Weekblad voor LANGEDXJK en Omstreken. 1 Tweede Proefnummer. Zondag* 10 April 1892. Ie Jaargang. Ia dagm van gpaaalag. FEUILLETON. DE MISLUKTE PROEFLES. NIEUWE® lammer tonmi Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. H. KEIZER. BUREEL: iVoordschanvoude. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer S ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Wie kent ze niet, die dagen van hoop en vrees, van geloof en twijfel? Wie heeft ze niet doorleefd die tijden waarin men aan den éénen kant zeker is van de zegepraal, terwijl men aan den anderen kant toch een zeker gevoel van vrees in zijn binnenste niet kan onderdrukken. Men zét iets op touw; men gaat iets ondernemenmen maakt der wereld er mede bekend. Hoe zal 't ontvangen, hoe zal 't opgenomen worden? Welke uitlegging zal men er aan geven? Zietdaar vragen, die altijd en altijd weer gesteld zullen Wordenen naar gelang van het grooter of kleiner gewicht der zaak, die men begint, zullen die vragen een min of meer ernstig karakter aannemen. Het zijn levensvragen, waarvan het antwoord ons zooveel waard is. En toch, de tijd alleen kan dat antwoord geven. Men hoopt echter, dat het antwoord gunstig is, dat de onderneming, op touw gezet, door het publiek zal worden ondersteund. En niet alleen, dat men dat hoopt, men verwacht het ook. Boven dien, wat mensch is er, die van zijn zaak niet het beste zou verwachten, want zijn ziel ligt er immers in? Wat opofferingen heeft hij er zich niet voor getroost, wat al middelen tot het welslagen er niet voor aangewend! Intusschen hopende, vreest hij af en toe. Hij weet bij ondervinding, hoe de wereld is, hoe de menschen zijn; hij weet, dat de we reld oordeelt en veroordeelt, geneigd als zij is haar op- en aanmerkingen te maken, en dat ook hij aan dat oordeel niet ontkomen kan. Hij weet, hij gevoelt dat ailes en wordt steeds, ongeduldiger. O, kon hij het gordijn ophalen, waarachter de toekomst voor hem verborgen ligt. Het zijn dagen van spanning, die hij doorleeft, dagen van hoop en vrees, van ge loof en twijfel. Zulke dagen doorleeft ook de uitgever van de Nieuwe Langedijker Courant". Evenals een moeder, staande bij de wieg van haar kind, hoopvol vraagt, wat zal er van dit kind wor den, zoo heeft de uitgever van dit blad, ziende op zijn eerste proefnummer, zich de vraag gesteld, wat zal er van dit, mijn blad, wor den? Gewichtige vraag! Yan de beantwoor ding daarvan hangt veel voor hem, veel voor de gemeenten af. Vooreerst voor hem, omdat de uitgave van een courant een krachtige steun zijn zou voor eene vestiging, nog zoo jong als de zijne. En dan, niemand zal 't hem ten kwade duiden, dat hij concurreert tegen on dernemingen van gelijken aard. Wij leven toch in een tijd van concurrentie en kunnen er dus niet buiten. v Natuurlijk, dat hij voor zich er het beste van verwacht. Tijd noch moeite heeft hij ont zien, allerlei opofferingen zich getroost, omdat het hem niet alleen en uitsluitend te doen was een courant uit te geven, hoe dan ook, maar ook om het publiek daardoor ter wille te zijn, en het op de hoogte te houden van de troebe len onzer hedendaagsche maatschappij. Zoo kan de uitgave niet alleen nuttig voor hem maar ook nuttig zijn voor Langedijk. Intus schen maakt zich een gevoel van twijfel van hem meester. „Het aantal weekbladen toch is reeds veel, en nu deze courant weer; ik weet het niet, maar of zij wel levensvatbaarheid zal hebben, daar twijfel ik aan." Verder„dat van een zaak als deze, door zulke jonge krach ten ondernomen, niet veel te verwachten is, enz." De uitgever weet het. Trouwens die op merkingen liggen voor de hand, maar ook dat zijn stemmen die uit den boezem van het volk opgaan, en waarmede dus rekening moet wor den gehouden. Geen wonder, dat de uitgever reikhalzend uitziet naar den dag, met vurig verlangen het oogenblik verbeidt, waarop het zal uitkomen, hoe zijn courant ontvangen is. Het zijn dagen van spanning voor hem, ge lijk er zoovele zijn in het leven van een mensch, die het goede wil en tracht te be vorderen. met allen ijver en nauwgezetheid, hem eigen zijn. KENNISGEVING. --der Gemeente Zuidschar woude brengt ter kennis van belanghebbenden, dat van elke