Groen
Noordbrabant
den dag
m
aan
Kabouter Flip
zijn vriendje Wip
en
I
DE WERELDTENTOONSTELLING
TE NEW-YORK
'4
F 250.
KENTERING IN
HET GETIJ
G
I
de
f
Streven naar behoud
en herstel
van
zeven
Het Geheim
Schoorsteenen
E
De nieuwe
I N A I EIT
4
DOOR AGATHA CHRISTIE
A
i
i
Het is te hopen, dat deze
expositie een les zal zijn
L*
I
Z
DONDERDAG 10 AUGUSTUS 1939
„Je
mers
middag kwam Dora.
alle
IT
nt
in
HOOFDSTUK XVIII
NACHTELIJK AVONTUUR NUMMEB TWEE
Toen ze
Bundle
er?"
vroeg
waren
ik wel heb.'
één.
1
de oogen van Battle kwam een oolyke
8
I
t
mogen we
wijden aan het
Dan vloog de heele bende weer op den adelaar
af en pikten den vogel maar waar ze konden.
De koning der vogels kon zich tegen de zwart
rokken maar moeilijk verdedigen, omdat ze in
groote meerderheid waren.
„Zoek jij wat steenen op.” zei hjj tegen Wip,
dan zal ik dat brutale volkje eens leeren. Weldra
suisde de eerste steen door de lucht en trof juist
den aanstoker van de vechtpartij.
De
.Peur
meneer?”
Je hebt ze achter de mouw,
enz., enz. Dus Je gut naar
doch uitsluitend
waarvan het bereiken
Ter
De
25
30
25
J
*a Vierkani op z^i
punt (oranje met wit
ten rand) vindt U lange
de voorrangzwagen,
waar voorts de af-
standspaaltjes oranje
koppen hebben.
in hpt
opgeme
waarop stond
,JJe tentoonstelling is van belang om den
buitenlandschen handel te bevorderen, „maar de
opvoedkundige waarden zijn nog belangrijker".
De bezoeker maakt hiér een reis door de we
reld; hij bestudeert hier al datgene, waarop de
landen der aarde „het meest trotsch zijn”.
Onze inzending te New York voldoet hieraan
niet”. f
„En uw eigen zending. Mr. Cade?” infor
meerde hjj. „Is die naar zin afgeloopen?”
„Nee, Battle, voor den sooveelsten keer een
niet. Met bepaald animeerend. wat?”
(Wordt vervolgd)
Driehoek op z‘n
punt (roods rand, geen
teekening erin) wil zeg
gen: ..pas op, gij nader
eest voorrangsweg”.
Voor de smokkelaars volgden nu, ondanks hun
grootspraak, eenige dagen van meer spanning.
Ze hadden zich voorgenomen een lading boteri
te gaan smokkelen, maar eerst wilden zij toch
meer weten aangaande de zoogenaamde trucjes
van Willem Bunters.
Ze zagen hem 's avonds met eed collega uit
gaan, maar de smokkelaars stelden vast, dat
door de komst van Bunters het gevaar voor hen
niet grooter was geworden. Als zjj ergens op
de loer lagen, hoorden ze hem meer praten
over sport dan over zijn diénst. Een echte dienst
klopper spreekt het liefst over zijn beroep,
vonden ze, zooals zjj het liefst over hun smok
kelhandel praatten.
Het gevaar leek geweken. Binnenkort zouden
ze weer een nachtelük^n tocht ondernemen.
„Die neef van jou kan men ook al niet ge-
looven. plaagde Jan Kalks „de Rooie" „HU
heeft ons maar wat bang willen maken.”
.Je ziet dat hij geen smokkelaar is. verde
digde „de Rooie” zUn neef. „Die jongens hebben
al schrik als ze het uniform van een commies
maar zien. Maar ik zal hem, als hij met de
kermis bü me komt, eens flink den neus wrUven
en hem eens eventjes vertellen dat hU zeker
meende snotapen voor te hebben.”
„En jullie waren dan ook al leelük van
streek.” spotte Janus van Veer. HU had met
beiden een inspectietocht in het bosch gehou
den. Toen groette hü een jongeman, die daar
op den rand de heide aan het schilderen was.
25
50
.00
90
90
«0
50
00
00
00
00
30
30
35
30
Janus brieste van woede en stiet Dora met
geweld terug. HU legde opnieuw aan, maar „de
Rooie” en Frans wisten hem in bedwang te
houden, totdat de kommies uit het oog ver
dwenen was. Toen wendde hü zich tot zün
dochter: „Heeft hü Je ooit iets gevraagd' over
ons smokkelen, of wanneer wU een tocht onder
namen?”
„Nooit,"
Toen Anthony den volgenden middag uit den
trein stapte, was de eerste, dien hü zag. hoofd
rechercheur Battle. BU het zien van het fleg
matieke gezicht onder den bekenden zacht-
vllten hoed begon Anthony smakelijk te lachen.
„Zooals u ziet, heb ik me aan onze afspraak
gehouden.” begroette hü den politiebeambte.
„Bent u hier om dat te controieeren?"
Battle schudde het hoofd.
