vanden daq
3Katu&fiaal
1
Kabouter Flip
vriendje Wip
en zijn
I
W onderbare snoekbaarsvangst
op het IJselmeer
'^Akkerïje
I
DE ONBEKENDE
ZOETWA TERSCHEL VISCH
POPULAIR!
in de kapel
MAANDAG 30 OCTOBER 1939
St. Raphael** in 1938
De dubbelgangster
xxvn
ONGELUK BIJ DE ZUIDERZEE-
WERKEN
KORPORAAL DOODGEREDEN
1'
Grieperig
STERKE WIND VEROOR.
ZAAKT VERKEERSONGELUK
Waar aas is, vergaren
de arenden
de
=x
1
I
de 50 door *t H. B. aangeschafte nieuwe
van
laat.
de geheele achterwand der kast naar
DOOR A. HRUSCHKA
3*
voorzitter kijkt hem verbaasd vragend
Maar
gebaar
en
Over
IWocdi vervolgd)
hem gehad?
I
l
structle,
meubel.
Maar In deze weken en maanden la het
dan toch een gouden tijd voor de visschery
De snoekbaars, welke als het kouder wordt
diep water cpzoekt, verzamelt zich In onge-
van
van
zaken,
want
w
9
Zaterdagavond om half zeven is de korporaal
Dekker, afkomstig uit Friesland, op de Molen
straat te Soestdyk door een auto aangereden en
gedood. Dekker stond aan den kant van den
rijweg zijn pijp aan te steken, toen hij door een
vrachtauto werd gegrepen. Via het rechterspat
bord en den radiateur werd de ongelukkige door
de voorruit geslingerd en was op slag dood. Het
slachtoffer laat een vrouw en een kind achter
te
K>
te
u
:e
n
r
•t
n.
t
n
u
i
i.
t
1
t
i
„Als dat waar is,” zei hij tegen Peter, „den
gaan we stilletjes met hen mee, want de ooie
vaar vertélde me, dat we over Spanje moesten
reizen. En als we daar eenmaal zijn, dan zullen
we daar ons best doen om te ontsnappen."
„Maar wat moet Rita doen?” vroeg Peter.
Aan het verslag van den Ned. RK Bond van
Spoor- en Tramwegpersoneel ,fit. Raphaèl
over 1938 ontleenen wij:
Onze organisatie ondervond evenals In 1937,
ook In 1938 den terugslag van de situatie In
de bedrijven.
tlngen geven, want Ik was er niet bij. Trouwens,
mijn zoon Is hier en kan u zelf zeggen, wat u
verlangt te weten.
De voorzitter wendde zich opnieuw tot den
deurwaarder en beval:
Roep den heer Hubert Socnor.
Toen ze de naam „Spanje hoorde, begon ze
te dansen en juichte: ,M**r Peter, In Spanje
woont St. Nicolaas en die weet wel. hoe Ik b(j
Pappie en Mammie moet komen. Het vorig jaar
Is hij nog bij ons thuis geweest."
„Zoo Laura." riep deze verheugd, „ben je daar
eindelijk! Had je me nu In al dien tijd niet eena
kunnen schrijven? In geen jaren heb Ik Je ge
zien. En vertel me nu eens,” ging ze voort, „wat
heb je zoo in dien tijd al zoo uitgevoerd? 1 Is
heel lief van je. om je oude tante maandelijks
zoo n som geld te sturen, veel meer dan ik noo-
dlg heb. Nu ga Je zeker niet meer weg? Daar
is heelemaal geen reden voor, want Ik heb ge
noeg overgespaard."
„Daar spreken we later nog wel eens over,
lieve tante." antwoordde Laura ontwijkend.
Op het tuinpad klonken voetstappen en een
flinke, door de zon gebruinde jongeman liep
op het huls toe.
.Kom binnen. Joe!" riep de oude dame. Je
herinnert je zeker Laura nog wel?"
Met belangstelling keek de actrice den jongen
man aan. Met z’-n stevig gezond ulteriyk, ver
geleek ze daarbij de vervelende bleeke gezichten
van de mannen uit het theater, die ae geregeld
ontmoette. En zij herinnerde zich eensklaps hoe
dezelfde Joe haar eens'met het hoofd in een
tobbe water gestopt had. omdat ze gezegd had X
knapste meisje van 1 dorp te zijn. Toen ze
daarna met een druipend hoofd voor hem stond,
had hij gezegd: „Ziezoo, dan ben je nu de lee-
Hjkste."
„Zeker, tante, ik herinner me hem nog heel
goed; hij gaf me de eerste afstraffing voor m’n
ijdelheid.”
„Het beste la,” antwoordde Flip, „dat ze zoo
ver met ons meegaat en dan met ons ontsnapt.
Dan zullen we wel weer verder zien.” Hierna
vielen ae vol moed voor de toekomst in slaap.
Den anderen morgen vertelde Peter Rita van
hun plannen
„Je bent toch niet verloofd?" vroeg hij angstig.
