VOOR ONZE JEUGD
wijze
Kabouter Flip
zijn vriendje Wip
en
Hi
a
"j
Ram. Rabat, de
4
Stet ucïAaal aan den daq
Lilian was knap, jong en ryk en behoefde I richtingeneen detective, die de sporen vanen
Itatedadiger volgde, had niet nauwkeuriger kun?
WAAGHALSJF
F 250-
LUX
Een leuke
versiering
Een Oostersche
Knikkerspel
Het Chineesche alfabet -
Weten jullie
^raag het
reit zen pak
praetisehe
huifirroitir
voor
stelling door Jan
Van Loevesteijn
I
A
zeven
I oor de
Het Geheim van de
Schoorsteenen
VRIJDAG 28 JULI 1939
De zwarte
s
H
I
i
Iji'
m wt«v wm
DOOR AGATHA CHRISTIE
v<
«*g.
het 1
dure
niet
bezo
conti
weet
orchidee^j
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN,
GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE pfAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
het
den mogen houden!
te-
h
!ï-
V,
w
f
X'
c<
•*1’
te**'
zyn lachen te
b«
28
HOOFDSTUK XIII
DE AMERIKAANSCHE GAST
dat geen twijfel
afkomstig,” verklaarde
van
meneer.
(Wordt mrvoigl»
poi
som,” zei
genoegen te doen. Ja," zei
een
pond
O
0
V
1
at
Heeft ze hard geloopen?
Had zij soms zoo’n haast?
Hoe kiram zif beneden?
Leentje is gegleden:
Toen viel zij er naast.
Leentje is gevallen
Gister, van de trap.
F.n nu heeft ons Leentje,
Om^haar zeerc beentje.
O zoo’n grooten lap.
Maar 't daarom te laten.
Dat doet Leentje niet.
Leentje, moet ie weten,
Is heel gauw vergeten
’t Lapje en 't verdriet.
Flip was erg verontwaardigd en hij ging tegen
zijn vriendje te keer. „Als je weer eens zoon
femeenen streek uithaalt om de arme vogeltjes
van hun eitjes te berooven, wil ik niets meer
met Je te maken hebben."
i
Hetreuzenpak Lux bevat meer
dan dubbel zoveel als het ge
wone pak en kost toch maar
25 et. Het reuzenpak is dus
extra voordelig! En... dan nog
twee verschillende breipatro-
non en een hele bon voor
geschenken.
Flip ging meteen op weg. Bij Wip's holletje
gekomen, bemerkte hij dat de eekhoorn thuis
«as want heel diep in het eekhoornhulsje zag
hy Wip's grooten pluimstaart. Toe» hij echter
naderbij kwam, zag hij dat de eekhoorn lag te
slapen.
toeloopen
De blinde smeekte om hulp.
Die duivelsche helleroovers, die
Satan trachten me te berooven mij
T»
Pen
vlucl
ku
ba
g»i
Ta
ba
ti>t
Over-Bstuwe
jj
Flip begreep er nleU van en trok Wip pla
gend aan zijn staart Plots ontdekte hij, dat
Wip's shultje heelemaal geel was en er ging
hem een licht op „Zoo, zoo. ben JU die eier-
roover geweest. Wip. Dat valt me erg van je
tegen!"
aan
■al v
wet.
Si
aan
star,
de 1
den
vioe
de i
er t
gaai
kien
rche
stek
gen«
gelu
plan
vast
dien
den,
slag,
men
O|
Roet
siet
h
h
B
«erl
UO
pon
ged.
ren.
dat
plee
beel
sou
Maar ’t gaat toch zoo heerlijk
Van de leuning af.
Leentje zal 't wéér wagen.
Over enkele dagen
Is de lap eraf.
„Dan houdt ik mij stevig,
O, zoo stevig vast.”
Zoo denkt nu ons Leente,
Want dat pijnlijk beentje
Is toch wel een last.
