<Kdwtfwial den dag uan gewogen zijn vriendje Wip Kabouter Flip en Oorlogskansen van Het haantje den toren 8 de Weinig vooruitzicht in Oost en West? EN van Het Geheim zeven Schoorsteenen DINSDAG 22 AUGUSTUS 1939 Een onverschillige DOOR AGATHA CHRISTIE op i '7 Een opmerkelijke documentatie van de Ivan Eajos AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Vier dingen gaf God den hoer I =st het Be te noch een den kerkto- W. die tand verzonk onder werk* Jffetó angst, minuut. over Mr. vriend 46 me HU aan- Ik en Ki en Heeft Iemand Je onaangenaam (Wordt vervolgd.) beurs, andel per i «a En Ja hoor, daar klonk opeens een prachtig gefluit door de stille avondlucht. Het was zoo mooi, dat Flip en Wip muisstil bleven staan. Ze keken omhoog en zagen daar den kleinen zanger zitten, een grauw, onaanzienlijk beestje. Maar wat zong deze vogel prachtig. ontlokte zfjn tijd dat of want de wind i bood om ze werd neer. dat voor itsclM deze rare tdel die zijn «t. :en» oria i mili- Neder- r offi- vader- Boekel ld van eerd. n één seerde, hotel waar- leder- vette oeien •n 40 -150. 0—75 r 465 voor 8—52 1—25. 10.00 lam- r 100 BIbu- H ct. cent ul- i 1 11, Bos- ?ten. cent ioo- 10 d, dat n, en rk :hede. Ier ie i, dat dache ot- ade en- 50, 80. )O1 >oJ 10. 00 kaas, vol- .20— stuks kg. I. CC ilzen 20— kg. onen 20^ Nep oo- 800 aan >nze Ons mO’ rug. eten 'inst ’.tail 'ug- 2 de i, tn van i de ren; van het tel- ne- ons rle- de uw in be- ;ns te waar rer de !t een eten. Un de s, die l, had Rel- V1C- The ap- a BQ varna, van os band, een voeg aan oog. De directie van het Louvre heeft, naar wij lezen, nu ook l’ïndlfférent als echt herkend. Of wederom ditmaal de craquelures tot richt snoer hebben gediend, wordt niet medege deeld, al zou dit voor dezen Jongen man veel minder gênant zijn De vreugde zal in ieder geval in het kunstpaleis aan de Seine onge twijfeld weer uitbundig zijn. En wat Bogoes- slavski betreft, als hjj zijn straf ondergaan heeft want straf zal er. ondanks zijn gulle bedoeling om het schilderij te ..verbeteren" wel moeten worden opgelegd zal hjj mis schien de offlcieele functie van ..restaura teur” krijgen Een tegenstander die zóó han dig Ls. dat het Louvre niet veilig voor hem kan heeten. maakt men maar liever tot vriend en medewerker ’i.%; eiin- Eindelijk kwamen ze vermoeid weer thuis. Ze namen afscheid en ieder ging naar zijn eigen woonplaats Flip droomde dien nacht, dat hij een paar mooie vlindervleugels had. waarmede hjj prachtig kon vliegen. Jammer dat het maar een droom was. ische p de vol- 7.90 MU>- ■n B stok per- un- m- .35. 100 Naar aanleiding van den aensatloneelen ..eer lijken diefstal” van Watteau's schilderij schrijft het Alg. Handelsblad: „l’ïndlfférent”. de onverschillige. Jegens wlen de voortvarende kunstschilder Bogoesslavskt zich allesbehalve onverschillig heeft betoond is vanzelf in het Louvre weergekeerd, zooei» indertijd de Mona Lisa Het werk van de Parjjsche recherche bleef in beide gevallen vergeefsch. Na verloop van tnd vonden d- kunstwerken weer hun .hok”, zooals post duiven hun til, zonder dat de vermaarde Sureté zich met voldoening op de gecapiton neerde borst heeft mown kloppen De elegante Jongeling, die waarschijnlijk zeer ten onrecht» l’ïndlfférent wordt genoemd, zal vermoede- HJk de Mona Lisa wel eens een knipoogje geven. Zij beiden zjjn op stap geweest, of om het gemeenzaam uit te drukken, zy hebben een slippertje gemaakt, zij weten wat in de Parijsche wereld te koop is. En de Mona Lisa zal het knipoogje met een begrijpende glim lach beantwoorden. Hetgeen haar niet moei lijk kan vallen. ATT rj* A ATAT^1 op dit blad zyn ingevolge de veraekeringsvoorwaarden tegen w-, bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door oy een ongeval met T~v Qf“A I ,1 iTVxlN IN Cé ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen F DU«“ verlies van belde armen, belde beenen at belde oogen F Z Ove“ doodeljjken afloop F mOvo* Weer oorlog?Zijn iets anders: een 'gestalte. Destijds heeft men evenwel.de echtheid van het werk onomstooteliJk vastgesteld. Merk waardigerwijze niét uit de deugden van het stuk, maar uit de gebreken, nJ. al was dat voor een dame niet prettig uit de.t.. rimpeltjes op haar oppervlak, d. w. z. de barstjes van