BIJ DE THEE
LEEFTIJD 10 JAAR
JONGENSJAS
Nu het herfst is en de blaren vallen
LOTTEN
SUIKER
PERSONEEL
de finsche
LEKO VENTILATOREN
MET SCHUURPAPIER
Voor de zwarte jurk
APPELMOES
zonder suiker
n
mm
De baret is weer én het modeplan verschenen
iniillll
OP VÉRZOEK
BRABANTSCHE BRIEVEN
Octoberdag in het bosch
vrouwen in
veldgrijs
Een
korps van
honderdduizend
KENT U
Dr. E. HOEKSTRA’S
BLOEDZUIVERENDE PILLEN
Vraagt Uwen winkelier
i
-
even
Baby-lottan
ben
ten verzameling vrouwelijke „Lotten”
voor
Geen vrouwelijke ijdelheid
CLARA.
C. M.
lieer
Ulvenhout, tt October
Amico,
t. a v
ver-
voor de Vrouw
president, gehoorzaamt haar ..generaal”
stipt als het eenvoudigste boerenmeisje
een
en
lijk verhooglnkje en gespversiering is ’n aard ie
specimen.
Zn geval opgeschilde appelen ge
bruikt zijn, wordt de appelmoes
gezeefd.
Hartjes van wollen band ato ■manarii»»
verstertaf
voor
hoofd
ba-
hoofd
naar
ver
ren
K
nk
ver
Deae pillen bezitten een aacht-laxeerende,
versterkende kracht, zuiveren het bloed van
alle onreinheden zonder in bet minste te
schaden en bevorderen de natuurlijke ver
lichtingen des Uchaams. M et., N et. o*
1.54 per doos met gebruiksaanwijzing.
Verkrijgbaar in Apotheken en Dt ogiatertJen
NEEMT SENS PROEF! KAip deae adv. att
en send ze met 13 ot. in postaagrls aan
Mij. Hoekstra, Heerengracht 33. Amsterdam.
U ontvangt een doosje tnh. 30 pillen
gebruiksaanwijzing.
„Kaukan-lottan"
rijke afdeeling
Herfst. Triestig tij.
Den Vic beleeft 'm zwaar van 1 jaar. *t Leven
is ’n moeilijk ding somtijen, Tt Veunte *nan
zweren Allerzielen veur deus twee brave wws-
schen.... Ik heb óenen grooten troost: ttLU.
zal zijnen yverigen Knecht toch nie tn den eteek
laten I
De blèren vallen In triest geruisch. Maar hl
t vroege Voorjaar, dan zwellen weer de nau
we knoppen!
1 is echt Bamlstu Kom, ik aebei «r af.
Veul groeten van Trui. Dré IQ en den BriNr
en als alty gin horke minder van oewen
DE VOLKSVENTILATOR
ZONDER CONCURRENTIE
PRIJS VOOR ELKE BEURS
n.
Het schroefdeksel van een flesch is soms heel
moeilijk los te krijgen. Men beproeft ziin uiter
ste krachten, maar er is geen verwringen aan:
alle pogingen stuiten af op het gladde metaal,
waarop men niet genoeg kracht kan zetten.
Een vindingrijke huismoeder, die eens voor
dit moeilijke geval stond, kwam op het in
genieuze idee, een stuk schuurpapier in de
hand te nemen en het hiermee nogmaals te
beproeven. Het resultaat was bevredigend: er
was één probleem minder in het huishouden,
waar dagélijks met jam- en pindakaaspotten
werd omgegaan.
t
strafsmorende pijp bij, dus den Vic gaf me zijn
tabaksdoos, zwijgend en glimlachend. 1 Gong
ommers ’n goel uurke worden, hier tusschen
deuzen plazlerigen rommel van schildersezels,
leege lijsten, witte gipsbeelden, brokken natuur
in levende verven, slingerende aschbakken. ko
peren dingen, sjaals van Chineesche en Bra-
bantsche weefkunst, en.... den sausbruinen
duister, die daar stille stond in dc verre hoe
ken van deuzen beganengrondschen „zolder”.
