BIJ DE THEE LEEFTIJD 10 JAAR JONGENSJAS Nu het herfst is en de blaren vallen LOTTEN SUIKER PERSONEEL de finsche LEKO VENTILATOREN MET SCHUURPAPIER Voor de zwarte jurk APPELMOES zonder suiker n mm De baret is weer én het modeplan verschenen iniillll OP VÉRZOEK BRABANTSCHE BRIEVEN Octoberdag in het bosch vrouwen in veldgrijs Een korps van honderdduizend KENT U Dr. E. HOEKSTRA’S BLOEDZUIVERENDE PILLEN Vraagt Uwen winkelier i - even Baby-lottan ben ten verzameling vrouwelijke „Lotten” voor Geen vrouwelijke ijdelheid CLARA. C. M. lieer Ulvenhout, tt October Amico, t. a v ver- voor de Vrouw president, gehoorzaamt haar ..generaal” stipt als het eenvoudigste boerenmeisje een en lijk verhooglnkje en gespversiering is ’n aard ie specimen. Zn geval opgeschilde appelen ge bruikt zijn, wordt de appelmoes gezeefd. Hartjes van wollen band ato ■manarii»» verstertaf voor hoofd ba- hoofd naar ver ren K nk ver Deae pillen bezitten een aacht-laxeerende, versterkende kracht, zuiveren het bloed van alle onreinheden zonder in bet minste te schaden en bevorderen de natuurlijke ver lichtingen des Uchaams. M et., N et. o* 1.54 per doos met gebruiksaanwijzing. Verkrijgbaar in Apotheken en Dt ogiatertJen NEEMT SENS PROEF! KAip deae adv. att en send ze met 13 ot. in postaagrls aan Mij. Hoekstra, Heerengracht 33. Amsterdam. U ontvangt een doosje tnh. 30 pillen gebruiksaanwijzing. „Kaukan-lottan" rijke afdeeling Herfst. Triestig tij. Den Vic beleeft 'm zwaar van 1 jaar. *t Leven is ’n moeilijk ding somtijen, Tt Veunte *nan zweren Allerzielen veur deus twee brave wws- schen.... Ik heb óenen grooten troost: ttLU. zal zijnen yverigen Knecht toch nie tn den eteek laten I De blèren vallen In triest geruisch. Maar hl t vroege Voorjaar, dan zwellen weer de nau we knoppen! 1 is echt Bamlstu Kom, ik aebei «r af. Veul groeten van Trui. Dré IQ en den BriNr en als alty gin horke minder van oewen DE VOLKSVENTILATOR ZONDER CONCURRENTIE PRIJS VOOR ELKE BEURS n. Het schroefdeksel van een flesch is soms heel moeilijk los te krijgen. Men beproeft ziin uiter ste krachten, maar er is geen verwringen aan: alle pogingen stuiten af op het gladde metaal, waarop men niet genoeg kracht kan zetten. Een vindingrijke huismoeder, die eens voor dit moeilijke geval stond, kwam op het in genieuze idee, een stuk schuurpapier in de hand te nemen en het hiermee nogmaals te beproeven. Het resultaat was bevredigend: er was één probleem minder in het huishouden, waar dagélijks met jam- en pindakaaspotten werd omgegaan. t strafsmorende pijp bij, dus den Vic gaf me zijn tabaksdoos, zwijgend en glimlachend. 1 Gong ommers ’n goel uurke worden, hier tusschen deuzen plazlerigen rommel van schildersezels, leege lijsten, witte gipsbeelden, brokken natuur in levende verven, slingerende aschbakken. ko peren dingen, sjaals van Chineesche en Bra- bantsche weefkunst, en.... den sausbruinen duister, die daar stille stond in dc verre hoe ken van deuzen beganengrondschen „zolder”. Wy trokken 'nen makkelijken leunstoel bij de werme kachelkolom; ik eenen van riet, den Vic eenen lijk 'nen troon van gobelin, die mee den gebeeldhouwden rug wijd boven zijnen flam bard uitstak. ,,’t Is hier goed, Vic.” Hij pijpte aan. Knikte. Drukte den slanken wijsvinger op ’t bollende vuur van