WUl
belasting
zijn vriendje Wip
II
en
den daq
Kaboutèr Flip
èn winst
DE ONBEKENDE
in de kapel
„Ue oudste van
’t heele land!”
VOORLOOPIG VERSLAG
DÉR TWEEDE KAMER
Belastingverlagingen
H uur belasting
Rentebelasting
Loonbelasting
Zwart op wit
Vennootschapsbelasting
Clearingkoergen
Kind er af trek
n
Voorziening voor groote
gezinnen
Vele ernstige bedenkingen tegen
de voorgestelde heffingen
naar voren gebracht
Wedijver om de 104-jarige Opoe
Smit attenties te' bewijzen
I
viel
VERSTER
LINMBNWBVBBg BIJTB
Onw populair* huwelijksuitzet onder volle
garantie, gemerkt en geborduurd, nog gaer
ft- Vraagt monstercollectie
ten
belastingverhooging. De bcgrooting
van
over
geen
en weea
(Nadruk verboden)
DOOR A. HRUSCHKA
3
hy.
Ik heb X heel duidelijk gehoord.
D E
1M7
A kiek niet
4
De vrees werd uitgesproken, dat voorzienin
gen ten behoeve van groote gezinnen tot oo-
gewenschte verhoudingen aanleiding zullen geven.
ontwerp beschouwden.
t betwistten de juistheid
Verscheidene andere leden juichten de
voorgestelde regeling warm toe.
Gevraagd werd, of niet de wijze van heffing
bij de werkgevers in de practijk zal blij
ken ernstig, bezwaar op te leveren.
beste
men
doet niets ter zake,
op medisch standpunt
van
voor
van
van
hun gelukwensdhen aanbieden en de bees
ten brachten de een of andere verrassing
mede: bloemen, eau de cologne, fruit, kort
om het was een aardige wedstrijd, om de
oudste inwoonster yan Nederland op haar
geboortedag een attentie te bewijzen.
Hofer,
zich
van
be-
naam-
meer
„Kunt
Conny
maar
Verschenen is het voorloopig verslag van
de Tweede Kamer over de voorgenomen hef
fing van een nationale inkomsten- en
winstbelasting en wijziging van enkele be
lastingwetten.
groote meerendeel der aandeelen
looze vennootschappen In handen
draagkracbligen is.
Van verschillende zijden verklaarde men het
zeer te betreuren, dat de regeerlng met betrek
king tot de z.gn. twee-percentshefflngen niet
voornemens is gebruik te maken van de haar
toekomende bevoegdheid tot het treffer,
maatregelen ter voorkoming van dubbele
tasting.
Eenige uitingen der regeerlng, zoo meenden
deze leden, rechtvaardigen in haar onderling
verband het vermoeden, dat met dit wetsont
werp een periode van voortdurend ingrijpende
wijziging in ons belastingstelsel wordt ingeleld.
Dit beschouwen de hierbedoelde leden op zich
zelf reeds als een groot kwaad.
Andere leden achtten het met de regeerlng
een verdienste’van de voorgestelde regeling, dat
allen In de nationale lasten zullen bijdragen.
Andere leden voegden daaraan nog de op
merking toe, dat allerminst is bewezen, dat het
De loonbelasting zal. naar verscheidene le
den opmerkten, zeer zwaar drukken op de
loonarbeiders.
«Dn.
Vele leden stelden de vraag, of het z-Z-
juistere politiek ware gweest. de vry aan
zienlijke belastingverlagingen, welke worden
voorgesteld, achterwege te laten, waardoor
het bedrag, dat uit nieuwe heffingen of uit
verhooging van bestaande heffingen moet
komen, aanmerkelijk lager zou hebben kun
nen blijven. Zjj bevalen het volgen van een
zoodanige gedragslijn alsnog aan.
Alles bijeen sagen vele leden In de natio
nale inkomsten- en winstbelasting een in
gewikkelde, groote perceptiekosten eischen-
de heffing, die, in strijd met de rechtvaar
digheid, een verschuiving van den belasting
druk naar het minder draagkrachtige deel
van de bevolking met zich zal brengen.
Verscheidene leden achtten liet niet juist, dat
tot de lichamen, welke door de vennootschaps-
belastlng zuilen worden getroffen, ook de co
öperatieve vereeniglngen behooren.
De rechter vernam van den geneesheer, dat
majoor Winkler reeds overleden was. Hij gaf
bevel, het lichaam naar 1 lijkenhuisje over te
brengen en trad vervolgens de woning van het
slachtoffer binnen.
Hij wierp slechts een vtuchtigen blik in de
kamer van den majoor, waar de moord gepleegd
moest zijn; want de oude man had zich daar
lederen morgen van negen tot elf uur met zijn
verzameling keven bezig gehouden.
In die kamer zou later natuurlijk een nauw
keurig onderzoek worden Ingesteld, maar voor
het oogenblik bepaalde rich Mr. Klarmann er
toe. de deur te sluiten en den sleutel tn zijn zak
te steken.
