<Kdwtfwial
den dag
uan
gewogen
zijn vriendje Wip
Kabouter Flip
en
Oorlogskansen
van
Het haantje
den toren
8
de
Weinig vooruitzicht
in Oost en West?
EN
van
Het Geheim
zeven Schoorsteenen
DINSDAG 22 AUGUSTUS 1939
Een onverschillige
DOOR AGATHA CHRISTIE
op
i
'7
Een opmerkelijke documentatie van de Ivan Eajos
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Vier dingen gaf
God den hoer I
=st
het
Be
te
noch
een
den kerkto-
W.
die
tand verzonk onder
werk*
Jffetó
angst,
minuut.
over
Mr.
vriend
46
me
HU
aan-
Ik
en
Ki
en
Heeft Iemand Je onaangenaam
(Wordt vervolgd.)
beurs,
andel
per
i «a
En Ja hoor, daar klonk opeens een prachtig
gefluit door de stille avondlucht. Het was zoo
mooi, dat Flip en Wip muisstil bleven staan.
Ze keken omhoog en zagen daar den kleinen
zanger zitten, een grauw, onaanzienlijk beestje.
Maar wat zong deze vogel prachtig.
ontlokte
zfjn tijd
dat
of
want de wind
i bood om ze
werd
neer.
dat
voor
itsclM
deze
rare
tdel
die
zijn
«t.
:en»
oria
i mili-
Neder-
r offi-
vader-
Boekel
ld van
eerd.
n één
seerde,
hotel
waar-
leder-
vette
oeien
•n 40
-150.
0—75
r 465
voor
8—52
1—25.
10.00
lam-
r 100
BIbu-
H ct.
cent
ul-
i 1
11,
Bos-
?ten.
cent
ioo-
10
d, dat
n, en
rk
:hede.
Ier ie
i, dat
dache
ot-
ade
en-
50,
80.
)O1
>oJ
10.
00
kaas,
vol-
.20—
stuks
kg.
I. CC
ilzen
20—
kg.
onen
20^
Nep
oo-
800
aan
>nze
Ons
mO’
rug.
eten
'inst
’.tail
'ug-
2 de
i, tn
van
i de
ren;
van
het
tel-
ne-
ons
rle-
de
uw
in be-
;ns te
waar
rer de
!t een
eten.
Un de
s, die
l, had
Rel-
V1C-
The
ap-
a
BQ varna, van os band,
een voeg aan oog.
De directie van het Louvre heeft, naar wij
lezen, nu ook l’ïndlfférent als echt herkend.
Of wederom ditmaal de craquelures tot richt
snoer hebben gediend, wordt niet medege
deeld, al zou dit voor dezen Jongen man veel
minder gênant zijn De vreugde zal in ieder
geval in het kunstpaleis aan de Seine onge
twijfeld weer uitbundig zijn. En wat Bogoes-
slavski betreft, als hjj zijn straf ondergaan
heeft want straf zal er. ondanks zijn gulle
bedoeling om het schilderij te ..verbeteren"
wel moeten worden opgelegd zal hjj mis
schien de offlcieele functie van ..restaura
teur” krijgen Een tegenstander die zóó han
dig Ls. dat het Louvre niet veilig voor hem
kan heeten. maakt men maar liever tot vriend
en medewerker
’i.%;
eiin-
Eindelijk kwamen ze vermoeid weer thuis. Ze
namen afscheid en ieder ging naar zijn eigen
woonplaats Flip droomde dien nacht, dat hij
een paar mooie vlindervleugels had. waarmede
hjj prachtig kon vliegen. Jammer dat het maar
een droom was.
ische
p de
vol-
7.90
MU>-
■n B
stok
per-
un-
m-
.35.
100
Naar aanleiding van den aensatloneelen ..eer
lijken diefstal” van Watteau's schilderij schrijft
het Alg. Handelsblad:
„l’ïndlfférent”. de onverschillige. Jegens wlen
de voortvarende kunstschilder Bogoesslavskt
zich allesbehalve onverschillig heeft betoond
is vanzelf in het Louvre weergekeerd, zooei»
indertijd de Mona Lisa Het werk van de
Parjjsche recherche bleef in beide gevallen
vergeefsch. Na verloop van tnd vonden d-
kunstwerken weer hun .hok”, zooals post
duiven hun til, zonder dat de vermaarde
Sureté zich met voldoening op de gecapiton
neerde borst heeft mown kloppen De elegante
Jongeling, die waarschijnlijk zeer ten onrecht»
l’ïndlfférent wordt genoemd, zal vermoede-
HJk de Mona Lisa wel eens een knipoogje
geven. Zij beiden zjjn op stap geweest, of om
het gemeenzaam uit te drukken, zy hebben
een slippertje gemaakt, zij weten wat in de
Parijsche wereld te koop is. En de Mona Lisa
zal het knipoogje met een begrijpende glim
lach beantwoorden. Hetgeen haar niet moei
lijk kan vallen.
ATT rj* A ATAT^1 op dit blad zyn ingevolge de veraekeringsvoorwaarden tegen w-, bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door oy een ongeval met T~v Qf“A
I ,1 iTVxlN IN Cé ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen F DU«“ verlies van belde armen, belde beenen at belde oogen F Z Ove“ doodeljjken afloop F mOvo*
Weer oorlog?Zijn
iets anders: een 'gestalte.
