offi- cieele Duitsche acten nog eens door te blade ren. Van de 857 gepubliceerde stukken hande len er 19 over ons vaderland of noemen het terloops Over de mobilisatie van Nederland bevatten de acten het volgende Rrlns Lichnowsky, de Duitsche gezant in Londen, meldde 's middags 27 Juli 1914 aan het ministerie van Buitenland sche Zaken te BerlUn, dat Grey meende, dat de wereldoorlog onvermüdelük zou worden, als Oostenrük niet wilde onderhandelen over de Servische kwestie. „Half schertsend" seinde Lichnowsky „maakte Grey de bemerking, dat men niet kon weten, welke hulzen bü zulk een brand ongeschonden zouden blüven. Zelfs het kleine Nederland was al aan het mobillseeren." In een bericht van den Generalen Staf, onder- teekend door v. Moltke. aan Buitenlandsche Zaken op denzelfden dag Cs middags 4 uur) staat over Nederland, dat de „mobilisatie al daar wordt voorbereid, dat de belangrükste Maas- en IJselovergangen bezet, de forten be wapend worden en dat de levensmiddelenvoor ziening klaarblükelük rijkelijk is”. De Duitsche inlichtingendienst had dus zün neus al diep in Nederlandsche aangelegenheden gestoken. Op den 31en Juli telegrafeerde de Duitsche gezant te Den Haag, dat de Koningin de mobilisatie aller strüdkrachten had bevolen. Dit bericht kwam 's avonds 10 uur te BerlUn aan en werd direct den Rükskanseller voorgelegd, die het op zün beurt den keizer voorlegde. Den vol- hef aan den Generalen Staf. x van Oorlog, aan den Staf in het ministerie van Marine den naam steeds Thans telt ons veldleger dus in tijd vrede (echte) zou ik het graag zoo gauw mogelük in mün bezit willen hebben, dan kon ik *t een paar maal laten kopieeren. Wordt het origineel dan gestolen of vernietigd, dan is het niet zoo erg." „Tjonge jonge!" zei Anthony. „Ja. dagen is in de Nederlandsche pers een bericht verschenen omtrent de „reorganisatie van het leger en bladen hebben gemeend daaraan TT Tbeteekent nu de met ingang van yy 1 Juli in werking getreden nieuwe legerorganisatie? Voorop stellen wij, dat de nieuwe indee- ling met versterking niets uitstaande heeft. De nieuwe regeling had geen ander doel, dan eindelijk de vredesorganisatie var. het Veldleger meer in overeenstemming te brengen met de oorlogsorganisatie en een einde te maken aan het verstoppertje spe len met de namen van onze groote een- heden. Vóór uit 4 .Jjivisiën”. die echter geen echte di- vislën waren. De reserveformatie buiten beschouwing latend, kwamen deze zooge naamde divisiën In de oorlogsorganisatie terug onder den naam .Divisiegroepen”, een eigenwijze naam, die in geen enkele buiten landsche legerorganisatie voorkomt. Eer vredes-„divisie” bestond uit twee infante- rie-brigades, ieder tellende drie regimenten Infanterie, en één artlllerie-brigade, be staande uit twee artillerie-regimenten; de (oorlogs) divislegroep bestond, afgezien van toe te voegen organen, uit twee echte divisiën, die ieder drie infanterie-regimen- ten en één artillerie-reglment telden. De onechte vredesdivisie en de oorlogsdivisie- groep telden dus, behoudens enkele toe voegsels, eigenlijk dezelfde onderdeden, n.l. zes Infanterie- en 2 artillerie-regimenten, zij het ook in een andere groepeering. Het zal zelfs een leek duidelijk zijn, dat deze ongelijke en verwarrende groepeering van vredes- en oorlogseenheden niet bevor derlijk is voor een goede voorbereiding van de oorlogstaak. Tot nu toe bijv, had de Commandant, die in oorlogstijd een divisie moest commandeeren, in vredestijd slechts een deel daarvan, n.l. een infanterie-bri- gade, onder zijn bevelen. Aan dezen zonderlingen toestand is nu per I Juli 1939 een einde gemaakt. De acht Een van de eerste onderdeden van zün plan de campagne, dat Anthony ten uitvoer