VOOR ONZE JEUGD 4> SRaufiM FOTOREPORTAGE 'THAEUR B. J.-DRIESSEN LUCHTBESCHERMINGS-MAATBEGELEN GEBRUIK VAN FLUORESCENTIE BOOM- EN HANDELSK WEEKERIJ „DE LARIX" LEGERGROEN Leentje wou zoo graag een hondje hebben DUNDVLEESCH CENTRALE VERWARMINGSKETELS in alle maten tot 50 M2. V O Ook verwarmingen voor de sloop en Stoomketelseen van ongeveer 100 M2. V O, een van 60 M2 V O en locomobielketel van 22 M2. V O. 10 A 13 atm. Aanbieding met merk, prtys. enz. GEBR. VAN ROOIJEN Imp. voor Nederland GEERKENS SCHUMDti Voor spuif en kwast, zeer sneldrogend. Mat en halfmat. Concurreerende prijzen Wij leverden reeds duizenden kilo's voor aHe soorten legervoertuigen, gasmaskers, helmen, enz. enz. Ie van de Boschsiraal 21S-215* Den Haag Telefoon 7733SS Haast?haast nooit hebben gewone bestellingen haast I Laat de bestelauto van uw winkeher dus geen extra-rittep maken: helpt mee, om Neerlands benzine verbruik te beperken: het is een eisch des tijds I Haast a, om die ,,geen-haast-go- woonte” tot de uwe te maken I FIRMA P. DE BIE ZONDERT TEUT. 309 Speciale Cultures op zandgrond: DENNEN, BOSCH- en HAAGPLANTSOEN, LAAG STER- en WOUDBOOMEN, CONIFEREN, SIER- en BLOEMSTRUIKEN ggp* Alles ia prime waar tegen concurreerende prijzen Vraagt prijsopgave FBIJSCOUKANT lase-’S* reeds vereeheaen Het versterkingsmiddel Staalt Lidiaum en Zenuwen MAAKT U GEEN ZORGEN.... Neem eenige blikken Geerkena Rundvleesch in voorraad. Dat is ideaal voor onverwachte ge legenheden. .Het vleesch kant en klaar, de fijnste kwaliteit en 40 besparing. GEVRAAGD: H. C. J. KORT - TeL 11320* - Rijswijk (Z.-H.) ADVERTENTIES WORDEN GELEZEN In hei tweede deel van de „Geschiedenis van de Times”, het beroemde Engelsche dagblad, lezen wij hoe omstreeks 1850 het aantal verkochte nummers belangrijk grooier was dan bij andere bladen. Dit kwam vnl. doordat de „Times” veel meer advertenties bevatte dan zijn concurrenten. Ook in onzen tijd blijkt herhaaldelijk, dat het publiek een dagblad ook leest om de adverten ties. Want ook de advertenties bevatten nieuws, waar vooral de vrouwen naar Boeken. Dit is uitsluitend bij dagbladadvertenties hst geval. Vandaar, dat systematisch toegepaste courantenreclame zoo doeltreffend is. N.V. STOEL. EN MEUBELFABRIEK v h Voor auto’s, motorfietsen en gewone fietsen in de juiste kleur en iedere hoeveelheid d i r e c t leverbaar. ZATERDAG 7 OCTOBER 1939 HEDEPLAHDSE OPHAMEHTEH FABPIEK üg- JU i ■te te In ouden het moeder aan de exemplaren zijn mooi Voor den winter. .Breit allen mee* is b< ee patronen voor het voor de gemobillseerden vroeg bed Leentje bod eens op haar verjaardag mooi boek gekregen. Het handelde over meer dan 10.000 pond te Enkhuizen in de haven en »te leen pen. jeu, roer van hart leeft toon vriet de rd schr ondc uil 1 nabi gelul le le neer bleef arbei pervl Wi gelijk ons nog ben? hoort het schei en el nada gneze woud terwij lyven Bij en re ken! dezen onges ons v gelijk antw< zettin waari kindei haast i gaan makel heden neer schaal betreu treurlj onder het is de pat Bourgt dnnke tigheic leuk n op te deugen een oo ooit ge HAAST: zw, - BIJ VERDUISTERING: GEEFT ZEKERHEID VOOR HET NORMAAL FUNCTIONNEEREN VAN HET VERKEER EN BEDRIJF ZOOWEL BINNEN, als BUITENSHUIS BEZOEKT JAABBEITB8 STANDS tSMMM TÏCHM. BUB. II.A, LEIDEN, LAMMENSCHANSWEG SS. TEL. an Kunt g honderd Peest, di J*. denkt bommen forsanose Bevat Lecithins em vitaminen BI en D. Verkiesbaar