N. V. SIGARENMAGAZIJN
(JNDUSTRIA)
I
EEN DYNASTIE
den ouden tronk
Rokin 102 - Amsterdam, C.
Telefoon 35988
Het eerste saluut
en
de eerste bloemen
Geen van zijn drie
zoons zou hem
opvolgen
r
Franco zending door geheel Nederland - Geïllustreerde prijscourant op aanvraag
De kleine Prinses Juliana bij Haar eerste bezoek aan Amsterdam
llollandsche en geïmporteerde
Sigaren, Sigaretten en Tabak
t
t
i
r
Koning Willem lil
overleefde at zijn
mannelijke ver
wanten
I
Prinses Juliana met Haar Vader wijlen Prins Hendrik
exerceeren,
te
en
kwam
was
prins
volk.
gered E|
nog onvei
niet «Heen
Koning Willem III en zjjn gezin: Koningin Sophie, geboren Erfprinses van Würt
temberg met in de wieg het Prinsje Alexander. Naast zijn vader: Prins Willem.
Aan den wand het portret van den op S-jarigen leeftijd overleden Prins Maurits
Prins Willem studeerde aan de Univer-
slteit van Leiden. Had men reeds vroeger
zijn goeden aanleg, helder oordeel, en aan
gename omgangsvormen opgemerkt, het
loffelijk oordeel, dat de rechtsgeleerde facul
teit van Leiden, waar de prins zjjn studie
in de rechts- en staatswetenschappen vol
tooide. over hem uitsprak, bevestigde op
nieuw de uitstekende gaven van dezen
Oranje, van wlen de natie veel verwachten
mocht.
jarigen leeftijd nu
met 'n diep gevoelden
aandenken, onzen Prins van
hetwelk mij die vervlogen Jaren
herwaarts vader en moeder en gade, broeders
en kind en thans weder, die het naaste stond
aan den troon, wiens Jeugd reeds zoo schoone
verwachtingen wekte, in wien het Vaderland
Kjjn toekomst zag en die nu, uit de volle
kracht van zijn teven in den vreemde werd
weggerukt. Wat had hij nog kunnen worden...”
Maar ook woorden van bemoediging sprak
oe hofprediker: „Ook toen er nog alleen maar
een ongeboren Willem III van het Oranjehuis
over was, heeft God dat_stamhuis bewaard en
daardoor in een hachelijk tijdstip Nederland
nu zien wij een anderen Willem III.
reakt en Goddank hij staat nog
Inderdaad, het was een zeldzaam voor
recht en het Nederland van de twintigste
eeuw kan het zich nauwelijks meer in
denken. Zoo krachtig bloeide toen de
Oranjeboom. In die dagen en later nog
vulde bly gerucht van kinderstemmen de
paleizen van ons Vorstenhuis. Jongens en
meisjes speelden en stoeiden er; jonge prin
sen groeiden op, de hoop va'T het vaderland.
Maar toen de eeuw ouder werd, vielen
een voor een de bladeren; te vaak
opende zich de sombere grafkelder te Delft,
was weer een jong veelbelovend leven af
gesneden.
1855 maakte de prins met den rang van luite-
nant-ter-aee 2e klasse k la suite, op het fregat
„Doggersbank” een reis naar de Middelland-
sche Zee, Madeira en de Canarische Eilanden.
De prins deed aan boord gewoon dienst, leerde
ook splitsen en knoopen en toonde voor alles
wat het zeeweaen betrof groote belangstelling
Op 4 September werd op de ..Doggersbank" de
vijftiende verjaardag van prins Willem met
groote opgewektheid gevierd. Het Jaar daarop
maakte de prins met Hr. Ms ..Merapi'* een
reis naar Ijsland en weer een jaar later met
de „Groningen” nogmaals naar de Mlddelland-
sche Zee.