Wy trokken 'nen makkelijken leunstoel bij
de werme kachelkolom; ik eenen van riet, den
Vic eenen lijk 'nen troon van gobelin, die mee
den gebeeldhouwden rug wijd boven zijnen flam
bard uitstak.
,,’t Is hier goed, Vic.”
Hij pijpte aan. Knikte. Drukte den slanken
wijsvinger op ’t bollende vuur van zijnen pype-
kop, smakte de eerste teugen smoor gulzig weg
en zee dan: ,,’t Was ’n ingeving van den Hemel.
Dré, om hier te gaan wonen, ’k Heb hier alles
teruggevonden, dat ik in den loop van triestige
jaren verloren"nad als dubbeltjes door 'n gaatje
in den broekzak. Maaretoen keek ie me
vast en seerjeus in d'oogen: ..maare.... met
Lien gaat 't den berg af.”
„Is de vrouw weer ziek. Vic?”
Peinzend keek ie me aan. Dan wees ie naar
bulten, waar ’nen torenhoogen beuk, daar in
den kwijnenden dag. zijn rijpe blaren stond
terug te geven aan den eerde, die dicht bedekt
lag al, mee ’t natglanzend geblaart, dat lijk ’n
gouwen weefsel om den machtigen boom ge
sponnen wlerd. Dan zee den Vic, toch mee de
bewonderende dankbaarheid van den kunstenéèr
in z'n ouwe, blaauwe oogen’ .je kunt toch niét
zeggen. Dré, dat die prachtbdbm ziek is....?"
„Neeë, Vic.” ’t Viel m'n eigen op. dat m n stem
moeilijk deur den duister drong.
„TochDréstaat ie te.te sterven.”
Dan vouwde-n-ie d armen over malkaar, liet
en kop zakken op de borst en twee‘traliën vie-
'en zachtjes op zijn polsen.
Ik zweeg efkes. Haalde zoo zachtjes meugelijk
asem Er was hier „iets” In den duisteren ate
lier, machtig en teer tegelijk, onzichtbaar en
toch aanwezig, dat ge veur gin geld, mee en-
nigt gerucht had willen, had durven verjagen
Mee ’n schuin oog bezag Ik den levensgrooten
Christus, daar aan den bruin-gebeitsten wand
en t was of 't sterk-gesnejen lichaam asemde,
Haar den aard van het werk onderscheidt
men vier groepen, namelijk: Roode Kruis-lot-
ten. keuken-lotten, uitrustlng-lotten en organi-
■atie-lotten. In de benaming ligt reeds opge
sloten. welke haar taak zal zijn. Verreweg het
grootst Is de groep, welke gevormd wordt door
de „keuken-lotten”, die naar het voorbeeld van
haar voorgangster Lotta Svard dienst doen als
marketentster.
Dé .Dotten”, die onder militaire discipline
■taan, dragen een streng grijs uniform en hoo
ge kaplaarzen, een niet zeer flatteuze, maar
hoogst doelmatige kleedy. Aan de voorschrif
ten over het uiterlük en de snit der uniformen
wordt zeer streng de hand gehouden. Géén
.Lotte”, ook niet het jonge meisje, stat reeds
op zeventienjarigen leeftijd kan toetreden, mag
rich, door welk klein uiterlijk détail ook. onder
scheiden. De uniformiteit «an het streng-een-
tonlge grijs wordt slechts verbroken door de
teekens van de verschillende rangorden. En
daarin is groote verscheidenheid, ook al om
dat er zeer veel verschillende categorieën van
„Lotten” zjjn.
De leden zijn namelijk verdeeld in veld-lot
ten en hulp-lotten. Zij die tot de eerste cate
gorie behooren. zijn verplicht in mobilisatie- en
oorlogstijd, zoo lang dit noodzakelijk geacht
wordt, dienst te doen. Zjj kunnen uitgezonden
worden, terwijl de plicht van de hulp-lotten
zich niet buiten de plaats harer inwoning uit
strekt. De veld-lotten vormen een soort élite-
troep en haar worden zeer hooge eischen ge
steld De veld-lotten vormen dan ook slechts
een tiende van het geheele lotten-aantal.
