Groen Noordbrabant den dag m aan Kabouter Flip zijn vriendje Wip en I DE WERELDTENTOONSTELLING TE NEW-YORK '4 F 250. KENTERING IN HET GETIJ G I de f Streven naar behoud en herstel van zeven Het Geheim Schoorsteenen E De nieuwe I N A I EIT 4 DOOR AGATHA CHRISTIE A i i Het is te hopen, dat deze expositie een les zal zijn L* I Z DONDERDAG 10 AUGUSTUS 1939 „Je mers middag kwam Dora. alle IT nt in HOOFDSTUK XVIII NACHTELIJK AVONTUUR NUMMEB TWEE Toen ze Bundle er?" vroeg waren ik wel heb.' één. 1 de oogen van Battle kwam een oolyke 8 I t mogen we wijden aan het Dan vloog de heele bende weer op den adelaar af en pikten den vogel maar waar ze konden. De koning der vogels kon zich tegen de zwart rokken maar moeilijk verdedigen, omdat ze in groote meerderheid waren. „Zoek jij wat steenen op.” zei hjj tegen Wip, dan zal ik dat brutale volkje eens leeren. Weldra suisde de eerste steen door de lucht en trof juist den aanstoker van de vechtpartij. De .Peur meneer?” Je hebt ze achter de mouw, enz., enz. Dus Je gut naar doch uitsluitend waarvan het bereiken Ter De 25 30 25 J *a Vierkani op z^i punt (oranje met wit ten rand) vindt U lange de voorrangzwagen, waar voorts de af- standspaaltjes oranje koppen hebben. in hpt opgeme waarop stond ,JJe tentoonstelling is van belang om den buitenlandschen handel te bevorderen, „maar de opvoedkundige waarden zijn nog belangrijker". De bezoeker maakt hiér een reis door de we reld; hij bestudeert hier al datgene, waarop de landen der aarde „het meest trotsch zijn”. Onze inzending te New York voldoet hieraan niet”. f „En uw eigen zending. Mr. Cade?” infor meerde hjj. „Is die naar zin afgeloopen?” „Nee, Battle, voor den sooveelsten keer een niet. Met bepaald animeerend. wat?” (Wordt vervolgd) Driehoek op z‘n punt (roods rand, geen teekening erin) wil zeg gen: ..pas op, gij nader eest voorrangsweg”. Voor de smokkelaars volgden nu, ondanks hun grootspraak, eenige dagen van meer spanning. Ze hadden zich voorgenomen een lading boteri te gaan smokkelen, maar eerst wilden zij toch meer weten aangaande de zoogenaamde trucjes van Willem Bunters. Ze zagen hem 's avonds met eed collega uit gaan, maar de smokkelaars stelden vast, dat door de komst van Bunters het gevaar voor hen niet grooter was geworden. Als zjj ergens op de loer lagen, hoorden ze hem meer praten over sport dan over zijn diénst. Een echte dienst klopper spreekt het liefst over zijn beroep, vonden ze, zooals zjj het liefst over hun smok kelhandel praatten. Het gevaar leek geweken. Binnenkort zouden ze weer een nachtelük^n tocht ondernemen. „Die neef van jou kan men ook al niet ge- looven. plaagde Jan Kalks „de Rooie" „HU heeft ons maar wat bang willen maken.” .Je ziet dat hij geen smokkelaar is. verde digde „de Rooie” zUn neef. „Die jongens hebben al schrik als ze het uniform van een commies maar zien. Maar ik zal hem, als hij met de kermis bü me komt, eens flink den neus wrUven en hem eens eventjes vertellen dat hU zeker meende snotapen voor te hebben.” „En jullie waren dan ook al leelük van streek.” spotte Janus van Veer. HU had met beiden een inspectietocht in het bosch gehou den. Toen groette hü een jongeman, die daar op den rand de heide aan het schilderen was. 25 50 .00 90 90 «0 50 00 00 00 00 30 30 35 30 Janus brieste van woede en stiet Dora met geweld terug. HU legde opnieuw aan, maar „de Rooie” en Frans wisten hem in bedwang te houden, totdat de kommies uit het oog ver dwenen was. Toen wendde hü zich tot zün dochter: „Heeft hü Je ooit iets gevraagd' over ons smokkelen, of wanneer wU een tocht onder namen?” „Nooit," Toen Anthony den volgenden middag uit den trein stapte, was de eerste, dien hü zag. hoofd rechercheur Battle. BU het zien van het fleg matieke gezicht onder den bekenden zacht- vllten hoed begon Anthony smakelijk te lachen. „Zooals u ziet, heb ik me aan onze afspraak gehouden.” begroette hü den politiebeambte. „Bent u hier om dat te controieeren?" Battle schudde het hoofd. „Daar heb ik me geen oogenblik bezorgd over gemaakt. Mr. Cade. Ik moet toevallig met dezen trein naar Londen, anders niet." ,Je bent nogal goed van vertrouwen, hé. w w- w-s An/^MMr'JQ ap dit btadaun ingevolge de veraetasrlngsvoorwaarden tegem W-« Ml