„Wel neen, hoe kom je daar aan? X Zijn al
leen zakelijke verplichtingen."
Hij scheen geheel gerustgesteld, maar Laura
kon dien avond den slaap niet vatten; ze was
het tegenover Sara Llsley verplicht terug te
komen, dacht ze, maar ze wist ook dat haar ge
luk aan Joe’s zijde lag, op een mooie boerderij
in Plasten
Den volgenden morgen wandelden zy het
perron van t station heen en weer en wachtten
pensioenkwestle, al kwam zjj nog op den trein naar Chicago.
„Wacht," zei Joe. ,Jk aal een krant voor je
koopen."
Toen hij terug kwam, sprak hij: „ra» eerste
uit het
reeds 348.000
■Jiet heele jaar
dijfer 1 076.000
Zaterdagochtend omstreeks half twaalf is
bü de Zuiderzeewerken te Lemmer een ongeluk
gebeurd, waarbij eenlge arbeiders werden ge
wand.
Een vier meter hooge steiger, waarop zich vijf
arbeiders bevonden, stertte in. Alle vijf mannen
werden gewond. Een geneesheer, die spoedig ter
plaatse was, achtte overbrenging van een der
gewonden, J. Kwast, naar het ziekenhuis nood-
zake.yk. De overige hadden slechts lichte ver
wondingen opgeloopen en konden, na verbon
den te zijn, huiswaarts keeren.
In drie zomers haalt de snoekbaars die
overigens noch met snoek, noch met baars iets
te maken heeft, dus geen kruising of bastaard
is haar mlnlmum-maat. waarna de andere
exemplaren uitgroeien tot 60 i 70 cM. en een
maxitnum-gewicht van 10 tot 13 pond kunnen
bereiken. De groei van de snoekbaars staal
vrijwel stil van November tot Mei, daarna
neemt zij in lengte toe. Tot voedsel van deze
roof visch dient de spiering, welke In het IJsel
meer nog altijd zeer veel voorkomt. Terwijl
nu de teelt van 1937 buitengewoon goed is ge
weest, werd die van 1938 bepaald slecht, zoo-
dat het volgend seizoen voor de visschers heel
wat minder moet worden, daar de vangst zich
zal bepalen tot de weinige in 1938 geboren
visch en de oudere exemplaren, die het huidig
seizoen overleven. De teelt 1939 is daarentegen
weer behoorlijk geweest. De inspecteur der
vlsscheryen te Amsterdam, de heer van Hengel,
die ons bovenstaande gegevens verstrekte, gat
ons dan ook als zijn meenlng. dat, al zullen
zóó overvloedige vangsten als op het oogenblik
slechts bij uitzondering vooi komen, men toch
voor de toekomst rekenen mag op regelmatige,
toonende snoekbaars-visschery In het winter
seizoen.
dezen getuige, wien wjj nog dikwijls een en
ander te vragen zulllen hebben.
De voorzitter maakt van zijn kant een wei
gerend gebaar en antwoordt op Sochor's
verzoek:
X Is noodig. dat u hier blijft. Neem plaats
op de getuigenbank.
Wederom fluistert men in de zaal.
Hubert Sochor's bleek gezicht is een schaduw
gegleden. Maar hij tracht zich goed te houden
cn neemt zwijgend plaats naast zijn vader.
Er worden nog andere getuigen gehoord.
Wat zij verklaren, schijnt niet heelemaal aonder
Invloed op Hubertzenuwen te zyn
Die getuigen zijn door de verdediging gedag,
vaard en mr. Kögler heeft er voor gezorgd, da*
ze aoo weinig mogelijk in aanraking met do
anderen kwamen.
Eerst "n aardig jong meisje. Op de gebrui
kelijke vragen verklaart zij, Julie Baller te
heeten en 33 jaar oud te zijn. Op 32 April was
zij eigenlijk nog in dienst bij den heer Winkler,
maar reeds een paar weken met verlof, om to
Graz haar zieke moeder te gaan verplegen. Haar
moeder Is concierge In het huls, waarvan do
familie Sochor een gedeelte bewoont en werkt
ook bij de familie. Sinds begin April, toen vrouw
Baller ziek werd, vervangt bij de Sochor's do
dochter de moeder.
Julie Baller zegt, dat Hubert Sochor adtiid
zeer vriendelijk voor haar Is geweest; dikwijls
had hij, terwijl zy 1 huiswerk deed, lang met
haar gekeuveld, meestal over „Rozenhof" en zijn
bewoners. Herhaaldelijk had hij bij haar ge
ïnformeerd naar de levenswijze van den heer
Winkler en gevraagd, hoe hij zijn dag placht
te verdeelen.
Naar de gebruiken van het huishouden bad
hij met bijzondere belangstelling gevorscht.
Maar dat alles was haar niet zoo bijzonder op
gevallen, want zij wist, dat de heer Sochor
familie van den majoor was en ze begreep dus
heel goed zijn belangstelling.
En is ook later geen argwaan bij u opge-
:omen? vraagt de voorzitter.