Hii moest nu op de eerste plaats overgaan
tot 1 verhoor van de personen, die misschien
Inlichtingen aangaande de misdaad konden
geven of iets bijzonders hadden opgemerkt en
nog onder den indruk moesten zijn van hetgeen
zij hadden gehoord at gezien.
CWtardt verruigd)
eersten slag zwoeren zjj elkaar: Wie den
anderen overleeft, zal voor diens vrouw en kin
deren zorgen, als betrof het zijn eigen gezin.
Beiden keerden zU ongedeerd terug uit den
oorlog; zij vestigden zich tn dezelfde stad en
gingen met elkaar om als broers. Winkler’s
vrouw stierf het eerst, zonder hem kinderen
geschonken te hebben. Majoor Eltz. die er zeven
had, overleed een paar jaar later aan longont
steking; afgezien van het kleine pensioen der
weduwe, liet hij zijn vrouw en kinderen achter
zonder middelen van bestaan. Nu hield Winkler
den in zijn Jongelingsjaren gezworen eed: Hjj
werd de voogd der zeven kinderen van zijn
vriend, en voor de weduwe een trouw vriend en
raadsman. Winkler zorgde er voor, dat het
groote gezin aan niets gebrek leed. De opvoe
ding der kinderen leidde hij van verre. Zij
groeiden op en kwamen allen goed terecht Een
der dochters, Sibylle Eltz. is hier te Vriebus-
weiler onderwyzéfes aan de openbare school;
twee anderen zijn als gouvernantes elders ge
plaatst: de jongste. Yvetta. bestuurt sinds eeni-
gen tijd Winkler's huishouden; Rosa Eltz heeft,
evenals haar broer Otto, een betrekking bij een
bank te Weenen. Eberhard, een der jongste
zoons, was boekhouder, maar werd onlangs
ontslagen, omdat de slechte gang van zaken be
perking van het personeel noodig maakte;
sindsdien verblijft hij met zijn jonge vrouw te
Vrleebusweiler bij zijn moeder.
De majoor wilde voor de heele familie
zorgen. Waarom liet hij ze niet op „Roeen-
hdf" wonen?
Daar had hij geen lust in. Hij houdt van
„Ga gerust Je gang. Al bezit ik dan geen
geld genoeg, dan zal ik het probeeren met list.
Al. was je vader honderd maal milllonnalr, ik
laat je niet k». Per slot van rekening is je
vader nog niet zoo kwaad als hij eruit ziet en
bovendien is hij zakenman, nietwaar?"
Ze lachten belden en het meisje droogde haar
tranen.
Des avonds van den volgenden dag zat Hay
den Wentworth tegenover Conny’s vader. Sir
Elgood keek den jongeman welwillend aan en
toch lag er een strakke vastberaden trek om
zjjn mond.
„Het spijt mfj werkelijk, mijnheer Wenth-
worth,’’ zei bij vriéndelijk. „Ik weet van Rowland
dat je een vooruitstrevend en ontwikkeld za
kenman bent en ik zou geen oogenblik bezwaar
maken tegen de plannen van u en Conny, als
ik wist dat u haar alles zoudt kunnen geven,
waarop ze door h. ar stand recht heeft. U bent
een eerlijk mensch. daar twijfel ik geen moment
aan. maar uw toekomst Js te onzeker^ In
derdaad. ik heb respect voor u.” ■*•-.
„En toch wijst u mij af?” vroeg Wentworth.;-
Een glimlach speelde om de lippen van El
good, to^n hjj vervolgde:
„Is h?t wel noodig er verder over te spreken?
Toen ik begon, was het met honderd pond ster
ling per Jaar. Ik was toen verloofd met een
ach, zij was een gewone dienstbode, maar ze
was tevreden met het geld: En hoe lang denkt
u dat we moesten wachten- voor we konden trou
wen? Tien jaar, mijnheer Wentworth. Conny
Verscheidene leden gaven naar aanleiding
van gemaakte opmerkingen in zake den kin
deraftrek als hun meening te kennen, dat, hoe
zeer de constructie van dit correctief wellicht
voor wijziging in aanmerking komt, een rege
ling van deze strekking in het ontwerp toch
zeker niet zal mogen ontbreken. Zonder een af
trek als de hierbedoelde achtten deze leden de
voorgestelde heffingen in geen geval aanvaard
baar.
Dat
Koersen voor stortingen op 16 September
1939 tegen verplichtingen luidende in Reichs-
marken f 7559, Lires f 950.
Tegen het denkbeeld, een voorziening in den
nood van ouden van dagen aan deze regeling
ten gunste van groote gezinnen te doen voor
afgaan, moesten de hierbedoelde leden zich ver
zetten. Deze regeling vormt een essentieel on
derdeel van de onderhavige belastingvoorstel
len. Zij is noodzakelijk om een rechtvaardiger
verdeellng van den belastingdruk te bereiken.