bracht, was het ondervragen van Giuseppe's collega's. Maar op die manier kwam hü niets te weten Daarna stelde hü een advertentie op en stuurde deze naar een half dozün van de meest-gelezen dagbladen. Toen dit gebeurd was. wilde hü zich juist gaan verkleeden om de restaurants, waar Giuseppe vóór hü in het „Blitz” kwam, werk zaam geweest was. te gaan afwerken, toen de telefoon, luldrinkelend, zün aandacht vroeg. Hü nam den hoorn van den haak. „Hallo! Met wien?" Een zachte, klanklooee stem gaf hem ant woord. „Spreek ik met Mr. McGrath?" „Ja. Met wie spreek ik?" „Met Balderson en Hodgkins. Wacht u even, ik zal u verbinden met Mr. Balderson." .Mün geachte uitgever," dacht Anthony. „Zit 'm zeker te knüpen. 'k Begrüp alleen niet waarom! k Heb nog een week den tüd." Een luide joviale stem begon opeens aan zün oor te praten. „Hallo! Met Mr. McGrath?” „Ja." aan België was eigenhandig door v. Moltke ge schreven en kant en klaar aan de politieke „leiding" thuis bezorgd. Er onder had Moltke gezet: .Afschrift zenden aan de Nederlandsche regeering". Voorts had Moltke er nog een bü- lage aan toegevoegd, die luidt: „Aan de Ne derlandsche Regeering. De Duitsche Regeering heeft de eer, de Koninklüke Nederlandsche Re geering in kennis te stellen van een schrüven. dat van hier uit aan de Belgische Regeering is gericht Tegelükertüd verklaart de Duitsche Re geering. dat in den komenden oorlog de neu traliteit der Nederlanden in vollen omvang door Dultschland zal worden gerespecteerd. Moch ten uit het Zuidelüke gedeelte der provincie Limburg grensoverschrüdingen gemeld worden, dan moge de Nederlandsche Regeering er van verzekerd zün. dat het alleen gaan kan kleine fouten, die Dultschland direct zal hinderen. De Duitsche Regeering meent hoop uit te durven spreken, dat Nederland ten opzichte van Dultschland welwillend neutraal zal blüven en daardoor de nauwe vriendschap- pelüke betrekkingen van beide stam- en,bloed verwante landen opnieuw versterkt zullen wor den.” Met potlood schreef Moltke later onder deze bülage: .Nas afzenden, nadat het ant woord van België is binnengekomen". Op 2 Augustus kreeg de Duitsche gezant in Den Haag in een geheim, dringend telegram opdracht, het gesloten couvert te openen en den derden Augustus voormiddag de Nederlandsche regee ring kennis te geven van de Duitsche demarche in Brussel, die op 2 Augustus, 's avonds acht uur, had plaats gehad. Buitenlandsche Zaken had de bovenbedoelde bülage van v. Moltke ge redigeerd. De woorden ,jn den komenden oor log", ..nauwe" en .stam- en bloedverwante" werden geschrapt, eveneens de geheele passus over de mogelükheid van grensoverschrüdingen in Limburg. De gezant kreeg opdracht, direct te telegrafeeren, hoe de Nederlandsche regee- Het gezicht van den Franschman werd een masker van discretie. „Ik begrüp ’t volkomen," zei hü deelnemend. fcNee, dan Is het zeker geen geval voor de politie." „Daarover zün we het eens," zei Anthony. „Maar aan den anderen kant ben ik niet van plan, in dezen toestand te berusten. Ik wil, ten koste van alles mün brieven terughebben. Nu kom ik uit een land, waar we gewend zün ons zelf recht te verschaffen. Dat wil ik in dit geval ook doen. Maar daarvoor heb ik uw volle medewerking noodig. Om te beginnenmoet ik uitvoerige informaties over Giuseppe hebben." .Die kunt u met het jneeste genoegen krü- ge’n." zei de gérant, na even nadenken. .Maar natuurlük gaat dat niet zóó maar, ik moet zelf eerst inlichtingen inwinnen, maar als u over een half uur terugkomt, zal ik zorgen, dat het ge vraagde voor u klaar ligt.” „Vriendelük dank. Dan kom ik over een half uur nog even terug." Toen Anthony op den afgesproken tüd terug kwam, bleek het, dat de gérant zün woord ge houden had. Op een vel papier met een officieel .hoofd" stond een heel rütje wetenswaardig heden over Giuseppe, kellner in ..Blitz." „Zooals u ziet is hü drie maanden geleden hier gekomen. Hü is een geroutineerde Kellner. op zün wërk is niets aan te merken. Hü is onge veer vüf jaar in Engeland geweest." 