Dien avond werd er slechts over den ouden
tijd gesproken, maar er was niet veel scherp
zinnigheid voor noodig. om te zien dat Joe op
Laura verliefd was.
„Wat heb je in Chicago al zoo ultgevoerd?”
vroeg de oude dame.
„Hard gewerkt, tante, en nog een beetje geld
overgehouden ook Eén ondeugend lachje speel
de om Laura’s lippen, toen se dit zei
Ja. Chicago schijnt een plaats te zijn waar
men veel geld kan verdienen." merkte Joe op.
„Neem bjjv. die Laura Dlnaro, waar iedereen
over spreekt. Die wordt zeker schatrijk."
„Maar die Is op 1 tooneel," zei de oude dame,
„en dat soort menschen kan je niet rekenen.
Dat Is geen fatsoenlijk beroep.”
„Kom tante." zei Laura, „zoo moet u niet
spreken. Daar zijn heuach zeer fatsoenlijke men-
kwam
voren.
De ruimte, die toen zichtbaar werd, was
nauwelijks vijf centimeter breed, maar zöo diep
als ds kast zelf. Snuüle plankjes verdeelden de
ruimte in verscheidene vakjes. In het derde
daarvan 1 nam het midden van de ruimte
In stond het testament overeind. Wy riepen
den knecht Martin, dien we meegenomen had
den. binnen, en hij verklaarde onmlddeliyk:
„Dit is wel degelijk het testament met de vijf
zegels, dat ik in de handen van mijn meester
heb gezien! Het testament werd toen ongeopend
aan de acten van het proces toegevoegd....
De voorzitter bladerde in de vóór hem lig
gende papieren.
Ja, hier Is het, zei hy. t Zal later ge-’
opend en In het openbaar voorgelezen worden
Voor het oogenblik zullen wij den getuige Emil
Sochor hooren.
Een deurwaarder begaf zich naar het vertrek,
waar de nog niet ondervraagde getuigen bijeen
waren.
Emil Sochor en zijn zoon, die ditmaal óók
waren gedagvaard, om Inlichtingen aangaande
hun verhouding tot den vermoorde te geven,
wachtten reeds ongeduldig, dat men hen zou
roepen, want beiden hadden elders dringende
Vooral Hubert stond on heete kolen,
juist daags te voren was hy door zijn
fameus factotum, Karl Nemetz, plotseling in den
steek gelaten. Karl was eenvoudig verdwenen,
met achterlating van een paar regels, waarin hij
zei. dat persoonlijke aangelegenheden hem belet
ten, lapasr zijn dienst waar te nemen.
Op den provincialen weg ZuidbroekGronin
gen is Zaterdagmiddag, vermoedelijk door der.
sterken wind, de zestigjarige M Martena uit
Muntendam tegen een truck met trailer ge
raakt. Hij moet vrijwel op slag dood zijn ge
weest. De bestuurder van den vrachtauto
trachtte op het laatste oogenblik nog de aan
rijding te voorkomen door uit te wijken Hier
door reed de zware wagen van den weg at en
trouw Dlnaro."
„Wat is er dan met haar?" vroeg Laura on
geduldig.
„Wel, ze is getrouwd en heeft een contract
geteekend voor Argentinië."
Laura greep de krant en keek naar haar eigen
portret. Naast haar stond de foto van een man.
Een rilling ging haar door de leden, toen zij
de uitverkorene zag. Even dacht ae na en wel
dra had ze haar plan gemaakt. Ze zou aan Sara
schrijven dat deze altijd Laura Dlnaro moest
blijven en een absoluut zwijgen moest bewaren
over de eigenlijke operette-koningin van dien
naam.
Dan nam zy den arm van Joe en ael:
Uk lees daar aoo Juist, dat mijn patroon over
leden te. Ik behoef dus niet te vertrekken. Meve
Joe" (Nadruk verboden)
Het aantal personeel verminderde nog steeds.
Toch gelooven wij, dat de tyd niet meer veraf
zal zijn, dat deze personeelsvermindering lot
staan komt en dal er „nieuw bloed" aan 1 per
soneel toegevoegd moet worden.
Over den toestand-ïn onze organisatie kun
nen wy alles bijeen genomen tevreden zijn. De
geest en t onderling vertroujven bleven onge
schokt.
Op 1 Januari 1938 bedroeg ons ledental 10020
op 31 December van dat jaar 9977 of 43 min
der. Vergeleken bij 1937, toen X verlies 330 le
den bedroeg, mag er van verheugende vooruit
gang gesproken worden.
Op de vergadering van den Raad van Afge
vaardigden gehouden op 38 en 29 Nov. 1938 te
Heerlen, werden de aftredende leden, de hee-
ren H. F. P. Donné. F. L. D. Nivard. H. F.
Timmermans, J. H Vroemen en W. de Waal
herkozen. In de vacature, ontstaan door ie
stichting van vakafdeeling IX. werd de voor
zitter van de afdeellng Utrecht, de heer J. 8
Goossens gekozen.