Uit de cijfers, door de commlssie-Fleskens
overgelegd, bljjkt overtuigend, dat de groote ge
zinnen, vooral in de lage welstandsgroepen, on
evenredig zwaar worden belast. Ten stelligste
moet dan ook worden ontkend, dat deze rege
ling het karakter van een zekeren rechtetreck-
schen steun zou dragen. Evenzeer dient met
klem te worden weersproken, dat reeds lang
het verlangen bestond naar een steunregeling
ten behoeve van groote gezinnen. Uit deze be
wering blijkt duidelijk, hoe weinig begrip te
dezen aanzien bij velen bestaat. Dat hetgeen
wordt voorgesteld on redelijk zou zijn ten op
zichte van kleine gezinnen is niet te begrij
pen. Het valt toch niet te ontkennen, dat groo
te gezinnen meer te betalen hebben aan aller
lei indirecte belastingen en crisisheffingen, m
het algemeen in de dageljjksche levensbehoeften
en in de opvoeding van méér personen hebben
te voorzien, -
Eenige leden achtten de regeling, waarvan
hier sprake is. totaal onvoldoende. Voor belas
tingplichtigen met groote gezinnen en middel
matige Inkomens beteekent de tegemoetkoming
van f 10.joer jaar per kind boven het derde
veel te weinig.
Bovendien achtten de hierbedoelde leden het
onjuist, dat de betrokkenen om de tegemoetko
ming, bedoeld in het laatstvermelde artikel,
moeten verzoeken.
De kabouterkoning keek bedenkelijk. „B.’b
je er wel aan gedacht." zei hjj. „hoeveel ge
varen Je bedreigen, als je de wijde wereld in
gaat. En heb je net hier niet naar Je zin?” „O,
jawel, Sire,” zet Flip, „maar we blijven niet voor
goed weg. We komen natuurlijk weer terug.”
men de militairen (van wie verschillenden reeds
overdag waren komen feliclteeren) in gesloten
colonne naar het St. Bernardus-gestlcht gemar
cheerd. voorafgegaan door de Weesper Muziek
vereniging „Jubal" en omstuwd door honderden
belangstellende Weesper ingezetenen. Het doel
was niet alleen een serenade te brengen, maar
tevens zou een fruitmand van respectabele af
metingen-worden aangeboden, als geschenk van
de militairen, die regelmatig het Militair Ont-
spannlngslokaal te Weesp bezoeken. Een com
missie. bestaande uit den korporaal P van den
Reijden en de mllftiens K. Koster en J. H
Sproet, had onder de .Jongens” gelden ingeza
meld en zoo kon nok namens deze militairen
het oudje gehuldigd worden.
Deze avondhuldiglng van de 104-jarige is, ge
heel spontaan, uitgegroeid tot een ongekend
enthousiasme, dat zyn toppunt bereikte, toen
de stoet militairen defileerde voor de vensters
van het St. Bernardusgestlcht. waarachter Opoe
in haar versierden stoel zat. omstuwd door kin
deren en kleinkinderen. Vroolyk klonk de mu
ziek van .Jubal" en de soldaten wuifden met
de hand waarop het oudje glunder lachend te-
ruggroette. Het enthousiasme werd steeds groo-
ter en tenslotte wuifden de defileerende soldaten
met de veldmuts. Het was een alleraardigst
tafereel
De bovengenoemde commissie uit de militairen
trad de ontvangkamer van het gesticht binnen
en daar heeft korporaal v. d. Reijden in harte-'
Hjke bewoordingen Opoe gefeliciteerd, waarbij
de fruitmand aangeboden werd „Heel Weesp
houdt van U” zoo sprak de feestredenaar
Burgemeester M Dotlnga, die in de Jullana-
straat een kijkje kwam nemen, heeft den mili
tairen hartelijk dank gezegd voor deze hulde aan
de 104-jarige. Hij verklaarde oa., dat Opoe
groote liefde had voor het Oranjehuis, in ver
band waarmede deze geste van de militairen
haar dubbel aangenaam was. „Ik hoop, dat de
verhouding tusschen jullie en de burgert) van
Weesp even uitstekend moge blijven als zjj thans
is, waartoe het gemeentebestuur gaarne zal
meewerken.” Then nam het enthousiasme van
het publiek een dergelijken omvang aan. dat
de afzetting van politie en militairen verbroken
werd en burgers en soldaten één compacte
massa vormden. Lulde hoera's klonken op, toen
de militairen den burgemeester omhoog tilden
en hem een ovatie brachten. Later op den
avond heeft ook de muzlekvereenlglng ^Soli"
nog een serenade gebracht.
de voorgestelde vennootschapsbelasting
als een draagkracht-correctlef met betrekking
tot de beter gesitueerden zou kunnen .worden
beschouwd, verklaarden verschillende' leden
zeer ernstig te moeten betwijfelen.
Al vroeg in den ochtend was mej. A. J.
de SmitRog, of beter gezegd Opoe Smit,
in haar Zondagsche japon gekleed, om met
een blijden lach op het gelaat, plaats te
nemen in den fraai versierden leunstoel,
welke voor haar gereed stond in de ont
vangkamer van het St. Bernardusgestlcht
te Weesp. om de verschillende gelukwen-
schen met haar 104den verjaardag in ont
vangst te nemen. En aan die wenschen
heeft het-niet ontbroken! Tal van inwoners
van het stadje aan de Vecht kwamen,«poe
Overgelukkig nam Flip afscheid! Met zulke
Impoie oadeaux als die muts van den kabouter-
TToning en de steen van den ooievaar kon je
toch met een gerust hart op reis gaan! Hij holde
Wip tegemoet die ook al van zijn hoog bezoek
terug kwam. „Heb Jij ook zoo n mooi cadeau ge-
I kregen van president Pluimstaart?”
is onze eenige dochter, en dacht ji dat wij voor
haar hetzelfde zouden willen?”