Dat het Nederlandsche volk op Haar niet
vergeefs heeft gehoopt, weet de natie van
heden. Door een keerpunt der tijden handhaaf
de en versterkte zij als een der besten der
Oranjes den band tusschen Vorstenhuis en Va
derland; Haar dochter schonk zij den symbo-
llschen naam van Juliana, en als een tweëde
Juliana van Stolberg is onze Kroonprinses de
stammoeder van het herboren Oranjehuis; den
boom, welke diep wortelt in den Nederlandschen
bodem en opnieuw bloeit tot vreugde van heel
het
Het voorspoedig opgroeien van de kleine
Prinses Beatrix en thans weer de nieuwe
blijde gebeurtenis in het jong en gelukkig
prinselijk gezin doen de herinnering onwil
lekeurig teruggaan naar de jaren. dat Prin
ses Juliana self nog heel jong was en de
eerste kleine voorvallen uit Haar leventje
bekend werden.
Ook Schevenlngen had zijn uiterste best
daan ter eere van de geboorte van het Ko-
ningskindje En toen 's middags, trots regen en
wind, de Koningin er in een open rijtuig kwam
aangereden om de versieringen te zien en er
door de feestende bevolking hoeras werden
aangeheven, toespraken gehouden en bloemen
aangeboden, was er één meisje, dat H. M. een
bouquet kwam brengen voor de kleine Prinses.
Dit waardeerde de Koninklijke Familie heel
bijzonder! Koningin Emma, die 's avonds ook
eens een kijkje kwam nemen in het versierd»
dorp, verklaarde, dat zij het zoo’n .aar
dige attentie” vond en dat de Koningin, 's mid
dags bij haar thuiskomst, de bloemen 'dadelijk
in de kamer van de Prinses had geplaatst.
En daags daarna ontving ons Bchevenlng-
stertje namens de Koningin een brief, waar in
stond, „dat HM haar ook nog eens schrlf-
t e 1 tj k bedankte voor de bloemen, Haar. b0
haar bezoek aan Schevenlngen, voor het Prin
sesje aapgeboden; en dat het de eerste bloemen
waren, die de Prinses ontvangen mocht.”
Maar reeds als kind had deze prins een zeer
zwakke gezondheid en moest hu zich voort
durend ontzien. Opgroeiend ontplooide zich in
het zwakke lichaam een schrandere geest,
kunstzinnig met neiging tot wetenschappelijke
studie en een lust tot verzimelen van histo
rische handschriften en andere authentieke
stikken. Hij had een groote liefde tot onze
moedertaal; er waren weinigen die zoo zuiver
Nederlandsch schreven en spraken als Prins
Alexander.
„Op staatkundig gebied,” schrijft een tijdge
noot van hem. „ontving de Jonge prins, hoe
ziek hij zich soms voelde, mannen van de
meest ulteenloopende richting en was voor allen
in gelijke mate welwillend. Prins Alexander, een
vijand zijnde van verdeeldheid en partijhaat,
had als beginsel aangenomen: hoor en weder
hoorEr zijn ook publicaties van zijn
hand, waarin hij zijn Inzichten en bedoelingen
vastlegde. o.a. omtrent de vervulling van het
koningschap.
2 Juni 1909. dus ruim een maand na haar
geboorte, werd Prinses Juliana de eerste
bloemenhulde gebracht door een meisje uit
Schevenlngen, toen déér het Jullanafeest
gevierd werd.
Het werd eenzaam om den troon van Neder
land en de natie was zich dit wellicht nimmer
ZOO sterk bewust als op den 26en Juni 1879,
toen Neerlands Kroonprins, pas 39 Jaar oud,
naar zijn'laatste rustplaats werd gebracht. De
hoopvolle verwachting, welke ds. van den Broek
op dien gedenkwaardigen 4 November 1840 in
de Haagsche Kloosterkerk bad uitgesproken,
was niet in vervulling gegaan Het doopelingetje,
de kleine Erfprins Willem, zou nimmer den
troon der vaderen bestijgen. In den bloei van
stfn jaren werd hjj uit het leven weggenomen
Zooveel goeds had Nederland van dezen
prins verwacht. Een, die in zijn jeugd als
kameraad met hem had verkeerd, getuigde van
dezen Oranje; „Ik heb dien prins gekend In
den tijd, toen hjj nog slechts „Prins" mocht
worden genoemd en toen wij. jongens, als wjj
Waren, niettegenstaande de nabijheid van gou
verneur of adjudant, de plichten van eerbied,
Tan ontzag en van gastvrijheid wel eens ver
laten, om ons hart op te halen met stoeien,
met redetwisten en tenslotte met vechten.