„Daar heb ik me geen oogenblik bezorgd over
gemaakt. Mr. Cade. Ik moet toevallig met dezen
trein naar Londen, anders niet."
,Je bent nogal goed van vertrouwen, hé.
w w- w-s An/^MMr'JQ ap dit btadaun ingevolge de veraetasrlngsvoorwaarden tegem W-« Ml tevenalange geheele ongeschiktheid tot wertan daar Jte 7KH ofl een engeval zoo»
.ZX I >1 r1. ZX 11 [L o ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen F f DU«“ veröes van beide armen, beide boenen ot beide oogen F DU»" donrteW» afloop
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Maar op hetzelfde oogenblik botste ze tegen
een man, die Juist de zUdeur uitkwam.
Het was Hiram Fish, de Amerikaan.
„Wel. wel, een dame!” riep hü uit. .Neem
me niet kwalUk, Mrs. Revel. Ik dacht, dat u een
van de ongenoode gasten was, die door hard
loopen^den langen arm der wet probeerde te
ontduiken.”
„HU moet hier net langs gekomen zUn," riep
Virginia opgewonden uit „Zouden we 'm niet
kunnen pakken?”
Maar op hetzelfde oogenblik, dat ze die vraag
deed, begreep ze al, dat het te laat was. De
man had door dit opqdthoud een grooten
voorsprong gekregen; het park liep, aan den
westkant, tot het terras, en het was nieuwe
maan. Ze keerde zich gelaten om en ging met
Mr. Hiram Fish naar de vergaderzaal terug.
En onder het loopen vertelde de Amerikaan
haar, bü wUze van troost, allerlei bUzonderheden
over inbrekersgewoonten, waarvan hU véél ver
stand scheen te hebben.
Lord Caterham, Bundle en een collectie ver
schrikte dienstboden stonden op het terras,
voor de deuren van de vergaderzaal, haar op
te wachten.
„Wat is er toch gebeurd?" vroeg Bundle.
„Dieven geweest? En wat doe JU met Mr. Fish
zoo laat buiten, Virginia? Een nachtelUke wan
deling gemaakt?”
Virginia bracht verslag uit van hetgeen er
gebeurd was.
„Wat razend interessant." zei Bundle. .Net
overkomt je niet dikwUls, dat je een moord en
een Inbraak in een halve week te digereeren
Bill kreeg het eerst zijn tegenwoordigheid van
geest terug.
.Nu!" bulderde hU. En terwul de hand van
Virginia langs den deurpost omlaag gleed, sprong
hij op den man onder de Holbein af.
Virginia vond den schakelaar en draaide,
hoorde
dan een
lampjes
Flip en Wip keken met stomme verbazing
naar dit tafereeltje. Flip was erg verontwaar
digd. Hoe durfden de kraaien dezen koninklijken
vogel zoo aan te vallen. Dat ging alle perken
te buiten.
Op dat oogenblik verscheen Bill voor de
middelste terrasdeur. HU zag er verhit uit en
hU hügde zwaar.
„Wel ver..dikke," zei hU verwoed. „Die
lamme kerel is ontsnapt! Ik heb 1 heele park
afgezocht! Geen spoor van hem te ontdekken!"
„Kop op. Bill,” troostte Virginia hem. 'n
Volgenden keer beter.”
„Wel, wel," zei Lord Caterham. „En wat zullen
we nu doen? Maar naar bed gaan, zou ik zeg
gen Voor morgenochtend zeven uur kunnen we
Badgeworthy toch niet te pakken krUgen. Tred-
well, JU bent op de hoogte van den gang der
zaken in een geval als dit. Zorg JU er verder
voor?”
,Ja, mylord.”
Met een zucht van verlichting maakte Lord
Caterham zich op. om naar zUn slaapkamer te
verdwünen.
meneer
Nu het volop vacantie is en we naar buiten
gaan, waar de vogeltjes fluiten,
toch zeker wel een praatje v”
groen, door velen nog gewaardeerd, doch ook
door velen, gezien de praktUk, als een over
bodige luxe beschouwd.
Groen is van oudsher de kleur van de jeugd,
der hope' en het zal dit tot aan het einde der
bent
Battle?”
„Vindt u.
.Nee. Juist niet.
Stille waters,
Londen?”
„Ja, Mr. Cade.”
„Waarom, vraag ik me af?”
De detective gaf geen antwoord.
„Je bent zoo verduiveld spraakzaam," zei
Anthony. „Dat trekt me nog het meeste in Je
aan.”
In
schittering.
uw
De smokkelaars in het dorpje X. staken de
hoofden bü elkaar.
„MUn neef Frans kent hem.” zei „de Rooie".
.NU is een eerste dienstklopper. WU moeten
hem maar goed in de gaten houden raadt hU
tnU aan, want, zooals Frans ook beweert, kent
die Bunters, zooals die knul heet, veel trucjes
om de smokkelaars te verschalken." 6
.Die kennen ze allemaal wel.” verklaarde Piet
Veters, „maar daarmee snappen ze ons niet. Er
is altüd baas boven baas. ZU één trucje, wU
twee.”