tevenalange geheele ongeschiktheid tot wertan daar Jte 7KH ofl een engeval zoo» .ZX I >1 r1. ZX 11 [L o ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen F f DU«“ veröes van beide armen, beide boenen ot beide oogen F DU»" donrteW» afloop AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Maar op hetzelfde oogenblik botste ze tegen een man, die Juist de zUdeur uitkwam. Het was Hiram Fish, de Amerikaan. „Wel. wel, een dame!” riep hü uit. .Neem me niet kwalUk, Mrs. Revel. Ik dacht, dat u een van de ongenoode gasten was, die door hard loopen^den langen arm der wet probeerde te ontduiken.” „HU moet hier net langs gekomen zUn," riep Virginia opgewonden uit „Zouden we 'm niet kunnen pakken?” Maar op hetzelfde oogenblik, dat ze die vraag deed, begreep ze al, dat het te laat was. De man had door dit opqdthoud een grooten voorsprong gekregen; het park liep, aan den westkant, tot het terras, en het was nieuwe maan. Ze keerde zich gelaten om en ging met Mr. Hiram Fish naar de vergaderzaal terug. En onder het loopen vertelde de Amerikaan haar, bü wUze van troost, allerlei bUzonderheden over inbrekersgewoonten, waarvan hU véél ver stand scheen te hebben. Lord Caterham, Bundle en een collectie ver schrikte dienstboden stonden op het terras, voor de deuren van de vergaderzaal, haar op te wachten. „Wat is er toch gebeurd?" vroeg Bundle. „Dieven geweest? En wat doe JU met Mr. Fish zoo laat buiten, Virginia? Een nachtelUke wan deling gemaakt?” Virginia bracht verslag uit van hetgeen er gebeurd was. „Wat razend interessant." zei Bundle. .Net overkomt je niet dikwUls, dat je een moord en een Inbraak in een halve week te digereeren Bill kreeg het eerst zijn tegenwoordigheid van geest terug. .Nu!" bulderde hU. En terwul de hand van Virginia langs den deurpost omlaag gleed, sprong hij op den man onder de Holbein af. Virginia vond den schakelaar en draaide, hoorde dan een lampjes Flip en Wip keken met stomme verbazing naar dit tafereeltje. Flip was erg verontwaar digd. Hoe durfden de kraaien dezen koninklijken vogel zoo aan te vallen. Dat ging alle perken te buiten. Op dat oogenblik verscheen Bill voor de middelste terrasdeur. HU zag er verhit uit en hU hügde zwaar. „Wel ver..dikke," zei hU verwoed. „Die lamme kerel is ontsnapt! Ik heb 1 heele park afgezocht! Geen spoor van hem te ontdekken!" „Kop op. Bill,” troostte Virginia hem. 'n Volgenden keer beter.” „Wel, wel," zei Lord Caterham. „En wat zullen we nu doen? Maar naar bed gaan, zou ik zeg gen Voor morgenochtend zeven uur kunnen we Badgeworthy toch niet te pakken krUgen. Tred- well, JU bent op de hoogte van den gang der zaken in een geval als dit. Zorg JU er verder voor?” ,Ja, mylord.” Met een zucht van verlichting maakte Lord Caterham zich op. om naar zUn slaapkamer te verdwünen. meneer Nu het volop vacantie is en we naar buiten gaan, waar de vogeltjes fluiten, toch zeker wel een praatje v” groen, door velen nog gewaardeerd, doch ook door velen, gezien de praktUk, als een over bodige luxe beschouwd. Groen is van oudsher de kleur van de jeugd, der hope' en het zal dit tot aan het einde der bent Battle?” „Vindt u. .Nee. Juist niet. Stille waters, Londen?” „Ja, Mr. Cade.” „Waarom, vraag ik me af?” De detective gaf geen antwoord. „Je bent zoo verduiveld spraakzaam," zei Anthony. „Dat trekt me nog het meeste in Je aan.” In schittering. uw De smokkelaars in het dorpje X. staken de hoofden bü elkaar. „MUn neef Frans kent hem.” zei „de Rooie". .NU is een eerste dienstklopper. WU moeten hem maar goed in de gaten houden raadt hU tnU aan, want, zooals Frans ook beweert, kent die Bunters, zooals die knul heet, veel trucjes om de smokkelaars te verschalken." 