De stichtlngsvergadering van vakafdeeling
IX, gehouden op 8 Maart 1938 te Utrecht, koos
tot voorzitter den heer H. J. C. Venings.
De aftredende voorzitters der vakafdeelln-
gen. de heeren H. v. d. Mark (vakafd. Ill), J. J.
Theunlssen «vakafd. IV) en C E. Keet (vakafd.
VI) werden reep, op de ledenvergaderingen van
21 November te Utrecht, 24 October te Nijme
gen en 23 October eveneens te Nijmegen her
kozen. ^vaandels In den stoet meegedragen. Deze vaan-
In samenwerking met de redactle-commlsrie.
welke ook in 1938 in ongewUzigde samenstel
ling aanbleef, is het naar onze meenlng aan de
dagelUksche redactie gelukt den Inhoud van ons
bondsorgaan „Het Rechte Spoor” in het afge-
loopen verslagjaar aan redelijk te stellen ver
wachtingen te voldoen.
De verga lering van den Raad van Afgevaar
digden werd dit jaar gehouden in het „Volks
huis” te Heerlen op Maandag 28 en Dinsdag 29
November.
Sara Llsley. omhangen met Laura Dtnaro’s
kostbaren bontmantel, naar een prachtig»
limousine wandelde, waarvan een chauffeur in
’ivrei het portier openhield.
„En denk er nu aan, Sara.” zei ze tot zich
zelf. toen ze door Chicago’s straten reed, „dat
je nu Laura Dlnaro heet.”
1 Was mooi weer, toen Laura bet tuinhek
van het nette buitentje open duwde en naar de
voordeur liep Plaston was een klein, welvarend
dorp. ZU voelde een heerlijke rust In zich ko
men. die ze in geen jaren gekend had. Aan X
open venster der kleine villa had zij een vrién
delijk uitziende oude dame ontwaard.
„Dag tante, hoe gaat het met u?” riep ae har
telijk toen de oude dame, blij verrast, haar
omhelsde
Mooie, gelijkmatige visch is de snoekbaars, welke tn deze dagen tn zulk een overvloed
wordt gevangen
reden
aangeven, maar
ze voor Iedereen duidelijk ge-
t Was niet aonder afgunst, dat Sara Llsley
naar t groote reclameblljet keek, dat In d’r
kleerkamer hing en waarin de naam en de uit
stekende kwaliteiten der beroemde actrice Laura
Dlnaro vermeld stonden. Sara keerde zich om
en voelde t ate een wrok, dat dit de laatste
avond geweest was. maar wat gaf dat? Ze
ruimde haar toilettafel op en borg alles in haar
koffer.
Sara Llsley was dezen avond drie keer terug
geroepen. om het applaus in ontvangst te ne
men en ze had gehoopt dat de directeur haar
optreden zou verlengen. Er was echter niets van
dien aard gebeurd Dadelijk na de voorstelling
had ze haar gfcld gekregen en men had haar
slechts een „tot ziens" toegeroepen.
Ze wilde haar mantel aantrekken, toen er op
de deur der kleedkamer geklopt werd.
Zouden ze toch....?
De deur ging open en op den drempel stond
een mooi jong meisje. Met één oogopslag zag
Sara dat het Laura Dlnaro zelf was. Ze geleek
sprekend op de beeltenis van X reclameblljet
enook op haar.
„Ik feliciteer je met je succes.zei Laura en
stak Sara glimlachend haar gehandschoende
hand toe.
.Laura Dlnaro!" stamelde Sera verward.
„Ja." lachte de operette-koningin. „Ik heb
hoofdpijn voorgewend, heb me bij m’n opdrin
gerige bewonderaars laten verontschuldigen en
ben nu hier gekomen, om m’n dubbelgangster
eens te zien. Je hebt 1 voortreffelijk gedaan,
bijna nog beter dan Ik zelf."
Sara Llsley kreeg een kleur van blijdschap
over deze loftuiting. „Ik ben blij dat u X zoo
goed vond," antwoordde ze verheugd.
Ze stonden samen voor den grooten spiegel.
„We konden wel tweelingzusters zijn, zóó spre
kend gelijken we op elkaar." hernam Laura.
Er was eenlge oogenbllkken stilte.
Eensklaps vroeg juffrouw Dlnaro:
„Waar werk je voor je -volgend contract?"
„Nergens." luidde het lustelooze antwoord.
De operette-koningin dacht even na.
„Ik heb een Idee.” zei ze ,A1 gerulmen tijd
zoek Ik Iemand, die me voor een week of zoo
zou kunnen vervangen. Toen hoorde ik van Jou
en daarom ben ik hier gekomen. Ik wilde m’n
pleegmoeder een bezoek brengen, maar geheel
In stilte Er mag geen ruchtbaarheid aan gege
ven worden Anders word Ik voortdurend door
vereerders lastig gevallen. Dlnaro la niet m’n
echte naam en als Ik dus onder m’n familienaam
reis, zal niemand er erg in hebben Zou je me
voor eenigen tijd willen vervangen?"