1 operatiemes in m’n".... "nen snik.... Jnaatai
eigen meiske te aetten.”
'Nen vetten regen kledderde teugen den bon
ten bouw aan. 'n Windvlaag jankte deur de
kachel.
,Js Hanneke nie thuis. Vic?”
.Jawel.”
„Zou ze nie weten dat ik er ben?”
Jawel, man dat weet ze maar....
ik ben er ook. Enne....”
„Maar roep ze dan toch ‘na. Viel"
Hij stond op, gong se halen, mee de woorden:
„breng den Dré toch ’na *n bak kaftte. Haal”
Als Hanneke binnenkwam, wat wittekea hl
den bleeken herfstdag, dan viel me op, dat baar
lachske moeilijk plooide.
„Dag. Hanneke. hoe gaat 1 meid?”
„Goed, Dré! En thuis?”
„Beatig. Bestig. Mee.... mee oew Moeeterke
gaat 't iets minder, hoor ik....?”
Heur schouwers trokken naar voren.... De
oogen wierden grooter. Dan zette zij rap 1 kof
fieblad uit handen. Gong zitten op 1 rechte
stoeltje, daar bij den wand, waar ik den Vte
getroffen had. bij mijn aankomst. Ze begoot te
snikken. Erger. Ik zag naar den Vic. Die aat
mee strakke, veul oplettende oogen z’n .jnete»
ke” te bespieën. En hij dee, wat ie moést doen:
hij dee niks. Lee s*n pijp weg. Liet Hanneke
ult-buien. Gong dan naar haar toe.
„Hanneke, wjj samen....”
Wijer kwam te nie. Ook deuzen kearai, dte
zoo lank gezwegen had. brak
oud goud. De groenbeslagen stammen, machtig
als pilèéren, kleurden aan eenen kant zwart van
't poeiernat, dat deur de bosschen sloeg, ’t Was
echt Bamisweer, maar schóón
’k Was bij den Vic z’n huis veur 'k t wist Stil
was ’t op de open plek, den erf om zijnen huis.
Té stil naar mijnen zin, al wist ik nie waarom.
Ik gong ’ns langs den bouw, waar ie z’nen
atelier heeft. Ja, daar zat ie. In zijnen witten
schildersjas. Den grooten, zwarten flambard
achterover, den witten kop gesteund op z'n
vuisten. Boven 'm hong ’t levensgroote, kunst-
vol-gesnejen Christusbeeld aan ’t machtige
kruis. Efkes schrok ik toch. Zoo zat den goeien
kearel vroeger, als ie tobde....! In de dagen,
dat ie hier alleen nog woonde, mee Herman,
zijnen .gebrildén” boxer-hond
Ik tikte ’ns teugen de raam. Nog ’ns. En als
ie dan opkeek, zag ik ’n paar oogen. die dof en
oud in den scherpen, schranderen kop stonden
Maar gedank, hij begost te lachen. Wees mee
’nen armzwaai dat ik binnen moest komen langs
„zijn” deur, die van den atelier, ’k Liep om den
houten bouw henen; was ik aan de deur, dan
wlerd ze al opengedaan deur den Vic.
„Kom binnen, Dré, de kachel brandt!”
„Dan kan ’k ’n bietje opdrogen. Vic; t is vuil
wirke!” lacht-n-ik. Want eerlijk gezeed, amico.
Ik meende-n-er niks van! En den Vic, die ver
stond datte! Maar 't is zoo lekker wegkruipen,
daar in zijnen verfwinkel, als ’t bosch om zijnen
huls stormt en loeit. Als de hooge ramen dot
beslagen zijn van 't kouwe nat, als nou en dan
den boschdonker zóó dik wordt, dat ge in de
atelier alleen riet schimmen den witten Vic en
den rossen gloei van de ouwerwetsche kolom -
gloorde op onder de blinklngs van t stuivende I kachel, die mee hooge glimmende buizen
nat. Den tooMshbojem fcakekte te tinten wn|bandM staat aan de? schouw. Daar hoort *n
■eht Bamisweer deus dagen. Lage tochten, dik
•b wol, hangen over ons durp. Den straatweg
lee dicht onder 't herfstblad en 't dooie hout,
dat uit de zwaargeregende boomkruinen smakt.