in alle Apotheken en Drogisterijen I X». I-L-Jin, J. XV. I ra •••ih.m»’. B<: •t tsinfn. H- Osss words* gratis disponiM assrrH bg aankoop vanMapafc- lonnen met het uitgeven ven wol «reien van 5000 paar polsmotfen den tractor. Een jeugdige Francaize neemt actief deel aan het werk op het land, nu de man nelijke krachten onder militairen dienst Dadelijk keek het diertje op. Koe weet u, dat het Toette heet?” Kees verwonderd, die nog altijd bij het van zjjn zusje zat. En ook Leentje was benieuwd, hoe dit wist. „Lees dit eens, jongen,” zei moeder, hem de advertentie wijzend. Toen noemde ook Kees den naam van het hondje, dat zijn kopje weer uit het dek stak, waarin Laantje hem gelegd had. Juichend zette h|j het pinchertje op Leentje’s bed, die met een verrukt gezichtje vroeg: „Is hU voor my? En mag ik hem nu altijd hou den?" .4».” zei Kees. „Ik heb hem op straat ge vonden.” „Wat ■n lief diertje," vond Leentje. „Weet je ook, hoe hij heet?’ Neen, dit wist Kees natuurlijk niet. Toen be gonnen ze samen alle mogeiyke namen te noe men, maar het hondje scheen er niet een van te verstaan. „Willen we hem dan maar Bobby noemen, zooals het hondje van Jetje in mijn boek?” opperde Leentje. Dit vond Kees best. Toen ging hy naar de hondje keuken en haalde op een bordje wat melk en1 lr brood. Belden keken met blije gezichten naar Bobby, die alMW gauw opsmulde, of hjj in da gen niet gegeten had. Kees zette hem bjj zijn zusje op het bed. Wat was Leentje gelukkig! Ze moest maar aldoor naar Bobby kijken, die zich in ’n kuiltje had neergevlijd, alsof hjj wilde gaan slapen. Maar toen moeder binnenkwam, die bood schappen had gedaan, en het hondje zag en Kees haar verteld had. hoe hjj er aan gekomen was. zei moeder: ..Het zal verdwaald zijn. Wij moeten er de politie van In kennis stellen. Dat mogen we niet nalaten, kinderen. Het spijt me voor jullie, maar we moeten onsen plicht doen.” Leentje begon te hullen en Kees keek erg be drukt. Ach! Het was soo’n lief hondje! Kijk, nu lag het bij Leentje al zoo rustig te slapen, of hij bjj hen thuishoorde. Heel voorzichtig, bang hem wakker te maken, streelde hy het hondje en zei: .Bobby, blijf JU maar lekker hier, hoor Dan hadden jouw meesters maar beter op je moeten passen. Jjj bent veel klein, om alleen op straat te loopen.” Doch moeder dacht er immers anders over. Ze gunde haar dochtertje dolgraag 't hondje, maar ze moesten eerlijk zijn en hun vondst b|j de politie gaan aangeven. Straks, als ze ge geten hadden, zou ze er even heengaan. Of ze kon het vader zeggen, als die thuiskwam, dan. konden de kinderen het hondje nog een uurtje bij zich houden. -f’ Terwijl ze op de komst van vader wachtte, keek ze de advertenties in de krant na. of er misschien melding werd gemaakt van een ver loren hondje, zooals zoo dikwijls gebeurde. Ja! Daar stond het met groote letters: Weg- geloopen bruin pinchertje, luisterend naar den naam Toette. Tegen belooning terug te be zorgen Lichtlaan «5. Ze ging naar het hondje en riep zijn naam. K.i nfort’ii ri» ♦.tl>rirR«it, 'I i - TEI.FI’COX' MODELKAMERS TE: I' \<-r>|Jrin No, 3 ih h <?»