Daarna verhief Ram Barat zich en sprak met
zijn doordringende stem:
„Deze twee mannen zijn Un onrechte aan
geklaagd. Ik heb het geld in het warme water
laten werpen en een ieder weet, dat geld, dat
slagers rupee voor rupee bij elkaar gespaard
hebben, de sporen zal moeten vertoonen van
hun vak.... En ziedaar.... In het water is
het vet. dat aan de munten kleefde, gesmolten
en drijft in een laagje boven Dit is voor mij
het bewijs, dat deze eerlijke lieden door den
sluwen blinde om. den tuin zijn geleid. Deze
twee mannen kunnen met hun geld vertrekken.
De blinde zal nog dezen avond worden
rechtgesteld.”
En ook ditmaal was weer het groote door
zicht van den strengen rechter, Ram Barat
den wijze, gebleken....
Dat het eerste postkantoor in Parijs In 1462
werd geopend.
Dat een bij op zijn minst 'n mlllioen bloemen
moet bezoeken om een pond honing te kunnen
vergaren.
Dat de mee-st kostbare stoel ter wereld in het
bezit is van den Paus. De stoel is geheel van
zilver gemaakt en vertegenwoordigt een waarde
van ongeveer honderd vijftig duizend gulden.
Dat zestigduizend spinnen een heel jaar lang
draad zouden moeten spinnen om één kilo garen
te maken, dat voor weven gebruikt zou kunnen
word^p.
in een herberg in Ja-
nuaria van een Zweed, dat er eenige Jaren ge
leden in de laagvlakten van den Serra do Mir-
rador een zwarte orchidee gevonden was. Eenige
uren later had hij zich reeds op weg begeven.
Sindsdien waren er weer twee maanden voor
bijgegaan. Tom doorkruiste het oerwoud in alle
maar in dit geval is die duizend
niet de hoofdzaak, 't Feit, dat ik dat
Hoofdrechercheur Battle legde het laken
weer over de stille figuur op de tafel. Hij luid
het neerslachtige air van iemand, die zijn laat
ste hoop ziet vervliegen. Op een meter afstand
stond Anthony, met zijn handen in zijn zakken,
diepzinnig na te denken.
„Dat heeft Lollipop
t andere
«aww w“4 a yg TX op dit blad zyn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tege» XX
I «I 41% -CA l> Vj/ lx I A| 1 a sj ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen g DU»"
bfj levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T"« re xx bfj een ongeval mat
verlies van beide armen, belde boenen of beidé oogen F O\Zo" doodeHJkenafloop
Kr wordt den laataten tijd naar gestreefd om
het ingewikkelde Chineesche alfbet te vereenvou
digen tot slechts acht en twintig letters. De V.
de H eft de Q zullen vervallen, want die komen
in de Chineesche taal toch niet voor Maar
daarentegen heeft het Chineesch klanken, die
Wij niet kennen, zooals CH, NO, RH, SH en
ZH. Men beweert dat dit nieuwe alfabet bin
nen dea tijd van drie weken te leeren ia en dat
het de 232S5 letterteekens, die de Chineeaeu
tot nu toe gebruikten, geheel-kam vervangen.
Put kracht uit
APPELSTROOP
Dus dat wilt u dan wel, by gelegenheid, zoo
terloops eens zeggen?"
„Ja.... Maar ik
De vingers van Battle's rechterhand om-
opeens, in krampachtigen 'greep,
arm. De rechercheur, boog zich iets
en bleef, met gesloten oogen. staan
Twee Arabische mannen, die het beroep van
■lager uitoefenden, waren op weg van Lahore
naar Kabul, waar zij een winkel zouden openen.
Het geluk was met hen en zij verdienden veel
geld. Toen zij na twee jaar hun winst o^elden,
kwamen zy tot het aanzienlijke bedrag van
400 Rs. Beide mannen hadden reedy lang terug
verlangd naar vrouw en kinderen en zij beslo
ten den winkel voorloopig te sluiten en naar
hun haardsteden terug te keeren. Het g^ld werd
«erlük verdeeld en op zekeren morgen begaven
zij zich op weg naar Jelahabad in de hoop, daar
een karavaan aan te treffen, waarbij zij zich
konden aansluiten Bagage hadden zij niet veel
bjj zich en het geld hadden zij elk in twee zak
ken rond hun gordel gebonden.