De jongeman schudde langzaam het hoofd.
„Neen,” zei hij feacht. „Dat zou ik zelf ook
niet willen.”
„Ik zie dat we elkaar begrijpen.” zei de oude
heer. „En daar u my zooeven vertelde dat u
bulten een bedrag van vijfduizend pond en
goede vooruitzichten niets bezit...."
„Dat is helaas werkelijk zoo.” viel Hayd hem
in de rede, „maar zou een andere zekerheid
u bijvoorbeeld niet evengoed zijn?”
„Een andere zekerheid?" vroeg Elgood eenlgs-
zlns verbaasd.
„Ik bedoel wanneer ik bijvoorbeeld compagnon
zou zijn van mijnheer Rowlands?”
Sir Elgood zweeg een oogenblik nadenkend,
toen hij zei:
.Natuurlijk zou ik in dat geval geen oogen
blik aarzelen u als mijn schoonzoon welkom te
heeten, maar ik zie niet in....”
Een vreemde glimlach kwam op het gelaat
Gevraagd werd, of het wel juist geoordeeld
moet worden, dat èn pensioengerechtigden ren
tebelasting betalen op het uitgekeerde pensioen,
én de fondsen diezelfde belasting waarbij in
voorkomende gevallen ook nog huurbelasting
komt verschuldigd zijn over de Inkomsten
uit de beleggingen, waaruit het pensioen moet
worden betaald.
Men was v«n oordeel, dat het aanbeveling
verdient, de inkomsten uit beleggingen van
spaar- en pensioenfondsen in het algemeen niet
in de twee-percentsheffingen te betrekken.
Benige leden verklaarden het onredelljk te
achten, dat de Inkomsten uit effecten behalve
door de couponbelasting ook nog door de ren
tebelasting zullen worden getroffen.
grondbelasting.
Een der leden bepleitte afschaffing van de
rijwielbelasting als draagkrachtcorrectlef
bate van de minder gesitueerden.
Verscheidene leden vroegen zich af, waarom
by de keuze van de belastingen, welke voor ver
laging in aanmerking zijn genomen, niet de
Sulkeraccyns is aangepakt.
nog
aanzienlijk bedrag waard moet zjjn?
Dat kan ik u niet zeggen. Met betrekking
tot geldzaken was hij zeer gereserveerd. X Is
best mogelijk, dat hij iets bezit, hoewel hij zeer
eenvoudig leeft, maar omtrent dat punt heb
ik geen zekerheid. Slechts één ding heeft hij
my ronduit gezegd: dat btf zijn bverljjden ge
heel zijn nalatenschap aan de familie Eltz
ten deel zou vallen.
Men was op de plaats der misdaad aange
komen De heeren verlieten elkaar. De rechter
ging zijn ambtsplicht vervullen en de notaris
wilde Yvetta. die nog geheel overstuur was, zijn
deelneming gaan betuigen.
de knecht van den schoenmaker het gehoord
Maar, dat ik X heb gehoord, en goed gehoord,
daar kan ik 'n eed op doen. Maar, nietwaar,
dokter, ook u beschouwt het als onmogelijk en
daarom zult u begrijpen....
De bejaarde geneesheer, die reeds dertig jaar
te Vriebusweiler was gevestigd en er iedereen
kende, maakte een beweging alsof hjj iets van
zich wilde afwerpen. Weliswaar een weinig
bleek, maar toch met zjjn gewone kalmte, ant
woordde hy:
Verscheidene leden verklaarden het onjuist
te achten. dj»t op hetzelfde tijdstip, waarop tot
belangrijke belastingverzwaring wórdt overge
gaan, andere heffingen worden prijs gegeven.
Vele andere leden daarentegen gaven te ken
nen. dat zij zich zeer wel konden vereemgen
met het voorstel, de invoering van een aantal
nieuwe belastingen gepaard te doen gaan met
de afschaffing of verlichting van een aantal
bestaande heffingen, welke op het bedrijfsleven
in het algemeen, op bepaalde bedrijfstakken, of
op bepaald? groepen der bevolking een onrede^-
lijken of onevenredig zwaren druk oefenen.
Gevraagd werd, welke waarborgen de regee-
ring heeft, dat de verlaging wan een aantal in
directe heffingen, welke door haar wordt voor
gesteld, inderdaad aan den consument ten goede
zal komen en niet aan den tusschenhandelaar
of den winkelier. Met name wordt hier gedacht
aan den geslachtsaccyns en aan de omzetbe
lasting.