zijnen pype- kop, smakte de eerste teugen smoor gulzig weg en zee dan: ,,’t Was ’n ingeving van den Hemel. Dré, om hier te gaan wonen, ’k Heb hier alles teruggevonden, dat ik in den loop van triestige jaren verloren"nad als dubbeltjes door 'n gaatje in den broekzak. Maaretoen keek ie me vast en seerjeus in d'oogen: ..maare.... met Lien gaat 't den berg af.” „Is de vrouw weer ziek. Vic?” Peinzend keek ie me aan. Dan wees ie naar bulten, waar ’nen torenhoogen beuk, daar in den kwijnenden dag. zijn rijpe blaren stond terug te geven aan den eerde, die dicht bedekt lag al, mee ’t natglanzend geblaart, dat lijk ’n gouwen weefsel om den machtigen boom ge sponnen wlerd. Dan zee den Vic, toch mee de bewonderende dankbaarheid van den kunstenéèr in z'n ouwe, blaauwe oogen’ .je kunt toch niét zeggen. Dré, dat die prachtbdbm ziek is....?" „Neeë, Vic.” ’t Viel m'n eigen op. dat m n stem moeilijk deur den duister drong. „TochDréstaat ie te.te sterven.” Dan vouwde-n-ie d armen over malkaar, liet en kop zakken op de borst en twee‘traliën vie- 'en zachtjes op zijn polsen. Ik zweeg efkes. Haalde zoo zachtjes meugelijk asem Er was hier „iets” In den duisteren ate lier, machtig en teer tegelijk, onzichtbaar en toch aanwezig, dat ge veur gin geld, mee en- nigt gerucht had willen, had durven verjagen Mee ’n schuin oog bezag Ik den levensgrooten Christus, daar aan den bruin-gebeitsten wand en t was of 't sterk-gesnejen lichaam asemde, Haar den aard van het werk onderscheidt men vier groepen, namelijk: Roode Kruis-lot- ten. keuken-lotten, uitrustlng-lotten en organi- ■atie-lotten. In de benaming ligt reeds opge sloten. welke haar taak zal zijn. Verreweg het grootst Is de groep, welke gevormd wordt door de „keuken-lotten”, die naar het voorbeeld van haar voorgangster Lotta Svard dienst doen als marketentster. Dé .Dotten”, die onder militaire discipline ■taan, dragen een streng grijs uniform en hoo ge kaplaarzen, een niet zeer flatteuze, maar hoogst doelmatige kleedy. Aan de voorschrif ten over het uiterlük en de snit der uniformen wordt zeer streng de hand gehouden. Géén .Lotte”, ook niet het jonge meisje, stat reeds op zeventienjarigen leeftijd kan toetreden, mag rich, door welk klein uiterlijk détail ook. onder scheiden. De uniformiteit «an het streng-een- tonlge grijs wordt slechts verbroken door de teekens van de verschillende rangorden. En daarin is groote verscheidenheid, ook al om dat er zeer veel verschillende categorieën van „Lotten” zjjn. De leden zijn namelijk verdeeld in veld-lot ten en hulp-lotten. Zij die tot de eerste cate gorie behooren. zijn verplicht in mobilisatie- en oorlogstijd, zoo lang dit noodzakelijk geacht wordt, dienst te doen. Zjj kunnen uitgezonden worden, terwijl de plicht van de hulp-lotten zich niet buiten de plaats harer inwoning uit strekt. De veld-lotten vormen een soort élite- troep en haar worden zeer hooge eischen ge steld De veld-lotten vormen dan ook slechts een tiende van het geheele lotten-aantal. 1 operatiemes in m’n".... "nen snik.... Jnaatai eigen meiske te aetten.” 'Nen vetten regen kledderde teugen den bon ten bouw aan. 