het vernis. Kunstwerken mogen op misleidende wijze kunnen worden geïmiteerd, maar het werk van den „tand des HJds" nabootsen schijnt minder gemakkeljjk te gaan. Hoewel menig antiquair, naar men zegt, op dit gebied toch zijn sporen heeft ver diend. Terwijl hij daar zoo in zijn droom aan het vliegen was, werd hy opeens omringd door vele adelaars, die hem met hun snavels in zijn vleugels pikten. Flip schreeuwde van want hy was bang dat hy zou vallen. van boekje dus van groot formaat blijken, rijst allereerst de vraag naar de bedoeling van den schrijver. Blijk baar heeft dr. Lajos getracht, tegen de grootscheepsche Duitsche propaganda, zoo als die al meer dan een jaar lang in Hon garije wordt gevoerd, een afdoend antido tum voor de Hongaren beschikbaar te stel len tegen een populairen prijs; wat hem maar al te goed gelukt is. En dit is des te opmerkelijker, waar deze Hongaar met legi- timistische sympathieën, wiens „Studies over de diplomatie tijdens den wereldoor log” (in 1938 verschenen) reeds verleden jaar alom de aandacht trokken, zijn pak kende en strikt verantwoorde bewijsvoering ditmaal vrijwel uitsluitend heeft opgebouwd fr-j ulk een „Blitzkrieg” in het Westen biedt eveneens maar poovere vooruit- zichten. Frankrijk beschikt thans, ver geleken met den toestand in 1914, over be slissende voordeelen, waaronder de sterk- defensieve kwaliteit vgn de Maginot-Unie, als zoodanig óók door Duitsche deskundigen erkend, nog niet eens de voornaamste voor sprong is. „Getallen”, zegt Ludendorff in „Der Totale Krieg’’ (1936) hebben vaak beslissende beteekenks voor het verloop van een oorlog.” Waarop dr. Lajos, aan de hand van een groote verscheidenheid van Duit- aanschyn der Martienshoeve. En er «roeide een nieuw geslacht De zegen van het geloof daalde ever hen neer: vrede en arbeid. op de basis van een nauwkeurige compile.- officieren, hoe het Duitsche officleren-corps tenslotte zal komen te "taan, in tijd van oorlog, tegenover de uit de Nazi-rangen voortgekomen millioepen onvoldoend drilde infanterie-soldaten;. Wat het probleem der Duitsche voedsel voorziening in oorlogstijd betreft, hier be-* spreekt dr. Lajos systematisch het pijnlijke vraagstuk der voedselvoorziening in v re de s t ij d van de nu reeds „krap-gehouden” Duitsche burgerbevolking. Daarbij heeft de al te snelle gebiedsuitbreiding van het Duitsche Rijk nog sommige eigenaardige en eensdeels gewestelijke voedselproblemen doen \gcuut worden, zooals die van den slechten toestand in het landbouwbedrijf (hier en daar) wegens toenemend gebrek aan de noodige boeren-arbeidskrachten. die naar de oorlogsindustrie werden overge heveld. Zelfs in de oude, welvarende gewes ten van het- voormalige Tsjecho-Slowakije is de voedsel-opbrengst er merkbaar op achteruit gegaan in 1939. Voor heden zullen wij dit kort overzicht van „Duitschlands Oorlogskansen” hier on derbreken, om in een slot-artikel er nog nader op terug te komen en onze eigen con clusies te trekken. De morgen vond hen, zooals de avond hen verlaten had. De vrouw was vol verwachting. Zy luisterde naar den man. doch deze zweeg. Maar zyn gedachten werkten. Sinds hy de vrouw vond, wist hy, dat God hem niet had verlaten, en dat zyn levenswetten ook voor de toekomst zouden gelden. Doch nu wachtte op hem de daad Hij was bereid Lang peinsde hy na Toen wist hy het weer. En toen de zon zijn voeten kuste, stond hy op en begon te zoeken. De vrouw keek hem vol verwachting aan. De man wierp het puin en de verkoolde balken op tenslotte, waarnaar hu zoo naar- zochteen ploegschaar. Hij riep by zich, toonde haar stralend sche statistische geg vens, tot de verreweg superieure getalsterkte van het huidige Franse he leger, geoefende soldaten, conclu deert respectievelijk anderhalf millioen sedert 1934 getrainde Duitsche soldaten, tegenover vijf miilioen Franschen met tweejarige dienstplicht-ervarlng. „En dan staat het nog te bezien, bij de groote schagrschte aan Duitsche beroeps-onder- in Hongarije, waar begin Juli het origineel uitkwam en daar op slag furore maakte Deze Engelsche vertaling, ook uiteriyk keu rig verzorgd, had namelijk nog vóór haar verschijnen haar tweede oplage reeds „uit verkocht” gezien! Na den terugkeer van de Gioconde heeft men zich