„Ik heb het niet erg op nieuwe heeren be
grepen.” bekende Jan Kalks.
„Och man, zoo’n nieuwe kent de streek Im-
niet," verwees Janus van Veer, die de
voorpost was. als de bende ging smokkelen.
„Maar ze gaan toch nooit alleen In dienst,"
haalde Jan aan.
„Maar als ze ons achterna willen zitten, dan
weet zoo n nieuwe immers heg noch steg? Dit
geeft ons altUd een voorsprong. Ik zeg maar:
met zoon nieuwe is er minder gevaar dan met
kommiezen, die al lang In ons dorp liggen. Laat
hem komen, die melkmuil! Zoon oude rat als
ik laat zich niet vangen En het ligt toch zeker
wel aan mU, of we vetlig thuiskomen.”
Hiertegen wisten de smokkelaars niets in te
brengen. Janus was de leiding ten volle toe
vertrouwd.
Een paar dagen later werd rondgebazuind
„HU is er! Een piepjong kereltje nog. Met mUn
pink duw ik hem tegen de vlakte,” lachte Plet
Vesters.
En „de Rooie" vertelde: „HU Is bU Neelsen
in den kost. Ik heb hem vandaag al tweemaal
gezien, maar hU was niet In uniform."
„Een van zUn trucjes,” grinnikte Piet. „WU
mogen meneer den commies nog niet kennen.”
In Noordbrabant met zün prachtige groene
dreven en bosschen. met de fraaie, door hoog
en breed lommer overhuifde dorpskommen, ziet
men dit gevaar duidelUk en scherp.
Daar is de slokop, die „verkeer” heet, komen
happen in het mateche groen en heeft in stad
en dorp lanen en bosschen en velden vernield.
Daar heeft een andere „moloch”, die ontgin
ning heet, de heidevelden, geboren in den oer-
tUd, waarin de vliegdennen spichtig en
grotesk zich uit het landduin omhoogwringen
en moeizaam het .hoofd boven water” hou
den, aangevreten, en vele vennen, die in den
zonneschijn trillende zeveren spiegels, wegge
vaagd. VoQrts heeft de godin „Industria”, ove
rigens een, niet onwelkome gast, overal „mo
numenten” opgerieht, die heel niet vallen In
het kader van het landschap.
Door de gedragingen van dit trio, waarbU
nog gevoegd mogen worden die van zich bouw
meesters noemende, doch weinig smaak be
zittende lieden, dreigt Noordbrabant het as
pect te verliezen, waarmede de bewoners ver
trouwd zijn en dat de vreemdelingen trekt.
Van overheidswege voelt men dit gevaar.
De Stichting „Het Brabantsch Landschap",
door Provinciale Staten sedert enkele Jaren
gesubsidieerd, was de eerste, die alarm sloeg.
Nadien riep de provincie zelf een streekplan-
dienst in het leven, die thans er voor waakt,
dat geen dwaze dingen meer worden gedaan,
het behoud van het mooie, oude, vertrouwde
nastreeft en leiding geeft bü veranderingen,
die het land noodzakelijkerwijze heeft te on
dergaan.
NatuurlUk de Brabanders zün evengoed
Nederlanders als de Hollanders is tegen deze
bemoeienissen van de overheid aanvankelUk
een hooge rug opgezet. Maar langzamerhand,
en geregeld meer en beter, gaat men inzien,
dat deze bemoeienissen niet moeten worden
beschouwd als een ingrijpen in de vrUheid van
gemeente of individu, doch uitsluitend be
nogen een ideëel doel,
niemand schaadt in zijn eigen belangen, in
tegendeel.
Vandaar ook is thans een beweging gaande,
die een nauw contact tot stand brengt tusschen
Streekplandienst, gemeentelük woningbouw-
en beplantingsdienst en ook.... partjculleren,
met name vooral bouwmeesters en tuinarchi
tecten. Nu kan men opwerpen, dat bouwmees
ters en tuinarchitecten hiermede allereerst hun
persoonlUk belang benogen daar samenwerking
hun kans tot emplooi zal vergrooten, doch men
mag niet vergeten, dat tensloi geen huis of
park zonder architect kan worden gebouwd of
aangelegd. En als aan een architect of anderen
technicus, die beseft, aanvoelt en weet waar-
„Zoo, kladschilder! Ik-heb je weer zien praten
met mUn dochter, maar pas op dat je haar niet
den kop op hol brengt, man! Je bent gewaar
schuwd. Je schUnt bet er op aan te leggen zoo n
beetje met haar te kunnen vrijen. Ik heb je
permissie gegeven mijn huisje te schilderen,
zooals ik al aan zooveel van die kladders als JU
heb toegestaan, maar nu zou ik liever zien dat
je aan den anderen kant van het bosch de hel
namaakt. Ik heb niet graag dat je mUn doch
ter ophoudt."
„Van vrijen is geen sprake.” zei de schilder.
je dochter komt zelf nu en dan oen praatje
met mU maken. Het te niet mUn schuld, a’s zü
opgehouden wordt."