'n Windvlaag jankte deur de kachel. ,Js Hanneke nie thuis. Vic?” .Jawel.” „Zou ze nie weten dat ik er ben?” Jawel, man dat weet ze maar.... ik ben er ook. Enne....” „Maar roep ze dan toch ‘na. Viel" Hij stond op, gong se halen, mee de woorden: „breng den Dré toch ’na *n bak kaftte. Haal” Als Hanneke binnenkwam, wat wittekea hl den bleeken herfstdag, dan viel me op, dat baar lachske moeilijk plooide. „Dag. Hanneke. hoe gaat 1 meid?” „Goed, Dré! En thuis?” „Beatig. Bestig. Mee.... mee oew Moeeterke gaat 't iets minder, hoor ik....?” Heur schouwers trokken naar voren.... De oogen wierden grooter. Dan zette zij rap 1 kof fieblad uit handen. Gong zitten op 1 rechte stoeltje, daar bij den wand, waar ik den Vte getroffen had. bij mijn aankomst. Ze begoot te snikken. Erger. Ik zag naar den Vic. Die aat mee strakke, veul oplettende oogen z’n .jnete» ke” te bespieën. En hij dee, wat ie moést doen: hij dee niks. Lee s*n pijp weg. Liet Hanneke ult-buien. Gong dan naar haar toe. „Hanneke, wjj samen....” Wijer kwam te nie. Ook deuzen kearai, dte zoo lank gezwegen had. brak oud goud. De groenbeslagen stammen, machtig als pilèéren, kleurden aan eenen kant zwart van 't poeiernat, dat deur de bosschen sloeg, ’t Was echt Bamisweer, maar schóón ’k Was bij den Vic z’n huis veur 'k t wist Stil was ’t op de open plek, den erf om zijnen huis. Té stil naar mijnen zin, al wist ik nie waarom. Ik gong ’ns langs den bouw, waar ie z’nen atelier heeft. Ja, daar zat ie. In zijnen witten schildersjas. Den grooten, zwarten flambard achterover, den witten kop gesteund op z'n vuisten. Boven 'm hong ’t levensgroote, kunst- vol-gesnejen Christusbeeld aan ’t machtige kruis. Efkes schrok ik toch. Zoo zat den goeien kearel vroeger, als ie tobde....! In de dagen, dat ie hier alleen nog woonde, mee Herman, zijnen .gebrildén” boxer-hond Ik tikte ’ns teugen de raam. Nog ’ns. En als ie dan opkeek, zag ik ’n paar oogen. die dof en oud in den scherpen, schranderen kop stonden Maar gedank, hij begost te lachen. Wees mee ’nen armzwaai dat ik binnen moest komen langs „zijn” deur, die van den atelier, ’k Liep om den houten bouw henen; was ik aan de deur, dan wlerd ze al opengedaan deur den Vic. „Kom binnen, Dré, de kachel brandt!” „Dan kan ’k ’n bietje opdrogen. Vic; t is vuil wirke!” lacht-n-ik. Want eerlijk gezeed, amico. Ik meende-n-er niks van! En den Vic, die ver stond datte! Maar 't is zoo lekker wegkruipen, daar in zijnen verfwinkel, als ’t bosch om zijnen huls stormt en loeit. Als de hooge ramen dot beslagen zijn van 't kouwe nat, als nou en dan den boschdonker zóó dik wordt, dat ge in de atelier alleen riet schimmen den witten Vic en den rossen gloei van de ouwerwetsche kolom - gloorde op onder de blinklngs van t stuivende I kachel, die mee hooge glimmende buizen nat. Den tooMshbojem fcakekte te tinten wn|bandM staat aan de? schouw. Daar hoort *n ■eht Bamisweer deus dagen. Lage tochten, dik •b wol, hangen over ons durp. Den straatweg lee dicht onder 't herfstblad en 't dooie hout, dat uit de zwaargeregende boomkruinen smakt. In de bosschen is 't éen rlnnewatle. De wegels en boapajen zijn bekanst niet te onderscheien ten den boachbojem, zoo dik liggen ze bestrooid wee den herfst. Zondagmergen waren de lochten eikens ge broken. ‘n Plakaat glanzend blaauw hong-bo ven de natte koeienwei, die te peerlen lag on der deus brok Octoberdag. Lijk zllversplnsel kringelde 't natte takkenrag o«n