indertijd in de Fransche kunstwereld en ook wel daarbuiten, met angst en bever, afgevraagd, of de teruggekeerde vrouw met de raadselachtige lachzweem wel de échte Mona Lisa was. Het slippertje had zoo lang geduurdEen handig copieerder zou ruim schoots tyd hebben kunnen vinden het oor- spronkeiyke werk te vermenigvuldigen! En wy weten, sedert er zooveel valsche Van Goghs in omloop zUn gebracht, dat groote nkele dagen geleden verscheen H Londen (bij Victor Gollancz, Ltd.) het L-d boekje: „Germany’s War Chances Duitschlands oorlogskansen”, hetwelk een vertaling is van het al door heel Europa besproken werk van dr. Ivan Lajos, as- sistent-professor in het constitutioneel staatsrecht aan de St. Elizabeth-universlteit van Pécs, in Hongarije. Dit ^inhoudrijke en hoogst actueele boekje, dat dien niet anders dan in één adem kan uitlezen, schijnt in Engeland en Amerika reeds minstens een- zelfde groote sensatie te hebben verwekt als tie van overvloedige gegevens en oordeelvel lingen uit de officieel geachte Duitsche pers. Hy geeft excepten uit redevoeringen van den Führer en diens voornaamste ministers of par- tyleiders, tal van aanhalingen uit Duitsche ryks- decreten, mlnisterieele verordeningen of amo- teiyke beschikkingen, staatsdocumenten, mili taire vakbladen, technische tydschriften en diverse publicaties van militalr-wetenschappe- lyken aard. Bovendien wyst de schryver er zijn medeburgers op, dat „de Hongaren vrienden zyn en ook moeten blyven van Dultsehland" hoewel hy er toch de reserve aan toevoegt: „maar Duitschlands slaven willen wy niet zyn!” Mag dit Hongaarsche boek, behalve een ernstig en uiterst interessant pleidooi voor politieke voorzichtigheid, bovenal een moedig en knap stuk werk genoemd worden, dat tenslotte den vrede tracht te redden. Toen sterk en De vrouw teerde de werd stuk hy u nooit iets van zyn verleden verteld?” vroeg de ruitige stem door „Waar hy geweest is. vóór hy in Zuid-Afrtka was. be doel ik. In Canada? Of nog dkArvoor in Soe dan? Of van zyn kinderjaren?” maar ik zou dolgraag zien, dat jy nog wat bleefBundle ook „O. ik blyf natuuriyk. Lief van u, dat u me vraagt, hoor I Lord Caterham zuchtte. „Wat scheelt er aan?" vroeg Virginia. „Heeft de een of ander u soms gestompt of gebeten?” „Dat is 1 ’m Juist.” zei Lord Caterham neer slachtig. Virginia keek hem verwonderd aan. „Je hebt, by geval, geen zin om me een schoen naar myn hoofd te gooien? Neen, ik zie t al. Enfin, niets aan te doen trouwens van geen belang." Lord Caterham schuifelde neerslachtig dwars door de hall naar zyn „sanctum”. Virginia ver dween door een zydeur naar den tutn. Op het terras bleef ze staan en ademde met volle teugen de frissche, pittige Octoberlucht in. Na een dergelyken nacht was dat een ver kwikking. Opeens schrok ze. Hoofdrechercheur Battle stond naast haar. De man had er den laatsten tyd een handje van om zich zonder behoorhjke waarschuwing uit niets te materialiseeren. „Goeden morgen, Mrs. Revel. Uitgerust, hoop ik?” Virginia schudde het hoofd. ..Neen, maar t is de moeite waard geweest I” zei ze. „Wat is een beetje slaap in vergeiyklng met zulke emoties! 1 Eenige is. dat het gewone leven nu een beetje saai lykt." ,Daar, onder dien ceder, ls het heerlijk rustig stonden de man en de sn keken naar hun werk. 5or den eersten keer: „Vier dingen gaf God den boer: den grond, den ploeg, de vrouw en het geloof. Daarin ligt de vervulling van onze taak.” Toen knielde hy neer. De vrouw volgde zyn voorbeeld. Zegenend hief de boer zyn handen op en sprak innig en smeekend: „Moge God het doen groeien en wasdom ge ven." En het groeide. Vroolyk en vredig werd het aarde. Er groeide een nieuwe X T T aar zulk een opzet en bestek yy dit Zooals de titel van het boekje aangeeft, han delt de Inhoud (160 blz.) over de kansen van Dultsehland in een eventueelen oorlog. Na een eigenaardige inleiding, waarop wy later hopen terug te komen, is de stof verdeeld over tien hoofdstukken, respectlevelyk gewijd aan: de Duitsche plannen, als oorspronkelyk vooropge zet in „Meln Kampf" Duitschlands kansen (in het Oosten als in het Westen) by een zgn. Blitzkrieg de hachelyke problemen der Duit sche voedselvoorziening in tyd van oorlog de beperkte mogeiykheden van de Duitsche