„Graag!" riep Sara, „maar zou dat niet direct
uitkomen? Men zal gauw .genoeg bet verschil
bemerken."
„Niemand zal er erg in hebben, want niemand
kent me hier. Bovendien, Ik neem nooit ult-
noodlglngen aan van wie ook. Overigens lijken
we sprekend op elkaar, X Komt er alleen op
aan dat je je flink houdt."
„O. dat kan Ik goed.”
„Dat te dan afgesproken Ik zal je nu een
chèque geven, als vergoeding en om je onkos
ten te dekken. Maar je moet me beloven aan
niemand ons geheim te verraden."
En zoo geschiedde het, dat een half uur later
Met trotsche houding treedt de getuige de zaal
binnen.
Men wil hem den eed afnemen. Maar plot
seling staat Mr. Kögler op van de bank der
verdedigers en verklaart met vaste stem:
In naam der verdediging protesteer ik
tegen de beeediging van dezen getuige!
De voorzitter kijkt hem verbaasd vragend
aan:
Om welke reden?
Mijn reden kan Ik voor het oogenblik
niet aangeven, maar de verdere behandeling
van de zaak zal
noeg maken....
De getuige wordt dus niet beéedigd.
de voorzitter noodlgt hem uit, een en ander mee
te deelen aangaande zijn laatste ontmoeting
met den heer Winkler, op 17 October van het
vorig Jaar.
Huberts schildering van dat tooneel stemt
overeen met wat Yvetta en Martin dienaan
gaande reeds hebben verklaard. zyn toon is
nonchalant, zelfs Ironisch, en hij eindigt met
deae woorden:
Ik heb trouwens die belachelijke scène
noott ernstig opgeaomen. zy was voor mij een-
apoetelen. Zeggen ze niet op het dorp, dat
je In het leven nu eenmaal „Apostelen en
Bunschoters" hebt, waarbtj de eersten de ge
lukkige visschers zijn, terwijl de Bunscho
ters in het algemeen met de fortuin op
kwaden voet schijnen te staan? Hoe het
zij, onze apostelen vingen zooveel snoek
baars, dat letterlijk hun netten scheurden
en ze bij elkaar langszij moesten komen
om het want scheep te krijgen. In een trek
van een uur of drie haalde ons span 20
wlgjes snoekbaars op. een waarde van
f 200.—.
Het deed ons goed dit triomfantelijk bergen
der netten, de blanke visch bij trossen in de
mazen. „Dut gaat om zegen en dat het Zijn
barmhartige wil mag zijn’, was naar gewoonte,
de vrome wensch geweest van onzen schipper,
als de oorstok van het net zee in tjoempt
Wel rijkelijk was de zegen zijn deel geworden
en wU verheugden ons oprecht over X geluk van
deze menschen, den rijkdom van de vangt,
een weelde m dit nachtellj?: uur op het don
kere waalerige water met rondom de glim
mende lichtjes van al die anderen, die als wy
hoopten op zegen.
tfels, met de twee prachtige praalwagens van
de afdeellng Eindhoven, gaven aan den op
tocht een fleurig en kleurig aanzien.
In zijn openingsrede op de aansluitende al-
gemeene vergadering herdacht de voorzitter
het 35-jarig bestaan van den bond.
Ter bespreking van de onder vermelde aan
gelegenheden werden onder leiding van den
Personeelsraad de volgende bijeenkomsten ge
houden.
25 Juli 1938. Gecombineerde vakgroepbestu
renvergadering ter bespreking van de nieuwe
voorstellen betreffende de loonregeling van
het personeel der centrale werkplaatsen.
35 Juli 1938. Gecombineerde hoofdbestuurs
vergadering ter behandeling van het ontwerp
RJD.V. n 1938.
Het steeds verder doorgevoerde klein overleg,
hetzij volgens gereglementeerde bejiallngen
zooels bij de centrale werkplaatsen, hetzij vol
gens de kenbaar gemaakte meenlng van de be
drijfsleiding. zoowel als het feit dat vele ver
zoeken mondeling kunnen worden afgedaan,
maakt dat de traditloneele lijst der resultaten
van het vereenlgingswerk steeds minder volle
dig wordt.
Ook worden ‘vele aangelegenheden door den
Personeelraad afgehandeld.
Gezien de weinig gunstige omstandigheden
waaronder de organisatie haar taak moest ver
richten, kan met voldoening op het in dit jaar
verrichte werk worden teruggezien.
Voor X spoorwegpersoneel kwam ’n R. D. V’.-
herziening tot stand, welke alles bijeen geno
men tot tevredenheid mag stemmen. Ook de
brandende
niet tot een oplossing, werd door de aanhouden
de actie toch een flink stuk nader tot hare
ontknooping gebracht. Voor de trams kon. al
waren daar de omstandigheden soms bijzonder pagina staat natuurlijk weer vol over die juf-
ongunstig, goed werk worden verricht. De or-
ganisatie zelf bleef kerngezond. Het geringe
ledenverlies is. gezien de nog steeds voortgaan
de vermindering van het aantal spoor- en
tramwegpersoneel een alleszins normaal ver
schijnsel. Met vertrouwen mogen wij, wat de
organisatie betreft, de toekomst tegemoet zien.