Nu moet jullie aan moeder vragen, om toch
vooral geen overgeschoten lapjes stof weg te
gooien, want voor ons werkje kunnen we zelfs
de kleinste stukjes gebruiken. Luister maar
We willen jullie een versiering leeren, die
heel modem is en zóó eenvoudig, dat zelfs de
jongsten van jullie die bcunnen maken. Het
voornaamste is, dat je de figuurtjes hebt. Die
zijn dus hier geteekendl
Met calkeerpapier trek Je deze figuurtjes op
de kleine stukjes stof over en knipt ze uit. Met
•n speldje of 'n rijgdraad bevestig Je ge nu,
waar je ze hebben wilt Langs den zoom van
een Jurkje, op de zakkeh van een schortje of
in de hoeken van een kleedje. Je moet er na
tuurlijk aan denken, dat je de figuurtjes in
afstekende kleur neemt anders komen ze
niet uit. Op een gekleurd Jurkje dus witte
eendjes, op een wit, gele eendjes en lichtblau
we of rose vischjes. Roode scheepjes met een
wit zeil kun Je op een blauwe sportblouse ma
ken. Zorg er vooral voor dat, als je iets be
werkt. dat dikwijls gewasschen wordt, je de
figuurtjes ook van waschechte stof maakt.
Nu nog het opwerken. Dat kun je op de vol
gende manieren doen. Voor duidelijkheid heb
ben we den steek hier vergroot, doch je moet ze
zoo klein mogelijk maken en je kunt er ge
kleurd D. M. C.-garen voor nemen. Den snavel,
het vlaggetje en de andere fijne lijnen maak
en de twee andere mannen
ten toegeven, dat
is?” zei Battle
Anthony.
„Om u
Anthony.
Battle glimlachte voldaan.
„U bent niet traag van begrip, Mr. Cade.
vingers
klemden
Anthony's
voorover
luisteren.
Opeens richtte hij zich op. beduidde Anthony
door een gebaar vooral geen enkel geluld te
maken, sloop op zjjn teenen .naar de deur en
gooide die wijd. open.
Aan den anderen kant van den drempel stond
lange man, met .zwart haar, dat keurig
op zijn hoofd gescheiden was, groote,
pogen, die de wereld onschuldig
tegenwoordigheid
lang in twijfel.
„Ah. Mr. Cade!" zei ze. terwijl ze hem spon
taan haar belde handen toestak. „U heeft du»
toch kunnen komen!" -
„Wel, wel, Mrs. Revel! Ik wist niet, det W-
Cade een vrlénd van u waal" zei Lord Cater
ham.
„Een oude én een buitengewoon goede vriend.
zei Virginia met even een ondeugende schitte
ring in haar oogen. „Gisteren ben ik hem, heel
toevallig, midden in Londen tegengekomen.
toen heb ik hem verteld dat 'ik van plan
hier naar toe te gaan
Anthony stapte den weg, dien zij hem aan
wees, kordaat op.
Om dit spelletje te maken, heb je noodig:
een oud plat bord, een flink stukje klei, een
knikker, een stukje karton en een boomtakje
om zelf een tolletje van te maken.
De klei moet eerst heel goed en flink gekneed
worden, zoodat zij makkelijk en mooi gelijk
op het bord gesmeerd kan worden, d wx. dat
er geen luchtbelletjes meer in zitten; ie dit
niet goed gebeurd, dan gaat de klei bij het dro
gen barsten. We vullen het bord heelemaal met
kiel op en rollen met een stok over de opper
vlakte heen, zoodat het bord heelemaal mooi
glad gevuld wordt.
Nu wordt met den knikker in het midden van
het bord een kuiltje geduwd met nog vier an
dere kuiltjes er om heen. De kuiltjes worden
met den vinger iets verwijd, zoodat de knikker
er gemakkelijk In kan rollen.