In de bosschen is 't éen rlnnewatle. De wegels
en boapajen zijn bekanst niet te onderscheien
ten den boachbojem, zoo dik liggen ze bestrooid
wee den herfst.
Zondagmergen waren de lochten eikens ge
broken. ‘n Plakaat glanzend blaauw hong-bo
ven de natte koeienwei, die te peerlen lag on
der deus brok Octoberdag. Lijk zllversplnsel
kringelde 't natte takkenrag o«n den eenzamen,
kaalgevallen berk, daar midden in de wei.
Ik gong ’ns kijken naar den Vic; "k had 'm in
enkele weken nie meer gezien of gehoord. En
we docht: hij zou wel hard aan den arbeid zijn,
bant in deus najaarsty hangt veur hum de.
achoonheld van den hemel. Hoeft 1e zijnen vin
eisen, witten kop maar te draaien om den tin
telenden pracht in zijn troebele, vaste oogen te
laten dringen tot diep in zijn groote. open ziele-
went. t Was nuuwsgierlg. Ook Hanneke had
ik lang gemist, maar heur ziet ge nie veul op
durp. Dte te maar t liefste om aa bij heur
in de breedte, maar in de lengte. De plakken
moeten dezelfde grootte hebben. Nu mengt u
de boter, die u voor het besmeren van deze
plakken brood noodig denkt te hebben met
flink wat mosterd. Daarna gaat men als volgt
te werk: Leg een plak wit en een plak bruin
brood met de boter er tusschen. op elkaar. Nu
botert u een der belde kanten en legt daarop
een laagje dun gesneden ham en tong door
elkaar. Nu weer een laagje beboterd wit en
bruin brood Weer boteren en dan een laagje
flink uitgelekte tomaten. Weer beboterd brood
en weer een laagje ham en tong. Tot slot weer
een laagje wit en bruin brood. Alle zijden van
het brood zijn dus beboterd, behalve de uiter
sten. Leg dit bouwsel tusschen twee borden en
zet op het bovenste bord een flink zwaar voor
werp Na een uur ongeveer kunt u het geheel,
net als een brood, in dunne sneedjes snijden.
Het staat aardig en smaakt lekker.
Ct. E.
w woe het Finland ook vergaan zij wanneer
l—l het onderstaande dat ’n bijzondere cor-
A respondente ons schreef gelezen wordt,
t blijft in de belangstelling, te weten, hoe de
vrouwen in het eerste Europeesche land, dat
hiermede begon, zich „in dienst achter het
front” organiseerden. 4
Finland heeft thans zjjn honderdduizend
.Latten” gemobiliseerd. Dat dit niet honderd
duizend Flnsche vrouwen e» ‘meisjes zijn, die
éen naam Lotte dragen, spreekt vanzelf. Het
zjjn de leden van de „Lotta Svard”, een orga
nisatie van vrouwen, die in tijd van oorlog en
nood willen helpen, welke na den wereldoorlog
van achttien in het leven geroepen werd. Er
ontstond toen namelijk een beweging van Fin-
sehe vrouwen, die zich aaneensloten als na
volgster van de dappere marketentster Lotta
Svird, wier naam zij voor haar beweging ko
zen
De Lotta Svird-groep werd officieel erkend
als zustervereeniging van het uit den vrijheids
oorlog beroemde Beschermingskorps. Elke
Jotte” die toetreedt, moet plechtig beloven,
dit korps te helpen bij de verdediging van
godsdienst, huis en vaderland.”
Moeder, door te t bruine boechhuls mee den
grooten atelier van den Vic, waar deuzen txx>ve-
nèèr zijnen wonderen arbeid verricht In kleuren
die gloeien van licht, dte vlammen over de doe
ken in kleuren, die dan weer zoo donker doe
men of te de penseelen gesopt had in de diepten
van den Nacht. Daar is Hanneke t liefste. Bij
*t ouwe Moederke en den zwoegenden Vic, daar
in t huis tusschen de boomen, waar de eekers
deur de dakgooten glippen, waar de bosch-
veugeltjes krioelen op de raamdurpels, waar de
blaauwe houtduiven den kost komen scherten
op *t erf om den huis.