den eenzamen, kaalgevallen berk, daar midden in de wei. Ik gong ’ns kijken naar den Vic; "k had 'm in enkele weken nie meer gezien of gehoord. En we docht: hij zou wel hard aan den arbeid zijn, bant in deus najaarsty hangt veur hum de. achoonheld van den hemel. Hoeft 1e zijnen vin eisen, witten kop maar te draaien om den tin telenden pracht in zijn troebele, vaste oogen te laten dringen tot diep in zijn groote. open ziele- went. t Was nuuwsgierlg. Ook Hanneke had ik lang gemist, maar heur ziet ge nie veul op durp. Dte te maar t liefste om aa bij heur in de breedte, maar in de lengte. De plakken moeten dezelfde grootte hebben. Nu mengt u de boter, die u voor het besmeren van deze plakken brood noodig denkt te hebben met flink wat mosterd. Daarna gaat men als volgt te werk: Leg een plak wit en een plak bruin brood met de boter er tusschen. op elkaar. Nu botert u een der belde kanten en legt daarop een laagje dun gesneden ham en tong door elkaar. Nu weer een laagje beboterd wit en bruin brood Weer boteren en dan een laagje flink uitgelekte tomaten. Weer beboterd brood en weer een laagje ham en tong. Tot slot weer een laagje wit en bruin brood. Alle zijden van het brood zijn dus beboterd, behalve de uiter sten. Leg dit bouwsel tusschen twee borden en zet op het bovenste bord een flink zwaar voor werp Na een uur ongeveer kunt u het geheel, net als een brood, in dunne sneedjes snijden. Het staat aardig en smaakt lekker. Ct. E. w woe het Finland ook vergaan zij wanneer l—l het onderstaande dat ’n bijzondere cor- A respondente ons schreef gelezen wordt, t blijft in de belangstelling, te weten, hoe de vrouwen in het eerste Europeesche land, dat hiermede begon, zich „in dienst achter het front” organiseerden. 4 Finland heeft thans zjjn honderdduizend .Latten” gemobiliseerd. Dat dit niet honderd duizend Flnsche vrouwen e» ‘meisjes zijn, die éen naam Lotte dragen, spreekt vanzelf. Het zjjn de leden van de „Lotta Svard”, een orga nisatie van vrouwen, die in tijd van oorlog en nood willen helpen, welke na den wereldoorlog van achttien in het leven geroepen werd. Er ontstond toen namelijk een beweging van Fin- sehe vrouwen, die zich aaneensloten als na volgster van de dappere marketentster Lotta Svird, wier naam zij voor haar beweging ko zen De Lotta Svird-groep werd officieel erkend als zustervereeniging van het uit den vrijheids oorlog beroemde Beschermingskorps. Elke Jotte” die toetreedt, moet plechtig beloven, dit korps te helpen bij de verdediging van godsdienst, huis en vaderland.” Moeder, door te t bruine boechhuls mee den grooten atelier van den Vic, waar deuzen txx>ve- nèèr zijnen wonderen arbeid verricht In kleuren die gloeien van licht, dte vlammen over de doe ken in kleuren, die dan weer zoo donker doe men of te de penseelen gesopt had in de diepten van den Nacht. Daar is Hanneke t liefste. Bij *t ouwe Moederke en den zwoegenden Vic, daar in t huis tusschen de boomen, waar de eekers deur de dakgooten glippen, waar de bosch- veugeltjes krioelen op de raamdurpels, waar de blaauwe houtduiven den kost komen scherten op *t erf om den huis. De etkendreef lag verlaten en verwaaid in den grijzen Bamlsdag. ’t Rooie, natte geblaart blonk op of de dreef bestreken was mee vernis. En toen 'n koperen zon efkens schuins deur de dreef viel, voelde- n-lk den rossen weerschijn van den „rooien ver nis" opblinken teugen m'nen kop. Amico, wat is deus til toch schoon. Blaauwe zonnebussels vleten dwars deur 't geboomt in d'ouwe laan. Vurige bladkapellen fllerden uit de hooge kroonen, kantelend tusschen de sonne- bundels en somtijen was ’t, of ze op dte blaauwe lichtkegels efkes bleven rusten! 