Destijds heeft men evenwel.de echtheid van
het werk onomstooteliJk vastgesteld. Merk
waardigerwijze niét uit de deugden van
het stuk, maar uit de gebreken, nJ.
al was dat voor een dame niet prettig
uit de.t.. rimpeltjes op haar oppervlak, d.
w. z. de barstjes van het vernis. Kunstwerken
mogen op misleidende wijze kunnen worden
geïmiteerd, maar het werk van den „tand des
HJds" nabootsen schijnt minder gemakkeljjk
te gaan. Hoewel menig antiquair, naar men
zegt, op dit gebied toch zijn sporen heeft ver
diend.
Terwijl hij daar zoo in zijn droom aan het
vliegen was, werd hy opeens omringd door vele
adelaars, die hem met hun snavels in zijn
vleugels pikten. Flip schreeuwde van
want hy was bang dat hy zou vallen.
van
boekje dus van groot formaat
blijken, rijst allereerst de vraag
naar de bedoeling van den schrijver. Blijk
baar heeft dr. Lajos getracht, tegen de
grootscheepsche Duitsche propaganda, zoo
als die al meer dan een jaar lang in Hon
garije wordt gevoerd, een afdoend antido
tum voor de Hongaren beschikbaar te stel
len tegen een populairen prijs; wat hem
maar al te goed gelukt is. En dit is des te
opmerkelijker, waar deze Hongaar met legi-
timistische sympathieën, wiens „Studies
over de diplomatie tijdens den wereldoor
log” (in 1938 verschenen) reeds verleden
jaar alom de aandacht trokken, zijn pak
kende en strikt verantwoorde bewijsvoering
ditmaal vrijwel uitsluitend heeft opgebouwd
fr-j ulk een „Blitzkrieg” in het Westen
biedt eveneens maar poovere vooruit-
zichten. Frankrijk beschikt thans, ver
geleken met den toestand in 1914, over be
slissende voordeelen, waaronder de sterk-
defensieve kwaliteit vgn de Maginot-Unie,
als zoodanig óók door Duitsche deskundigen
erkend, nog niet eens de voornaamste voor
sprong is. „Getallen”, zegt Ludendorff in
„Der Totale Krieg’’ (1936) hebben vaak
beslissende beteekenks voor het verloop van
een oorlog.” Waarop dr. Lajos, aan de hand
van een groote verscheidenheid van Duit-
aanschyn der
Martienshoeve.
En er «roeide een nieuw geslacht
De zegen van het geloof daalde ever hen
neer: vrede en arbeid.
op de basis van een nauwkeurige compile.- officieren, hoe het Duitsche officleren-corps
tenslotte zal komen te "taan, in tijd van
oorlog, tegenover de uit de Nazi-rangen
voortgekomen millioepen onvoldoend
drilde infanterie-soldaten;.
Wat het probleem der Duitsche voedsel
voorziening in oorlogstijd betreft, hier be-*
spreekt dr. Lajos systematisch het pijnlijke
vraagstuk der voedselvoorziening in v re
de s t ij d van de nu reeds „krap-gehouden”
Duitsche burgerbevolking. Daarbij heeft de
al te snelle gebiedsuitbreiding van het
Duitsche Rijk nog sommige eigenaardige en
eensdeels gewestelijke voedselproblemen
doen \gcuut worden, zooals die van den
slechten toestand in het landbouwbedrijf
(hier en daar) wegens toenemend gebrek
aan de noodige boeren-arbeidskrachten.
die naar de oorlogsindustrie werden overge
heveld. Zelfs in de oude, welvarende gewes
ten van het- voormalige Tsjecho-Slowakije
is de voedsel-opbrengst er merkbaar op
achteruit gegaan in 1939.
Voor heden zullen wij dit kort overzicht
van „Duitschlands Oorlogskansen” hier on
derbreken, om in een slot-artikel er nog
nader op terug te komen en onze eigen con
clusies te trekken.
De morgen vond hen, zooals de avond hen
verlaten had. De vrouw was vol verwachting.
Zy luisterde naar den man. doch deze zweeg.
Maar zyn gedachten werkten. Sinds hy de
vrouw vond, wist hy, dat God hem niet had
verlaten, en dat zyn levenswetten ook voor de
toekomst zouden gelden. Doch nu wachtte op
hem de daad Hij was bereid Lang peinsde hy
na Toen wist hy het weer. En toen de zon zijn
voeten kuste, stond hy op en begon te zoeken.
De vrouw keek hem vol verwachting aan. De
man wierp het puin en de verkoolde balken op
tenslotte, waarnaar hu zoo naar-
zochteen ploegschaar. Hij riep
by zich, toonde haar stralend
sche statistische geg vens, tot de verreweg
superieure getalsterkte van het huidige
Franse he leger, geoefende soldaten, conclu
deert respectievelijk anderhalf millioen
sedert 1934 getrainde Duitsche soldaten,
tegenover vijf miilioen Franschen met
tweejarige dienstplicht-ervarlng. „En dan
staat het nog te bezien, bij de groote
schagrschte aan Duitsche beroeps-onder-
in Hongarije, waar begin Juli het origineel
uitkwam en daar op slag furore maakte
Deze Engelsche vertaling, ook uiteriyk keu
rig verzorgd, had namelijk nog vóór haar
verschijnen haar tweede oplage reeds „uit
verkocht” gezien!