6 .Die kennen ze allemaal wel.” verklaarde Piet Veters, „maar daarmee snappen ze ons niet. Er is altüd baas boven baas. ZU één trucje, wU twee.” „Ik heb het niet erg op nieuwe heeren be grepen.” bekende Jan Kalks. „Och man, zoo’n nieuwe kent de streek Im- niet," verwees Janus van Veer, die de voorpost was. als de bende ging smokkelen. „Maar ze gaan toch nooit alleen In dienst," haalde Jan aan. „Maar als ze ons achterna willen zitten, dan weet zoo n nieuwe immers heg noch steg? Dit geeft ons altUd een voorsprong. Ik zeg maar: met zoon nieuwe is er minder gevaar dan met kommiezen, die al lang In ons dorp liggen. Laat hem komen, die melkmuil! Zoon oude rat als ik laat zich niet vangen En het ligt toch zeker wel aan mU, of we vetlig thuiskomen.” Hiertegen wisten de smokkelaars niets in te brengen. Janus was de leiding ten volle toe vertrouwd. Een paar dagen later werd rondgebazuind „HU is er! Een piepjong kereltje nog. Met mUn pink duw ik hem tegen de vlakte,” lachte Plet Vesters. En „de Rooie" vertelde: „HU Is bU Neelsen in den kost. Ik heb hem vandaag al tweemaal gezien, maar hU was niet In uniform." „Een van zUn trucjes,” grinnikte Piet. „WU mogen meneer den commies nog niet kennen.” In Noordbrabant met zün prachtige groene dreven en bosschen. met de fraaie, door hoog en breed lommer overhuifde dorpskommen, ziet men dit gevaar duidelUk en scherp. Daar is de slokop, die „verkeer” heet, komen happen in het mateche groen en heeft in stad en dorp lanen en bosschen en velden vernield. Daar heeft een andere „moloch”, die ontgin ning heet, de heidevelden, geboren in den oer- tUd, waarin de vliegdennen spichtig en grotesk zich uit het landduin omhoogwringen en moeizaam het .hoofd boven water” hou den, aangevreten, en vele vennen, die in den zonneschijn trillende zeveren spiegels, wegge vaagd. VoQrts heeft de godin „Industria”, ove rigens een, niet onwelkome gast, overal „mo numenten” opgerieht, die heel niet vallen In het kader van het landschap. Door de gedragingen van dit trio, waarbU nog gevoegd mogen worden die van zich bouw meesters noemende, doch weinig smaak be zittende lieden, dreigt Noordbrabant het as pect te verliezen, waarmede de bewoners ver trouwd zijn en dat de vreemdelingen trekt. Van overheidswege voelt men dit gevaar. De Stichting „Het Brabantsch Landschap", door Provinciale Staten sedert enkele Jaren gesubsidieerd, was de eerste, die alarm sloeg. Nadien riep de provincie zelf een streekplan- dienst in het leven, die thans er voor waakt, dat geen dwaze dingen meer worden gedaan, het behoud van het mooie, oude, vertrouwde nastreeft en leiding geeft bü veranderingen, die het land noodzakelijkerwijze heeft te on dergaan. NatuurlUk de Brabanders zün evengoed Nederlanders als de Hollanders is tegen deze bemoeienissen van de overheid aanvankelUk een hooge rug opgezet. Maar langzamerhand, en geregeld meer en beter, gaat men inzien, dat deze bemoeienissen niet moeten worden beschouwd als een ingrijpen in de vrUheid van gemeente of individu, doch uitsluitend be nogen een ideëel doel, niemand schaadt in zijn eigen belangen, in tegendeel. Vandaar ook is thans een beweging gaande, die een nauw contact tot stand brengt tusschen Streekplandienst, gemeentelük woningbouw- en beplantingsdienst en ook.... partjculleren, met name vooral bouwmeesters en tuinarchi tecten. Nu kan men opwerpen, dat bouwmees ters en tuinarchitecten hiermede allereerst hun persoonlUk belang benogen daar samenwerking hun kans tot emplooi zal vergrooten, doch men mag niet vergeten, dat tensloi geen huis of park zonder architect kan worden gebouwd of aangelegd. En als aan een architect of anderen technicus, die beseft, aanvoelt en weet waar- „Zoo, kladschilder! Ik-heb je weer zien praten met mUn dochter, maar pas op dat je haar niet den kop op hol brengt, man! Je bent gewaar schuwd. Je schUnt bet er op aan te leggen zoo n beetje met haar te kunnen vrijen. Ik heb je permissie gegeven mijn huisje te schilderen, zooals ik al aan zooveel van die kladders als JU heb toegestaan, maar nu zou ik liever zien dat je aan den anderen kant van het bosch de hel namaakt. Ik heb niet graag dat je mUn doch ter ophoudt." „Van vrijen is geen sprake.” zei de schilder. je dochter komt zelf nu en dan oen praatje met mU maken. Het te niet mUn schuld, a’s zü opgehouden wordt." „Je bent in alle geval gewaarschuwd, her haalde Janus met een dreigenden blik en liep door. Nu te bovendien de gelegenheid niet aange grepen om datgene naar voren te brengen, wat in Amerika succes zou kunnen hebben. Of we een heeleboel stukjes kaas slüten, of we wat tegeltjes, pullen of pUpen verknopen van 1 dol lar of zoo. dat alles te van weinig belang. Re laties van blUvenden aard zullen hier mj. niet uit voortvloeien. Kostbare