Ai heel spoedig na haar geboorte maakte
Prinses Juliana, op de armen van de zuster./*»
uitgangetjes In den tuin van het Paleis.
Op één daarvan was het. dat de Kroonprin
ses het eerste militair saluut ontving van den
daar geposteerden schildwacht. Die soldaat
zette zich dadelijk in postuur, toen hij de kleine
Koninklijke Hoogheid naderen zag En toen zij
hem. misschien wel slapend, voorbij werd ge- i
presenteerde hij heel correct het ge
in velerlei wetenschap, met exerceeren, met
paardrijden enz., dat wij ons eerbiedig moesten
terugtrekken met onze klachten over hetgeen,
naar onze meening. te veel van ons inzake
studie en opleiding gevorderd werd; de prins
klaagde nooit en was altijd moedig en opge
ruimd. Wij hadden dagelijks onze uren vrijaf;
de prins had ze bij lange na niet in die mate.
De prins benijdde ons wel en dat zei hjj ons
dragen,
weer.
Dit kwam Prins Hendrik ter oore; en die
vond dat rM> aardig, dat liU het aan de Ko-
vertelde. Onze schildwacht wist intus-
niet beter of hjj had zijn soldatenplicht
De doop ging met groote plechtigheid ge
paard en werd verricht door ds. van den Broek,
die hieraan ojb de volgende woorden wijdde:
„Meer dan zeldzaam, misschien eenig is het
voorrecht, dat de hoofden van vier opeenvol
gende geslachten, dat een viertal vorsten, die
de koninklijke kroon gedragen hebben, nog
dragen, of eenmaal, zoo wij hopen, dragen
zullen, zich tot hetzelfde godsdienstig doel ver-
eenigd vinden: om Gods verbond en Zijn in
zettingen te houden."
Vier Oranjes bijeen: de overgrootvader,
Koning Willem I, die juist een maand tevoren
afstand van den troon had gedaan, de groot
vader, thans Koning Willem II, de vader.
Kroonprins Willem, die negen Jaar later als
Koning Willem III den troon zou bestijgen en
eindelijk de doopeling, de kleine Erfprins van
Oranje.
Toen het stoffelijk overschot van prins
Willem op 26 Juni 1879 in den koninklijken
grafkelder te Delft werd bijgezet, hield de hof
prediker Ds. van Koetsveld, een korte, indruk
wekkende rede:
„Daar is één smart,” zoo zelde hjj, „voor
rijken en voor armen even zwaar: de vader- of
de moederrouw. Brengen wy onze ouders ten
grave, dan is het met den weemoed der her
innering, maar kinderen nemen onze hoop met
zich in het graf en de hoop is de staf des
ouderdoms.
Ook geëerbiedigde Koning. is thans ander
maal deze smart opgelegd. Reeds bracht ge
Neen, nog was de Koning niet alleen; aan
zijn zijde stond de laatste prins uit het Huls
van Oranje geboren: Willem Alexander
Karei Hendrik Frederik, bekend als Prins
Alexander, die op 25 Augustus 1851
*s Gravenhage het levenslicht zag.
De dood van zijn innig geliefde moeder.
Koningin Sophie, het heengaan van zijn
ouderen broeder, dien hij zeer genegen was,
hebben den zwakken prins zwaar getroffen.
Steeds meer trok hjj zich terug uit het
openbare leven. Den 21en Juli 1884 overleed
Prins Alexander in zijn paleis aan den
Kneuterdijk te 's Gravenhage
De thans 67-jarige Kon.ng had zich al
zijn mannelijke verwanten zien ontvallen.