Eenige leden beschouwden het als een leemte
van het ontwerp, dat niet voorzien is in de be
hoefte aan tjjdelijke verlaging van belastingen
in verband met de uitvoering van werken, welke
tot vermindering van de Werkloosheid kunnen
lelden.
Sommige leden bepleitten afschaffing van de
VAN DEN Dommriatr. 1
■nm p, EINDHOVEN
„Ja, als je dan niet anders wil, dan moet ik
je wel laten gaan,” zuchtte de koning. „En dan
moet je deze muts meenemen. Als je die opzi t
dan ben je alleen maar zichtbaar voor kabou
ters en niet voor menschcn of dieren, terwijl
je zelf alles kunt zien, En nu, goeie reis en tot
weerziens 1”
In hét donkerste hoekje van den tuin zaten
ze zwijgend bijeen.
Conny Elgood legde het blonde hoofdje. waar
in twee betraande oogen glinsterden, op den
schouder van den Jongeman.
„Je behoeft het heusch niet te probeeren.
Hayd.” zei ze zacht. „Vader zal zijn toestem
ming nooit geven, zoolang je niet in staat bent,
vijftig duizend pond sterling Je eigendom te
noemen."
Hayden Wentworth haalde de schouders op.
„Ik weet het. schat. Maar hy Is toch zelf ook
met niets begonnen? Hy heeft het je toch dik
wijls verteld, dat hij. toen hij met een dienst
bode trouwde, ook niet meer dan een armzalige
honderd pond bezat?”
Ze knikte flauwtjes.
„Hayd. vader zegt, dat hij niet wil. dat Ik
onder dezelfde omstandigheden zal trouwen,
als hii. Je bezit niet anders dan Je goedea voor
uitzichten en vijfduizend pond In contanten.
Wat wil je daarmee beginnen?”
„Vergeet niet. Conny. dat ik ook nog een
flinke dosis ondernemingsgeest bezit."
Ze trok een pruilend lipje.
„Wat heb je aan ondernemingsgeest, als je
niet in de gelegenheid bent. Iets te onderne
men?”'fluisterde ze.
„Ik heb met Sir Rowlands gesproken." aar
zelde hij. „HU zei. dat hij my graag als com
pagnon zou willen hebben, nu Arthur Poynter
weg is. maar hy kon my ook niet aan het geld
helpen."
Ze keek hem glimlachend aan. door haar tra
nen heen.
„Hoe lang ben je nu bij mynheer Rowlands?"
vroeg ze.
„BUna acht jaar en over twee maanden gaat
Gresly weg en dan word ik in zyn plaats pro
curatiehouder.”
„En dan?”....
„Dan?.... Dan sparen we, totdat de vijftig
duizend pond by elkaar zyn," zei hU optimis
tisch. -
„Luchtkasteelen. Hayd," zuchtte ze. „Niets
dan luchtkasteelen. Hoe lang zullen we dan
moeten wachten? En al dien tijd moeten we
tegen vader zwygen."
Hy antwoordde niet, maar zat met de handen
onder het hoofd te peinzen.
.Neen." mompelde hy nauweiyks hoorbaar,
„dat is niet te doen.”
„Wat is niet te doen. Hayd?”
Ze drukte zich tegen hem aan.
„Niets!”....
„Je verbergt iets voor me. Hayd," lispelde ze.
„Toe zeg wat. Wat ga je doen? Ik zie het aan
je gezicht. Je bent wat van plan."
„Morgen hak ik den knoop door." antwoordde
hy byna ruw. „Ik zal met je vader gaan spre
ken en als ik my niet vergis in zyn karakter,
dan zyn we morgen officieel verloofd."
„Hayd!"
.Neen, vraag nu niets, morgen zal ik je alles
zeggen. Het mocht eens verkeerd afloopen."
„Onzin!.... Vader zal weigeren, als Je niet
over de noodlge contanten beschikt en als hy
zich boos maakt, danhoef Je ook later niet
meer by hem aan te komen.”
.Laat dat maar aan my over." zei hy met
een lachje, dat haar hoop deed herleven. „Op
gevaar af. dat ik je als zyn dochter beleedlg.
moet ik zeggen, dat je vader een uilskuiken is.
en geen greintje koopmansgeest bezit, wanneer
hy niet op myn voorstel Ingaat."
„Je bent een schat, Hayd. Ik zal het tegen
vader zeggen, hoe je over hem denkt."
Verscheidene leden, die er van overtuigd wa
ren. dat onder de tegenwoordige omstandighe
den aan een verhooging van de Inkomsten door
middel van belastingverzwaring niet te ontko
men is. duchtten echter van zulk een verzwa
ring in het algemeen en in het byzonder in
den vorm, zooals die in het ontwerp wordt
voorgesteld, verschillende nadeelen. Thans
reeds is de druk der directe en indirecte belas
tingen zeer zwaar. De vermindering van het
consumptief vermogen, welke in verband daar
mede van de nieuwe heffingen het onmiddeliyc
gevolg zal zyn, zal een ongunstigen weerslag
hebben op het bedryfsleven.