be- wapenlngsmdustrie by een eventueelen oorlog aan twee fronten de oplossing van het voor Dultsehland misschien wel meest gewichtige, want eminent strategische oorlog-probleem eener voorziening van de Duitsche luchleskaders en de gemotoriseerde legers van olie en benzine het dreigend tekort aan grondstoffen, wegens onvoldoende gebleken reserves, ten gevolge van gemis aan voldoende buitenlandsche credleten en vreemde valuta wat in oorlogst.d in het Duitsche Rijk de gevolgen dreigen te worden van den precalren financieelen toestand, zooals die daar heden is wat dr. Brinkmann, die als opvolger van dr. Schacht voor korten tUd in de directie van de Reichsbank optrad (uit welke functie hy wegens „zenuw-overspannlng” naar een rustoord verdween) op het einde van Fe bruari 1939 op ven zeer besloten byeenkomst van groote zakenlieden te Keulen als strikt ver- trouweiyk mededeelde de eventueele houding van Amerika In een toekomstlgen oorlog en, last not least, een crltlsche en goed gedocu menteerde psychologische beschouwing van den schryver over het moreel en de innerlyke stem ming van de huidige Duitsche volksmassa, zoo als die uit een nauwgezette ontleding van re cente offlcieele Duitsche gegevens onthuld werd; uit welke beschouwing biykt, dat het Duitsche voik in zyn overweldigend groote meerderheid jegenover een opnieuw -’reigenden oorlog beslist afkeerig, zoo niet vyandlv zou staan. naar alle kanten speurend, uit en koel.” zei de politiebeambte, ..zal ik daar een stoel vöet u neerzetten?" „Als u vindt, dat dat 't beste ls, wat ik kan doen....” gaf Virginia met een ernstig gezicht ten antwoord. „U bent buitengewoon vlug van begrip. Mrs. Revel. Ja, ’t is zoo, ik wou u graag even spreken.” Hy tilde een langen rieten ligstoel op en droeg hem over het grasveld naar den bewusten ceder. Virginia ging hem, met een kussen onder haar arm; achterna. „■n Gevaarlyk plekje, dat terras,” zei de detective, toen ze samen in de schaduw zaten „Dal wil zeggen, als Je een gesprek wil voeren, waar het op aankomt.” „U maakt me weer nieuwsgierig, hoofd rechercheur.” „O, dezen keer is *t niets byzonders.” haalde een groot zilveren horloge uit zyn vest zakje en raadpleegde het: „Half elf! Over tien minuten moet ik naar Wyvern Abbey om aan Mr. Lomax rapport uit te brengen. Dus nog tyd genoeg. Ik wou u alleen vragen of u me wat meer over Mr. Cade wilt vertellen." „Over Mr. Cade?" Virginia was by die vraag geschrokken, maar ze hield zich goed. ,Ja, waar u hem voor het eerst ontmoet hebt en hoe lang u hem al kent, enzoovoort, enzoo- voort.” Battle stelde zyn vraag heel gewoon. Zyn toon verschilde niets van den conversatietoon van twee menschen. die genoeglyk met elkaar ergens in de schaduw zitten. Maar hy keek zy en vono stig zochteen ploegschaar. Hy riep de vrouw by zich, toonde haar stralend van vreugde zyn vondst en ademde diep. Zyn arm om de Vrouw heenslaande, omschreef hy met den andere^ een groeten kring om het land en wees toen op de ploeg. En de vrouw begreep hem. Van wllgentakjes vlocht de man 'n koord, bevestigde dit aan den ploeg en legde het over zyn schouders. liM trok hy j"' stevig. han- i ploeg Zoo werd een flink stuk land omgeploegd.- En het rook naar versche aarde Toen stonden zy voor de voren en keken neer op den bruinen schoot der aarde, die be vrucht wilde worden De man liet een handvol grond door zyn vingers giyden. Toen zyn gezicht slap, zyn schouders zonken Er was geen zaad! De vrouw begreep zyn moedeloos gebaar, lachte bly. zegevierend en snelde naar 't bosch. De man wilde haar naloopen. doch bleef som ber staren naar den versch-geploegden grond. Hy zag zyn roeping en zyn hoop verflauwen. Toen de vrouw terugkwam, droeg zy een klein zakje in haar hand Eens had zy het als buit uit een platgebrande boerdery meegenomen. De man sprong op. Weer lachte de vrouw triom- feerend. opende het sakje en Het wat korrels In de handen van den man glyden! Koren! De man richtte zich op en ging weer naar den ploeg. En troktroktrok. En toen de schemering viel, rook het alom naar otnge- ploegden grond. Toen de boer zaaiend over den akker schreed, groeide zyn gestalte tot die van een reus. Het heele'Jand verzonk onder zyn schaduw. V Na gedanen arbeid vrouw hand in hand Toen sprak de boer haar niet aan. En juist die nietige byzonderheid gaf Virginia te denken. „Die vraag is moeiiyker te beantwoorden dan u denkt,” zei Virginia, na een stilte vaft een „Hy heeft me een poos geleden een grooten dienst bewezen Battle viel haar in de rede. „Voor u verder gaat, Mrs. „Revel, heb ik u nog iets anders te zeggen. Gisterenavond, nadat Everslelgh en u weggegaan waren, heeft Mr. Cade me alles verteldvan die brieven van den man, die in uw huls doodgeschoten is." „Wat!” bracht Virginis er met moeite uit. „Ja, en dat is zeer verstandig van hem ge weest. 