voorwerpen, die werkelUke kunst waarde hebben, diar gevoelt de Amerikaan voor en in de goede zaken ziet men het oeste van Europa tegen zeer hooge prijzen aangebo den. Dit zou een kans geweest zUn voor onze kostbaarder kunstnüverheidsproducten om een voet aan wal te krijgen, daar waar onze voor vaderen in 1609 hun eerste stappen zetten! België (dat evenmin als Holland in Parijs eenip blijvend succes boekte) was tevreden met het geen er nu reeds was afgesloten; o.a. op het gebied van de zeer kostbare kant, waarvan de Belgische inzending naast de bekende oude motieven een serie voortreffelUke moderne ten toonstelt. Mogen de volgende woorden, genomen ui> den officieelen gids van de tentoonstelling, ter harte genomen worden bU komende gelegen heden, want deze gelden niet voor dezen éenen keer alleen. Virginia voelde zich als verlamd. Als ze maar geweten had wét te doenBU de vechtpartU hel pen durfde ze niet. De kans dat ze Bill zou hinderen was te groot. Het eenige wat ze kon doen, was bü de deur blUven staan. Op die manier was die als uitgang afgesloten En ze deed niet alleen dat. maar riep, tegen Bill's instruc ties in, zoo luide ze kon en zoo dikwUls ze kon om hulp. Boven op de eerste verdieping gingen ver scheidene deuren tegelUk open. De hall en gang achter haar werden opeens verlicht. Als Bill den man nu maar zoo lang, tot er hulp kwam op dagen, in bedwang kon houden. Maar op dat oogenblik bereikte de strUd zün hoogtepunt. De vechtende menschenklomp kwam met een smak tegen de wapenrustingen terecht en deze vielen met een oor- verdoovend gekletter op den grond. Virginia zag een schaduwfiguur, die snel naar een Van de openslaande deuren toeliep en tegelUk hoorde ze BUI vloeken en moeite doen, om onder de wapenrusting-débrls vandaan te komen. In haar angst, dat de nachtelUke bezoeker toch ontsnappen zou, verliét Virginia haar post en vloog, zonder verder aan Bill te denken, de figuur achterna. Maar de terrasdeuren stonden blUkbaar aan; de indringer behoefde geen rijd te vermorsen met stil te blUven staan en open te maken. HU sprong naar beneden en rende het terras langs en den hoek om. Virginis vloog hem achterna. Ze was lenig en vlug en zóó kwam het dat ze geen tien seconden na den vluchteling den hoek van den linkervleugel om schoot. misbaar. Dient bU den bouw van woningcom plexen aan het groerf voldoende ruimte te wor den gelaten, meer nog zal dit het geval moeten zün op de plaatsen, waar oud en jong ver- poocing zoeken. Vandaar te de kwestie van goed aangelegde kinderspeeltuinen ook wat de entourage be treft zoo buitengewoon belangrijk. En niet minder die van parken en natuurbaden. De omstandigheden, voortgevloeid uit de cri sis, brachten tal van werken tot uitvoering waarvan duizenden thans een nuttig gebruiK maken en die hen terugvoeren naar de natuur waaraan zU waren ontwend. Doch, evenals dit bü de ontginningen het geval te geweest, een verkeerd gerichte Uver heeft groote schade berokkend aan de habitus van het landschap en de typische flora van de streek. Dit is slechts mogelUk geweest, om dat te weinigen nog iefde voor het groen koesterden, omdat niet voldoende te begrepen, dat het groen een bezit van allen voor allen te. Nu echter te er de kentering. In Brabant zal het groen de plaats herkrijgen, die het toe komt. En daarmede zal deze provincie opnieuw toonen te leven en bewUzen, dig in de hoop! de verwachting, de groote kracht tot een daden stellend leven besloten ligt. .Die meneer met den neus.... Isaacstein, slaapt gebenedijd vast,” zei hU met iets afgun stigs in zUn stemJe zou toch denken, dat al 't leven hier hem wel wakker gemaakt zou heb ben." HU keek Mr. Fish aan. „O, u heeft u eerst nog aangekleed." „Ja,” gaf de Amerikaan ten antwoord. ..Een en ander aangetrokken. De nachtlucht.... plot selinge overgang „Heel verstandigheel verstandig." sei Lord Caterham. „Enkel 'n pyjama valt niet mee.... veel te dun....” HU gaapte. In een ontnuchterde stemming trokken de gasten naar hun respectiere slaap vertrekken af. Ze den „klik” en verwachtte niet anders gelüktüdig in werking komen van alle van de groote plafondkroon, waardoor de zaal tot in de verste hoeken verlicht zou zUn geweest. Maar er gebeurde niets. De