Haar innerlijke kracht waarborgt volle ge
schiktheid voor haar taak. Hoe zich de situa
tie bjj de spoor- en tramwegen ontwikkelen zal,
zal wel niemand met juistheid kunnen voor
spellen, al gelooven wij. dat een gunstiger ver
schiet In de nabije toekomst tot de waarschijn
lijkheden mag gerekend worden. Maar hoe zich
de toestand ook ontwikkelen moge. In gunstige
of ongunstige richting, in belde gevallen te het
zaak de organisatie paraat te doen zijn en te
houden.
Met die snoekbaars Is het voorspoedig
gegaan! Vroeger, toen de zee nog open was,
kwam zjj langs de kust al In kleine hoe
veelheden voor. Zij te er ous niet in uit-
gepoot, maar het groeiend kwantum, dat
na het verzoeten van het water werd waar
genomen, te louter natuurlijke teelt. Ge
stadig vermeerderde zich net aantal, maar
vooral de teelt 1937 te boven verwachting
goed geslaagd. Reeds het vorig Jaar viel dit
te conatateeren uit de groote massa's jonge
snoekbaars die In het IJselmeer werden
waargenomen. Thans hebben deze dieren
de vereischte mlnimum-lengte van 40 cM.
bereikt; mooie gelijkmatige visch, welke
zich in bijna wonderbaarlUkf kwanta vangen
den wisseling
voorzitter.
Ja, aaaar rteargysr kaa ik geen InBcb-
Op den eersten dag waren 145 afdeellngen
vertegenwoordigende 9746 leden en op den
tweeden dag 146 afdeellngen. welke 9785 leden
vertegenwoordigden, aanwezig.
Besloten werd den bondsdag 1939 te Arnhem
te houden. Als plaats, waar in 1939 de verga
dering van den Bond van Afgevaardigden zal
worden gehouden, werd Nijmegen aangewezen.
Op 13 Juni had onze 30ste bondsdag te Eind
hoven plaats, welke een in alle opzichten scha
terend verloop had. Voor het eerst werden 25
schen onder."
„Och kom,” zoo liet zich de Jonge man hoo
ren, „ze zijn allen
precies hetzelfde.
Een vriend van
mi) werd op een
actrice verliefd, j
Ze wist hem al
z'n geld af te i
troggelen en liet
hem toen ritten. Ik ken er geen enkele en ik
wil er ook geen kennen. Maar zoo gauw een
meisje aan X tooneel gaat, heeft ze bij mij af
gedaan.”
„Jullie overdrijven verschrikkelijk,” antwoord-
de het Jonge meisje. „Zou u niet trotaeh op md*uw
zijn, tante, als ik eens soo beroemd werd als
juffrouw Dinaro?”
„Volstrekt niet, kindlief. Ik ben X met Joe
eens. Wees maar blü. dat Je nooit aan X tooneel
bent gegaan.”
Over dit onderwerp werd verder niet meer
gesproken en Laura was bij) dat ze haar ge
heim nooit verraden had. Ze ging,nu ook heel
anders gekleed dan in Chicago. Joe week niet
van haar zijde en toen haar laatste avond ge
komen was, wist ae dat ook zij hem lief had.
Ze zaten *s avonds samen In den tuin, en hij
trachtte haar over te halen den volgenden mor
gen niet naar Chicago te gaan.
„Ik moet. Joe. om m’n verplichtingen na te
komen," zei Laura.
De totale aanvoer van snoekbaars
IJselmeer bedroeg In Augustus
pond, wat bijna even veel te ate
1938. Over September «ras dit
pond! Daarvan werd te Enkhulzen gebracht
bijna 258 000 pond en te Medembllk ongeveei
100000 pond. Over October sullen, althans voor
beide laatstgenoemde havens, naar de gegevens
die de heeren J. Poorta. directeur van den af
slag te Enkhulzen. en zijn collega P. Kramer van
Medembllk ons verschaften, deze cijfers nog
wel verdubbgJiL worden. De visschers rekenen
hun vaagst met wlgjes. Een wlgje te 100 pond
en telt ongeveer 65 snoekbaarzen. De gemiddel
de prijs, die gemaakt wordt, is 10 et. per pond.
De viaacherij op snoekbaars wordt op twee
manieren uitgeoefend. Met het sleepnet voort
getrokken door een span van twee botters en
met het staande want, dat In zee wordt uit
gezet en ha verloop van tijd weer Ingehaald.