De etkendreef lag verlaten en verwaaid in den
grijzen Bamlsdag.
’t Rooie, natte geblaart blonk op of de dreef
bestreken was mee vernis. En toen 'n koperen
zon efkens schuins deur de dreef viel, voelde-
n-lk den rossen weerschijn van den „rooien ver
nis" opblinken teugen m'nen kop.
Amico, wat is deus til toch schoon. Blaauwe
zonnebussels vleten dwars deur 't geboomt in
d'ouwe laan. Vurige bladkapellen fllerden uit
de hooge kroonen, kantelend tusschen de sonne-
bundels en somtijen was ’t, of ze op dte blaauwe
lichtkegels efkes bleven rusten!
't Was stil in ’t bosch. Ik hóórde ’t water-
geritsel In t hout, telkens als 'n bol Westen-
windeke deur t geboomte voer. Nou en dan stak
1 op tot stormgeweld. De lochten liepen weer
dicht, 'nen fijnen naaldekesregen joeg dwars
deur den nuuwen duister van d'eikenlaan.
Wijerop, daar in ’t beukenbosch, gloeide den
safranen herfst deur den donkeren Zondag
Maar den regen flterde. lijk natten nevel, om
m’nen kop. 1 Geel gevlam van 't beukgeboomt
gloorde op onder de blinklngs van t stuivende I
nat. Den boschbojen fcakakte te tinten
Bovenwijdte M eJ<., lengte vanaf den schou
der gemeten S3 cM-, achouderbreedte 11 c.M
mouwlengte 50 cM.
Benoodigd: 3 meter stof van IM A MO c_M.
breed, 4 knoopen, 1 gesp.
Wanneer de stof dubbel gevouwen is, plaat
sen we het voorpand en de dekking naast el
kander op de stof, daaronder het rugpand
(midden achter aan de vouw), waarnaast bo
ven- en ondermouw geplaatst worden; dan is
er nog een stukje over voor ceintuur en
kraag. De dekking knippen we in model, zoo-
als op de teekening met een stippellijn aange-
Van niet minder groot belang echter is het
werk der Roode Kruis-lotten. die ’n volledigen
cursus ziekenverpleging moeten gevolgd heb
ben. alsmede terdege geschoold zijn in lucht
bescherming en die leder de beschikking heb
ben <yver acht veldlazaretten.
Maar het moeilijkste deel van desen goed-
georganlseerden arbeid is wellicht de taak van
de „organisatie-Iotten”, die de noodlge gelden
bijeen moeten brengen. Staatssteun krijgen de
lotten namelijk niet; integendeel, zij worden
geacht anderen te helpen. Behalve uit vrijwil
lige bijdragen bestaan haar inkomsten uit de
baten van den verkoop van „Lotte'-speldjes,
emblemen en dergelijke en de uitgave van de
twee tijdschriften: „Lotta Svkrd” en „Kerst-
Lotte”. Dat de genoemde Inkomsten echter lang
niet toereikend zjjn om een dergeljjke om
vangrijke organisatie in stand te houden, ligt
voor de hand. Maar de Flnsche vrouwen heb
ben niet voor niets de reputatie tot de flink
ste in Europa te behooren. Behalve de tra
ditioneel? tombola's en bazars expiolteeren de
„Lotten’’ niet minder dan vijf en zestig restau
rants, café’s en sporthutten. Zelfs kappersza
ken, kleermakerijen en een bioscoop hebben
zij In beheer.
De „lotten” staan onder een centraal be
stuur. waarvan de voorzitster den titel van ge
neraal voert.
Deze opperbevelhebster wordt telkens
één jaar benoemd. De thans aan het
staande .generaal” voert het opperbevel over
honderdduizend vrouwen in actieven dienst.
Onnoodlg te zeggen, dat de Lotta Svfcrd-groep
Finlands machtigste vrouwenorganisatie is. Po
litieke opvattingen zijn hier geheel buiten spel.