zaal bleef donker. Virginia hoorde Bill vloeken. Het volgend «ogenblik maakte de stilte plaats voor een meng- •el van vechtgeluidendof bonken en schuife len en hUgen. Onder de Holbein werd wan-, hopig gevochten maar Virginia had er geen idee ten wie de winnende partU was, zelfs niet wie kan het gevecht deelnamen. Was de man op den Roel onder de Holbein alleen geweest? Of had een helper gehad? Dit laatste was zeer goed MogelUk. Ze hadden hem niet langer dan een P«ar teüen kunnen bekijken. De offlcleele berichtgeving heeft veel moois verteld van het Nederlandsche paviljoen op do Wereldtentoonstelling te New-York. Deze me tropool is ver verwyderd en niet iedereen is in de gelegenheid om die berichtge ving te controieeren. Over de organisatie ven onze deelname, waarbU zoo belangrUke vereent gingen van kunstenaars door de vertegenwoor digers der Regeering werden genegeerd, hebben we destUds onomwonden onze meening gezegd. Thans schUnt duidelUk te worden dat die ne gatie de inrichting van ons paviljoen niet t”n goede is gekomen. WU hechten waarde aan net oordeel van Ir. G. Friedhoff. die in Het Volk uitvoerig over de tentoonstelling heeft geschre ven en zegt, dat men het soort .Jaarbeurs" dat wU van ons paviljoen hebben gemaakt, niet zonder schaamte betreedt. ,De wijze van opstellen was blUkbaar aan iederen inzender overgelaten, want smakelooze.- is moeilijk een jaarbeurs te maken Een hoes werd Ingenomen door de meest banale schilder stukjes in de bekende ..gouden lUst" en nope- looze tegeltableaus met Hollandsche landschap pen als onderwerp; de kwaliteit van deze voor werpen is vér beneden hetgeen een eenvoudige lijstenwinkel in een Hollandsche stad verkoop' De kaas maakte goede zaken, want men kreeg ei wat cadeau, hetgeen aanleiding was voor den Amerikaan op die plaats zUn kauwgom op de vloermat te deponeeren die er daar dan ook intens smerig uitzag. De van Holland uit gezonden matten vloerbedekking was toch ai niet geschikt voor dit doel, maar op voomoemd; plaats was het culminatiepunt van Hollandsche zindelUkheid Aan den eenen wand werd nog gemonteerd de enorme sorteermachine voor de posterUcn Dit Ingenieuze werkstuk moet zich wonderlUk gevoelen daar tusschen mrfrktkoopwaar Hope- lijk zal men er nog eens naar kijken, want de Amerlkaansche post is maar zeer matig georga niseerd. te oordeelen naar den enormen tUd, dier, de brieven noodig hebben, om niet eens al t» groote afstanden af te leggen. Het is te hopen, dat deze expositie een les zal zyn. We weten nu, hoe een organisatie niet moet wezen. Vóór de volgende Internationale tentoonstelling, die te Rome gehouden zal wor den, moeten zeer spoedig de handen ineenge slagen worden om gemaakte fouten te herstel len, verbroken banden weer aan te knoopen en te voorkomen, dat behalve ons land zelf, zoo- velen gedupeerd worden ten bate van enkelen waarvan de meesten dit zeker niet verdienen antwoordde ze op beslisten toon. Maar wel had zU er bü kunnen voegen: Ik zelf verklapte hem alles. Ik praatte graag met hem, omdat ik van hem houd. En waar zou ik an ders over kunnen spreken dan over smokkelen? Ik hoor nooit anders. Bunters vertelde aan zUn chef: .MUn truc is helaas niet geslaagd. Maar ook hU verzweeg iets: dat hU meer dan ooit aan Dora dacht en dat hU blU was het aan haar te danken dat haar vader zyn doel miste. De smokkelaars overwogen eerst nog eens rijpelUk of zU al dan niet hun tocht zouden ondernemen. Ze hadden nu Wel een beetje res pect voor den nieuwe gekregen, want welke trucs zou die dienstklopper nog uithalen? Tydens de kermis klaagde het dorpje X. Er was geen vertier zooals anders. De smokkelaars lieten het geld nu niet rollen. De reden: zU hadden niet gesmokkeld. dagen zeker blUven, mits de vindlngrUke mensch niet op een goeien dag ook het kleu- ren-gamma ondersteboven werpt. Groen: de kleur van de jeugd, van de ver wachting, die doet levéh en dus ook de tint, het symbool van het lever zelf! Is het daarom niet verbazingwekkend, dat wU bezig zUn het groen uit te bannen, althans het uit onze onmiddelIUke omgeving, de plaat sen,, waar wU wonen en arbeiden, te verdrij ven? De nooit tempo-minderende jacht van den eenen dag naar den anderen maakt ons on verschillig