voorgenomen, aangevangen of voltooide stichtingSlooping, Herbouw, Bijbouw, Vernieuwing or verandering van bestemming van gebouwen ten spoedigste aangifte behoort te geschieden tor Gemeente secretarie, met opgave van sectie en nommer der be trokken perceelen. De Burgemeester voornoemd, J. R. KIST. Gemengd Nieuws. Een even zeldzaam als belangwekkend schouwspel was Maandagnamiddag, te ongeveer halfzes, gedurende ruim een kwartier boven het oostelijk deel van het eiland TEXEL, zichtbaar. Een gedeelte an het dorp Oosterend was in omgekeerde richting in de lucht, door een fata morgana, zeer duidelijk zichtbaar. Vooral de hoogste punten, zooals de dorpstoren en de ijze ren kaap bij Nieuwesehild, kwamen duidelijk Aan Davenport-Sequah werd de vorige week in DEN HAAG een serenade met lam pions gebracht. Verschillende volks- en popu laire liederen werden vóór het hotel gespeeld en ten slotte verrastte Sequah zijne vereerders door geld onder hen uit te strooien. t De 7e jaarlijksche wedstrijd vanwege den A ederlandschen Kolfbond zal dit jaar vermoe delijk 12 en 13 Sept. op de terreinen van de sporttentoonstelling te SCHEVENINGEN ge houden worden. Aan den personeelen en bondswedstrijd zal tevens verbonden zijn de wedstrijd om den eere- prijs (gouden medaille) tusschen de vijf le win ners van de vorige wedstrijden. Zij zijn de heeren: N. Polak, van Gouda, A. Kist, van Zuidscharwoude (die tweemaal le winnaar was); W. Tensen, van Schelliukhout C. Witteveen, van Haarlem, en H. F. van Thiel, van Haarlem. Uit ons land zijn in het le kwartaal van 1892 830 vreemdelingen over de grenzen ge bracht, als hebbende geen middel van bestaan. Op een verzoek van vele neringdoenden te RENKUM tot vernietiging van het politie- verbod om honden als trekdieren te gebruiken, is door de Koningin-Regentes afwijzend beschikt. Levy Vos te AMSTERDAM, gearresteerd als verdacht de moordenaar te zijn van Anna Verhoeven, is bij gebrek aan bewijs losgelaten. Mejuffrouw de wed. LaanLangereis, on langs overleden te BENNINGBROEK, heeft aan de diaconie der hervormde gemeente aldaar de som van /"6000 vermaakt. - Te HOOGWOUD zal de heer J. Zijp Kzn., lid der Tweede Kamer, den 18 April e. k. eene politieke lezing houden. Bij het verder afgraven van de terp Aven- dorp onder SCHAGEN, zijn behalve de reeds vermelde zilveren penningen, nog gevonden tan- den van wilde zwijnen, vreemde steenen en ge broken urnen. Te MOERGESTEL ontstond dezer dagen brand in het mastbosch der gemeente. Door de vlugge hulp der gemeentenaren was men den brand spoedig meester. Het mastbosch was drie meter hoog, zoodat het zich ernstig liet aanzien. Er zijn negen Hectaren van dit schoone bosch verbrand. MAASTRICHT werd dezer dagen door de rijksambtenaren eene belangrijke aanhaling van zout gedaan. Een met paard bespannen kar, beladen met ledige vaten en zakken aardappe len, werd buiten de voormalige Brusselsche poort aangehouden. Bij nader onderzoek bleek, dat de zakken aardappelen gevuld waren met ongeveer 1000 Kilo zout. De vervoerder nam de vlucht, paard, kar en lading in den steek latende. Bij besluit van 18 Februari is aan dr. Th. van Buuren, voor den tijd van tien jaren, vergunning verleend tot den aanleg en het ge bruik van geleidingen voor electrische verlichting- te SOEJfcABAJA. Nog altijd wordt onder toezicht van de politie in den Raamsingel te HAARLEM ge- vischt naar het werktuig waarmee de dubbele moord zou zijn gepleegd, evenwel tot dusverre zonder eenig succes. Zondagavond ten half negen, werden nabij het gesticht Meerenberg door den onbezoldigden rijksveldwachter J. Bakker en den nachtwaker P. van Nobelen, twee oppasseressen van dit ge sticht aangehouden, welke heimelijk het gesticht hadden verlaten. In haar bezit werden gevonden 48 stuks linnengoed, ingepakt en voorzien met een adres van iemand in Zwolle. Voor den bur gemeester van Bloemendaal gebracht, bekenden zij de goederen uit het gesticht te hebben ont vreemd. De aangehoudenen zijn A. A., oud 36 jaar en T. v. d. H., oud 19 jaar. In de Provincie was een nieuwe Iuspecteur van Toezicht op 't L. O. opgetreden, die als zeer ge streng bekend stond. Geheel onverwacht kwam hij reeds weinige weken na