1 Voorkomt heel wat misverstand. Maar één ding heeft hy me niet vertelden dat ls. hoe lang hy u gekefid had. Nu heb ik, wat dat betreft, een soort theorie. En nu mag u zeggen, of jk het daarmee aan het rechte eind heb. Myn theorie is, dat u hem dien avond, toen hy aan uw huis in Pontstreet aanbelde, voor den eersten keer zag. O, ik zie al dat "t zoo is.?. Virginia gaf geen antwoord. Voor het eerst voelde ze een soort angst voor den man met zyn breed, stug gezicht in zich opkomen. Nu be greep ze. wat Anthony bedoelde, toen hy van hoofdrechercheur Battle beweerde, dat hy per manent wakker was. „Heeft In Hongarye Werd er In Juli biykbaar over niets anders gesproken, zoodat de ééne druk van het boekje op den anderen volgde, alsof het opeenvolgende edities van een populair dagblad gold, dat den Hongaren sensatloneele onthul lingen bracht. De Hongaarsche regeerlng het heeft zin daaraan te herinneren van «5e aanvankeiyk verwacht kon worden, dat zy maat regelen tegen den verkoop van deze sensatlo neele publicatie zou nemen, vooral toen een bezoek van den Führer op handen scheen te zyn, liet de zaak rustig op haar beloop, totdat de Duitsche gezant te Boedapest, al of niet in opdracht van de autoriteiten in Berlyn. begon aan l-le dringen op een verbod van het voor DuitscBland niet zoo vleiend geschrift. Maar toen tenslotte zulk een maatregel te Boedapest toch genomen werd, waren er al zóóvele exem plaren van het boekje verkocht, dat men aan nemen mag. dat vrywel het geheele Hongaarsche volk thans met den Inhoud ervan vertrouwd ls. En nu, nauweiyks twee weken na dat Hon- gaarsch verbod, Is de Engelsche vertaling al hier, welke wy, ter documentatie van onze lezers, nader Inlelden. ..O, zooals u wilt zooals u wilt," zei Lord Caterham, „t Doet me buitengewoon veel ge noegen, buitengewoon veel genoegen!” Met een niet bepaald gelukte imitatie van den jovlalen gastheer stond Lord Caterham van tafel op, mompelde iets over een bespreking met zyn rentmeester en ging de kamer uit. In de hall zag hy Virginia de trap afkomen. ■>2al ik je gezelschap houden by het ontbyt?” ?roeg hy galant. .Keen, dank u, ik heb in bed ontbeten. Was vanmorgen zóó slaperig Ze gaapte. „Misschien een slechten nacht gehad?” .J&en, niet wat Je een slechten nacht noemt. In sommige opzichten zelfs een zéér goeden nacht. O. Lord Caterham.” ze stak haar arm door.den zynen en kneep hem even in zyn hand w Jk heb t hier toch zoo heeriyk! U bent een Mhat, dat u me uitgenoodlgd heeft." .Dan blyf je du, nog een poosje, niet? Battle heeft de..,, de quarantaine opgeheven. Wy hadden een heeriyken tocht achter ons. door het slingerende Ziltertal. Het werd avond Duister groen waren de wouden op de bergen en langs de kammen liep zilver licht. Bleek blonken de sterren en een Nederlander citeer de Kloos over de maan, die ergens hing als een vreemde vrucht. Van de .Halden" kwam het bly geroep van Jonge stemmen. Het dal was vrede vrede was In en om de menschen en hun behuizingen welke wel uit louter dak leken te bestaan, diepe vrede was er ook In het huls van den Hochwilrdigen Pfarrer. die ons. oude studiegenooten van Freiburg, ontving In zyn .Herrgottswlnkel”. in dien gemoedeiy- ken kamerhoek, waar het kruisbeeld hangt, omrankt van groote levende bleekgroene bla deren. die opgroeien uit groote roode potten met vette zwarte aarde op dan grond. Dra stonden de „Viertel" wyn op tafel, open Mark- grafler goudgeel, en de rossig blonde Chlot- tertaler, welke danig in Je beenen gaat zlt- Neen, niet over het beroemde haantje van den toren, dat heel den winter en heel den Mei hardnekkig naar het Noorden wees en tenslotte, toen