'Samen namen ze de lüst van de hotels, waar Giuseppe gewerkt had. door. Daarbü viel Anthony één feit op. In drie van de hotels hadden er gedurende den tüd. dat Giuseppe een ontdek! daan. had Jullie alleen wegens stroopen worden veroordeeld!" Hoewel de kerels probeerden onverschillig voor zich te küken. was het toch duideUjk waar neembaar, dat de oudste schrok. „Klets geen enzin." schimpte de Jongste. „Wacht maar, ik zal jou niet vergeten, als ik weer vrü ben!" „Dat geloof ik graag. Maar Je komt de ge vangenis niet meer uit, zoolang ik leef.” Scherp lette Norman op den jongen „Waarom staar Je me aan. vuile hond!" brul de deze razend. „Ben Jü Anton Frisk vergeten?” Even een pauze. ,JÜ hebt Anton Frisk vermoord, en je hebt niét eens gemerkt dat er iemand getuige was van Je daad!'” „Een getuige?" herhaalde de Jongste. ..Bestaat niet! Er was wüd en züd geen mensch te zien." „Zoo. geen mensch?" antwoordde Norman scherp. ,JÜ had natuurlük groote haast om weg te komen en Je hebt niet meer omgekeken Maar er was een getuige, die selfs met het bloed van Je slachtoffer werd besmeurd...." De man keek den Inspecteur verbaasd asm en in zün primitieve onontwikkelde hersenen werd de drang tot zelfbehoud een oogenblik teruggedrongen door de nieuwsgierigheid, die hem geheel beheerschte. Hü liet alle voorzich tigheid varen. ..Bestaat niet," zei hü. als in een droom. „We waren heelemaal alleen op den weg.” .4e hebt hem in zün rug aangevallen, je nam zün horloge en zün portemonnaie en liet hem bloedend liggen, nietwasw?" „Ik ik dacht ik wou hem niet dooden.” stamelde de jonge kerel. „Ik wou hem alleen zün geld afnemen. Maar hü was sterk en sou me op den grond gegooid hebben, als ik niet had gestoken. Ik hoopte dat ze hem wel gauw zouden vinden en dat hü wel In leven zou blü- ven. Maar ik hoorde later dat hü dood was Maar wie was die getuige?” Inspecteur Norman haalde het gouden hor loge voor den dag en hield het den kerel „Hier zie Je die bloedvlek....?” Met een vloek draalde de kerel zich om M een kleine list was hü tot een bekentenis g infanterle-brlgades zün omgedoopt in „di visiën", en aan leder Is een artlllerle-regi- ment toegevoegd. Hierdoor kwam de hier voor genoemde (vredes)-artillerie-brigade te vervallen. De tot 1 Juli 1939 bestaande naam „vredesdivisie”, die slechts aanlei ding zou geven tot verwarring, kon nu niet worden gehandhaafd. Men heeft hun ook niet den naam van „divisiegroepen” gege ven, die aan de bestaande oorlogsorganisa tie te ontleenen was. doch gelukkig van deze gelegenheid gebruik gemaakt om den te voeren, welke In alle legers gebruikt, n.l. „Legerkorpsen”, van vier Legerkorpsen, ieder van twee divisiën. Hieraan worden dan in geval van algemeene mobilisatie de groote reserve-eenheden toegevoegd. Alles te zamen genomen beteekent deze nieuwe organisatie dus voornamelük een naamsverwisseling der groote eenheden. D» vroegere „vredesdivisie” heeft het naam kaartje en de groepeering gekregen, waarop zij recht had. Aan ieder legerkorps moest echter een nieuw-gevormd artillerie-regl ment worden toegevoegd; deze regimenten moeten nog op volle sterkte worden ge bracht. Het belangrüke reëele voordeel van de reorganisatie is, dat de groote eenheden van het veldleger voortaan reeds in vredes- tüd het raam hebben van hun oorlogssa- menstelllng. Niet alleen moet dit ten goede komen aan een goede mobilisatle-voorberel- ding, doch