Na den terugkeer van de Gioconde heeft men
zich indertijd in de Fransche kunstwereld
en ook wel daarbuiten, met angst en bever,
afgevraagd, of de teruggekeerde vrouw met
de raadselachtige lachzweem wel de échte
Mona Lisa was. Het slippertje had zoo lang
geduurdEen handig copieerder zou ruim
schoots tyd hebben kunnen vinden het oor-
spronkeiyke werk te vermenigvuldigen! En
wy weten, sedert er zooveel valsche Van
Goghs in omloop zUn gebracht, dat groote
nkele dagen geleden verscheen
H Londen (bij Victor Gollancz, Ltd.) het
L-d boekje: „Germany’s War Chances
Duitschlands oorlogskansen”, hetwelk
een vertaling is van het al door heel Europa
besproken werk van dr. Ivan Lajos, as-
sistent-professor in het constitutioneel
staatsrecht aan de St. Elizabeth-universlteit
van Pécs, in Hongarije. Dit ^inhoudrijke en
hoogst actueele boekje, dat dien niet anders
dan in één adem kan uitlezen, schijnt in
Engeland en Amerika reeds minstens een-
zelfde groote sensatie te hebben verwekt als
tie van overvloedige gegevens en oordeelvel
lingen uit de officieel geachte Duitsche
pers.
Hy geeft excepten uit redevoeringen van den
Führer en diens voornaamste ministers of par-
tyleiders, tal van aanhalingen uit Duitsche ryks-
decreten, mlnisterieele verordeningen of amo-
teiyke beschikkingen, staatsdocumenten, mili
taire vakbladen, technische tydschriften en
diverse publicaties van militalr-wetenschappe-
lyken aard. Bovendien wyst de schryver er zijn
medeburgers op, dat „de Hongaren vrienden zyn
en ook moeten blyven van Dultsehland"
hoewel hy er toch de reserve aan toevoegt:
„maar Duitschlands slaven willen wy niet
zyn!” Mag dit Hongaarsche boek, behalve
een ernstig en uiterst interessant pleidooi voor
politieke voorzichtigheid, bovenal een moedig en
knap stuk werk genoemd worden, dat tenslotte
den vrede tracht te redden.
Toen
sterk en
De vrouw
teerde de
werd
stuk
hy u nooit iets van zyn verleden
verteld?” vroeg de ruitige stem door „Waar
hy geweest is. vóór hy in Zuid-Afrtka was. be
doel ik. In Canada? Of nog dkArvoor in Soe
dan? Of van zyn kinderjaren?”
maar ik zou dolgraag zien, dat jy nog wat
bleefBundle ook
„O. ik blyf natuuriyk. Lief van u, dat u me
vraagt, hoor I
Lord Caterham zuchtte.
„Wat scheelt er aan?" vroeg Virginia. „Heeft
de een of ander u soms gestompt of gebeten?”
„Dat is 1 ’m Juist.” zei Lord Caterham neer
slachtig.
Virginia keek hem verwonderd aan.
„Je hebt, by geval, geen zin om me een schoen
naar myn hoofd te gooien? Neen, ik zie t al.
Enfin, niets aan te doen trouwens van geen
belang."
Lord Caterham schuifelde neerslachtig dwars
door de hall naar zyn „sanctum”. Virginia ver
dween door een zydeur naar den tutn.
Op het terras bleef ze staan en ademde met
volle teugen de frissche, pittige Octoberlucht
in. Na een dergelyken nacht was dat een ver
kwikking.
Opeens schrok ze. Hoofdrechercheur Battle
stond naast haar. De man had er den laatsten
tyd een handje van om zich zonder behoorhjke
waarschuwing uit niets te materialiseeren.
„Goeden morgen, Mrs. Revel. Uitgerust,
hoop ik?”
Virginia schudde het hoofd.
..Neen, maar t is de moeite waard geweest I”
zei ze. „Wat is een beetje slaap in vergeiyklng
met zulke emoties! 1 Eenige is. dat het gewone
leven nu een beetje saai lykt."
,Daar, onder dien ceder, ls het heerlijk rustig
stonden de man en de
sn keken naar hun werk.
5or den eersten keer:
„Vier dingen gaf God den boer: den grond,
den ploeg, de vrouw en het geloof. Daarin ligt
de vervulling van onze taak.”
Toen knielde hy neer. De vrouw volgde zyn
voorbeeld. Zegenend hief de boer zyn handen
op en sprak innig en smeekend:
„Moge God het doen groeien en wasdom ge
ven."