't Was stil in ’t bosch. Ik hóórde ’t water- geritsel In t hout, telkens als 'n bol Westen- windeke deur t geboomte voer. Nou en dan stak 1 op tot stormgeweld. De lochten liepen weer dicht, 'nen fijnen naaldekesregen joeg dwars deur den nuuwen duister van d'eikenlaan. Wijerop, daar in ’t beukenbosch, gloeide den safranen herfst deur den donkeren Zondag Maar den regen flterde. lijk natten nevel, om m’nen kop. 1 Geel gevlam van 't beukgeboomt gloorde op onder de blinklngs van t stuivende I nat. Den boschbojen fcakakte te tinten Bovenwijdte M eJ<., lengte vanaf den schou der gemeten S3 cM-, achouderbreedte 11 c.M mouwlengte 50 cM. Benoodigd: 3 meter stof van IM A MO c_M. breed, 4 knoopen, 1 gesp. Wanneer de stof dubbel gevouwen is, plaat sen we het voorpand en de dekking naast el kander op de stof, daaronder het rugpand (midden achter aan de vouw), waarnaast bo ven- en ondermouw geplaatst worden; dan is er nog een stukje over voor ceintuur en kraag. De dekking knippen we in model, zoo- als op de teekening met een stippellijn aange- Van niet minder groot belang echter is het werk der Roode Kruis-lotten. die ’n volledigen cursus ziekenverpleging moeten gevolgd heb ben. alsmede terdege geschoold zijn in lucht bescherming en die leder de beschikking heb ben <yver acht veldlazaretten. Maar het moeilijkste deel van desen goed- georganlseerden arbeid is wellicht de taak van de „organisatie-Iotten”, die de noodlge gelden bijeen moeten brengen. Staatssteun krijgen de lotten namelijk niet; integendeel, zij worden geacht anderen te helpen. Behalve uit vrijwil lige bijdragen bestaan haar inkomsten uit de baten van den verkoop van „Lotte'-speldjes, emblemen en dergelijke en de uitgave van de twee tijdschriften: „Lotta Svkrd” en „Kerst- Lotte”. Dat de genoemde Inkomsten echter lang niet toereikend zjjn om een dergeljjke om vangrijke organisatie in stand te houden, ligt voor de hand. Maar de Flnsche vrouwen heb ben niet voor niets de reputatie tot de flink ste in Europa te behooren. Behalve de tra ditioneel? tombola's en bazars expiolteeren de „Lotten’’ niet minder dan vijf en zestig restau rants, café’s en sporthutten. Zelfs kappersza ken, kleermakerijen en een bioscoop hebben zij In beheer. De „lotten” staan onder een centraal be stuur. waarvan de voorzitster den titel van ge neraal voert. Deze opperbevelhebster wordt telkens één jaar benoemd. De thans aan het staande .generaal” voert het opperbevel over honderdduizend vrouwen in actieven dienst. Onnoodlg te zeggen, dat de Lotta Svfcrd-groep Finlands machtigste vrouwenorganisatie is. Po litieke opvattingen zijn hier geheel buiten spel. Mevrouw Kalllo. de vrouw van den Finschen vorm, toch een flatteuze dracht. De scheeve lijn langs voorhoofd en oogen geeft over het algemeen iets zwierigs. Als materiaal wordt vrijwel steeds vilt gebruikt. Het model op de teekening met zjjn wonder- i •an balang- Er wordt veel, heel veel zwart gedragen en het zou niet heelemaal juist zijn te meenen, dat dit de ónmlddellijke terugslag van den somberen wereld-toestand op de mode is. Er is niet aan te ontkomen, dat zwart op 1 moment domineert, waar zeer zeker de blon den en de zeer donkeren hun instemming mee betuigen, omdat het haar, of ae heur beau Jour heeft of niet, te allen tijde uitstekend af gaat, zwart te dragen. Wier haarkleur echter weifelt tusschen donkerblond en donker zal 1 niet altijd als succes kunnen boeken, haar ge laatskleur tegen zwart te zien afsteken. Ze zal, wil ze zich het privilegie van deze gedis- tingueerde dracht voorbehouden, zich nu en dan een tikje daarbij moeten opmaken. En vooral een of ander kleurig versiersel er bij aanbrengen, hetzij een shawltje, hetzij een groot Juweel ofwel een van de ornamenten, die met een zoo grooten rijkdom van fantaste ge bracht worden, dat er geen beginnen aan is, ze op te noemen. De simpele letter werd al lang overvleugeld door een geheel woord, een naam of een wensch. Zoo zagen we onlangs op een wollen japon in kleurig koord de woorden: ..Good luck” geschreven, wat zijn effect niet miste. Aan de hand van bijgaande illustratie geven wjj een origineel versierseltje, dat men zelf kan maken van smal wollen band ot van sou tache Op papier teekent men den vorm, zoo- als men dien wenscht en daarbinnen legt men. héén ep terug gaand, het band, dat tenslotte met een paar steken dwars door het ge rijde bend wordt vastgezet. Ook chenille, een nieuw soort fluweel-koord. leent zich voor deze niemendalletjes, die. in ’n Juiste kleur gekozen, uw zwarte Japon precies de „finishing touch” geven, die zij behoeft. EU Finsch meisje, dat zeventien jaar is ge worden, kan zich bij de Lotte-bewcging aan sluiten. nadat ze zich door twee geïnstalleerde „lotten" heeft laten voorhangen. Maar reeds vanaf haar achtste Jaar kan elk schoolmeis je zich als baby-lotte bij het korps aansluiten Het aantal van deze Jeugdige „lotjes", zouden wij geneigd zijn te zeggen, is den laatsten tijd enorm gestegen. Meer dan twintigduizend Fin- sche meisjes tusschen acht en zeventien Jaar dragen het jonge lotte-unlform en laten zich trainen tot all round lotte. waarbij de sport een eerste plaats inneemt: skleën. zwemmen roeien, (denk aan de tachtigduizend me ren!) trekken van plaats tot plaats, waarbij de aspirant-Ieden moeten leeren zich te oriën- teerén en het kompas te gebruiken. In geval t noodig mocht zijn immers, moeten de veld-lot ten het werk van den „verbindingsdienst” doen, hetgeen een zekere training vereischt in land met zulke eenzame uitgestrektheden onmetelijke wintersche sneeuwvelden. In het Flnsche leger, dat thans gemobiliseerd is. hebben de „Lotten” haar vaste plaats. Zij zijn er onontbeerlijk. Engelsch o’ shanter bonnlt. o’ shanter. Volledigheidshalve moet ik u hier nog bij vertellen, dat Tani o’ shanter de held is uit een beroemd vers van den Schot- schen dichter Burns. Waarom die baret nu speciaal den naam van dezen held geërfd heeft, weet ik ook niet. Eerst omstreeks 1887 is dit hoofddeksel vrouwen en meisjes m de mode gekomen Hieruit ziet u dus. dat de baret eigenlijk een klassieke dracht is en ik denk ook, dat het daardoor komt, dat zij nooit heelemaal