Het span sleepers, waarmee wij deze week ter
snoek baars vangst rijn getogen, werd gevormd
door de V.D. 87 met Jan Hanekaan en Dirk de
Boer en de V.D 83 met Piet Schilder (Loege)
en Krelte Kwakman. Honderd vaam net scho
ten wij uit. dat van boven gesimd op 2 S tot
3 meter diepte met lood en steenen over den
grond wordt gehouden. Twee touwen tocht en
sprink, verbinden aan weerskanten het gewel
dige nét met de sleepende booten. Deze liggen
van elkaar afgewend en schijnen leder In tegen
overgestelde richting te zeilen of te stoomen;
in werkelijkheid worden zij. zeilend bU halven
wind of varend op motorkracht. dwars wegge
zet en trekken aoo het net door zee.
Een mooie visscherij, zooels wjj in den al-
vroegen herfstavond vanuit Medembllk den bree
den zwier namen der schemerige zee waar
overal de zeilen stonden afgeteekend van wel
honderd vlsschende botters, die span aan «pen
hun geluk gingen beproeven In het wijde
vlschwater om de Noord of om de Zuid Ook
onte schipper had zoo zijn plannen. Hij te een
gelukkig viascher, die Jan Hanekaan. In den
besten zin van het woord. Want hij te scherp
tn het waarnemen der omstandigheden, in het
opvangen van een gerucht. In het beoordeelen
van wind, water en alle aanwijzingen, die hem
van nut kunnen ^ijn. Uit zijn Instinct en uit
de practUk heeft*hij precies het oog op zoon
vlschnamlg steetje en voor dezen nacht zou dit
het Wagenpao zijn, van den vuurtoren de V-n
opsleepend tot aan de óndiepte de Kreupel. Daar
gingen wij In het laatste licht dan ook aan d-
netten. Dichtbij en verderop, overal sleepten
de buurtlul tot op grooten afstand voor onze
Volendammers herkenbaar Want tusschen al
die vrerimde schepen wezen zij zonder falen
daar visschen Jan van de Knoest en Jaap van
Kleine Sijmen en heel In de verte Jan Kras en
Hein van Plet de Potter En ginds probeeren
het Bruin van Jjjpert en Gerrit van de Slin
ger; heel vertrouwelljk zoo. die visschermans-
bljnamen. één groote familie op de wijde avond
lijke zee
Immers, de knecht Martin Odörfer hield bij
hoog en laag vol. dat er een testament moest
bestaan. Niettemin waren wij, met X oog op de
bewijzen, dat intusschen ’n onbekende óók had
gezocht en blijkbaar naar X testament bijna
er van overtuigd, dat vrij niets meer zouden vin
den, ook als er een testament had bestaan Om
niets te verzuimen stelde de rechter van In-
Mr. Welkhammer, voor, het antieke
waarvan ik reeds gesproken heb, nog
'eens en grondig te onderzoeken. Wij trokken het
dus van den muur en plaatsten het zóó, dat
het volle daglicht er in kon vallen. Vervolgens
ledigden wy al de vakjes, trokken de laden uit
en zetten ze op den grond. En toen wy het
binnenste van de kast heelemaal leeg en vry
▼óór ons zagen, bemerkten wy tusschen de
kap en den achterwand een eindje dun touw,
naar het scheen* vastgeklemd. De nrocureur
rink aaa dat eindje touw en rmmiAdeiiitk
De parabel van de wonderbare vlsch-
vangst heeft altyd grooten Indruk op ons
gemaakt. Dezen nacht nu hebben wy iets
dergelyks beleefd Het IJselmeer kon het
Meer van Genesareth zyn en onze Volen
dammers. die immers werken onder de
schutse van St. Petrus, voor dezen keer de
Hubert vleide rich weliswaar met de hoop,
dat hy Nemetz wel op de een of andere manier
te pakken zou krijgen en tot Inkeer brengen,
maar dat was hem voor het oogenblik nog niet
gelukt. Er bevond zich niemand in de zaak, be
halve n Jonge bediende aonder de noodlge erva
ring, zoodat Hubert juist dien dag de dagvaar
ding al zeer slecht gelegen kwam. Toen nu de
deurwaarder zyn vader riep, wilde hy dezen
volgen In de zaal, maar dat werd hem door den
'deurwaarder belet.
Alleen de door den voorzitter ojigeroepen
getuigen mogen in de zaal, verklaarde hy. en
voor het oogenblik wordt alleen de heer Emil
Sochor opgeroepen.
Och wat! Ik ben zijn zoon en erg gepres
seerd. Wat denkt u wel? Ik ben eigenaar van
een zaak en sta nu reeds drie uren hier! Wie
betaalt my den verloren tyd?
De deurwaarder haalde de shouders op.
X Spyt me, zei hy, Ik mag alleen meneer
Emil Sochor binnenlaten.
Emil Sochor had niet veel tyd noodig om
zyn verklaringen af te leggen. Zy betroffen
reeds genoegzaam bekende feiten en om
standigheden en kwamen voomamelyk hier
op neer, dat de houding van Winkler ten
aanzien van de familie Sochor nooit zeer
vrlendschappeiyk. maar ook nooit bepaald
vyandig was geweest.