Mevrouw Kalllo. de vrouw van den Finschen
vorm,
toch een flatteuze dracht.
De scheeve lijn langs voorhoofd en oogen geeft
over het algemeen iets zwierigs. Als materiaal
wordt vrijwel steeds vilt gebruikt.
Het model op de teekening met zjjn wonder- i
•an balang-
Er wordt veel, heel veel zwart gedragen en
het zou niet heelemaal juist zijn te meenen,
dat dit de ónmlddellijke terugslag van den
somberen wereld-toestand op de mode is.
Er is niet aan te ontkomen, dat zwart op 1
moment domineert, waar zeer zeker de blon
den en de zeer donkeren hun instemming mee
betuigen, omdat het haar, of ae heur beau
Jour heeft of niet, te allen tijde uitstekend af
gaat, zwart te dragen. Wier haarkleur echter
weifelt tusschen donkerblond en donker zal 1
niet altijd als succes kunnen boeken, haar ge
laatskleur tegen zwart te zien afsteken. Ze
zal, wil ze zich het privilegie van deze gedis-
tingueerde dracht voorbehouden, zich nu en
dan een tikje daarbij moeten opmaken. En
vooral een of ander kleurig versiersel er bij
aanbrengen, hetzij een shawltje, hetzij een
groot Juweel ofwel een van de ornamenten, die
met een zoo grooten rijkdom van fantaste ge
bracht worden, dat er geen beginnen aan is,
ze op te noemen. De simpele letter werd al
lang overvleugeld door een geheel woord, een
naam of een wensch. Zoo zagen we onlangs op
een wollen japon in kleurig koord de woorden:
..Good luck” geschreven, wat zijn effect niet
miste.
Aan de hand van bijgaande illustratie geven
wjj een origineel versierseltje, dat men zelf
kan maken van smal wollen band ot van sou
tache Op papier teekent men den vorm, zoo-
als men dien wenscht en daarbinnen legt men.
héén ep terug gaand, het band, dat tenslotte
met een paar steken dwars door het ge
rijde bend wordt vastgezet.
Ook chenille, een nieuw soort fluweel-koord.
leent zich voor deze niemendalletjes, die. in ’n
Juiste kleur gekozen, uw zwarte Japon precies
de „finishing touch” geven, die zij behoeft.
EU Finsch meisje, dat zeventien jaar is ge
worden, kan zich bij de Lotte-bewcging aan
sluiten. nadat ze zich door twee geïnstalleerde
„lotten" heeft laten voorhangen. Maar reeds
vanaf haar achtste Jaar kan elk schoolmeis
je zich als baby-lotte bij het korps aansluiten
Het aantal van deze Jeugdige „lotjes", zouden
wij geneigd zijn te zeggen, is den laatsten tijd
enorm gestegen. Meer dan twintigduizend Fin-
sche meisjes tusschen acht en zeventien Jaar
dragen het jonge lotte-unlform en laten zich
trainen tot all round lotte. waarbij de sport
een eerste plaats inneemt: skleën. zwemmen
roeien, (denk aan de tachtigduizend me
ren!) trekken van plaats tot plaats, waarbij
de aspirant-Ieden moeten leeren zich te oriën-
teerén en het kompas te gebruiken. In geval t
noodig mocht zijn immers, moeten de veld-lot
ten het werk van den „verbindingsdienst” doen,
hetgeen een zekere training vereischt in
land met zulke eenzame uitgestrektheden
onmetelijke wintersche sneeuwvelden.
In het Flnsche leger, dat thans gemobiliseerd
is. hebben de „Lotten” haar vaste plaats. Zij
zijn er onontbeerlijk.
Engelsch
o’ shanter bonnlt.
o’ shanter.
Volledigheidshalve moet ik u
hier nog bij vertellen, dat Tani
o’ shanter de held is uit een
beroemd vers van den Schot-
schen dichter Burns. Waarom
die baret nu speciaal den naam
van dezen held geërfd heeft, weet ik ook niet.