uit sterft. Geen mensch zou het in zijn hoofd of liever óp zijn hoofd halen om te gaan rondloopen met een hoed uit het jaar 1910. Maar een baret, dat kan altijd. Op het oogenbllk leggen de mode-ontwerpers wel een zeer sterke voorliefde voor de baret aan den dag. Met een gezicht alsof zij iets volkomen nieuws uitgevonden hebben, worden ons dit seizoen de baretten door de hoeden- ontwerpers met wagonladingen toegestuurd De vorm verschilt wel veel van den oovpronkelIjken die gewoon rond was met een pompon of kwast in het midden, maar hoe dan ook. het is en blijft een baret. By het meerendeel der hedendaagsche retten is de achterzyde glad langs het getrokken. Alle ruimte komt zoodoende voren, waar dan ook heele uitbouwsels schenen zijn. Hoewel soms Ietwat wonderiyk van is deze mode-baret Ik wil nu niet spreken over de veie sand wiches en andere hapjes, die tegenwoordig wel iedereen met meer of minder fantasie weet te maken aan de hand van toast al of niet uit een blik eieren, mayonnaise, vleesch. visch, tomaten of wat dan ook. Wat ik hier wilde geven, is een tweetal recepten, die wel is waar wat zorg vereischen, maar die zeker de moeite waard zyn. Eén is warm en één is koud. Ten eerste krygen wy een gebakken boter hammetje. Iedereen kent wel den zoogenaamden salamander. Hiervoor snydt men van brood de korst af, besmeert de boterhammetjes flink met boter en legt ze twee aan twee op elkaar met den beboterden kant en een dikke plak kaas er tusschen. In de koekepan is de boter warm geworden, daarin worden de gevalletjes vlug aan weerszyden lichtbruin gebakken. Wil men nu van dit aloude recept een smakelyke variatie maken, dan legt men tusschen de bo terhammetjes niet alleen een plak kaas, maar ook een plak ham, niet te dun. Het koude preparaat is het volgende en heet: gestreepte sandwiches. Van wit en bruin brood snydt u dunne plakken, echter niet normaal zoo glee den zwakken dag over <te gemartelde, hoekige borst. ’Nen windstoot stompte deur t bosch. En de volgende stilte was voi geritsel van vallende blaren. Kleiner nog dook de witte schim in dteën grooten. vorstelyken stoel daar teugenover my, ineen. En t wlerd me helder ineens als dte blaauwe plakaat boven de koeienwei van daar straks, hoe deuzen mensch. deuzen kunstenèèr, deuzen Knecht-van-God, zóó den triesten Herfst onderging, dat Vic in zyn ziel de pyn voelde van elk stervend blad, hier in ’t endelooee, gou wen bosch. „Toch is den Herfst schoon, Vic!” 'n Weemoedig geluk glansde over zynen ge- teisterden kop. Dan stek ie z’n uitgegane pup weer aan. gooide de lucifer in de kachel en ef kes laaide nen rossen gloei deur den donkeren atelier. ’Nen gloei als van t bloedrooie eiken blad gloorde deur den bruinen duister. „Hoe is 1 mee Hanneke, Vic?" Zachtjes lichtten zyn oogen op Den mond wierd weer beweegiyk. Nou vie! me op hoe die twee monden, den feilen van Zonneveld en den zachten van Hanneke. toch percies eender wa ren. De eigenste zenuwtrekskes in de gevoelige lippen. Den eigensten schaduw in de diepe hoe ken, den eigensten „put" in de bovenlip!! „Wat zie je aan me. Dré?” Ik lachte 'ns. Dteën kearel ontgaat nika! Dok te rsoogen zitten er in zynen kop. Alleen.... Ut zou wenschen, dat alle dokters den Vic z'n alles- ziende oogen hadden! Oogen. dte