door een reeds In vredestüd be staande nauwe samenwerking tusschen de verschillende wapens in de groote eenheden, kunnen het legerkorps en de divisie zich thans ook beter op hun oorlogstaak voor bereiden. Van belang is hierbü ook, dat de commandanten in vredestüd dezelfde een heden onder zich hebben als in de oorlogs organisatie. Een tweede naamsverandering vinden we bü de vroegere Lichte Brigade, die sinds 1 Juli 1939 „Lichte Divisie” heet. Dit is een logische consequentie van het steeds ster ker worden van deze eenheid. Door het oprichten van steeds nieuwe eenheden (es kadrons pantserwagens, regimenten huza- ren-motorrüders en een regiment wielrü- ders) was deze eenheid practisch reeds haar ouden naam uitgegroeid. De kleine ruimte achter de deur was volgepropt met waarde volle voorwerpen. Ze vonden ar: edel bontwerk, mantels, stoffen, zilver, kristal, broches, ringen en armbanden, teveel om op te noemen. „Nou, ik geloof dat we hier zoo ongeveer alles hebben, wat er In het afgeloopen jaar als ge stolen werd aangegeven.” sprak een der mannen. In een üzeren kistje lag ook een platgouden horloge. „Voor Anton op zün 21en verjaardag" stond op den achterkant gegraveerd. Op den gouden ketting zaten roode bloed vlekjes. Een van de mannen herkende het. „Dat is van Anton, den zoon van den gen darm. die twee jaar geleden vermoord op den landweg werd gevonden." „Dan zün we dus ook nog een misdaad op het spoor." zei Norman mee- voor zich heen dan tot de mannen. „Wie zou de moordenaar zün? De vader of de zoon?" In de hut teruggekeerd, vond Norman de vrouw bü het vuur, blükbaar geheel versuft. In de oogen der mannen gloeide de haat. „Wü hebben daarnet jullie schatkamer gevon den." sprak Nor man. „En bo vendien heb ik interessante ;king gr ote Ik niet verwacht zult niet Reeds lang verdacht inspecteur Norman vader en zoon Waiskow ervan dat zü zich herhaaldelük schuldig maakten aan stroop tochten op groote schaal. Maar al zün naspo- rlngen waren tot dusver vergeefs geweest: verder dan tot een vermoeden zü het dan ook heel sterk was hü nog niet gekomen. Nu trok hü weer naar de veraf gelegen hut, verkleed als marskramer. Toen hü aan de deur klopte, hoorde hü binnen gefluister en even later het dichtslaan van een deur. Toen riep een stem: „Binnen!" Vader en zoon waren aan 1 kaarten Tusschen hen in stond een flesch brandewün en twee half gevulde glazen. De vader was een man van middelbaren leeftüd. breed en gezet, met een knorrig gezicht; het zwarte haar was aan de slapen grüs. De ander was zün verjongd evenbeeld Bü het vuur stond een smoezelige vrouw, die schuw en onrustig uit haar oogen keek. Inspecteur Norman merkte heel goed, dat hü ongelegen kwam, maar nam er den tüd voor het vertrek zoo nauwkeurig mogelük op te nemen. De geur van gekookt vleesch prikkelde zün reuk organen. maar hoe scherp hü ook toezag. er was geen vleeschpot te vinden. Inspecteur Norman leurde met veters, vermin derde den prüs tot op de helft, de man snauwde, zei niet langer gestoord te willen worden Toen ontdekte inspecteur Norman, waar die heerlüke vleeschgeur vandaan kwam Heele maal achter tegen den muur stond een houten kist en door een spleet van het deksel drong een zwakke, witte damp Nauwelüks een half uur later gingen een do zün pootlge mannen naar Wajskow's hut. Nor man trad binnen, op de hielen gevolgd door twee van zün agenten. De beide kerels zaten nog al- tüd aan tafel, maar de vrouw was verdwenen Toen ze de politiemannen zagen, schrokken ze merkbaar. „Potverbegon de vader. „Wil Je dat deksel van die kist eens even op lichten!” beval Inspecteur Norman. „Wat zeg Je?” stoof de ander op. „Dat deksel oplichten? Wat heb Jü hier eigcnlük te zegge”?” „Ik