het te laat was en het lie ve meisje dood was. „wees naar 't zoele Zui den heen” neen, niet over het haantje van P. A. de Genestet, waarmee hy een traan aan het oog ontlokte naar de sentlmenteele zede van zyn tyd neen, maar over een haantje, dat gedoemd was een onvrywilllge kluizenaar of beter een onvrywilllge heilige Pool bewoner te zyn, over het haantje van den toren van een dorp in een dal van het Schwarz- wald willen wy het hebben. Over de Duitsche plannen hier niet ver der uitweidend, brengt het tweede hoofd stuk over een zgn. „Blitzkrieg” ons ’s schrij vers pertinente conclusie, dat „Germany can’t win”. Hjj hecht veel waarde aan het uitvoerig beredeneerd oordeel van den Dult- schen majoor Kar! Spalcke In de „Kriegs- wlrtschaftliche Jahresberichte” van 1936: „Het schijnt, na grondig onderzoek van de belangrijkste centra der bewapeningsln- dustrie voor de productie van steenkool, ijzer en staal dat de Sovjet-Unie, door middel van het vijfjarenplan, thans een permanente basis heeft geschapen voor haar zware Industrie en groote herbewape- nlngsnij verheid, die nu geheel en al op een zelfde niveau staat, als In de grootste en meest moderne militaire staten. De onlangs veelal verbreide meening, dat Duitschlands kansen In een zgn. „Blitzkrieg” er goed voor zouden staan, bestrijdt dr. lajos verder, op grond van zijn vele en velerlei inlichtingen omtrent den staat van het Russische leger en de paraatheid van de Sovjet-Unie, om met name op de strategische punten van Europa’s Oostelijke grenzen effectieve hulp, zoowel met legers als met oorlogsma teriaal, te bieden aan door Dultsehland aangevallen staten. De schrijver geeft zóó vele deskundige meenjngen van Duitsche en Itallaansche hoofdofficieren welke meenlngen o.a. door Engelsche en Fransche oordeelen bevestigd worden dat wij hier ónmogelijk zelfs ook maar een overzicht van die beredeneerde meenlngen kunnen weergeven. H oe meer tien galijk wil habbwn. I hoe mindar man h«rt krijgt 4 Maar ik voel me.... of een olifant op me is gaan liggen.” ..Battle toch niet?" ..Battle wél. Wat een verschrikkeiyk mensch is dat!” „Kom. kom! Maar ik wou 1 elgenlyk niet Battle hebben. Ik hou toch zóó van Je, schat, die Je bent „Neen, snaar me. Bill! Ik voel me niet sterk genoeg. Hoe dikwyls heb ik Je al gezegd, mannen, die weten hoe het hoort, nóóit de lunch aanzoek om iemands hand doen?” „Genade!" zei Bill. „Ik zou t met pleizier voor 1 ontbyt doen.” Virginia rilde. „Bill. Jongetje, wees nu eefis een oogenbllk redeiykIk heb je raad noodig.” „Als je maar niet langer allerlei uitvluchtjes zocht.... als je maar besloot t te doen en Ja tegen me zei. dan zou Je je veel en veel beter voelen. Gelukkiger en vooral rustiger.^ „Luister eens goed naar me. Bill Dat zoek-doen begint langzamerhand een idée-fixe van je te worden. Alle mannen, die zich verve len of niets byzonders te beweren hebben, nemen vroeg of laat hun toevlucht tot een huweiyks- aanzoek Maar denk aan myn aanstaande gryze haren en myn weduwenstaat en kies een jong, frlsch meisje als slachtoffer.” ..Maar. myn lieve schat Wel verdraaid! daar heb Je dien Franschen idioot: lamme kerel! Hoe haalt ie 1 In zyn hoofd om op dit oogenblik hier te komen.” zlchtlg bosch. De man zag het. Hy stond verbaasd en ver hief zich in volle lengte. De mensch daarginds deinsde terug, doch kwam toen naderby. Ver bazing lag in beider oogen. Langzaam gingen zy naar elkaar toe. Een man en een vrouw stonden tegenover elkaar. Ze keken elkaar zwygend aan en sloten de handen ineen. Zoo zaten ze beiden temidden eener verwoeste we reld, die weer opgebouwd wilde worden, wan neer er voor den mensch nog een doel en een bestemming was. Virginia schudde sprakeloos het hoofd. „En toch zou ik er myn hoofd onder durven verwedden, dat hy heel wat te vertellen heeft Dat gezicht van hem liegt niet, dat is het ge zicht van een man, die een avontuuriyk leven heeft geleid. Ja. als hy wou, zou hy u heel wat kunnen vertellen.” „Als u lets over zyn verleden weten wilt,” opperde Virginia, „waarom telegrafeert u dan niet aan - dien vriend van hem. James McGrath?" „Hebben we al gedaan. Maar die zit ergens in het binnenland. Kyk eens hier, Mrs. Revel, dat verhaal over zyn verbiyf in Boeloewayo is