Eerst omstreeks 1887 is dit hoofddeksel
vrouwen en meisjes m de mode gekomen
Hieruit ziet u dus. dat de baret eigenlijk een
klassieke dracht is en ik denk ook, dat het
daardoor komt, dat zij nooit heelemaal uit
sterft. Geen mensch zou het in zijn hoofd
of liever óp zijn hoofd halen om te gaan
rondloopen met een hoed uit het jaar 1910.
Maar een baret, dat kan altijd.
Op het oogenbllk leggen de mode-ontwerpers
wel een zeer sterke voorliefde voor de baret
aan den dag. Met een gezicht alsof zij iets
volkomen nieuws uitgevonden hebben, worden
ons dit seizoen de baretten door de hoeden-
ontwerpers met wagonladingen toegestuurd De
vorm verschilt wel veel van den oovpronkelIjken
die gewoon rond was met een pompon of kwast
in het midden, maar hoe dan ook. het is en
blijft een baret.
By het meerendeel der hedendaagsche
retten is de achterzyde glad langs het
getrokken. Alle ruimte komt zoodoende
voren, waar dan ook heele uitbouwsels
schenen zijn.
Hoewel soms Ietwat wonderiyk van
is deze mode-baret
Ik wil nu niet spreken over de veie sand
wiches en andere hapjes, die tegenwoordig wel
iedereen met meer of minder fantasie weet te
maken aan de hand van toast al of niet
uit een blik eieren, mayonnaise, vleesch.
visch, tomaten of wat dan ook. Wat ik hier
wilde geven, is een tweetal recepten, die wel
is waar wat zorg vereischen, maar die zeker
de moeite waard zyn. Eén is warm en één is
koud.
Ten eerste krygen wy een gebakken boter
hammetje. Iedereen kent wel den zoogenaamden
salamander. Hiervoor snydt men van brood de
korst af, besmeert de boterhammetjes flink
met boter en legt ze twee aan twee op elkaar
met den beboterden kant en een dikke plak
kaas er tusschen. In de koekepan is de boter
warm geworden, daarin worden de gevalletjes
vlug aan weerszyden lichtbruin gebakken. Wil
men nu van dit aloude recept een smakelyke
variatie maken, dan legt men tusschen de bo
terhammetjes niet alleen een plak kaas, maar
ook een plak ham, niet te dun.
Het koude preparaat is het volgende en heet:
gestreepte sandwiches. Van wit en bruin brood
snydt u dunne plakken, echter niet normaal
zoo glee den zwakken dag over <te gemartelde,
hoekige borst.
’Nen windstoot stompte deur t bosch. En de
volgende stilte was voi geritsel van vallende
blaren. Kleiner nog dook de witte schim in dteën
grooten. vorstelyken stoel daar teugenover my,
ineen. En t wlerd me helder ineens als dte
blaauwe plakaat boven de koeienwei van daar
straks, hoe deuzen mensch. deuzen kunstenèèr,
deuzen Knecht-van-God, zóó den triesten Herfst
onderging, dat Vic in zyn ziel de pyn voelde
van elk stervend blad, hier in ’t endelooee, gou
wen bosch.
„Toch is den Herfst schoon, Vic!”
'n Weemoedig geluk glansde over zynen ge-
teisterden kop. Dan stek ie z’n uitgegane pup
weer aan. gooide de lucifer in de kachel en ef
kes laaide nen rossen gloei deur den donkeren
atelier. ’Nen gloei als van t bloedrooie eiken
blad gloorde deur den bruinen duister.
„Hoe is 1 mee Hanneke, Vic?"
Zachtjes lichtten zyn oogen op Den mond
wierd weer beweegiyk. Nou vie! me op hoe die
twee monden, den feilen van Zonneveld en den
zachten van Hanneke. toch percies eender wa
ren. De eigenste zenuwtrekskes in de gevoelige
lippen. Den eigensten schaduw in de diepe hoe
ken, den eigensten „put" in de bovenlip!!
„Wat zie je aan me. Dré?”