En het groeide. Vroolyk en vredig werd het
aarde. Er groeide een nieuwe
X T T aar zulk een opzet en bestek
yy dit
Zooals de titel van het boekje aangeeft, han
delt de Inhoud (160 blz.) over de kansen van
Dultsehland in een eventueelen oorlog. Na een
eigenaardige inleiding, waarop wy later hopen
terug te komen, is de stof verdeeld over tien
hoofdstukken, respectlevelyk gewijd aan: de
Duitsche plannen, als oorspronkelyk vooropge
zet in „Meln Kampf" Duitschlands kansen
(in het Oosten als in het Westen) by een zgn.
Blitzkrieg de hachelyke problemen der Duit
sche voedselvoorziening in tyd van oorlog
de beperkte mogeiykheden van de Duitsche be-
wapenlngsmdustrie by een eventueelen oorlog
aan twee fronten de oplossing van het voor
Dultsehland misschien wel meest gewichtige,
want eminent strategische oorlog-probleem eener
voorziening van de Duitsche luchleskaders en
de gemotoriseerde legers van olie en benzine
het dreigend tekort aan grondstoffen, wegens
onvoldoende gebleken reserves, ten gevolge van
gemis aan voldoende buitenlandsche credleten
en vreemde valuta wat in oorlogst.d in het
Duitsche Rijk de gevolgen dreigen te worden
van den precalren financieelen toestand, zooals
die daar heden is wat dr. Brinkmann, die als
opvolger van dr. Schacht voor korten tUd in
de directie van de Reichsbank optrad (uit welke
functie hy wegens „zenuw-overspannlng” naar
een rustoord verdween) op het einde van Fe
bruari 1939 op ven zeer besloten byeenkomst
van groote zakenlieden te Keulen als strikt ver-
trouweiyk mededeelde de eventueele houding
van Amerika In een toekomstlgen oorlog en,
last not least, een crltlsche en goed gedocu
menteerde psychologische beschouwing van den
schryver over het moreel en de innerlyke stem
ming van de huidige Duitsche volksmassa, zoo
als die uit een nauwgezette ontleding van re
cente offlcieele Duitsche gegevens onthuld werd;
uit welke beschouwing biykt, dat het Duitsche
voik in zyn overweldigend groote meerderheid
jegenover een opnieuw -’reigenden oorlog beslist
afkeerig, zoo niet vyandlv zou staan.
naar alle kanten speurend, uit
en koel.” zei de politiebeambte, ..zal ik daar een
stoel vöet u neerzetten?"
„Als u vindt, dat dat 't beste ls, wat ik kan
doen....” gaf Virginia met een ernstig gezicht
ten antwoord.
„U bent buitengewoon vlug van begrip. Mrs.
Revel. Ja, ’t is zoo, ik wou u graag even
spreken.”
Hy tilde een langen rieten ligstoel op en droeg
hem over het grasveld naar den bewusten ceder.
Virginia ging hem, met een kussen onder haar
arm; achterna.
„■n Gevaarlyk plekje, dat terras,” zei de
detective, toen ze samen in de schaduw zaten
„Dal wil zeggen, als Je een gesprek wil voeren,
waar het op aankomt.”
„U maakt me weer nieuwsgierig, hoofd
rechercheur.”
„O, dezen keer is *t niets byzonders.”
haalde een groot zilveren horloge uit zyn vest
zakje en raadpleegde het: „Half elf! Over tien
minuten moet ik naar Wyvern Abbey om aan
Mr. Lomax rapport uit te brengen. Dus nog tyd
genoeg. Ik wou u alleen vragen of u me wat
meer over Mr. Cade wilt vertellen."
„Over Mr. Cade?"
Virginia was by die vraag geschrokken, maar
ze hield zich goed.
,Ja, waar u hem voor het eerst ontmoet hebt
en hoe lang u hem al kent, enzoovoort, enzoo-
voort.”
Battle stelde zyn vraag heel gewoon. Zyn
toon verschilde niets van den conversatietoon
van twee menschen. die genoeglyk met elkaar
ergens in de schaduw zitten. Maar hy keek
zy en vono
stig zochteen ploegschaar. Hy riep de
vrouw by zich, toonde haar stralend van
vreugde zyn vondst en ademde diep. Zyn arm
om de Vrouw heenslaande, omschreef hy met
den andere^ een groeten kring om het land en
wees toen op de ploeg. En de vrouw begreep
hem. Van wllgentakjes vlocht de man 'n koord,
bevestigde dit aan den ploeg en legde het over
zyn schouders. liM
trok hy j"'
stevig.
han- i
ploeg
Zoo werd een
flink stuk land
omgeploegd.- En
het rook naar versche aarde
Toen stonden zy voor de voren en keken
neer op den bruinen schoot der aarde, die be
vrucht wilde worden De man liet een handvol
grond door zyn vingers giyden. Toen
zyn gezicht slap, zyn schouders zonken
Er was geen zaad!
De vrouw begreep zyn moedeloos gebaar,
lachte bly. zegevierend en snelde naar 't bosch.
De man wilde haar naloopen. doch bleef som
ber staren naar den versch-geploegden grond.
Hy zag zyn roeping en zyn hoop verflauwen.