Maar nog was hij niet alleen. De hoop der
natie richtte zich thans op het vier-jarig
prinsesje Wilhelmina, gesproten uit
*s Konings tweede huwelijk met de Jonge
Emma van Waldeck Pyrmont.
Ik herinner mij uit die jaren van 15 en 16-
met 'n diepen weemoed en
warm en nar telijk
Oranje, al
hoog doet
•ehatten onder alle volgende. Mijn vrienden
uit de jongensjaren, leden van een gezelschap,
6*t den Prins toen gekend heeft, zullen getul-
ttn, dat wjj, na een scheiding van ongeveer 25
J**r, diep het verlies betreuren van hem. die
*°en in onze schatting alleen onze Prins was
én dat wjj nu des te meer beseffen, hoe groot
6*1 verlies voor alle Nederlanders is.
„Onze Prins" want met noogeren titel heb
*k hem nooit leeren noemen, was in zjjn en
“Ufa jongenstijd zoo ingespannen met lessen
het oog
overbljjv
kleiner het aantal, hoe enger band Laat by het
graf van dezen edelen en geliefden zoon van
Nederland opnieuw blijken, dai wjj onze vor
stelijke dooden vereeren en dat de levenden
ons zoo mogelijk nog dierbaarder worden
ningin
sc hen
gedaan en zette een paar verwonderde oogen
op. toen hem bij het af lossen gezegd werd, dat
hj) bij den Prins op het Paleis moest komen.
Maar men stelle zich nu zijn blijdschap voor,
toen hij van den Prins te hooren kreeg, dat het
H. M de Koningin had behaagd, hem, den eer
sten militair, die het saluut aan haar Dochter
had gebracht, met een geschenk te vereeren en
«el een diamanten dasspeld, of een gouden
horloge met inschrift, als hij dit liever had.
Wat de overgelukkige soldaat gekosen heeft,
meldt de» geschiedenis niet. Maar wel. dat. bij
zijn terugkomst in de kazerne, hjj en zijn mak
kers niet gauw uitgepraat waren over die groo
te, hem zoo onverwacht te beurt gevallen eer;
en dat het 's avonds op zijn chambrée groot
feest was.
Het is bijna honderd jaar geleden
op 4 November 1840 - dat vier
Oranjes, de hoofden van vier opeen
volgende geslachten, bij een plechtig
heid waren vereenigd, den doop in de
Haagsche Kloosterkerk van den jon
gen prins Willem Nicolaas Alexander
Frederik Karei Hendrik, den oudMfen
zoon van den lateren Koning Willem
III. die ooit, naar men hoopte, als
Willem IV den troon zou bestijgen.
Het prinsje was 4 September geboren
als eersteling van Erfprins Willem
zjjn gemalin Erfprinses Sophia van
Württemberg.
Op staatkundig gebied verschilde het inzicht
van den Kroonprins veel van dat van Koning
Willem III. Belden bezaten aaarbjj een sterke
persoonlijkheid, zoodat het ohvermijdeHjk einde
was. dat de Kroonprins zich meer en meer aan
de staatszaken onttrok. De Kroonprins vertoef
de veel in Parus, waar hu zeer gezien was Hier
is hij tenslotte ook gestorven. Einde Mei 1879
werd prins Willem ziek, lijdende aan een be
zetting op de borst. Aanvankelijk zag men
den toestand niet ernstig In. maar na enkele
dagen volgde een Instorting longontsteking
en pleuris die de zieke niet weer te boven
is gekomen. In den morgen van 11 Juni 1879
vroeg ütjn kamerdienaar, die hem vijf en twin
tig Jaar had verzorgd, of hjj de kussens wat
zou opschudden en den zieke wat gemakkeljjker
leggen. „Doe. zooals je goeddunkt”, antwoordde
de prins met zachte stem. Het waren zijn
laatste woorden. Enkele oogenblikken later was
de Kroonprins der Nederlanden dood.