jegens het groen, het levende groen, die schoone gave, door God overal ter wereld neergezet en gelegd, opdat wU er van zouden genieten en er uit steeds versche krachten tot het presteeren van nieuwe en goede dingen aouden putten. WU geraken zoetjesaan zoozeer verward en verstrikt in alles wat op ons komt afgestormd, langs, over en rond ons heen warrelt, dat wU door het bosch de boomen en dus zeker het groen niet meer zien. Zóóver te het reeds met ons gekomen, dat wU in van arbeid vrUe dagen de vrUe natuur niet meer ingaan om de rust van het groen tot ónze rust te doen strekken, doch dit groen slechts gebruiken, of liever misbruiken, als aanleiding tot het deelnemen aan sight-seelng- trips met al de benzinelucht, afstanden-eterU en verdere afmattende aankleve van dien. Te weinigen zUn er, die het groen op de juiste waarde taxeeren, het volkomen waar- deeren, het profUt er van trekken, dat het in zich bewaart, het gros negeert het met een nonchalance, welke inderdaad angstwekkende vormen heeft aangenomen. Waar de liefde voor het groen, voor de na tuur sterft, sterft ook de liefde voor het le- •ven. het-om-gaat, het ontwerpen van een object wordt opgedragen, zal het resultaat zeker gunstiger zUn dan wanneer een „wilde” met wellicht extravagante, uit den toon vallen.ic ideeën voor den dag ko<nt. Bovendien zullen vele onaangenaamheden, ontstaan uit verschil van inzicht en waardeering. voorkomen wor den. Een gelukkige samenwerking van alle instan ties, welke «ich met stedebouw. aanleg van we gen, ontginningen, industrialisatie bezig hou den. kan tot prachtige dingen leiden. HierbU denken wU niet op de eerste plaats aan het behoud van het oude, doch vdbral aan het bren gen ook van het oude in het nieuwe. Brabants bevolking groeit gelukkig nog steeds; zU te nu reeds het mlllioen zielen te boven. Hiermede neemt ook de behoefte aan ontspanningsgelegenheden niet ver van huls toe BU het nemen van ontspanning te groen on- den Keizer hbort en ziet, dan vervliegt hoop. 1 10 October 1914. Groot souper, ^óór de soep kregen we champagne. De Keizer hlelif een rede, waarin hU eerst den Heer der Heerscha ren prees en vervolgens Moltke, die het plan van den opmarsch naar Antwerpen had be dacht en Beseler, die het uitgevoerd had. Waarom stuurt hU Moltke, die hartlUdend is en het aan zyn nieren heeft, niet naar huis? 15 October 1914. De tegenwoordige oorlog voering voert toe vernietiging van ledef~Xnltia- tlef en tot algemene inzinking. Aan vele zUden te het dilettantisme schrikaanjagend. 13 November 1914. Onze heele politiek der laatste jaren —as onzin en de heele leiding van het RUk deugde niet. 22 Maart 1915. Diner bU den Keizer, eere van den verjaardag van Wilhelm I. Keizer is omgeven van verwUfde lieden. Alles dringt zich in „ZUn" gunst. Het te alles By zantium wat de klok slaat. Er te maar één middel: Hindenburg moest RUkskanaeller, chef van den generalen staf en chef van den mari nestaf in één persoon worden. 23 Maart 1915. Diner bU den Keizer. Keizer verheerlUkt de nieuwe ridders le mérite" in een rede waarin hU deze verge leek by de paladUnen, die met Wilhelm I het RUk hebben gesticht. De Keizer moest zUn macht aan Hindenburg geven. 2 April 1915. De in Turkschen dienst staande Duitsche generaal Von der Goltz-Pascha was in het hoofdkwartier. HU vond er besluiteloos heid. Prins Eitel Fritz heeft den grootsten in vloed op zUn vader, méér dan zUn broers. Den absoluten Invloed heeft de chef van het Ma- rine-kabinet Von MUhler. HU voert bUna alle staatszaken. Dit is de oorlog der verzuimde gelegenheden In deze briefulttreksels staat de energieke Von Tirpitz voor ons ten voeten uit. HU teleurgesteld wr eru het niet-gebruiken zUn vloot, teleurgesteld ook dterom, dat hem. die het Uzeren materiaal van dictator in zich voelde, het kanselierschap. dat hU vóór den oorlog weigerde, niet tUdens den oorlog werd aangeboden De groote zeeman Von Tirpitz schrijft een zyner brieven den troosteloozen zin; ,Dos Deutsche Volk hat die See nicht verstanden." In dit woord ligt de tragedie van zUn leven, vooral met het oog op den.... Keizer. krUgt. Maar wat is er met het licht gebeurd? Verder, overal in huis is het in orde.” Dat raadsel was spoedig