„Je bent in alle geval gewaarschuwd, her
haalde Janus met een dreigenden blik en liep
door.
Nu te bovendien de gelegenheid niet aange
grepen om datgene naar voren te brengen, wat
in Amerika succes zou kunnen hebben. Of we
een heeleboel stukjes kaas slüten, of we wat
tegeltjes, pullen of pUpen verknopen van 1 dol
lar of zoo. dat alles te van weinig belang. Re
laties van blUvenden aard zullen hier mj. niet
uit voortvloeien.
Kostbare voorwerpen, die werkelUke kunst
waarde hebben, diar gevoelt de Amerikaan
voor en in de goede zaken ziet men het oeste
van Europa tegen zeer hooge prijzen aangebo
den. Dit zou een kans geweest zUn voor onze
kostbaarder kunstnüverheidsproducten om een
voet aan wal te krijgen, daar waar onze voor
vaderen in 1609 hun eerste stappen zetten!
België (dat evenmin als Holland in Parijs eenip
blijvend succes boekte) was tevreden met het
geen er nu reeds was afgesloten; o.a. op het
gebied van de zeer kostbare kant, waarvan de
Belgische inzending naast de bekende oude
motieven een serie voortreffelUke moderne ten
toonstelt.
Mogen de volgende woorden, genomen ui>
den officieelen gids van de tentoonstelling, ter
harte genomen worden bU komende gelegen
heden, want deze gelden niet voor dezen éenen
keer alleen.
Virginia voelde zich als verlamd. Als ze maar
geweten had wét te doenBU de vechtpartU hel
pen durfde ze niet. De kans dat ze Bill zou
hinderen was te groot. Het eenige wat ze kon
doen, was bü de deur blUven staan. Op die
manier was die als uitgang afgesloten En ze deed
niet alleen dat. maar riep, tegen Bill's instruc
ties in, zoo luide ze kon en zoo dikwUls ze kon
om hulp.
Boven op de eerste verdieping gingen ver
scheidene deuren tegelUk open. De hall en gang
achter haar werden opeens verlicht. Als Bill den
man nu maar zoo lang, tot er hulp kwam op
dagen, in bedwang kon houden.
Maar op dat oogenblik bereikte de strUd zün
hoogtepunt. De vechtende menschenklomp
kwam met een smak tegen de wapenrustingen
terecht en deze vielen met een oor-
verdoovend gekletter op den grond. Virginia
zag een schaduwfiguur, die snel naar een Van de
openslaande deuren toeliep en tegelUk hoorde ze
BUI vloeken en moeite doen, om onder de
wapenrusting-débrls vandaan te komen.
In haar angst, dat de nachtelUke bezoeker
toch ontsnappen zou, verliét Virginia haar post
en vloog, zonder verder aan Bill te denken, de
figuur achterna. Maar de terrasdeuren stonden
blUkbaar aan; de indringer behoefde geen rijd
te vermorsen met stil te blUven staan en open
te maken. HU sprong naar beneden en rende
het terras langs en den hoek om. Virginis vloog
hem achterna. Ze was lenig en vlug en zóó
kwam het dat ze geen tien seconden na den
vluchteling den hoek van den linkervleugel om
schoot.
misbaar. Dient bU den bouw van woningcom
plexen aan het groerf voldoende ruimte te wor
den gelaten, meer nog zal dit het geval moeten
zün op de plaatsen, waar oud en jong ver-
poocing zoeken.
Vandaar te de kwestie van goed aangelegde
kinderspeeltuinen ook wat de entourage be
treft zoo buitengewoon belangrijk. En niet
minder die van parken en natuurbaden.
De omstandigheden, voortgevloeid uit de cri
sis, brachten tal van werken tot uitvoering
waarvan duizenden thans een nuttig gebruiK
maken en die hen terugvoeren naar de natuur
waaraan zU waren ontwend.
Doch, evenals dit bü de ontginningen het
geval te geweest, een verkeerd gerichte Uver
heeft groote schade berokkend aan de habitus
van het landschap en de typische flora van
de streek. Dit is slechts mogelUk geweest, om
dat te weinigen nog iefde voor het groen
koesterden, omdat niet voldoende te begrepen,
dat het groen een bezit van allen voor allen te.
Nu echter te er de kentering. In Brabant zal
het groen de plaats herkrijgen, die het toe
komt. En daarmede zal deze provincie opnieuw
toonen te leven en bewUzen, dig in de hoop!
de verwachting, de groote kracht tot een daden
stellend leven besloten ligt.
.Die meneer met den neus.... Isaacstein,
slaapt gebenedijd vast,” zei hU met iets afgun
stigs in zUn stemJe zou toch denken, dat al
't leven hier hem wel wakker gemaakt zou heb
ben." HU keek Mr. Fish aan. „O, u heeft u eerst
nog aangekleed."
„Ja,” gaf de Amerikaan ten antwoord. ..Een
en ander aangetrokken. De nachtlucht.... plot
selinge overgang
„Heel verstandigheel verstandig." sei
Lord Caterham. „Enkel 'n pyjama valt niet
mee.... veel te dun....”