waar. Maar ik zou graag willen weten, waar hy daarvóór geweest is. Die betrekking by Castle had hy pas een maand.” Hy haalde voor de tweede maal zyn horloge te voorschyn. „Tyd! Ik moet weg. De auto zal wel al vóór zyn.” Virginia keek hem na tot hy in huis ver dwenen was. Maar ook daarna bleef ze byna onbeweeglyk zitten. Ze had maar één wensch: dat Anthony zou komen en dat die haar raad zou geven. Maar in plaats van Anthony kwam Eversleigh, een gapegde, landerige Everslelgh. „Gelukkig, dat ik je eihdelyk eens alleen tref.” begon Eversleigh verongeiykt. ,Ku kunnen we eens rustig praten.” „Maak t kort en pynloos, Billy, schat. Anders ga ik huilen.” „Waarom? behandeld?” „Neen, niet bepaald onaangenaam. Myn hersenen binnenste buiten gekeerd, anders niet. kunstwerken gemakkelyk en bedrieglyk na gebootst kunnen worden. Anders stond het met den weerhaan op den kerktoren. Zulk een haan staat natuuriyk bo ven alles, omdat hy als wachter en profeet op troont en a nkondigen moet, wat voor wind er waait. En ook al vergissen de boeren zich in negen en negentig van de hon derd gevallen wanneer zy by aanhoudende droogte beweren, dat de weerhaan op regen wyst, zoo gelooven ze toch aan zyn onfeilbaar heid en overleveren dit geloof aar hun nako melingschap tot in lengte van dagen. Aanvan keiyk had dit ook in den weerhaan een heer iyk gevoel gewekt en hy was trotsch op zyn verheven eenzaamheid. Maar hy lad nu al lang genoeg van zyn yzeren plicht en graag zou hy geruild hebben met het plpste kippe tje daar beneden. Maar de menschen hebben hem zelf zóó hoog verheven, dat zyn stem voor hun eigen ooren niet meer te hooren is. En ook de kippen, die zoo nu en dan met sehulnsche koppen naar hem kyken. hebben geen idee van den wensch naar vernedering, welke in hem leeft. Op een Zondag komt een nazaat van Tell over het dorpapleintje, legt op den weer haan aan n schiet hem het ging om een weddenschap naar beneden. Zónder het min ste «**voel van pHn. want de schutter heeft alleen de boeien stukgeschoten, waaraan hy vastgeklonken was. vloog de weerhaan omlaag en vond meteen gezelschap by een kip van den autoritairen burgemeester der gemeente. Hy vertelt het hoen direct, e hij genoeg heeft van de hem toegedachte bovenaardsche rol en verdwyta met haar in gras en onkruid. Maar het schot heeft het heele dorp in opwinding gebracht. Het dorpsvolk,e dreigt en doet als deeg in den heeten oven. Het pakt den weer haan, die zichzelf en zyn s huilplaats direct verried door zyn in bazlgen toon gehouden conversatie met de zielige kip. Er komt geen rust, tot een besluit van den gemeenteraad van kracht wordt om den weerhaan op kosten van den schutter weer op zyn plaats te zetten. De hoefsmid neemt den haan In verpleging, tim merlui maken een steiger om den toren. Om geven door hoon en spot moet de schutter naar boven met den weerhaan, welke door den hoef smid op zyn vernieuwde asscharnieren wordt geplant. De tot eenzaamheid veroordeelde haan Het de vleugels hangen, verroestte en ging passleven tegenstand bieden. Maar en hier glimlachte de wyze Pfarrer héél goed, ter wijl wy ons glas wyn, waarin „verltas” Is en dat „laetlflcat cor homlnls”, ledigden en opnieuw vulden, om dadelyk met den charmanten ver teller te klinken maar by het krieken van eiken ochtend sluipt er een kip van het erf van den burgemeester, werpt schuins een wee- moedlgen blik naar boven en pikt met haar snaveltje kalk uit den muur van den toren, hopende, met de' val van den toren den weer haan de vrtjheid terug te geven. De schemering kwam uit het Oosten aange slopen en bracht een lichten wind mee, die speelsch over het landschap danste. Het was een triestig landschap. De tuchtroede Gods had het land en de menschen. die het bewoonden, fel gegeeseld. Dertig jaren 'oorlog! Dertig jarer. moord en brand, ellende en dood! De wind morde zachtkens by zich zelf. Het ■was niet de moeite waard, dat hy was opge staan. Want hy vond niets, waaraan hy kon rukken en plukken, of dat hy door elkaar kon schudden. Geen torens vond hy, waar hy om de spits kon joelen, geen daken, waar hy zich in de pannen kon vastbyten. Ze waren alle In puin en asch verzonken. De oorlog had alles verwoest. Het land lag dood. En er waren schynbaar geen