opgelost. binnenkwamen, ontdekten ze tusschen twee van de openslaande deuren de electrlsche lampjes, die daar netjes op een rUtje lagen. Tredwell eerbiedwaardig zelfs in négligé haalde een trap en bracht de verlichting van het onttakelde vertrek weer in orde. „Als ik me niet vergis,” zei Lord Caterham op de hem eigen, neerslachtige manier, „te deze zaal het tooneel van een niet bepaald vrlend- schappelUke ontmoeting geweest.” Die opmerking was niet zonder grond. Alles wat omvergeloopen kon worden, was omverge- De parketvloer lag nog vol gebroken stukken wapenrusting en versplin- loopen. porcelein, terde stoelen. .Koeveel nieuwsgierig. „1 Ziet er uit, of t hier heet toegegaan is." „Maar één, als ik wel heb,” zei Virginia. Maar terwül ze dat zei, besloop haar een ge voel van onzekerheid. Natuurlyk was 't waar, dat er maar één een man door de terras deuren ontsnapt was. Maar ze herinnerde zich ook toen ze hem achterna gegaan was. dat ze een ander verdacht geluid, het ritselen van taf-zU of een ander stuf materiaal gehoord had. Als dat geen verbeelding van haar ge weest was, had de man een helpster gehad en die helpster kon na haar ondoordachte achter volging door de deur ontsnapt rijn. Maar mis schien had haar verbeelding haar wel parten gespeeld. Groot-admiraal Von Tirpitz was een ener gieke persoonlUkheid en een markante ver- schUning, niet zeer groot, slank, met een prachtigen spierwltten baard, die in twee mar tiale punten uitliep, lorgnet op den forschen neus voor kleine glinsterende oogen. Hoezeer hU ook tegen den oorlog was geweest, nu deze was uitgebroken, moest hU zonder genade, zon der pardon worden gevoerd. Deze meening was juist. Voor den oorlog geldt nu eenmaal .Irappez, frappez toujours". Een zachtaardige, welwillende oorlogvoering is eén „contradictio in terminis ipsis", nog meer te nonsens. Na tuurlUk wilde h’u als „Grossadmiral". als schepper van de Duitsche „Hochseeflotte”, direct de ?macht laten optreden tegen de kusten van Engeland. Maar hier begint' al dar delUk het tragische in het leven van den ad miraal tUdens den wereldoorlog. De Keizer wilde van den beginne af de vloot zoo mogelUk gehéél Intact houden, om haar aan het einde van den oorlog bU de vredesonderhandelingen als machtig instrument ter bevrediging der Duitsche eischen te kunnen gebruiken. Hoe anders beschikten de omstandigheden! Van de Duitsche vloot, die* door niets doen gedegeneret d was. ging in Kiel November 19*6. toen zU op het laatste nippertje zou worden ingezet, waarvoor de matrozen niet te vinden waren en dus aan het muiten slbegen, het sein uit voor de revolutie. Fn In die 'zelfde maénd gaf die .eenmaal zoo trotsche vloot zich zonder slag of stoot over aan Engeland en ging in Juni 1919 vrUwillig het graf der golven in te Scapa Flow op den dag der onderteeke- nlng van het verdrag van Versailles, individu eel een heldendaad, maar schadelUk voor het reeds overwonnen land. De Duitsche vloot, al thans een gedeelte er van. had maar één zeeslag geleverd tUdens den oorlog, die onbeslist bleef. Het eigenlijke zeewerk. culmineerend in het afschuwelUk bedrUf van den onbeperkten duikbootoorlog. was gedaan door de beman ningen der U-booten, maar ook hun werk bracht méér schade dan voordeel. Maar terug naar Augustus 1914. Ondanks allen aandrang van Von Tirpitz wilde de Kei zer geen bevel geven, om de vloot tje laten uitvaren en zee te doen kiezen naar Engeland. „De vloot was speelgoed”, zegt Von Tirpitz vol bitterheid in zyn boek .Krlnnerungen” (October 1919). ..zooals alles speelgoed was.” De admiraal wilde niet treuzelen, wilde ener giek doortasten. Maar in het hoofdkwartier vond hU alleen besluiteloosheid. Von Tirpitz verdedigt in zUn boek den Keizer tegen de opvatting, dat deze den wereldoorlog zou hebben gewild, maar hU grUpt zUn KeizerlUken heer aan, die Van het wapen der vloot geen gebruik dorst te maken, haar als kostbaar speelgoed bewaarde en in het veld alleen maar overwin ningen zag. waarover hU zich te buiten ging in ongemotiveerd optimisme. Aardig, typisch, maar tegelUk tragisch zUn de trekjes, die Von Tirpitz over den Keizer en zUn omgeving in 1914 en 1915 uit Charleville in briefuittreksels (laatste 100 blz. van het boek), geeft. 