HU gaapte. In een ontnuchterde stemming
trokken de gasten naar hun respectiere slaap
vertrekken af.
Ze
den „klik” en verwachtte niet anders
gelüktüdig in werking komen van alle
van de groote plafondkroon, waardoor
de zaal tot in de verste hoeken verlicht zou zUn
geweest. Maar er gebeurde niets. De zaal bleef
donker.
Virginia hoorde Bill vloeken. Het volgend
«ogenblik maakte de stilte plaats voor een meng-
•el van vechtgeluidendof bonken en schuife
len en hUgen. Onder de Holbein werd wan-,
hopig gevochten maar Virginia had er geen idee
ten wie de winnende partU was, zelfs niet wie
kan het gevecht deelnamen. Was de man op den
Roel onder de Holbein alleen geweest? Of had
een helper gehad? Dit laatste was zeer goed
MogelUk. Ze hadden hem niet langer dan een
P«ar teüen kunnen bekijken.
De offlcleele berichtgeving heeft veel moois
verteld van het Nederlandsche paviljoen op do
Wereldtentoonstelling te New-York. Deze me
tropool is ver verwyderd en niet iedereen
is in de gelegenheid om die berichtge
ving te controieeren. Over de organisatie ven
onze deelname, waarbU zoo belangrUke vereent
gingen van kunstenaars door de vertegenwoor
digers der Regeering werden genegeerd, hebben
we destUds onomwonden onze meening gezegd.
Thans schUnt duidelUk te worden dat die ne
gatie de inrichting van ons paviljoen niet t”n
goede is gekomen. WU hechten waarde aan net
oordeel van Ir. G. Friedhoff. die in Het Volk
uitvoerig over de tentoonstelling heeft geschre
ven en zegt, dat men het soort .Jaarbeurs" dat
wU van ons paviljoen hebben gemaakt, niet
zonder schaamte betreedt.
,De wijze van opstellen was blUkbaar aan
iederen inzender overgelaten, want smakelooze.-
is moeilijk een jaarbeurs te maken Een hoes
werd Ingenomen door de meest banale schilder
stukjes in de bekende ..gouden lUst" en nope-
looze tegeltableaus met Hollandsche landschap
pen als onderwerp; de kwaliteit van deze voor
werpen is vér beneden hetgeen een eenvoudige
lijstenwinkel in een Hollandsche stad verkoop'
De kaas maakte goede zaken, want men kreeg
ei wat cadeau, hetgeen aanleiding was voor
den Amerikaan op die plaats zUn kauwgom
op de vloermat te deponeeren die er daar dan
ook intens smerig uitzag. De van Holland uit
gezonden matten vloerbedekking was toch ai
niet geschikt voor dit doel, maar op voomoemd;
plaats was het culminatiepunt van Hollandsche
zindelUkheid
Aan den eenen wand werd nog gemonteerd
de enorme sorteermachine voor de posterUcn
Dit Ingenieuze werkstuk moet zich wonderlUk
gevoelen daar tusschen mrfrktkoopwaar Hope-
lijk zal men er nog eens naar kijken, want de
Amerlkaansche post is maar zeer matig georga
niseerd. te oordeelen naar den enormen tUd, dier,
de brieven noodig hebben, om niet eens al t»
groote afstanden af te leggen.
Het is te hopen, dat deze expositie een les zal
zyn. We weten nu, hoe een organisatie niet
moet wezen. Vóór de volgende Internationale
tentoonstelling, die te Rome gehouden zal wor
den, moeten zeer spoedig de handen ineenge
slagen worden om gemaakte fouten te herstel
len, verbroken banden weer aan te knoopen en
te voorkomen, dat behalve ons land zelf, zoo-
velen gedupeerd worden ten bate van enkelen
waarvan de meesten dit zeker niet verdienen
antwoordde ze op beslisten toon.
Maar wel had zU er bü kunnen voegen: Ik zelf
verklapte hem alles. Ik praatte graag met hem,
omdat ik van hem houd. En waar zou ik an
ders over kunnen spreken dan over smokkelen?
Ik hoor nooit anders.
Bunters vertelde aan zUn chef: .MUn truc
is helaas niet geslaagd. Maar ook hU verzweeg
iets: dat hU meer dan ooit aan Dora dacht
en dat hU blU was het aan haar te danken
dat haar vader zyn doel miste.
De smokkelaars overwogen eerst nog eens
rijpelUk of zU al dan niet hun tocht zouden
ondernemen. Ze hadden nu Wel een beetje res
pect voor den nieuwe gekregen, want welke
trucs zou die dienstklopper nog uithalen?
Tydens de kermis klaagde het dorpje X. Er
was geen vertier zooals anders. De smokkelaars
lieten het geld nu niet rollen. De reden: zU
hadden niet gesmokkeld.
dagen zeker blUven, mits de vindlngrUke
mensch niet op een goeien dag ook het kleu-
ren-gamma ondersteboven werpt.
Groen: de kleur van de jeugd, van de ver
wachting, die doet levéh en dus ook de tint,
het symbool van het lever zelf!