Nu laten we het bord met klei een paar dagen
goed drogen. Als je het leuk vindt, kun je dan
met Ripolln de gaatjes in verschillende kleuren
verven, en het vlak er om heen bijvoorbeeld wit
maken.
Van het karton en het stokje maken we een
tolletje. Van het karton, dat stevig moet zijn,
maak je een rondje van ongeveer de grootte
van een gulden, met in het midden een gaatje
om het stokje door te steken, onder aan het
stokje is een puntje geslepen.
Het spelletje wordt als volgt gespeeld: 'On
•de beurt rpeelt iedere medespeler; hij laat het
tolletje draaien; de knikker ligt op 't bord, valt
de knikker in het mlddengat, dan heeft hij
punten; valt de knikker in een der andere
gaatjes, dan zijn dat 10 punten. Wie het eerst
100 punten heeft, heeft gewonnen.
O
zich over gebrek aan aanbidders niet te be
klagen. zy bezat bijna alle eigenschappen, wel
ke een man gelukkig kunnen maken, maar zij
had toch één gebrek: zij dweepte met iets, dat
in onzen tijd eigenlijk geheel niet meer op zijn
plaats isnamelijk met romantiek 11 Maar
zooals het dikwijls gaat met jonge meisjes, die
zorgeloos en onafhankelijk door het leven gaan,
droomde ook zij slechts van romantische en
geheimzinnige avonturen.
Lilian gaf aan drie vereerders een bijzondere
voorkeur: Tom, Cary en Edward. Maar in
plaats van eenvoudig de taal van het hart te
laten spreken, kwam Lilian op een dwaas idee,
dat geheel met haar romantische Ideeën strook
te. Op zekeren dag verzamelde zij haar drie
aanbidders om zich heen:
„Elk van Jullie is bereid direct met mij te
trouwen, nietwaar? Welnu, ik mag jullie alle
drie even graag en weet niet aan wien Ik de
voorkeur zou geven. Wij zullen het lot echter
laten beslissen! Ik heb gehoord dat er ergens
in de moerasgebieden van Brazilië, in de Jungle,
zwarte orchldeëen bloeien. Het gebied, waarin
ze gevonden worden, is niet alleen gevaarlijk
door de koorts, doch ook gevreesd om de wilde
volksstammen, die de zwarte orchideeën als een
heilige bloem vereeren.... Jullie hebben mij
echter dikwijls genoeg gezworen, dat geen offer
voor mi] te zwaar zou zijn, dat jullie zelfs jullie
leven voor mij zoudt wagen. Nu hebben Jullie
gelegenheid mij deze liefde te bewijzen. Ik
wil zoo'n zwarte orchidee hebben!! En hij, die
ze mij het eerst brengt, met hem aal Ik
trouwen!”
Een burchtvrouw uit de middeleeuwen had
niet met meer pathos kunnen spreken. Maar
haar ridders schenen de uitdaging niet als Iets
buitengewoons te beschouwen; zij bogen slechts
en gingen zwijgend heen. Gingenom ergens
ver in de wildernis van Zuid-Amerika 'n kleine
zwarte bloem te zoeken. tl
Meer dan een jaar verging. Tom was tot diep
in de wildernis doorgedrongen. Hij had den
Siërra do Fyrenos bestegen en was door gebie
den getrokken, die nog nooit tevoren door een
blanke waren betreden
Eindelijk vernam fflT
een
midden
hel-blauwe
bekeken en een breed, goedig gezicht.
„Pardon, heeren.” zei hij met een eenlgszlns
nasale stem en een accent.
liet aan het land, waar zijn wieg gestaan had.
„Is liet geoorloofd het tooneel van de mis
daad te bezichtigen? De heeren zijn zeker bel
den van Scotland Yard?"
„Ik niet,” zei Anthony. ..Maar deze heer
hier is hoofdrechercheur Battle van Scotland
Yard”
„Zoo!" zei de Amerikaan met een zeker ver
toon van eerbied. „Aangenaam u te ontmoeten,
Mijn naam is Fish, Hiram Fish uit
New-York City."