Toen de vrouw terugkwam, droeg zy een klein
zakje in haar hand Eens had zy het als buit
uit een platgebrande boerdery meegenomen. De
man sprong op. Weer lachte de vrouw triom-
feerend. opende het sakje en Het wat korrels
In de handen van den man glyden! Koren! De
man richtte zich op en ging weer naar den
ploeg. En troktroktrok. En toen de
schemering viel, rook het alom naar otnge-
ploegden grond. Toen de boer zaaiend over den
akker schreed, groeide zyn gestalte tot die van
een reus. Het heele'Jand verzonk onder zyn
schaduw. V
Na gedanen arbeid
vrouw hand in hand
Toen sprak de boer
haar niet aan. En juist die nietige byzonderheid
gaf Virginia te denken.
„Die vraag is moeiiyker te beantwoorden dan
u denkt,” zei Virginia, na een stilte vaft een
„Hy heeft me een poos geleden een
grooten dienst bewezen
Battle viel haar in de rede.
„Voor u verder gaat, Mrs. „Revel, heb ik u
nog iets anders te zeggen. Gisterenavond, nadat
Everslelgh en u weggegaan waren, heeft
Mr. Cade me alles verteldvan die brieven
van den man, die in uw huls doodgeschoten
is."
„Wat!” bracht Virginis er met moeite uit.
„Ja, en dat is zeer verstandig van hem ge
weest. 1 Voorkomt heel wat misverstand. Maar
één ding heeft hy me niet vertelden dat
ls. hoe lang hy u gekefid had. Nu heb ik, wat
dat betreft, een soort theorie. En nu mag u
zeggen, of jk het daarmee aan het rechte eind
heb. Myn theorie is, dat u hem dien avond,
toen hy aan uw huis in Pontstreet aanbelde,
voor den eersten keer zag. O, ik zie al dat "t
zoo is.?.
Virginia gaf geen antwoord. Voor het eerst
voelde ze een soort angst voor den man met zyn
breed, stug gezicht in zich opkomen. Nu be
greep ze. wat Anthony bedoelde, toen hy van
hoofdrechercheur Battle beweerde, dat hy per
manent wakker was.
„Heeft
In Hongarye Werd er In Juli biykbaar over
niets anders gesproken, zoodat de ééne druk
van het boekje op den anderen volgde, alsof het
opeenvolgende edities van een populair dagblad
gold, dat den Hongaren sensatloneele onthul
lingen bracht. De Hongaarsche regeerlng het
heeft zin daaraan te herinneren van «5e
aanvankeiyk verwacht kon worden, dat zy maat
regelen tegen den verkoop van deze sensatlo
neele publicatie zou nemen, vooral toen een
bezoek van den Führer op handen scheen te
zyn, liet de zaak rustig op haar beloop, totdat
de Duitsche gezant te Boedapest, al of niet in
opdracht van de autoriteiten in Berlyn. begon
aan l-le dringen op een verbod van het voor
DuitscBland niet zoo vleiend geschrift. Maar
toen tenslotte zulk een maatregel te Boedapest
toch genomen werd, waren er al zóóvele exem
plaren van het boekje verkocht, dat men aan
nemen mag. dat vrywel het geheele Hongaarsche
volk thans met den Inhoud ervan vertrouwd
ls. En nu, nauweiyks twee weken na dat Hon-
gaarsch verbod, Is de Engelsche vertaling al
hier, welke wy, ter documentatie van onze lezers,
nader Inlelden.
..O, zooals u wilt zooals u wilt," zei Lord
Caterham, „t Doet me buitengewoon veel ge
noegen, buitengewoon veel genoegen!”
Met een niet bepaald gelukte imitatie van den
jovlalen gastheer stond Lord Caterham van
tafel op, mompelde iets over een bespreking
met zyn rentmeester en ging de kamer uit.
In de hall zag hy Virginia de trap afkomen.
■>2al ik je gezelschap houden by het ontbyt?”
?roeg hy galant.
.Keen, dank u, ik heb in bed ontbeten.
Was vanmorgen zóó slaperig
Ze gaapte.
„Misschien een slechten nacht gehad?”
.J&en, niet wat Je een slechten nacht noemt.
In sommige opzichten zelfs een zéér goeden
nacht. O. Lord Caterham.” ze stak haar arm
door.den zynen en kneep hem even in zyn hand
w Jk heb t hier toch zoo heeriyk! U bent een
Mhat, dat u me uitgenoodlgd heeft."
.Dan blyf je du, nog een poosje, niet?
Battle heeft de..,, de quarantaine opgeheven.
Wy hadden een heeriyken tocht achter ons.
door het slingerende Ziltertal. Het werd avond
Duister groen waren de wouden op de bergen
en langs de kammen liep zilver licht. Bleek
blonken de sterren en een Nederlander citeer
de Kloos over de maan, die ergens hing als
een vreemde vrucht. Van de .Halden" kwam
het bly geroep van Jonge stemmen. Het dal
was vrede vrede was In en om de menschen
en hun behuizingen welke wel uit louter dak
leken te bestaan, diepe vrede was er ook In
het huls van den Hochwilrdigen Pfarrer. die
ons. oude studiegenooten van Freiburg, ontving
In zyn .Herrgottswlnkel”. in dien gemoedeiy-
ken kamerhoek, waar het kruisbeeld hangt,
omrankt van groote levende bleekgroene bla
deren. die opgroeien uit groote roode potten
met vette zwarte aarde op dan grond. Dra
stonden de „Viertel" wyn op tafel, open Mark-
grafler goudgeel, en de rossig blonde Chlot-
tertaler, welke danig in Je beenen gaat zlt-
Neen, niet over het beroemde haantje van
den toren, dat heel den winter en heel den
Mei hardnekkig naar het Noorden wees
en tenslotte, toen het te laat was en het lie
ve meisje dood was. „wees naar 't zoele Zui
den heen” neen, niet over het haantje van
P. A. de Genestet, waarmee hy een traan aan
het oog ontlokte naar de sentlmenteele
zede van zyn tyd neen, maar over een
haantje, dat gedoemd was een onvrywilllge
kluizenaar of beter een onvrywilllge heilige
Pool bewoner te zyn, over het haantje van den
toren van een dorp in een dal van het Schwarz-
wald willen wy het hebben.