ben Inspecteur Norman” was het rustige antwoord en meteen was de inspecteur bü de kist, waarvan hü het deksel optllde. „Zie Je wel! Meer bewüzen hebben we met noodig. We moeten nu de stroopers alleen nog boeien.” Eerst na een hevige vechtpartü kon deze or der uitgevoerd worden. De kerels verweerden zich geducht, sloegen en beten zoo hard zü kon den, maar tegen de overmacht waren zü toch niet opgewassen Toen werd de hut aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen, maar er werd niets meer ontdekt. Tóen Inspecteur Nor man met zün mannen bulten stond te overleg gen, wat nu te doen, zag hü de vrouw uit het bosch komen. In haar hand hield zü een em mer. waarin een groot stuk elandvleesch. „Zoo. moedertje, waar heb Je dat vandaan gehaald?" De vrouw verbleekte, maar weigerde halsstar rig de schuilplaats aan te wyzen. „Je man en je zoon liggen geboeid in de hut. ontkennen helpt toch niet.” Maar ook nu bleet elk resultaat uit. Dies togen Norman en zün mannen zelf op onderzoek uit. Een kleine hoop steenen bleek een valluik te verbergen, waarachter een groote gemetselde ruimte was. Aan de wanden hingen groote stuk ken elandvleesch, een massa hulden lag op den grond, gezouten vleesch en worst was er In overvloed. Op den achtergrond ontdekten ze een kleine deur. Slechts met vereende krachten slaagden de politiemannen er in haar open te maken. De verwondering steeg tot stomme verbazing -j» jr en heeft echter, wat ons inziens te 1^/1 betreuren U, nagelaten, uit de bo- ven geschetste reorganisatie tevens de noodzakelijke consequenties te trekken wat betreft de rangen der commandan ten. Er is geen ander land, waar een divisie wordt gecommandeerd door een Kolonel en vallen. De gérant glimlachte even.... »U heeft blükbaar begrepen, Mr. McGrath, (lat ik niet graag de politie ergens in haal. Volgens mü heeft dat altüd. voor ons althans, fatale gevolgen. Als de kranten iéts dergelijks, *ls vannacht hier gepasseerd is. te weten komenu begrüpt, een groot hotel als dit, dan probeeren ze er munt uit te slaan, blüven vc op tamboureeren tot iedereen het weet....” -Dat begrüp ik," zei Anthony. .Maar *r komt voor mü een maar bü. ik heb u zoo- even verteld, dat ik niets van waarde miste en dat is tot op zekere hoogte de waarheid. De dief heeft niets van werkelüke waarde meege nomen, doch iets, dat voor mü waarde, groote •aarde zelfs, heeft.” -Zoo ■J*. Brieven!" daar werkzaam was, diefstallen plaats gehad Geen van de keeren was er op hem verdenking gevallen, maar het feit zelf gaf te denken, vond Anthony. Was Giuseppe misschien een gewone gerou tineerde hoteldief? Was het doorzoeken van zün Anthony's koffer misschien niets dan een demonstratie van zün gewone langvingerige tactiek geweest? Het kon zün, dat hü. juist toen Anthony het licht opdraalde, het bewuste bun- delje in zün hand gehad had en dat hü het toen in zün zak gestopt had om zün handen vrü te hebben Neen, Giuseppe politieke partü was. Misschien dat het hem Anthony lukte om aan de hand van de ge gevens, hem door den gérant verstrekt, wat meer van zün particuliere leven te weten te komen en zóó te ontdekken, waar de man zich schuilhield. Anthony stond op. „Vriendelük bedankt voor uw bereidwillig heid," zei hü- „Ik hoef zeker niet te vragen, of Giuseppe nog in het hotel is." De gérant glimlachte. „Zün bed was niet beslapen; al zün hebben en houden heeft hü achtergelaten. Na zün aan val op u is hü zeker meteen van het tooneel verdwenen. Ik voor mü geloof tenminste niet, dat we hem nog zullen terugzien." .Dat geloof ik ook niet.... Enfin, de eerste paar dagen bluf ik nog hier.... Eki nog wel bedankt voor uw hulp.'