„Wat wou u speciaal graag zien, Mr. Fish?”
vroeg de politiebeambte.
De Amerikaan kwam de kamer in en bekeek
met groote belangstelling de donkere plek op
den parketvloer.
„Het geld aan die schurken geven? Mijn
eigen geld, waar ik mijn heeke leven voor ge
bedeld heb om een rustlgen. ouden dag te heb
ben? Nooit, nooit, nooit!!! En als Jij. die toch
als een wijze lampadar wordt beschouwd, me
niet gelooven wil, dan ga ik naar den grooten
Rdm Barat. HU is een wijze rechter, die zaï
erkennen, dat ik geen leugenaar ben, noch een
dief. En deze schurken zullen hun lot niet
entgaan.”
Den volgenden dag ging de lambadar met den
blihde en de twee andere mannen naar den
Emir.
Ram Barat stond Hoog cn 'streng
Ongeveer vier mijl van Kabul verwijderd
zagen zy een blinden man zitten, die hen be
groette met den gebruikelijken toeroep: „Allah
mihrban Kul mihrban” (Allah Is. goed, zeer
goed>. In hun vreugde over het spoedige weer
zien van vrouw en kinderen gaven de beide
mannen elk twee plee aan den blinde en gingen
een oogenbiik naast hem «itten om wat te rus
ten. Nadat de blinde bedankt had, vroeg hij.
vanwaar ze kwamen en wat zy voor hun be
roep deden. Nu wilde het geval, dat een van
de. twee slagers erg praatziek was, zoodat reeds
na een kwartiertje de blinde man hun geheele
geschiedenis kende en zelfs wist, hoeveel geld
elk by zich droeg.
„Dwaas." bestrafte de ander hem. „bedenk
toch, dat hij roovers en bandieten op ons af
kan sturen."
.Roovers? Hoe kom je erby.
vroeg de ander.
De oude man had gehoord, wat er gezegd was
„Hebt geen vrees voor my, goede mannen,"
stelde hij hen gerust. „Ik ben geen roover en
ken ook geen roovers. Uw geld is veilig. Ik zal
uw geheim niet verraden.”
De beide mannen waren gerustgesteld en ble
ven nog wat zitten oraten. Na een poosje deed
de blinde man hun een verzoek.
„Zouden jullie, goede mannen, my. armen
ouden blinden man. een groot plezier willen
doen? In myn geneele leven heb ik nog nooit
vierhonderd Rujiees bezeten, nog geen tien
Laat my uw schat een oogenbiik in myn han
den mogen houden! Wat een heeriyk gevoei
zal het dan vanavond voor my zyn. dat ik dezen
dag 4<X) Rupees In deze, afgewerkte handen
heb mogen dragen.”
De twee mannen overlegden met elkander
en de praatziekste van de twee gaf den door
slag. zy besloten aan het veiyoek van den blin»
de tegemoet te komen en gespten hun schat
los Maar dat scheen den cude nog niet vol
doende
.Mag ik het ook even, heel even maar om
myn gordel ’astmaken?” vroeg hy smeekend.
„opdat ik ook eens dat gevoel heb. een schat
mede te draden. Ik geef het fftld natuurlijk
direct terug.”
De twee mannen stonden ook dat toe. Waf
kon hun gebeuren. Zij met hun tweeën tegen
een ouden blinden bedelaar!
De blinde had den schat omgegespt en ging
Weer naast de mannen zitten Na enkele mi
nuten maakte hy nog geen aanstalten om het
geld weer terug te geven.
„Vraag het hem nu terug,” zei één van de
mannen.
„Neen, doe jy het mttar. Jij hebt je mond
voorbijgepraat," was het antwoord.
Eindelyk vroeg de praatzieke slager hun het
geld weer terug te geven.
„Geld?” vroeg de blinde verwonderd. ..Geld?
Welk geld Ik heb geen geld van Jullie. Of heb
ik hier met een paar roovers te doen, die een
armen ouden blindeman willen uitschudden?”
nen werken dan Tom. Doch.... alles vrueh
telooe.