Is het daarom niet verbazingwekkend, dat
wU bezig zUn het groen uit te bannen, althans
het uit onze onmiddelIUke omgeving, de plaat
sen,, waar wU wonen en arbeiden, te verdrij
ven?
De nooit tempo-minderende jacht van den
eenen dag naar den anderen maakt ons on
verschillig jegens het groen, het levende groen,
die schoone gave, door God overal ter wereld
neergezet en gelegd, opdat wU er van zouden
genieten en er uit steeds versche krachten tot
het presteeren van nieuwe en goede dingen
aouden putten.
WU geraken zoetjesaan zoozeer verward en
verstrikt in alles wat op ons komt afgestormd,
langs, over en rond ons heen warrelt, dat wU
door het bosch de boomen en dus zeker het
groen niet meer zien.
Zóóver te het reeds met ons gekomen, dat
wU in van arbeid vrUe dagen de vrUe natuur
niet meer ingaan om de rust van het groen
tot ónze rust te doen strekken, doch dit groen
slechts gebruiken, of liever misbruiken, als
aanleiding tot het deelnemen aan sight-seelng-
trips met al de benzinelucht, afstanden-eterU
en verdere afmattende aankleve van dien.
Te weinigen zUn er, die het groen op de
juiste waarde taxeeren, het volkomen waar-
deeren, het profUt er van trekken, dat het in
zich bewaart, het gros negeert het met een
nonchalance, welke inderdaad angstwekkende
vormen heeft aangenomen.
Waar de liefde voor het groen, voor de na
tuur sterft, sterft ook de liefde voor het le-
•ven.
het-om-gaat, het ontwerpen van een object
wordt opgedragen, zal het resultaat zeker
gunstiger zUn dan wanneer een „wilde” met
wellicht extravagante, uit den toon vallen.ic
ideeën voor den dag ko<nt. Bovendien zullen
vele onaangenaamheden, ontstaan uit verschil
van inzicht en waardeering. voorkomen wor
den.
Een gelukkige samenwerking van alle instan
ties, welke «ich met stedebouw. aanleg van we
gen, ontginningen, industrialisatie bezig hou
den. kan tot prachtige dingen leiden. HierbU
denken wU niet op de eerste plaats aan het
behoud van het oude, doch vdbral aan het bren
gen ook van het oude in het nieuwe.
Brabants bevolking groeit gelukkig nog
steeds; zU te nu reeds het mlllioen zielen te
boven. Hiermede neemt ook de behoefte aan
ontspanningsgelegenheden niet ver van huls toe
BU het nemen van ontspanning te groen on-
den Keizer hbort en ziet, dan vervliegt
hoop. 1
10 October 1914. Groot souper, ^óór de soep
kregen we champagne. De Keizer hlelif een
rede, waarin hU eerst den Heer der Heerscha
ren prees en vervolgens Moltke, die het plan
van den opmarsch naar Antwerpen had be
dacht en Beseler, die het uitgevoerd had.
Waarom stuurt hU Moltke, die hartlUdend is
en het aan zyn nieren heeft, niet naar huis?
15 October 1914. De tegenwoordige oorlog
voering voert toe vernietiging van ledef~Xnltia-
tlef en tot algemene inzinking. Aan vele zUden
te het dilettantisme schrikaanjagend.
13 November 1914. Onze heele politiek der
laatste jaren —as onzin en de heele leiding van
het RUk deugde niet.
22 Maart 1915. Diner bU den Keizer,
eere van den verjaardag van Wilhelm I.
Keizer is omgeven van verwUfde lieden. Alles
dringt zich in „ZUn" gunst. Het te alles By
zantium wat de klok slaat. Er te maar één
middel: Hindenburg moest RUkskanaeller, chef
van den generalen staf en chef van den mari
nestaf in één persoon worden.
23 Maart 1915. Diner bU den Keizer.
Keizer verheerlUkt de nieuwe ridders
le mérite" in een rede waarin hU deze verge
leek by de paladUnen, die met Wilhelm I het
RUk hebben gesticht. De Keizer moest zUn
macht aan Hindenburg geven.
2 April 1915. De in Turkschen dienst staande
Duitsche generaal Von der Goltz-Pascha was
in het hoofdkwartier. HU vond er besluiteloos
heid. Prins Eitel Fritz heeft den grootsten in
vloed op zUn vader, méér dan zUn broers. Den
absoluten Invloed heeft de chef van het Ma-
rine-kabinet Von MUhler. HU voert bUna alle
staatszaken. Dit is de oorlog der verzuimde
gelegenheden
In deze briefulttreksels staat de energieke
Von Tirpitz voor ons ten voeten uit. HU
teleurgesteld wr eru het niet-gebruiken
zUn vloot, teleurgesteld ook dterom, dat hem.
die het Uzeren materiaal van dictator in zich
voelde, het kanselierschap. dat hU vóór den
oorlog weigerde, niet tUdens den oorlog werd
aangeboden
De groote zeeman Von Tirpitz schrijft
een zyner brieven den troosteloozen zin; ,Dos
Deutsche Volk hat die See nicht verstanden."