>nvei tgeb Tel. ui«i< nhouf No 31 T. I 72"L'll g No. 75 Tel. 1»W7 N<» 19 «b I Diergaard») T»< *»h No. 2 Tel. J17.U UITSLUITEND DOOR DEN’ HANDEL een een klein meisje, dat ziek was en nooit kon ge nezen. Er stonden prachtige platen in. Leentje werd nooit moe ze te bekijken. Ze had mede lijden met het meisje uit het boek, dat maar altijd in haar bedje moest liggen en zich zien te vermaken met haar speelgoed. Dikwijls verveelde Jetje (zoo heette het kind in het boek) zich en dan huilde ze, omdat ze ook niet kon spelen zooals andere kinderen. En ze was daarom ook vaak ontevreden. Maar op een dag veranderde dit. Jetje kreeg van haar oom een leuk klein hondje en dat mocht aan het voe teneind van haar bed slapen en altijd in haar kamer blijven. Toen was Jetje nooit meer on tevreden, want ze had nu een lief kameraadje, dat haar steeds gezelschap hield. En nu was Leentje ziek. Het zou heel lang duren eer ze weer loopen kon. .Misschien wel nooit meer," had de dokter aan haar vader gezegd. Doch dit wist Leentje natuurlijk niet. Leentje begon zich ook al gauw in haar bedje te vervelen en werd haar speelgoed ook moe. Toen, op een keer, dacht ze aan Jetje uit haar boek. En toen ze dit weer eens gelezen had, zei ze tot haar moeder: „Ik wou. dat ik een heel klein hondje had. dan kon ik daar mee spelen en het kon by my slapen.” .Kleine hondjes zijn erg duur, liefje,” ver telde haar moeder. „Daar kunnen wy niet aan denken. En een grooten kunnen wy niet huis nemen. Zulke straathonden zijn er wel genoeg en kosten niet veel. Maar wy zijn te klein behuisd, dus dat gaat ook niet.” Doch toen zei Kees, Leentje’s broer, dat hij wel eens aan zijn vrienden zou vragen, of die nergens een klein hondje voor weinig geld te koop wisten. Kees vroeg het ook bij verschillende dieren handelaren. maar de hondjes, die zij verkoch- teh, waren rashondjes en van zoo'n hoogen prijs, dat z|jn ouders dit toch niet konden be talen. H|j ging ook naar een dlerenasyl, waar verdwaalde katten en honden gebracht werden, maar ook daar was er niet een geschikt voor Leentje. En zijn vriendjes wisten er ook geen. Telkens, als Kees thuiskwam, vroeg z|jn zus je hem. of h|j nog geen hondje voor haar had. Dan schudde Kees, die zeer veel van zijn zusje hield, droevig het hoofd en beloofde maar weer, hoewel hij er zelf niet zoo erg van overtuigd was. dat hjj op een goeden dag wel met een hondje zou thuiskomen. En dit gebeurde werkelijk. Kee^ zag op straat een lief, bruin pinchertje loopen, dat langs de goot liep te scharrelen, of het eten zocht Als Ik dat eens voor Leentje kon meenemen, dacht hy. Het ziet er zoo armoedig uit, of het grooten honger heeft Hjj wilde het hondje streelen. maar het liep ijlings weg, alsof het bang was, dat Kees hem kwaad zou doen. Een beetje verder bleef het staan en keek naar Kees, die gauw riep: .Kom maar, ik zal je niets doen, hoor! Kom maar hier!” Kees lok te hem en toen hjj dicht bij het pinchertje was. greep hij hem en nu liet het diertje toe. dat Kees het streelde. „Ik neem je mee naar Leentje," zet Kees. ,jy loopt hier toch maar te dwalen en aanstonds kqmt er misschien een groote hond, die met je zal vechten.” Kees stopte het diertje onder zijn jaa en snelde er mee naar hui*. ,Ja.” zei Kees met tranen In z|jn stem, ,Ji(j Is het Dan moeten wij hem naar de Licht laan brengen, Leentje. Er is niets aan te doen We mogen hem niet houden.” Wat had die Kees een spijt, het hondje mee gebracht te hebben, niet alleen voor Leentje. maar ook voor hem zelf, want hij vond het een erg hef diertje en het harf zoo’n fijn kopje en zulke fijne pootjes. .Je krijgt een belooning, staat er,” zei moe der. „Wie weet, als vader er dan wat btjlegt, dat wij dan wel een klein hondje kunnen koo- pen.’ Dit waa nu da hoop van allen. Kees ging met Leentje. ..Zullen wy hem Bobby noemen, zooals hondje van Jetje?” stelde ze voor. Dit vond Kees best. En zoo werd Bobby' Leentje’s trouwe kameraadje In haar lange ziekte. De 1 van de gende over d ken do slaapw: een ter gen de den ni< de toek vlinder Leggen, zicht ba al ziet uit, on: onvoorz jaar 19 doen. I duizend den spr Voor staat n< daarbij «las is cent bij vrije hs flien, wi puin, er de etala den sch poolen komen gestorve In het i rende tl gerukt, i maar de vreemd, den. Er gerbevol waar? E Kt) nog In de die gy g Een dier ven ooge op De r de dapp< maar! al of zoude ‘Een met die film heel aar mooie oj v Maar op „Flessc «egt de tegen zjji dat hij g wordt In afgeschot avondbla. aan het tot in le: Uit het va Toette naar de Lichtlaan. Zijn hut klopte ge weldig. Wat zou hij krijgert? Dit hondje kost te beslist vijf en twintig gulden. Hjj kende nu zoo’n beetje de prijzen. Misschien kreeg hjj een gulden? Voor een gulden kun je niet eens een straathond koopen, dacht Kees. En dit is juist een hondje,' zooals Leentje er graag een zou willen. Ik wou, dat ik het mee terug mocht nemen. Ma»r dan begreep h|j: als die men- schen niet aan hem gehecht zijn, dan plaatsten ze geen advertentie en geven ook geen beloo ning. Kees zag, dat nummer 65 een prachtig, groot huls was. Misschien krijg lk wel een riks, dacht hy ,jni. Hy drukte op de schel en een knecht met een rood en wit gestreept jasje aan, deed open. ,Js dit hondje van a, meneer?” vrdpg Kees met bevende lippen. „Toette, jal” antwoordde de knecht verheugd. ,X>en hemel zy dank, dat hy terug is. Wat zal - j ¥an 'Kees over, alsof het van porceleln was, zeg gend: „Wacht hier even. Ik zal mevrouw waar schuwen.’* Een oogenblik later kwam de eigenares van Toette, een oude, lieve dame, by Kees, en zei, dat ze zeer biy was haar hondje terug te heb ben. Toen moest Kees haar vertellen, wauen hoe hy Toetle gevonden had. Kees zei haar ook, dat zijn zusje ziek was en altyd vroeg om een klein hondje, om er mee te kunnen spelen en omdat ze dan gezelschap zou heb ben. „Dan zal ik voor je zusje een hondje koo pen," beloofde de dame. „Geef my jullie adres maar op. Neen, Ik weet wat beters. Jij gaat met my mee en wy gaan samen naar een die renhandelaar en dan neem Jij het hondje voor haar mee.” Kees keek de dame met stralende oogenaan. Hy mocht In de kamer komen en even later zat hy naast haar In een grooten auto, die weldra stopte voor een winkel, waar Kees al eens den prijs van een hondje gevraagd had. En daar was toevallig een pinchertje te koop: ook een bruin. De dame kocht het en gaf het Kees In de armen. Hy vergat by na van vreug de haar te bedanken en holde den winkel uit, zelfs ook vergetend te vragen, hoe de naam van het hondje was. Hy dacht: Het is net Toetle. Leentje zal denken, dat wy hem mo gen houden. Dit meende Leentje dan ookwer- keiyk. Maar toen ze Toetle tot het hondje zei, keek het niet op. Lachend vertelde Kees haar en zyn alles. „En hoe moet hy nu heeten?” vroeg hy aan IM De Fransche vlschmarkten hebben over aanvoer van versche voor reden niet te klagen. De handel is er druk en de kooolust groot VERLICHTING OEN haag ^..Opjeescl geen vet te Jutat Serpeani I Eiken dag USTB A F L U K I N Bij mij heeft GRIEP géén

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 16