Op zekeren dag bereikte hy een rivier, die
ergens direct uit het dichte struikgewas scheen
te ontspringen. Doodmoe van alle wederwaar*
digheden maakte Tom zyn hangmat klaar en
ging aan den oever liggen. Alles was doodstil
alleen het gonzen der Insecten was duidelnv
hoorbaar.
Plotseling schrok Tom hevig; het struikgewas
kraakte en een kreet weerklonk ver In het woud
Met een sprong was Tom uit zyn hangmat Hen
eenige passen naar de rivier toe en zag een man
voor zich, die op den grond knielde en verrukt
om zich heen keek. Die man was Edward en
zyn vingers streelden <en kleine, donkere bloem'
Edward hah Lilian's zwarte orchidee gevonden
Tom was een eeriyk tegenstander en drukte
zyn gelukkigen rivaal hartelijk de hand..
Na onzegbare moeilijkheden bereikten beide
jongelui de kust
in voortdyrenïten
angst voor de
wraak Jler wilde i
volksstammen
In een klein va- j
lies van Edward i
lag keurig ver-
zorgd de zwarte orchidee.
Drie weken, later bereikten zy New York ea
direct begaven beide mannen zich naar Lilian.
Toen zy aanbelden, kwam Óary hun'reeds in
de gang tegemoet. V--
„Hoe kom jy nu al hier?" vroeg Edward
zenuwachtig, terwyi zyn hart klopte alsof zyn
borst uit elkander zou springen.
„Ik ben reeds meer dan een Jaar met Lilian
getrouwd.
„Zóó.... jij hebt dus de zwarte orchidee veel
eerder gevonden!” stamelde Edward en Tom
voegde er aan toe: „Hoe is je dat gelukt? Waar
heb jy die zeldzame bloem gevonden?"
„Jadat is gauw gezegd!” lachte Cary.
„Indertgd toen Lilian ons op jacht stuurde ben
ik met myn wagen nog even om gereden. By
het verkeerspunt van de Vyftigste straat stond
het seinlicht op rood. Toevallig keek ik om my
heen en daar viel myn oog op de etalage van
een bloemenmagazyn, waarin een zwarte orchi
dee stond Ik zette myn wagen aan den kant,
kocht de bloem en bracht haar by Lilian....
Welnu, een week later waren wy in den echt
verbonden.
voor zyn
tent cn keek neer op de dfie mannen voor hem.
•Alleen de waarheid wordt hier gesproken en
anders niet. Wie liegt, moet sterven, klonk zyn
diepe stem
De blinde trad naar voren en begon:
„O helper van de armen! O groote der
grooten! o koning der koningen! Ik weet dat
ik voor u gerechtigheid zal erlangen en >k
vrees uw uitspraak niet. Ik heb nog nooit in myn
leven een leugen verteld en ik zal dat ook nu
nietsdoen Ik roep den grooten Allah aan als ge
tuige voor de wearheid myner woorden.”
Vertel de geschiedenis”, viel de Emir hem’
in de rede, „zonder verderen omhaal".
„Gisteren,” ging nu de blinde verder. ..zat ik
aan den kant van den weg en bedelde om een
aalmoes. Deze twee mannen kwamen naast mij
zitten en vertelden my hun geschiedenis. Ik
was zoo com om ook de myne te vertellen. En
het gevolg was. dat zy gezamenlijk poogden, mij
van de 400 rupees, die ik moeilijk by elkaar
heb gebedeld voor myn ouden dag. te berooven.
Maar ik riep om hulp en als de lambadar niet
was toegesneld, dan zouden deze schurken my
het geld hebben afgenomen.”
Daarna liet de Emir de twee slagers naar
voren komen en vroeg hun. wat zy te zeggen
hadden HU herinnerde ook,hen aan de dood
straf, als ze maar één onwaar woord zouden
zeggen.
In hun eenvoudige taal vertelden de twee
Eerst beschouwden de twee mannen het nog
als een grap, maar het was den blinde ernst
Hy verzette zich met geweld tegen de twee man
nen en schreeuwde zoo luid, dat dé lambadar
(hoofdmrnj van het nabUgelegen dorp *kwam
zonen van v
een armen,
cuden, blinden man. die nooit iemand kwaad
heeft gedaan.'