Daarvan zal èn nieuwe werkloosheid èn een
vermindering van inkomsten van, Ryk en ge
meenten uit de bestaande bronnen het gevolg
Verscheidene leden wenschten met na
druk te kennen te géven, dat een loonbe
lasting zonder vrijstelling van Inkomsten
beneden een zekege grens voor ben ten
«enenmale onaanvaardbaar zou rijn.
Aan het voorloopig verslag wordt ontleend:
Sommige leden beschouwden de mededeellng
van de regeerlng, welke het uitgangspunt is van
haar toelichting op het ontwerp, nj. dajMnet
bestaande tekort op de iyksbegrooting voor
een zeer belangrijk gedeelte veroorzaakt wordt
door de byzondere voorzlenlncep ter bestry-
dlng van de werkloosheid en ten behoeve van
de defensie, op z’n minst genomen als een veel
te eenzydlge belichting van de aanleiding tot
deze belastingverhooging. De begrooting voor
1939, vergeleken by die voor 1937, bulten de
defensiekosten en bulten byzondere andere
posten om, vertoonde een uitgave-accres van
rond 42 mllUoen. Deze belangryke styglng nu
is het, die de hierbedoelde leden als de elgen-
lyke oorzaak van de indiening van dit wets
ontwerp beschouwden.
Andere leder)
deze voorstelling’van zaken.
De reeds bovengenoemde sommige leden”
waren van meening, dat een goede politiek
elscht, dat vóór alles maatregelen worden ge
troffen om een nieuwe aangroeilng van de be
grooting van uitgaven te voorkomen.
Wat de huurbelasting betreft, is naar dc
meening van vele leden zeer belangrijk de
vraag, in hoever deze heffing, welke bedoelt in
komsten uit verhuring te treffen, op den huur
der zal worden verhaald.
Voorts werd om. tegen de hierbedoelde be
lasting aangtvoerd. dat zy In haar uitwerking
een zakelijke belasting op het onroerend goed
zal zyn en dientengevolge tot daling van de
waarde van dat goed zal lelden.
een rustig leven en heeft veel plaats noodig
voor zyn verzamelingen. Ten tweede wilde hy
niet, dat mevrouw Fannl Eltz. die voor haar
leeftyd uitstekend is geconserveerd, zich, door
by hem te komen inwonen, aan praatjes zou
blootstellen. Met Yvetta en haar zuster Annie,
die vroeger zyn huishouden waarnam, is het
anders gelegen. Die beschouwt hy als kinderen,
en het verschil van leeftyd is zóó groot, dat er
geen of zeer weinig gevaar voor gebabbel be
staat.
Waar heeft Winkler- gewoond, vóórdat hy
zich te Vriebusweiler vestigde?
Eerst te Weenen, later te Gras. Vandaar
Is hy, nu tien Jaar geleden, naar ons dorp
gekomen, waar hy den „Rozenhof" heeft ge
kocht.
Is hy vermogend? Ik bedoel: bezit hy
geld, buiten de hulzi^ge, die reeds een
van den jongeman.
„Dus in dat geval...."
u met
trouwen,
Opnieuw
Wentworth hem
in de rede, maar
Elgood dacht er j
niet aan dit als
een onbeleefdheid' op te vatten. Hy kende de
jeugd, vooral wanneer er vrouwen in het spel
waren.
„Zoudt u my dit zwart op wit willen geven?^
Verbaasd keek de ander hem aan.
„Zwart op wit geven?" herhaalde hy.
„Als u werkelijk meent wat u zegt, dan kunt
u daartegen felteiyk toch geen bezwaar heb
ben
Conny’s vader zette zich zwygend aan het
schry (bureau en het duurde enkele oogenblik-
ken alvorens hy zich weder tot Hayd richtte:
.Alstublieft! Zwart op wit. Maar wat is nu
eigeniyk de bedoeling ervan?”
De jongeman las kalm den brief door en
knikte tevreden.
„Dat is heel duideiyk, mijnheer. Ik dank u
wel."
HU stak het in zUn portefeuille en haalde M
tegeiyk een ander papier uit, dat hy aan Elgood
gaf met de woorden:
- „Mag ik u dit papiertje als tegenprestatie
overhandigen?" zei hy lachend.
HU legde het voor Elgood neer, die met klim
mende verbazing las:
Ik.’Thomas Rowlands, verklaar hiermede,
Hayden Wentworth te zullen beschouwen als
myn compagnon, zoodra hy van Sir Elgood de
toestemming tot zyn huwelyk met diens doch
ter Conny zal hebben verkregen...'.
HU las en herlas het eigenaardige document
en tenslotte kwam er een glimlach op zijn ge
laat. die zich tot een gullen, vroolyken lach ont
wikkelde.
„MUn waarde Wentworth.” zei hy. ,Jk geloot
dat ik my in jouw capaciteiten toch nog ver
gist heb. Je bent nog handiger dan ik dacht.
Eigeniyk moest ik je...."
HIJ stak gemaakt dreigend zyn vinger op.
„Te laat, mynheer Elgood.” lachte Hayd. „Ik
heb zwart op wit en daar is niets aan te ver
anderen. Ik ben van nu af de compagnon van
mynheer Rowlands en daarmede tevens uw
aanstaanden schoonzoon.”