In dit woord ligt de tragedie van zUn leven,
vooral met het oog op den.... Keizer.
krUgt. Maar wat is er met het licht gebeurd?
Verder, overal in huis is het in orde.”
Dat raadsel was spoedig opgelost.
binnenkwamen, ontdekten ze tusschen twee van
de openslaande deuren de electrlsche lampjes,
die daar netjes op een rUtje lagen. Tredwell
eerbiedwaardig zelfs in négligé haalde een
trap en bracht de verlichting van het onttakelde
vertrek weer in orde.
„Als ik me niet vergis,” zei Lord Caterham
op de hem eigen, neerslachtige manier, „te deze
zaal het tooneel van een niet bepaald vrlend-
schappelUke ontmoeting geweest.”
Die opmerking was niet zonder grond. Alles
wat omvergeloopen kon worden, was omverge-
De parketvloer lag nog vol gebroken
stukken wapenrusting en versplin-
loopen.
porcelein,
terde stoelen.
.Koeveel
nieuwsgierig.
„1 Ziet er uit, of t hier heet toegegaan is."
„Maar één, als ik wel heb,” zei Virginia.
Maar terwül ze dat zei, besloop haar een ge
voel van onzekerheid. Natuurlyk was 't waar,
dat er maar één een man door de terras
deuren ontsnapt was. Maar ze herinnerde zich
ook toen ze hem achterna gegaan was. dat
ze een ander verdacht geluid, het ritselen van
taf-zU of een ander stuf materiaal gehoord
had. Als dat geen verbeelding van haar ge
weest was, had de man een helpster gehad en
die helpster kon na haar ondoordachte achter
volging door de deur ontsnapt rijn. Maar mis
schien had haar verbeelding haar wel parten
gespeeld.
Groot-admiraal Von Tirpitz was een ener
gieke persoonlUkheid en een markante ver-
schUning, niet zeer groot, slank, met een
prachtigen spierwltten baard, die in twee mar
tiale punten uitliep, lorgnet op den forschen
neus voor kleine glinsterende oogen. Hoezeer
hU ook tegen den oorlog was geweest, nu deze
was uitgebroken, moest hU zonder genade, zon
der pardon worden gevoerd. Deze meening was
juist. Voor den oorlog geldt nu eenmaal
.Irappez, frappez toujours". Een zachtaardige,
welwillende oorlogvoering is eén „contradictio
in terminis ipsis", nog meer te nonsens. Na
tuurlUk wilde h’u als „Grossadmiral". als
schepper van de Duitsche „Hochseeflotte”,
direct de ?macht laten optreden tegen de
kusten van Engeland. Maar hier begint' al dar
delUk het tragische in het leven van den ad
miraal tUdens den wereldoorlog. De Keizer
wilde van den beginne af de vloot zoo mogelUk
gehéél Intact houden, om haar aan het einde
van den oorlog bU de vredesonderhandelingen
als machtig instrument ter bevrediging der
Duitsche eischen te kunnen gebruiken.
Hoe anders beschikten de omstandigheden!
Van de Duitsche vloot, die* door niets doen
gedegeneret d was. ging in Kiel November 19*6.
toen zU op het laatste nippertje zou worden
ingezet, waarvoor de matrozen niet te vinden
waren en dus aan het muiten slbegen, het
sein uit voor de revolutie. Fn In die 'zelfde
maénd gaf die .eenmaal zoo trotsche vloot zich
zonder slag of stoot over aan Engeland en
ging in Juni 1919 vrUwillig het graf der golven
in te Scapa Flow op den dag der onderteeke-
nlng van het verdrag van Versailles, individu
eel een heldendaad, maar schadelUk voor het
reeds overwonnen land. De Duitsche vloot, al
thans een gedeelte er van. had maar één zeeslag
geleverd tUdens den oorlog, die onbeslist bleef.
Het eigenlijke zeewerk. culmineerend in het
afschuwelUk bedrUf van den onbeperkten
duikbootoorlog. was gedaan door de beman
ningen der U-booten, maar ook hun werk
bracht méér schade dan voordeel.
Maar terug naar Augustus 1914. Ondanks
allen aandrang van Von Tirpitz wilde de Kei
zer geen bevel geven, om de vloot tje laten
uitvaren en zee te doen kiezen naar Engeland.
„De vloot was speelgoed”, zegt Von Tirpitz vol
bitterheid in zyn boek .Krlnnerungen” (October
1919). ..zooals alles speelgoed was.”
De admiraal wilde niet treuzelen, wilde ener
giek doortasten. Maar in het hoofdkwartier
vond hU alleen besluiteloosheid. Von Tirpitz
verdedigt in zUn boek den Keizer tegen de
opvatting, dat deze den wereldoorlog zou hebben
gewild, maar hU grUpt zUn KeizerlUken heer
aan, die Van het wapen der vloot geen gebruik
dorst te maken, haar als kostbaar speelgoed
bewaarde en in het veld alleen maar overwin
ningen zag. waarover hU zich te buiten ging
in ongemotiveerd optimisme.
Aardig, typisch, maar tegelUk tragisch zUn
de trekjes, die Von Tirpitz over den Keizer en
zUn omgeving in 1914 en 1915 uit Charleville
in briefuittreksels (laatste 100 blz. van het
boek), geeft.