Ik lachte 'ns. Dteën kearel ontgaat nika! Dok
te rsoogen zitten er in zynen kop. Alleen.... Ut
zou wenschen, dat alle dokters den Vic z'n alles-
ziende oogen hadden! Oogen. dte mee éenen
plomp in de ziel duiken en er zien tot op den
bojem. de plek, waar de meeste ziekten wor
telen.
„Met Hanneke is 't wel goed, Dré, maar m’n
meiske voelt ook ook onzen... eh... herfst.”
Z n oogen keken hol naar den beuk, dte daar
stond temidden van zynen eigen .gouwen re
gen." den bl&renval.
Dan. na ’n oogenbllk van dikke stilte: „1 be
roerde las.... wy weten t allebei enne.... wjj
hebben elkaar nog geen woord daarover geaegd
M'n meiske kykt me niet meer aan, als ze tegen
me praat. We.... we (weer die trillings in
den gevoellgen mond) weverzwijgen tets
voor elkaar.1”
„Das fout, Vic! Hanneke zou zenuwziek wor
den.
."kWMt X Maar ik tan te weinig beul, om
geven staat. De kraag wordt van dubbele stof
gemaakt. De kraag en revers worden m c M
van den kant doorgestikt. De ceintuur wordt
van dubbele stof gemaakt en met een gesp
gesloten. De jas wordt met 2 rijen knoopen
gesloten. Wanneer de jas van dikke stof ge
maakt wordt, worden de naden van binnen af
gewerkt met schuin blaisband. Voor zoom in
jas en mouwen wordt by de lengte 5 c M-. aan
geknipt en naar binnen geslagen. Voor naden
overal 3 c.M. bijknippen. De mouw wordt onge
veer c.M. voor den zijnaad In het armsgat
gepteatet.
Is de baret ooit heelemaal uit
de mode? Ik geloof van nie-.
Er zyn altyd wel lieden, die
van die hoofdtooi geen afsten
kunnen doen. En dat is begry-
peiyk. De baret staat aardig,
vlot, een tikje artistiek ge-
wooniyk. De baret is ook een
uniformdracht. Ten eerste
tooien in ons land de studen
ten er zich mee en Frankryk's
Alpenjagers dragen eveneens
dit hoofddeksel met zwier op
één oor. En beschikt ons aller
vriend Zwarte Piet meestal
niet over een baret, die ge-
wooniyk van prachtig gekleurd
fluweel is en versierd met een
trotsche veer?
Uit deze voorbeelden blykt
dat de baret dus ook een man
nelijke dzacht is. En nu doet
het aardige verschynse.
dat de oorsprong van
muts ook inderdaad op
manneiyk hoofd heeft
zich
voor,
deze
het
plaats gevonden. Het waren de
Schotsche boeren, die met een
baret, gemaakt van de ruit
van hun tostan, achter den
ploeg liepen. De oorspronkelij
ke naam van de baret is ook
en luidt voluit Tam
kort T""'
Commissie tot voorlichting
op Huishoudelijk gebied.
De suiker, die de huisvrouw op
de bonnen krijgt, is voor gebruik
tn hddr gezin. Hoe staat het ech
ter met het meisje-in-dagdienstf
Hemen wij het geval, dat een dag
meisje bij haar mevrouw tn dienst
U van acht tot acht en eiken Zon
dag vrij is. Globaal berekend, moet
haar dan voor gebruik buiten het
huis van haar mevrouw, een vijlde
van de gedistribueerde hoeveelheid,
waarop zij volgens haar kaart recht
heeft, terug gegeven worden, dus
een half ons per persoon, per week.
Naar gelang van ’t aantal werk
uren kan men in elk ander geval
nagaan, welk percentage dient te
worden afgestaan.
Zonder suiker en zonder suiker-
surrogaat kan de huisvrouw haar
hutsgenooten een appelmoes voor
zetten, die voortreffelijk van smaak
is. Ze neemt daartoe zure en zoete
appelen door elkaar, en wel twee
maal zoveel zure als zoete. De zoete
appelen, die een langeren kooktijd
vragen, worden het eerst opgezet,
met weinig water en wil men
van alle voedsel profiteeren mèt
de schil. Als zij bijna gaar ztfn
I
I
3