* ot slot willen wy een enkel woord wij den aan het nieuwe wapen „de mili taire luchtvaart”. Zü het dat deze naam voor onze nog steeds te zwakke lucht- stnjdkrachten nogal grootsch is, om tech nische reden mocht deze zelfstandigheid niet langer worden uitgesteld. Zooals be kend was het beroepspersoneel van de luchtstrijdkrachten tot nu toe nog steeds afkomstig van de andere wapens (infante rie, artillerie, enz.). Dit had het eigenaar dige gevolg, dat onze luchtvaart-officieren steeds één been in het oorspronkelijke wa pen moesten houden, omdat slechts daar hun kansen op promotie lagen, en dat was natuurlük niet bevorderlük voor de toewüding aan de luchtvaarttaak. die on- getwüfeld den geheelen man vraagt. Bo vendien was dit stelsel bü den groei van de militaire luchtvaart niet vol te houden; er kwam een tekort aan geschoold beroeps personeel en het verband met het oorsproq- keUjke wapen moest door jarenlangen lucht vaartdienst practisch verloren gaan. Aan dezen scheeven toestand is nu een einde gekomen. Onze militaire luchtvaart is voor taan een zelfstandig wapen, dat zün eigen officieren en kader zal hebben. Zü zullen zich alleen en ten volle aan onze langzaam groeiende luchtvaart kunnen wüden. Lucht- vaartcadetten aan de Militaire Academie te Breda zullen het jonge bloed brengen, dat geen enkel wapen kan ontberen, wil het zich een toekomst scheppen. een Legerkorps door een Oeneraal-Majoor. Waarom ook hierin geen gelüke lün ge trokken met het buitenland? Waarom moe- onze hoogere commandanten steeds rang lager zün dan buitenlandsche officieren met dezelfde functie? Dit moei het aanzien van ons leger schaden en geeft bü ontmoetingen met buitenlandsche offi cieren minder prettige verhoudingen, te meer daar ons officierenkorps in de hoo gere rangen zeker niet Jong” kan worden genoemd. Het ware dan ook te wenschen, dat wü spoedig zouden overgaan tot een rangin- deeling, zooals deze overal in het buiten land regel is, n.l. een compagnie gecom mandeerd door een kapitein, bataljon ge commandeerd door een majoor, regiment gecommandeerd door een luitenant-kolonel of kolonel, divisie gecommandeerd door een generaal-majoor (dlvisle-generaal), leger korps gecommandeerd door een luitenant- generaal (korps-generaal). De commandant van het Veldleger zou dan den rang van Generaal (Leger-generaal) dragen, terwül de buiten het Veldleger staande comman danten en autoriteiten een rang zouden moeten dragen, die met het voorgaande in overeenstemming is. Kosten behoeven hier aan niet verbonden te zün; wü willen geenszins bepleiten, dat het in overeen stemming brengen van functie en rang gepaard moet gaan met verhooging van salaris. ik begrüp natuurlük, dat u dat nogal overdreven vindt. Maar dat komt, omdat u de situatie hier niet kent. Er is een beweging op touw gezet, die ten doel heeft, u te verhinderen, hier bü ons op kantoor te komen. Ik* waar schuw u bü deze.en heusch, van overdrüving is geen sprake! dat, als u een poging doet ons ons kantoor bedoel ik te bezoeken, er groote kans bestaat, dat u het niet levend be reikt." .Dat klinkt geweldig verontrustend, maar t hoeft gelukkig niet waar te zün.” gaf Anthony ten antwoord. .Dat is best mogelük. maar dezen keer heeft u met gevaarlüke menschen te doen. Een maand geleden zou Ik het zelf niet geloofd hebben. Maar in dien tüd zün we op alle manieren be werkt zün er zóóveel pogingen gedaan oan ons door dreigementen of omkooperü te dwin gen. door beide partijen dat wü niet meer weten, waaraan we ons moeten houden. Daarom zou Ik u één raad willen geven: breng het manuscript niet zelf hierheen. Wat dunkt u ervan, als we eens iemand stuurden, om het te halen?" „Gegteld. dat de beide competeerende parttfan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 9