19 'Augustus 1914. De Keizer was tamelUk
JtevréBen over het verloop van den veldtocht.
HU was er trotsch op. dat zyn zes zonen voor
den vUand stonden. Maar dat was ook noodig
voor de Hohenzollem-dynastie. Met het oog op
het bedwingen van Engeland was hU te opti
mistisch. HU vertrouwde zeer sterk op de ge
rechtigheid van God. Ik moest meer dan twee
uren na het diner met hem in den tuin wan
delen. Gelukkig liep hü langzaam. Het was
heel warm.
8 October 1914. Ik ging van den Keizer.ter
neergeslagen naar mUn kwartier. HU vertelde
mij langer dan een uur van een onderhoud, een
politiek gesprek, dat hU met een Fransch bur
ger over zUn opvattingen had gehad. Denk eens
den ouden grooten Keizer Wilhelm I in zulk
een positie I Wat moet er gebeuren, als zyn
zenuwen niet meer mee kunnen? De vloot wordt
gebalsemd. De duikbooten worden overschat.
Ijzeren mannen zUn noodig. Als je Von Beth-
mann Hollweg en al die andere mannen om
Dien middag kwam Dora, de dochter van
Janus, den kant van den schilder uit.
,Je werk nóg niet af?” lachte ze .Nou, JU
zult met schilderen ook niet rijk worden. De
smokkelaars verdienen veel meer dan JU- En
die hebben daar maar enkele uren voor noodig.”
Ze het zich op een heuveltje vallen en keek
hem aan De schilder werkte door Ze had hem
al dikwUls over de smokkelaarsbende gesproken,
maar hU ging er nooit vee! op in. Doch nu vroeg
hU: „Gaan ze er weer op uit?”
„Vooreerst nog niet. Ze moeten rekening met
de maan houden. Ze zyn niet op haar licht
gesteld. begrUp je? Maar toch zal het wel zUn
vóór dat het kermis is op ons dorp, want dan
hebben ze geld noodigZeg. die boomen zyn
veel te groen,” gierde ze. „Wat 'n kleur! Ik
geloof dat je eerst nog wat in de leer moet.
„Zoo zie ik die tint," glimlachte de schilder.
„Dan ben je bepaald kleurenblind,” schaterde
ze. „Ik heb hier door schilders andere doeken
zien maken. Die kenden het veel beter zoover
*tk er versland van heb. En Je hei! Wat "n
paars!” Haar lach schalde door de stilte.
De schilder bleef doorwerken. HU zag den
vader van Dora voor zyn huisje staan en dacht
aan diens waarschuwing
Dora bleef nog even praten en daar hü niet
veel notitie van haar nam. hetgeen anders wel
gebeurde, slenterde ze terug naar -huls.
Dien avond, toen
de chef van de
kommiezen in „De
Kroon” een partü-
tje biljart speelde,
zag hü Willem
Bunters: d; r
we, binnenkomen.
Bu4iers had veer een paar weken een kamer
i hotel betrokken. HU wist zün chef, on-
lerkt, een briefje in de hand te stoppen,
.Nog vóór de kermis.”
Alles ging naar wensch. De chef zou zich met
zün mannen paraat houden. Eindclük was er
kans de heele bende te overrompelen. Het was
een goed idee geweesë van dien Bunters, nu
niemand hem nog kende, zich als schilder voor
te doen en die dochter van Janus van Veer
een beetje het hof te maken. Dat had hü hem
toch maar fün gelapt! En eenmaal de bende
achter slot en grendel, dan kon de vervanger
van Bunters weer naar zün standplaats terug
en Bunters kon gewoon zün. En voor de doch
ter van Veer zo* er ook wat opzitten, want allen
zouden begrüpen dat zü hen verraden had.
De groote avond naderde. De schilder, tot het
laatst verwachtend nog iets naders over den
voorgenomen tocht te kunnen vernemen, had
zich weer in de omgeving van het huisje van
Janus van Veer aan een nieuw schilderstuk
gezet. Opeens- zag hü twee mannen aankomen.
Hü herkende beiden: „de Rooie” en diens neef
Frans, die op het dorp woonde, waar Bunters
gestationneerd was geweest Vlug boog de kom
mies zün hoofd achter het doek, maar Frans
had hem al ontdekt en zei met verwondering:
„Ik wist niet, Bunters dat JU aan schilderen
deed.”
De kommies zag zich ontmaskerd.
„En zooals ik je gezegd heb," hernam Frans
tot zün oom. ,js hü een eerste dienstklopper."
Janus van Veer die aan de deur stond en
dit hoorde, snelde naar binnen en greep zün
geweer. De kommies had reeds ter verdediging
zün revolver gegrepen. Schoten knalden, maar
het schot van Janus trof de kruin van een
boom, want Dora had haastig zün arm naar
beneden getrokken. Dat van Bunters raakte een
overhangende dakpan, want toen hü Dora naast
haar vader zag staan, vreesde hü haar te zul
len treffen en mikte hooger.