Algemeen waren ontsteltenis en deelneming,
niet het minst ook In Parijs. De „Figaro”
schreef; „De Prins van Oranje, die gedurende
eenige jaren te Parijs leefde, was een der meest
bekende personen In de ParUsche hooge wereld,
waar hjj groote sympathie genoot. Hij was
blond, droeg een knevel, dun oploopend. en
had een Iets meer dan middelmatige lengte.
Zjjn gang was langzaam, het hoofd een weinig
naar links gebogen; de blik was zacht en rus
tig, 'n weinig trotsch, maar dit meer In schijn,
daar de prins de gewoonte had een monocle in
het oog te dragen.
Die houding gaf hem Iets koels In zijn uiter-
Hjk. maar als hij sprak, altijd welwillend en
vrooHJk. was die eerste Indruk spoedig wegge
vaagd en men voelde zich In tegenwoordigheid
van een aangenaam causeur, wiens origineel
oordeel over het Parijsche leven hem Techt op
zijn gemak zette. In één woord: zonder te ver
geten, dat men een Koninklijke Hoogheid voor
zich had. voelde men zich zeer tot hem aan
getrokken”
Het vaderland rouwde. Een schok van 'ont
roering voer door het Nederlandsche volk.
„Donker is de gezichtseinder," zoo schreef men,
.het is als daalt de zon ter kimme om niet
weer te keeren Maar wjj weten allen, dat na
den nacht de dag weer verrijst; laat ons niet
'uiten voor enkele lichtpunten, die ons
Moed gevat, moed gehouden! Hoe
ook. maar gehoorzaamheid was voor hem een
eerste plicht en hij klaagde nooit. In studle-
zaken behoefden wjj onzen jongensbluf niet te
luchten, want de prins was ons vóór, zoo was
het met gymnastiek, met zwemmen, met spe
len. kortom met al onze jongensambitles.
In onze omgeving bewees de prins dikwijls,
hoe hij tact aan gewone jongensstreken wist te
paren. Zoo speelden we eens een eenvoudig
spelletje te zijnen huize, toen hij mij, ik zat
aan zijn rechterzijde, een zeer gevoeligen slag
op den arm gaf, zeggende: „Zoo gaven we de
armpuisten op Noorthey" (kostschool. door den
prins bezocht). Ik werd boos, gaf er een terug
en zei: „Zoo geven we ze hier.” En dit ging
zoo voort, vice versa en per slot van rekening
allesbehalve zachtjes. De gouverneur kwam
onverwachts binnen, scheidde ons en wat deed
de prins? Hij ging rustig zitten zooals Ik. tot
dat de gouverneur vertrokken was. Hjj stond
toen op en gaf mij de hand, zeggende: sale hebt
mij pijn gedaan, maar ik jou ook, dus: even
goede vrienden”
In alles was toen de prins voor ons volkomen
een kameraad. Zóó hebben wij in ons
De levende Koning Willem III had uit
zijn huwelijk met Sophia van Württemberg
drie zonen. De oudste. Willem, was thans
overleden, de tweede, Maurits genaamd,
stierf in 1850 op zes-jarigen leeftijd. De
Jongste. Alexander, na den dood zijns broe
ders nu Kroonprins der Nederlanden,
27 jaar, maar zwak en ziekelljk. Behalve de
Koning en deze laatste zoon leefde nag één
jnannelijke Oranje, de hoogbejaarde Prins
Frederik, broeder van Koning Willem II,
die op 8 September 1881 op 82-jarigen
leeftijd zou komen te overlijden.
vriendenclubje vóór 25 jaar dien prins leeren
kennen, liefhebben en hoogachten”
Over de jeugd en opvoeding van den jongen
Prins Willem geeft het mooie boekje: ..Da
Prinsen uit ons Vorstenhuis” door J. J. Moer
man en T. Kltjnhout-Moerman (uitgave Van
Holkema en Warendorf, Amsterdam) tab van
De drie zonen van Koning Willem
III, die nimmer hun vader zouden
opvolgen: v. I. n. r. Kroonprins
Willem (1840—1879), Prins Mau
rits (18431850) en Prins
Alexander (1851—1884)