Over de Duitsche plannen hier niet ver
der uitweidend, brengt het tweede hoofd
stuk over een zgn. „Blitzkrieg” ons ’s schrij
vers pertinente conclusie, dat „Germany
can’t win”. Hjj hecht veel waarde aan het
uitvoerig beredeneerd oordeel van den Dult-
schen majoor Kar! Spalcke In de „Kriegs-
wlrtschaftliche Jahresberichte” van 1936:
„Het schijnt, na grondig onderzoek van de
belangrijkste centra der bewapeningsln-
dustrie voor de productie van steenkool,
ijzer en staal dat de Sovjet-Unie, door
middel van het vijfjarenplan, thans een
permanente basis heeft geschapen voor
haar zware Industrie en groote herbewape-
nlngsnij verheid, die nu geheel en al op een
zelfde niveau staat, als In de grootste en
meest moderne militaire staten. De onlangs
veelal verbreide meening, dat Duitschlands
kansen In een zgn. „Blitzkrieg” er goed voor
zouden staan, bestrijdt dr. lajos verder, op
grond van zijn vele en velerlei inlichtingen
omtrent den staat van het Russische leger
en de paraatheid van de Sovjet-Unie, om
met name op de strategische punten van
Europa’s Oostelijke grenzen effectieve
hulp, zoowel met legers als met oorlogsma
teriaal, te bieden aan door Dultsehland
aangevallen staten. De schrijver geeft zóó
vele deskundige meenjngen van Duitsche
en Itallaansche hoofdofficieren welke
meenlngen o.a. door Engelsche en Fransche
oordeelen bevestigd worden dat wij hier
ónmogelijk zelfs ook maar een overzicht
van die beredeneerde meenlngen kunnen
weergeven.
H oe meer tien galijk wil habbwn. I
hoe mindar man h«rt krijgt
4
Maar ik voel me.... of een olifant op me is
gaan liggen.”
..Battle toch niet?"
..Battle wél. Wat een verschrikkeiyk mensch
is dat!”
„Kom. kom! Maar ik wou 1 elgenlyk niet
Battle hebben. Ik hou toch zóó van Je,
schat, die Je bent
„Neen, snaar me. Bill! Ik voel me niet sterk
genoeg. Hoe dikwyls heb ik Je al gezegd,
mannen, die weten hoe het hoort, nóóit
de lunch aanzoek om iemands hand doen?”
„Genade!" zei Bill. „Ik zou t met pleizier
voor 1 ontbyt doen.”
Virginia rilde.
„Bill. Jongetje, wees nu eefis een oogenbllk
redeiykIk heb je raad noodig.”
„Als je maar niet langer allerlei uitvluchtjes
zocht.... als je maar besloot t te doen en Ja
tegen me zei. dan zou Je je veel en veel beter
voelen. Gelukkiger en vooral rustiger.^
„Luister eens goed naar me. Bill Dat
zoek-doen begint langzamerhand een idée-fixe
van je te worden. Alle mannen, die zich verve
len of niets byzonders te beweren hebben, nemen
vroeg of laat hun toevlucht tot een huweiyks-
aanzoek Maar denk aan myn aanstaande gryze
haren en myn weduwenstaat en kies een jong,
frlsch meisje als slachtoffer.”
..Maar. myn lieve schat Wel verdraaid!
daar heb Je dien Franschen idioot: lamme
kerel! Hoe haalt ie 1 In zyn hoofd om op dit
oogenblik hier te komen.”
zlchtlg
bosch.
De man zag het. Hy stond verbaasd en ver
hief zich in volle lengte. De mensch daarginds
deinsde terug, doch kwam toen naderby. Ver
bazing lag in beider oogen. Langzaam gingen
zy naar elkaar toe. Een man en een vrouw
stonden tegenover elkaar. Ze keken elkaar
zwygend aan en sloten de handen ineen. Zoo
zaten ze beiden temidden eener verwoeste we
reld, die weer opgebouwd wilde worden, wan
neer er voor den mensch nog een doel en een
bestemming was.
Virginia schudde sprakeloos het hoofd.
„En toch zou ik er myn hoofd onder durven
verwedden, dat hy heel wat te vertellen heeft
Dat gezicht van hem liegt niet, dat is het ge
zicht van een man, die een avontuuriyk leven
heeft geleid. Ja. als hy wou, zou hy u heel wat
kunnen vertellen.”