„Jou berooven?” vroeg de lambadar onge-
loovig. „jy hebt nooit een rupee bezeten."
„O Jawel,” klaagde de blinde voort. „Ik heb
nooit met myn schatten te koop -geloopen, maar
ik draag 400 rupees onder ny|n kleeren. En ik
oen zoo dom geweest me te laten verleiden, mjjn
geheim aan deze twee sCh'jrkeu toe te ver-
tr^trwcu. Ook zy hebben my hun ervaring ver
telt. zy komen uit Indlë en hebben een slagerij
gehad in Kabul. Maar de zaken zyn misge-
loopen en nu zyn ze gedwongen zonder een
penny op zak naar huls terug te keeyen. zy
vroegen me een weinig geld voor een maaltyd.
en toen ik dat wilde gevgn, hebben ze getracht
me te berooven."
De hoofdman wendde zich tot de twee sla
gers en vroeg wat zy daartegen in te brengen
hadden. Het verhaal van de twee mannen was
eenvoudig en zóó. dat de hoofdman den bede
laar gelastte onmiddellUk het geld terug te ge
ven, dat hy zich wederrechtelyk had toege-
eigend
•„Ik interesseer me voor alles, wat misdaad jj.
mr. Battle. 'n Soort ligfhebbery van me
Onlangs heb ik nog een artikeltje in een van
onze weekbladen geschreven: Degeneratie en de
hedendaagsche misdadiger.
Onder het spreken gingen z'n oogen. in een
scherp rondspeuren, de kamer door. Ze bleven
opvallend lang op het bewuste middelste raam
rusten.
„Het lichaam is al getransporteerd.” vertelde
Battle den Amerikaan.volgens Anthony
tamelyk overbodig.
„Zoo,” zei de Amerikaan onverschillig Zyn
oogen gingen naar de schilderijen aan de hooge
muren. „Buitengewoon mooie schilderyen hier,
heeren Een Holbein, twee <Van Dycks en als
ik me niet vergis, een Velasquez. Ik interesseer
me voor schilderijen, moet u weten, voor schil
derijen én voor eerste uitgaven. Daarom ben
ik ook hier uitgenoodlgd. om de collectie eerste
uitgaven van Lord Caterham te zien.”
Hy zuchtte even.
„Dat zal nu ook wel misloopen. De gasten
zullen wel toonen, dat ze weten hoe 't hoort, en
met de eerste de beste gelegenheid verdwynen,
niet?”
„Dat zal. tot m n spyt, niet gaan, meneer,”
zei de hoofdrechercheur. „Niemand mag weg
vóór het gerechtelyk onderzoek”
„Zoo! En wanneer is dat gerechtelyk onder
zoek?"
„Misschien morgen, misschien Maandag pas.
Eerst moeten we nog de lykschouwing en een
onderhoud met den coroner hebben."
„Ik ben er achter," zei Mr. Fish, ,,'t Zal een
manuscript als een zoete jongen aan den eerste
den beste afgegeven heb! Dat doet 't me. Mr.
Battle, dat verwondt me tot in 't diepst van m'n
ziel
Hoofdrechercheur Battle gaf geen antwoord.
„Enfin." zei Anthony, „berouw geeft niets en
misschien is alles nog niet verloren. Als ik maar
zorg, dat ik tusschen vandaag en volgende week
Woensdag de mémoires van wijlen Stylptitch
weer in myn bezit kryg. dan is de zaak weer
gezond.'
„Wilt u nog even mee teruggaan naar de
vergaderzaal, Mr. Cade? Er is nog iets, waar
over ik 't met u moet hebben
Toen ze in het bewuste vertrek terug waren,
ging de^ rechercheur dadelyk naar de mid
delste deur.