Heeft uw zoon niet een half Jaar vóór den
dood van den heer Winkler een scherpe woor-
met hem gehad? vroeg de
kende hoeveelheden in het Noordeiyk deel
der oude Zuiderzee. En daar zyn wy er dezer
dagen getuige van geweest, hoe met Enk-
huizen en Medembllk als voornaamste aan-
voerhavens, lederen dag opnieuw Uendul-
■enden ponden snoekbaars ter markt wor
den gebracht. Rusteloos bedryf heerscht er
aan de afslagen; visschers uit alle havens
komen er bijeen: gemoedeiyke Volendam
mers. Urkers kladdlg by hun werk als dui
vels, pientere Markers, donkerooglge Gel-
derschen van Elburg en Harderwyk Dur-
gerdammers en Hulzenaren, Bunschoters
zoo goed als de Westfrlezen zelf. VoDenho-
vers en Lemsteraars, die van Wleringen en
Den Helder Het is een beeld als uit lang
teruggeweken dagen, dat aan den voet
den Drommedaris, onder de muren
Radboudts kasteel, weer tot leven is geko
men.
(Van onzen speclalen verslaggever)
„Waar het aas is, vergaren de arenden",
zegt de Schrift. En zy zyn van wiek gegaan,
de bruin en rood en taangrSuw gevlerkte
vogels uit Volendam en Urk, van Bun
schoten en Harderwyk, uit Vollenhove en de
Lemmer, overal waar nog een zeil te
hjjschen viel en zy bevendelen de zee buiten
Medemblik en Enkhulzen, waar zy het
want schieten, hun net sleepen in X Wagen-
pad en langs de Kreupel en hoogerop by
de Krell, de Munnik, de Gammels; visch-
namlge gronden, waar zich vandaag de
snoekbaars vangen laat. Want daarvoor is
byna alles, wat nog zeil voert of een motor
heeft, uit alle havens der oude Zuiderzee,
bijeen gestoven, om méé te proflteeren van
den buit, van de groote vangst, de pittige
verdienste. Aan de afslagen van Enkhulzen
en Medembllk heerscht bedryvlgheid als
tn de dagen der gouden ansjovisteelt, de
schepen verdringen zich In de havens, men
komt handen te kort om te lossen en te
verhandelen; auto- en wagonladingen vol
gaan het land in, de grenzen over. Snoek
baars de aoetwaterschelviach ver
overt de markt!
voudig een nieuw bewys, dat de majoor van
zekere zijde geweldig werd opgehltet tegen myn
familie. En Ik mocht ook niet uit het oog
verliezen, dat zyn hooge leeftyd hem "n beetje
klndach had gemaakt.
By het protest van Mr. Kögler Is men In de
zaal beginnen te fluisteren. Op de getuigen
bank steken Ida Leitner, vrouw Blahac en
Thomas Blrkwieser de hoofden byeen. De
verdedigers maken aanteekenlngen.
Alleen Sochor Junior schynt zich van de
heele zaak niet veel aan te trekken. Terwyi hy
de gevraagde inlichtingen geeft, vemsdt zyn
gezicht geen zweem van ontroering of nerveuze
gejaagdheid.
Is dat uw laatste ontmoeting met den
heer Winkler geweest? vraagt de voorzitter.
Ja.... Mag Ik nu heengaan! Ik ben in
zaken, en myn tyd Is....
Mr. Kögler valt hem in de rede:
Ik protesteer tegen het heengaan van
getuige, wien wy nog dlkwyis een en
Het Is een wonderiyk geval met die snoek-
baars. Daar had nu vroeger r.auwelyks Iemand
van gehoord. Een zoetwatervisch, dus by het
vlschetend Nederlandsch publiek In kwaden
reuk, al was het alleen maar uit angst voor
graten. Zy werd tot dusver ook niet in noe
men» waardige hoeveelheid aangevoerd. Maar
terwyl' de Noordzee-visschery vrywel is stil ge
legd door oorlog en mynengevaar, de visch-
menu’s in den lande wel erg kaaltjej zyn, doet
de snoekbaars haar massaal entree, in het be
gin wat koeltjes begroet, uit den nood verkocht
en gegeten en thans op eenmaal een delicatesse,
ook op de beste tafels: een smakeiyke, vrijwel
graatkxne visch, die gestoofd als aal, gekookt
als schelvisch, gebakken als bot, op slag po
pulair Is geworden. Heel Nederland, van de
tafel van den eenvoudlgen consument tot op
oen dlsch In het tynste restaurant, eet snoek
baars.
Eindeiyk, na zooveel donkere jaren, beleeft
de Zulderzeevlsscher weer een goeden tyd
wordt er weer eens pittig verdiend, overigens
meer door de groote hoeveelheid die gevangen*1
wordt, dan door den prils, welken men maakt.
Die goedzak van een oude Zuiderzee biyft zyn
menschen toch maar trouw's zomers de aal
en ’s winters de snoekbaars Want daarop al
thans mag men hopen, dat deze visschery
stand houdt, misschien dan niet in zoo grooten
overvloed als op het oogenblik, maar toch zóó,
dat er voor den viascher ook 's winters «rerk en
verdienste blyft.