„Als u lets over zyn verleden weten wilt,”
opperde Virginia, „waarom telegrafeert u dan
niet aan - dien vriend van hem. James
McGrath?"
„Hebben we al gedaan. Maar die zit ergens
in het binnenland. Kyk eens hier, Mrs. Revel,
dat verhaal over zyn verbiyf in Boeloewayo is
waar. Maar ik zou graag willen weten, waar
hy daarvóór geweest is. Die betrekking by
Castle had hy pas een maand.” Hy haalde voor
de tweede maal zyn horloge te voorschyn.
„Tyd! Ik moet weg. De auto zal wel al vóór
zyn.”
Virginia keek hem na tot hy in huis ver
dwenen was. Maar ook daarna bleef ze byna
onbeweeglyk zitten. Ze had maar één wensch:
dat Anthony zou komen en dat die haar raad
zou geven. Maar in plaats van Anthony kwam
Eversleigh, een gapegde, landerige Everslelgh.
„Gelukkig, dat ik je eihdelyk eens alleen tref.”
begon Eversleigh verongeiykt. ,Ku kunnen we
eens rustig praten.”
„Maak t kort en pynloos, Billy, schat. Anders
ga ik huilen.”
„Waarom?
behandeld?”
„Neen, niet bepaald onaangenaam. Myn
hersenen binnenste buiten gekeerd, anders niet.
kunstwerken gemakkelyk en bedrieglyk na
gebootst kunnen worden.
Anders stond het met den weerhaan op den
kerktoren. Zulk een haan staat natuuriyk bo
ven alles, omdat hy als wachter en profeet op
troont en a nkondigen moet,
wat voor wind er waait. En ook al vergissen de
boeren zich in negen en negentig van de hon
derd gevallen wanneer zy by aanhoudende
droogte beweren, dat de weerhaan op regen
wyst, zoo gelooven ze toch aan zyn onfeilbaar
heid en overleveren dit geloof aar hun nako
melingschap tot in lengte van dagen. Aanvan
keiyk had dit ook in den weerhaan een heer
iyk gevoel gewekt en hy was trotsch op zyn
verheven eenzaamheid. Maar hy lad nu al
lang genoeg van zyn yzeren plicht en graag
zou hy geruild hebben met het plpste kippe
tje daar beneden. Maar de menschen hebben
hem zelf zóó hoog verheven, dat zyn stem voor
hun eigen ooren niet meer te hooren is. En ook
de kippen, die zoo nu en dan met sehulnsche
koppen naar hem kyken. hebben geen idee van
den wensch naar vernedering, welke in hem
leeft. Op een Zondag komt een nazaat van
Tell over het dorpapleintje, legt op den weer
haan aan n schiet hem het ging om een
weddenschap naar beneden. Zónder het min
ste «**voel van pHn. want de schutter heeft
alleen de boeien stukgeschoten, waaraan hy
vastgeklonken was. vloog de weerhaan omlaag
en vond meteen gezelschap by een kip van den
autoritairen burgemeester der gemeente. Hy
vertelt het hoen direct, e hij genoeg heeft
van de hem toegedachte bovenaardsche rol en
verdwyta met haar in gras en onkruid. Maar
het schot heeft het heele dorp in opwinding
gebracht. Het dorpsvolk,e dreigt en doet als
deeg in den heeten oven. Het pakt den weer
haan, die zichzelf en zyn s huilplaats direct
verried door zyn in bazlgen toon gehouden
conversatie met de zielige kip. Er komt geen
rust, tot een besluit van den gemeenteraad van
kracht wordt om den weerhaan op kosten van
den schutter weer op zyn plaats te zetten. De
hoefsmid neemt den haan In verpleging, tim
merlui maken een steiger om den toren. Om
geven door hoon en spot moet de schutter naar
boven met den weerhaan, welke door den hoef
smid op zyn vernieuwde asscharnieren wordt
geplant. De tot eenzaamheid veroordeelde
haan Het de vleugels hangen, verroestte en
ging passleven tegenstand bieden. Maar en
hier glimlachte de wyze Pfarrer héél goed, ter
wijl wy ons glas wyn, waarin „verltas” Is en dat
„laetlflcat cor homlnls”, ledigden en opnieuw
vulden, om dadelyk met den charmanten ver
teller te klinken maar by het krieken van
eiken ochtend sluipt er een kip van het erf
van den burgemeester, werpt schuins een wee-
moedlgen blik naar boven en pikt met haar
snaveltje kalk uit den muur van den toren,
hopende, met de' val van den toren den weer
haan de vrtjheid terug te geven.
De schemering kwam uit het Oosten aange
slopen en bracht een lichten wind mee, die
speelsch over het landschap danste. Het was
een triestig landschap. De tuchtroede Gods had
het land en de menschen. die het bewoonden,
fel gegeeseld. Dertig jaren 'oorlog! Dertig jarer.
moord en brand, ellende en dood!