mee éenen plomp in de ziel duiken en er zien tot op den bojem. de plek, waar de meeste ziekten wor telen. „Met Hanneke is 't wel goed, Dré, maar m’n meiske voelt ook ook onzen... eh... herfst.” Z n oogen keken hol naar den beuk, dte daar stond temidden van zynen eigen .gouwen re gen." den bl&renval. Dan. na ’n oogenbllk van dikke stilte: „1 be roerde las.... wy weten t allebei enne.... wjj hebben elkaar nog geen woord daarover geaegd M'n meiske kykt me niet meer aan, als ze tegen me praat. We.... we (weer die trillings in den gevoellgen mond) weverzwijgen tets voor elkaar.1” „Das fout, Vic! Hanneke zou zenuwziek wor den. ."kWMt X Maar ik tan te weinig beul, om geven staat. De kraag wordt van dubbele stof gemaakt. De kraag en revers worden m c M van den kant doorgestikt. De ceintuur wordt van dubbele stof gemaakt en met een gesp gesloten. De jas wordt met 2 rijen knoopen gesloten. Wanneer de jas van dikke stof ge maakt wordt, worden de naden van binnen af gewerkt met schuin blaisband. Voor zoom in jas en mouwen wordt by de lengte 5 c M-. aan geknipt en naar binnen geslagen. Voor naden overal 3 c.M. bijknippen. De mouw wordt onge veer c.M. voor den zijnaad In het armsgat gepteatet. Is de baret ooit heelemaal uit de mode? Ik geloof van nie-. Er zyn altyd wel lieden, die van die hoofdtooi geen afsten kunnen doen. En dat is begry- peiyk. De baret staat aardig, vlot, een tikje artistiek ge- wooniyk. De baret is ook een uniformdracht. Ten eerste tooien in ons land de studen ten er zich mee en Frankryk's Alpenjagers dragen eveneens dit hoofddeksel met zwier op één oor. En beschikt ons aller vriend Zwarte Piet meestal niet over een baret, die ge- wooniyk van prachtig gekleurd fluweel is en versierd met een trotsche veer? Uit deze voorbeelden blykt dat de baret dus ook een man nelijke dzacht is. En nu doet het aardige verschynse. dat de oorsprong van muts ook inderdaad op manneiyk hoofd heeft zich voor, deze het plaats gevonden. Het waren de Schotsche boeren, die met een baret, gemaakt van de ruit van hun tostan, achter den ploeg liepen. De oorspronkelij ke naam van de baret is ook en luidt voluit Tam kort T""' Commissie tot voorlichting op Huishoudelijk gebied. De suiker, die de huisvrouw op de bonnen krijgt, is voor gebruik tn hddr gezin. Hoe staat het ech ter met het meisje-in-dagdienstf Hemen wij het geval, dat een dag meisje bij haar mevrouw tn dienst U van acht tot acht en eiken Zon dag vrij is. Globaal berekend, moet haar dan voor gebruik buiten het huis van haar mevrouw, een vijlde van de gedistribueerde hoeveelheid, waarop zij volgens haar kaart recht heeft, terug gegeven worden, dus een half ons per persoon, per week. Naar gelang van ’t aantal werk uren kan men in elk ander geval nagaan, welk percentage dient te worden afgestaan. Zonder suiker en zonder suiker- surrogaat kan de huisvrouw haar hutsgenooten een appelmoes voor zetten, die voortreffelijk van smaak is. Ze neemt daartoe zure en zoete appelen door elkaar, en wel twee maal zoveel zure als zoete. De zoete appelen, die een langeren kooktijd vragen, worden het eerst opgezet, met weinig water en wil men van alle voedsel profiteeren mèt de schil. Als zij bijna gaar ztfn I I 3

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 9