19 'Augustus 1914. De Keizer was tamelUk JtevréBen over het verloop van den veldtocht. HU was er trotsch op. dat zyn zes zonen voor den vUand stonden. Maar dat was ook noodig voor de Hohenzollem-dynastie. Met het oog op het bedwingen van Engeland was hU te opti mistisch. HU vertrouwde zeer sterk op de ge rechtigheid van God. Ik moest meer dan twee uren na het diner met hem in den tuin wan delen. Gelukkig liep hü langzaam. Het was heel warm. 8 October 1914. Ik ging van den Keizer.ter neergeslagen naar mUn kwartier. HU vertelde mij langer dan een uur van een onderhoud, een politiek gesprek, dat hU met een Fransch bur ger over zUn opvattingen had gehad. Denk eens den ouden grooten Keizer Wilhelm I in zulk een positie I Wat moet er gebeuren, als zyn zenuwen niet meer mee kunnen? De vloot wordt gebalsemd. De duikbooten worden overschat. Ijzeren mannen zUn noodig. Als je Von Beth- mann Hollweg en al die andere mannen om Dien middag kwam Dora, de dochter van Janus, den kant van den schilder uit. ,Je werk nóg niet af?” lachte ze .Nou, JU zult met schilderen ook niet rijk worden. De smokkelaars verdienen veel meer dan JU- En die hebben daar maar enkele uren voor noodig.” Ze het zich op een heuveltje vallen en keek hem aan De schilder werkte door Ze had hem al dikwUls over de smokkelaarsbende gesproken, maar hU ging er nooit vee! op in. Doch nu vroeg hU: „Gaan ze er weer op uit?” „Vooreerst nog niet. Ze moeten rekening met de maan houden. Ze zyn niet op haar licht gesteld. begrUp je? Maar toch zal het wel zUn vóór dat het kermis is op ons dorp, want dan hebben ze geld noodigZeg. die boomen zyn veel te groen,” gierde ze. „Wat 'n kleur! Ik geloof dat je eerst nog wat in de leer moet. „Zoo zie ik die tint," glimlachte de schilder. „Dan ben je bepaald kleurenblind,” schaterde ze. „Ik heb hier door schilders andere doeken zien maken. Die kenden het veel beter zoover *tk er versland van heb. En Je hei! Wat "n paars!” Haar lach schalde door de stilte. De schilder bleef doorwerken. HU zag den vader van Dora voor zyn huisje staan en dacht aan diens waarschuwing Dora bleef nog even praten en daar hü niet veel notitie van haar nam. hetgeen anders wel gebeurde, slenterde ze terug naar -huls. Dien avond, toen de chef van de kommiezen in „De Kroon” een partü- tje biljart speelde, zag hü Willem Bunters: d; r we, binnenkomen. Bu4iers had veer een paar weken een kamer i hotel betrokken. HU wist zün chef, on- lerkt, een briefje in de hand te stoppen, .Nog vóór de kermis.” Alles ging naar wensch. De chef zou zich met zün mannen paraat houden. Eindclük was er kans de heele bende te overrompelen. Het was een goed idee geweesë van dien Bunters, nu niemand hem nog kende, zich als schilder voor te doen en die dochter van Janus van Veer een beetje het hof te maken. Dat had hü hem toch maar fün gelapt! En eenmaal de bende achter slot en grendel, dan kon de vervanger van Bunters weer naar zün standplaats terug en Bunters kon gewoon zün. En voor de doch ter van Veer zo* er ook wat opzitten, want allen zouden begrüpen dat zü hen verraden had. De groote avond naderde. De schilder, tot het laatst verwachtend nog iets naders over den voorgenomen tocht te kunnen vernemen, had zich weer in de omgeving van het huisje van Janus van Veer aan een nieuw schilderstuk gezet. Opeens- zag hü twee mannen aankomen. Hü herkende beiden: „de Rooie” en diens neef Frans, die op het dorp woonde, waar Bunters gestationneerd was geweest Vlug boog de kom mies zün hoofd achter het doek, maar Frans had hem al ontdekt en zei met verwondering: „Ik wist niet, Bunters dat JU aan schilderen deed.” De kommies zag zich ontmaskerd. „En zooals ik je gezegd heb," hernam Frans tot zün oom. ,js hü een eerste dienstklopper." Janus van Veer die aan de deur stond en dit hoorde, snelde naar binnen en greep zün geweer. De kommies had reeds ter verdediging zün revolver gegrepen. Schoten knalden, maar het schot van Janus trof de kruin van een boom, want Dora had haastig zün arm naar beneden getrokken. Dat van Bunters raakte een overhangende dakpan, want toen hü Dora naast haar vader zag staan, vreesde hü haar te zul len treffen en mikte hooger.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 19