De wind morde zachtkens by zich zelf. Het
■was niet de moeite waard, dat hy was opge
staan. Want hy vond niets, waaraan hy kon
rukken en plukken, of dat hy door elkaar kon
schudden. Geen torens vond hy, waar hy om
de spits kon joelen, geen daken, waar hy zich
in de pannen kon vastbyten. Ze waren alle In
puin en asch verzonken. De oorlog had alles
verwoest. Het land lag dood. En er waren
schynbaar geen menschen meer, v
vond niemand, die hem zyn hbrén
te verwarren.
Stil was het. Een vreemde stilte. Doch het
was geen dreigende stilte zooals die. welke den
dood vergezelt. Het was alsof het land niet
durfde ademen, alsof het luisterde, of de rust,
die over alles heen lag. ook echt was: of het
volgende oogenblik weer geen woest-rumoerlg
paardén- of voetvolk zou aanstormen, dat de
■Stilte verjoeg met moord en brand.
Doch het bleef stil. Want het was vrede!
Vrede!
Niemand riep het! Niemand zong het! Maar
de stilte droeg de mare door het land. De wind
veegde over het bosch. dat zich mylen ver uit
strekte, donker en mysterieus. De oorlog had t
niet verwoest. Het was gegroeid, het omsloot
leven, verborgen en vol geheimen
De schemering zonk dieper. Eenlicht ge
kraak klonk in het hout. Toen sprong de wind
op en juichte! Hij vond, wat hy zoolang had
ontbeerd, lang, zy het ook stug haar, waarmee
hy spelen kon, en een, zy het ook gebogen,
toch nog stoere gestalte die schuw en angstig
om zich heenbllkkend, voortsloop: een mensch!
Uit een hol was hy gekropen, waarin hy zich
verborgen had voor den oorlog met zyn ver
schrikkingen. Hoelang? Hy wist het niet meer.
Vele winters waren gekomen en vele zomers
heengegaan. En telkenmale als hy hft bosch
met de grootste voorzichtigheid had verlaten,
had hy fe gezien, de rondwarende oorlogshon
den en in de verte de rookende puihhoopen.
Ongeveer enkele steenworpen verder had eens
een fiere, mooie hofstede gestaan, de Martiens
hoeve. Nu lag er een hoop puin en asch. en
een chaos van rottende balken, die eens het
trotsche huis hadden gedragen. De Aensch
ging er heen, zette zich neer op een balk en
staarde voor zich uit...;
HIJ zat temidden van een verwoeste4 wereld,
weer opgebouwd wilde worden, wanneer
er tenminste voor den mensch nog een doel en
een bestemming was Doch de man. die daar
In de schemering zat. wist niets meer van het
doel en de bestemming van den mensch. hy
wist niets meer van God. wist niet, waarom
Hy den mensch en de aarde schiep
Nu zat hy daar de mensch en hy zocht
naar een begin, naar een draad, die uitkwam
in het koord waarlangs hy zich In de orde der
wereld kon terugtrekken Maar bestond er nog
zulk een orde, waar toch alom de chaos was?
De mensch zocht naar zyn bestemming, maar
vond ze niet. Hy was verward en vol onrust,
doch zonder dadendrang. Hy was hulpeloos en
toch weer gelukkig tevens, want hy was alleen;
om hem heen was vrede, maar ook verwoes
ting.
Plotseling schrok hy op. Zyn gelaat kreeg de
uitdrukking van wild, dat onraad bespeurt. Hij
hurkte neer en keek met half dicht geknepen
oogen naar het bosch, waaruit het geluid ge
komen was.
Paardenvolk? Weer oorlogzyn oogen
zagen echter Iets anders: een 'gestalte, dia
evenals hy in lompen gehuld was, sloop voor-
ten, als je niet oppast, want deze wyn ls
vloeiende zon. En daarby kwamen de zware
reepen van het Schwarzwaldspek. gerookt als
nergens, gerookt in de schouw en aan de bal
ken van het plafond gedroogd En de verha
len gingen over en weer. De goede Pfarrer was
een wys man en had altyd iets byzonders en
hield vast aan de oude zede, dat by wyn en
spek uit het Schwarzwald ook een oude ge
schiedenis uit het Schwarzwald hoort, wanneer
men gemoedelyk des avonds byeen ls.
Dien avond vertelde de goede, wyze Pfar
rer hier en daar ietwat ondeugend, maar al
tyd .slttsam. wie es sich aelbstverstandllch ge
hórt” e de zinvoUe historie van het haantje
van der# toren, dat geen haantje van den to
ren wilde zyn.
In een gemeente hier in de buurt zyn de
levensomstandigheden van het pluimvee vrywel
hetzelfde en goed, zoodat noch haan.
hoen reden heeft, om mismoedig te kraaien
of te kakelen. Een deel van de kippenfamilie
woont onder de trappen van de schuur.
ander by de paarden In den stal en weer een
ander voelt zich gezellig thuis tusschen de lat
ten van een houten hok. Wel zyn er by.
meer in de luis zitten of meer verkalkt
dan de andere, maar allemaal krügen ze ge
noeg zon, verdwalen op vreemde boerderijen, be
leven het een en ander en alle pikken graan
tjes en vinden kevers en nu en dan regen
wormen en eiken avond verheugen zy zich al
lemaal in een dikken krop ’en om hen heen
groeien en bloeien kinderen, kleinkinderen en
achterkleinkinderen.