„Ik heb nog eens over deze kwestie nage
dacht. Mr. Cade. Deze deur gaat héél snoef
open. Zoudt u zich niet vergist kunnen hebben
met te denken, dat de deur gesloten was? Zij
kan wel geklemd hebben Jaals ik er goed
over denk, ben ik er elgeniyk zeker van, dat u
zich vergist heeft.”
Anthony keek hem scherp aan.
„En als ik u nu eens zeg. dat ik zeker, abso
luut zeker ben, dat ik me niet tergis?”
„Maar als u goed nadenkt zult u toch moe-
verglssen toch wel mogelyk
met z'n blik In dien van
zich even af keeren moest om
verbyten.
„En hy wordt vergezeld door een dame," giM
de Amerikaan onverstoorbaar voort, „wier ge-
achten naam ik gisteravond niet verstaan beu
Maar ook zonder naam is ze aantrekkelijk,
buitengewoon aantrekkeiyk."
Naast Lord Caterham Hep Virginia Re’'®1'
Anthony had zich den geheelen morgen al op die
ontmoeting voorbereid. Hy had er geen idee vad»
hoe hy moest handelen En daarom had hij be
sloten zyn houding van die van Virginia w
laten afhangen. Hoe die houding zou zyn WiM
hy niet, maar hy had groot vertrouwen in haar
van geest. Ze liet hem nle»
Die blinde?"
melancholieke boel wordenonder de gegeven
omstandigheden
Battle ging naar dé deur.
„We zullen hier maar weggaan," zei hy.
„Voor het oogenbiik moet de kamer nog ge
sloten blyven."
By de deur bleef hy wachten om de anderen
te laten voorgaan. Dan sloot hy de deur af en
stak den sleutel In zyn zak.
„Ik veronderstel.” zei mr. Fish, „dat u ook
naar vingerafdrukken zoekt?"
„Onder andere.” zei hoofdrechercheur Battle
laconiek.
„En ik denk ook. met het weer dat we van
nacht gehad hebben, dat er voetstappen te zien
geweest moeten zyn.”
„Binnen niet èén, buiten meer dan genoeg,”
zei Battle.
„Van myn voeten
Anthony opgewekt"
De onschuldige blauwe oogen van mr. Fish
bekeken hem van het hoofd tot de voeten
„Ik verbaas me over Je, jongmensch.” zei hy.
Door een lange gang kwamen ze in de lial
by den hoofdingang, een groote cirkelvormige
ruimte, van vloer tot zoldering met donker
eikenhout betimmerd, met op de hoogte van de
.eerste verdieping een galery. Op het oogenbiik
dat-zy de gang uitkwamen, verschenen door een
deur aan den tegemovergestelden kant twee
gedaanten.
„Aha,"-zei mr. Fish. „Onze joviale gastheer."
Dat joviaal was zoo komisch in tegenstelling
met het type van Lord Caterham, dat Anthony
mannen hun ervaringetr en het geheele hot
luisterde toe
„Hebben jullie geen getuigen, die kunnen be
vestigen. dat jullie vierhonderd Rupees by Jul
lie droegen?”
„Neen, groote rechter”, antwoordden zy.
„Is het geld altyd in huis geweest. Is
steeds door jullie handen gegaan?"
.4a. groote rechter, we hebber, het rupee na
ru pe^ verd lend
De^Ênur dacht enkele minuten na. Daarna
gelastte hy een bak met kokend water te halen.
„Doe het geld in het water”, beval hy.
Het werd gedaan.
„Breng den bak hier.”
De Emir wierp slechts een enkelen blik op
het water en gelastte toen den blinde in de
boeien te slaan.
Een leder verwonderde zich over de snelle
Uitspraak
heeft Lollipop dus bedoeld met zijij
methoden.” mompelde hy op e*n ge
geven oogenbiik
„Wat zegt u. Mr. Cade?"
.Reen, niets. .Neem me niet kwalyk dat ik
zoo onnoozel in mezelf sta te mummelen. Maar
de kwestie is, dat ik, of eigènlyk m'n vriend
Jimmy McGrath. in één slag voor duizend
opgelicht is."
Izend pond is een behooriyke
Battle.
te