Elgood kruiste de armen over elkaar en scheen
na te denken.
„En als ik nu myn toestemming eens terug
neem?"
Hayd haalde dreigend het document te voor
schijn.
„Wel," zei de oude man toen goedkeurend.
„Je laat je niet van de wys brengen ook, zie ik
en ik moet zeggenhet is bewonderenswaar-
dig. Werkeiyk, het zou zonde zyn, als de mooiste
speculatie van zulk een uitstekend koopman
mislukte.”
Hij drukte hem stevig de hand.
„Het is allright, Hayd. Neem haar
gelukkig.”
Een half uur later zaten twee gelukkige jonge-
menschen wederom in het donkerste hoekje van
den tuin, evenals nauweiyks een dag geleden,
maar nu speelde het maanlicht met den glans
van twee gladde, gouden ringen, die aan hun
vingers schitterden, als bewijs dat de grootsche
speculatie van Hayden Wentworth volkomen
geslaagd was.
schot storingen in het denk-
den ouden heer veroorzaakt
kan worden aangenomen, dat
Winkler zyn aanrander, die hem waarschyn-
lyk van achter besloop, niet goed gezien heeft.
Maar in deze kwestie is het woord aan de
justitie. Wat jou betreft, jy hebt je eenvoudig
te houden aan den elementairen plicht van den
staatsburger: eenvoudig en zonder reserve zeg
gen. wat je weet, om dé autoriteiten in te
lichten.
Ik moet het dus zeggen....?
In leder geval.
Achter hen. op de straat, kwam er, beweging.
De personen. die Winkler’s lyk omringden,
gingen achteruit. Verscheidene heeren en een
paar agenten naderden met snellen tred de
plaats van de misdaad.
X Waren de districtsrechter, Mr. Klarmann.
met zyn griffier, de gemeenteveldwachter
X Is maar met het oog op Juffrouw
Yvetta.... En veronderstel eens dat hy on
schuldig was en door myn verklaring in ver-
•chrikkelyke moeiiykhedén werd gebracht!
Ik dacht, dat de majoor den naam had
genoemd?
Ja.
En toch.
Wie is het? Ik bedoel: welken naam heeft
Winkler genoemd?
Toen hy naar buiten kwam, riep hy:
wHulp! moord!.... Eberhard Eltz heeft my
overvallenen geschotenToen sloeg hy
tegen den grond en verloor het bewustzyn.
Dr. Otto was hevig geschrokken. Hy keek den
touwslager ongeloovlg aan.
Niet mogelyk! Heb jy dat wezenlyk ge
hoord? jy alléén? Of was er nog iemand by?
Of ik alleen was? Dat weet ik niet, want
A kiek niet om mU heen Mtwhien heeft ook
Op grond van dit standpunt meenden de
hierbedoelde leden er reeds thans met na
druk op te moeten wyzen. dat een verhoo
ging van den belastingdruk, in welken vorm
ook, voor hen slechts aanvaardbaar is, in
dien vaststaat, dat zooveel mogelyk alle niet
strikt noodzakeiyke uitgaven worden ver
meden. Dat de begrooting voor het loopen
ds dienstjaar aan dezen elsch voldoet,
meenden deze leden sterk te moeten be-
twyfelen.
Zlnkler en notaris Kolbried, gevolgd door een
menigte nieuwsgierigen.
Mr. Klarmann liep naast den notaris. Eerst
sinds twee maanden was hy districtsrechter te
Vriebusweiler; dus kende hy wel de namen der
personen, doch was niet op de hoogte van hun
onderlinge betrekkingen. Daarentegen was
Kolbried reeds 25 jaar als notaris in het dorp
gevestigd, dus volkomen bekend met de plaat-
seiyke omstandigheden. Bovendien was hy in
tiem bevriend met Winkler en de familie Eltz;
die hadden zich tien jaar geleden te Vriebus
weiler gevestigd, toen de majoor den „Rozen
hof” had gekocht.
Daarom had Mr. Klarmann onderweg den
notaris verzocht, hem een beknopt overzicht
van de betrekkingen van den majoor met de
familie Eltz te geven.
Ik weet dienaangaande slechts dit. zei hy,
dat de majoor een goed geconserveerd man
van 79 jaar was en dat zyn huishouden werd
bestuurd door zekere juffrouw Eltz. Als ik my
niet «vergis, bewoont de familie van die jonge
dame een gehtiurd huls in X dorp.
Ja, X huls ,Jn de gouden Zon", het mooie
pand met den erker, oft het Gemeenteplein.
De relaties van den majoor, een zeer braaf,
maar nog ai eigenzinnig en opvliegend mensch.
met deze familie dateeren uit zyn jongelings
jaren. Hy sloot toen met Otto Eltz. die juist
zoo oud was als hy en met hem tot luitenant
werd benoemd, een vriendschap voor het leven.
Belden waren ernstig van karakter, beiden
idealisten. Naast elkander streden zy
belden reeds gehuwd in "70 en vó^r den
Of ik het al dan niet als mogelyk ber
schouw.