menschen meer, v vond niemand, die hem zyn hbrén te verwarren. Stil was het. Een vreemde stilte. Doch het was geen dreigende stilte zooals die. welke den dood vergezelt. Het was alsof het land niet durfde ademen, alsof het luisterde, of de rust, die over alles heen lag. ook echt was: of het volgende oogenblik weer geen woest-rumoerlg paardén- of voetvolk zou aanstormen, dat de ■Stilte verjoeg met moord en brand. Doch het bleef stil. Want het was vrede! Vrede! Niemand riep het! Niemand zong het! Maar de stilte droeg de mare door het land. De wind veegde over het bosch. dat zich mylen ver uit strekte, donker en mysterieus. De oorlog had t niet verwoest. Het was gegroeid, het omsloot leven, verborgen en vol geheimen De schemering zonk dieper. Eenlicht ge kraak klonk in het hout. Toen sprong de wind op en juichte! Hij vond, wat hy zoolang had ontbeerd, lang, zy het ook stug haar, waarmee hy spelen kon, en een, zy het ook gebogen, toch nog stoere gestalte die schuw en angstig om zich heenbllkkend, voortsloop: een mensch! Uit een hol was hy gekropen, waarin hy zich verborgen had voor den oorlog met zyn ver schrikkingen. Hoelang? Hy wist het niet meer. Vele winters waren gekomen en vele zomers heengegaan. En telkenmale als hy hft bosch met de grootste voorzichtigheid had verlaten, had hy fe gezien, de rondwarende oorlogshon den en in de verte de rookende puihhoopen. Ongeveer enkele steenworpen verder had eens een fiere, mooie hofstede gestaan, de Martiens hoeve. Nu lag er een hoop puin en asch. en een chaos van rottende balken, die eens het trotsche huis hadden gedragen. De Aensch ging er heen, zette zich neer op een balk en staarde voor zich uit...; HIJ zat temidden van een verwoeste4 wereld, weer opgebouwd wilde worden, wanneer er tenminste voor den mensch nog een doel en een bestemming was Doch de man. die daar In de schemering zat. wist niets meer van het doel en de bestemming van den mensch. hy wist niets meer van God. wist niet, waarom Hy den mensch en de aarde schiep Nu zat hy daar de mensch en hy zocht naar een begin, naar een draad, die uitkwam in het koord waarlangs hy zich In de orde der wereld kon terugtrekken Maar bestond er nog zulk een orde, waar toch alom de chaos was? De mensch zocht naar zyn bestemming, maar vond ze niet. Hy was verward en vol onrust, doch zonder dadendrang. Hy was hulpeloos en toch weer gelukkig tevens, want hy was alleen; om hem heen was vrede, maar ook verwoes ting. Plotseling schrok hy op. Zyn gelaat kreeg de uitdrukking van wild, dat onraad bespeurt. Hij hurkte neer en keek met half dicht geknepen oogen naar het bosch, waaruit het geluid ge komen was. Paardenvolk? Weer oorlogzyn oogen zagen echter Iets anders: een 'gestalte, dia evenals hy in lompen gehuld was, sloop voor- ten, als je niet oppast, want deze wyn ls vloeiende zon. En daarby kwamen de zware reepen van het Schwarzwaldspek. gerookt als nergens, gerookt in de schouw en aan de bal ken van het plafond gedroogd En de verha len gingen over en weer. De goede Pfarrer was een wys man en had altyd iets byzonders en hield vast aan de oude zede, dat by wyn en spek uit het Schwarzwald ook een oude ge schiedenis uit het Schwarzwald hoort, wanneer men gemoedelyk des avonds byeen ls. Dien avond vertelde de goede, wyze Pfar rer hier en daar ietwat ondeugend, maar al tyd .slttsam. wie es sich aelbstverstandllch ge hórt” e de zinvoUe historie van het haantje van der# toren, dat geen haantje van den to ren wilde zyn. In een gemeente hier in de buurt zyn de levensomstandigheden van het pluimvee vrywel hetzelfde en goed, zoodat noch haan. hoen reden heeft, om mismoedig te kraaien of te kakelen. Een deel van de kippenfamilie woont onder de trappen van de schuur. ander by de paarden In den stal en weer een ander voelt zich gezellig thuis tusschen de lat ten van een houten hok. Wel zyn er by. meer in de luis zitten of meer verkalkt dan de andere, maar allemaal krügen ze ge noeg zon, verdwalen op vreemde boerderijen, be leven het een en ander en alle pikken graan tjes en vinden kevers en nu en dan regen wormen en eiken avond verheugen zy zich al lemaal in een dikken krop ’en om hen heen groeien en bloeien kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 15