Wanneer -
plaatst, is het in ieder geval aannemelyk. dat
reeds het eerste
vermogen van
heeft. Zeker
Het luister-apparaat, welwillend ((gestaan
door de Vereeniglng tot behartiging van de be
langen van slechthoorenden, heeft op dezen
feestdag wel byzonder goede diensten bewe
zen. daar velen, met behulp daarvan, een bab
beltje met Opoe konden maken.
Eén der eersten, die dit deed, was wethouder
E. W Raadsheer, die met wethouder C. A. Oa-
lesloot, de jarige kwam feliciteeren. Even
later verschynt ook burgemeester M Dotlnga.
vergezeld van den overste L. F Apol en kapi
tein J. E. Hofman. De burgemeester drukt het
oudje de hand en zegt, dat zy straks den offi
cieren maar eens iets moet vertellen van haar
herinneringen uit de oorlogdh van 1870 en
1914.
Overste L. F. Apol zegt, met beide handen
de gelegenheid te hebben aangegrepen, om.
namens officieren, onderofficieren en soldaten
van het kantonnement Weesp. de oudste in
woonster van Nederland gelukwenschen aan
te bieden op dezen zeldzamen dag. Namens de
officieren wordt een prachtige mand met
chrysanten vóór het oudje neergezet, dat door
de huldiging van zoo'n onverwachte zyde
zichtbaar verrast is. „En omdat deze bloemen
niet geuren." besluit de overste, „krijgt u ook
nog dit pakje.” Dat deze verrassing reukwater
bevatte, was Opoe heel welkom, want „dat
frlscht nog eens op." verzekert ze even later
aan een naast haar zittende bezoekster.
Gaandeweg komen er méér bezoekers en
oude herinneringen worden opgehaald. Van ’n
tegenwoordlgen stadsbestuurder weet Opoe te
vertellen, dat hy als Jongen by haar belletje
getrokken heeft Tegen een bejaard Nieuw
st raat-bewoner zegt zy prompt: „Uw vader
heb Ik ook nog gekend; die was schipper en
ik heb wat dikwyis by hem in de roef geze
ten." Natuuriyk loopen de gesprekken ook over
den oorlog, want de burgemeester had immers
gevraagd, of de jarige den officieren een en
ander wilde vertellen uit 1870. Maar dat
schynt tech niet zoo goed te willen vlotten,
want zoodra Opoe over 1870 begint, gaan haar
gedachten vliegensvlug n\ar 1914 en dan bab
belt de pientere 104-jarige honderd uit
die moeliyke jaren
„Ik had negen soldaten in huis en soms geen
eten. Toen ben ik naar het stadhuis gegaan
en heb tegen wethouder Knaap gezegd, dat we
niets in huis -hadden en toen hebben we cho-
coladereepen gekregen, om onzen honger te
stillen." En zoo gaat het verder; een stroom
van herinneringen komt los. Op een gegeven
oogenblik zegt het oudje met een voldanen
glimlach op het gezicht: ,4a. ik ben de oud
ste varf het heele land.... X Is ook een heele
leeftyd, 104 jaar
De pastoor en de kapelaan komen eveneens
feliciteeren en Opoe is hiermede niet weinig in
haar schik. Afgevaardigden vanverschillende
vereeniglngen loopen af en aan, kortom het Is
een gezellige feesteiyke drukte en de 104-jarlge
schynt er niet den minsten last van te onder
vinden.
In het middaguur komen de kinderen van de
R. K. Meisjesschool een fruitmand aanbieden
en ze ringen een lied ter eere van Opoe, het
geen het oudje byzonder aardig schynt te vin
den. Deze huldiging vormde een der aardigste
momenten van den feestdag van Opoe Smit.
Maar ook voor den avond was nog een uit-
zonderiyke verrassing bewaard. Toen toch kwa-
Met bevreemding verklaarden verscheidene
leden te hebben kennis genomen van de prin-
cipieele wyziging in de houding der regeering
met betrekking tot de belasting, te heffen van
naamlooze vennootschappen, welke by dit ont
werp zoo plotseling tot uiting is gekomen. Het
is zeer de vraag, of de belastingontduiking door
gebruikmaking van den vorm der naamlooze
vennootschap wel in zoo beteekenende mate
voorkomt.
Afgezien van de vraag, of in het algemeen een
winstbelasting al dan niet boven 'n ultdeeliiigs-
belasting de voorkeur verdient, formuleercen an
dere leden hun bezwaren tegen hetgeen in dit
opzicht thans door de regeering wordt voor
gesteld.
Tegen de vennootschapsbelasting, welke door
het systeem van het ontwerp niet wordt ge-
eischt en welke bovendien een zeer aanzienlijke
heffing Inhoudt, bestond ook by andere leden
zeer ernstige bedenking. 4
Verscheidene andere leden daarentegen ver
klaarden zich mét het in dezen door de regee
rlng gehouden betoog zeer wel te kunnen ver-
eenigen.
Velé leden meenden in tegenstelling met de
regeering een ontkennend antwoord te moeten
geven op de vraag, of althans voorloopig
naast de vennootschapsbelasting de dividend-