zijne benoeming de Kweek school te TV. inspecteeren. Dat was eene onaange name verrassing voor de leerlingen der eerste klasse, wien werd aangezegd, dat ze om twee uur proefles meesten geven in de leerschool. De heeren candidaten eene onderscheiding, hun door de »Brandvossen" (kweekelingen der tweede klas) en »Vossen" (kweekelingen der derde klas) gegeven geraakten door de plotselinge en onver wachte tijding geheel in verwarring. Om dit te be grijpen, dient men te weten, dat wel-is-waar de kweekelingen eenigermate met de theorie der pae- dagogiek op de hoogte waren, doch zelden voor de klasse hadden gewerktwant de directeur had hen liever in den tuin gezonden, om er nog een extratje aan te verdienen; «handenarbeid maakt gezond en sterk", zeide hij dan steeds. Met rood gelaat trad het Hoofd der Leerschool naar binnen, om den kweekelingen de «blijde bood schap" te brengen. f# »Pas nu op, jongelui!" zeide hij, «datje voet bij stuk houdt en je best doet. De Inspecteur heeft een bjj zonder scherpen blik en ieder kiest natuur lijk dat onderwerp waarmee hij 't meest vertrouwd is en de leerlingen het best op de hoogte zijn. Dat was aan geen doovemansooren gezegd. Men maakte zich den voormiddag buitengewoon ten nutte: hier, met zich op het orgel of de piano te oefenen, daar met het opdreunen van allerlei epis tels, terwijl de leeraar in de natuurkunde met zijne leerlingen honderd-vier-en-tachtig bladzijden Physika had gerepeteerd. Ten slotte werden eenige geschied kundige voordrachten gehouden. Eindelijk sloeg het uur waarop de proeflessen zouden beginnen. Steinfeldt, een der kweekelingen was zeer onrustig en toen hij om kwart voor twee het lokaal binnentrad, werd het er niet beter op. Aan het boveneinde van de tafel zat de gevreesde inspecteur, zijn doordringende oogen op de leerlin gen gevestigd houdende en onverschillig zoo het scheen voor de gespannen blikken van den direc teur en de leeraars. Weldra haalde hij een notitieboekje te voorschijn, bladerde er eenige malen in om, zag op zijn gouden horloge en trommelde met den wijsvinger op den kant van de tafel. Meteen liet Steinfeldt, die deze week met het bespelen van het orgel was belast, zijn vingers over de toetsen glijden en speelde het Choral. Hierop volgde het gebed van het Hoofd der Leerschool, waarin natuurlijk ook aan den Inspecteur werd ge dacht en de lessen namen een aanvang. Steinfeldt was, op de orgelbank zittend, geheel oor; hij wilde zien, hoe zijne kameraden het aan legden en welke methoden den inspecteur wel en welke niet bevielen. Doch spoedig behaalde zijn zenuwachtigheid weer de overhand en zag hij steels- gewijze naar de voor hem liggende punten, die hij voor de les had opgesteld. Drie uren waren reeds verloopen en de kinderen zagen er voor het meerendeel zeer vermoeid en overspannen- uit; een examen werkt afmattend; vandaar, dat het met de antwoorden ook niet zoo vlug meer ging als in het begin. Ook de directeur en de leeraars schenen naar het einde te verlangen en richtten dikwijls vragende blikken naai- het einde der tafel. De directeur was reeds van plan, zich van zijne plaats te verwijderen, toen de inspecteur bij het slaan der klok op zijn horloge zag en eenige seconden met strakken blik de beweging der wijzers volgde. Steinfeldt kon een uitroep van vreugde maar nauwelijks onderdrukken. «Het gevaar is voorbij", dacht hij. Want zouden de overige acht ook nog worden voorgeroepen, dan was er met het invallen van de schemering nog geen einde. En dat zou ook den inspecteur niet bevallen. Deze stak het horloge weer in den vestzak. «Kweekeling Steinfeldt!" riep hij, zich over de leuning heenbuigende en een snuifje uit zijn doos nemende. Directeur en leeraars trokken ontstemde gezich ten. Steinfeldt echter, die zoo zeker het einde van het examen verwacht had en den goeden afloop innerlijk zegende, werd bij dezen ommekeer als door den donder getroffen. Hij wist niet, hoe hij van de orgelbank naar beneden was gekomen en een wel gemeende stoot met den elleboog van een vriend gaf hem eerst zijne bezinning terug. Hij slaakte een diepen zucht, toén hij plaats nam. Zijne knieën knikten, onzeker dwaalde zijn blik over de klas, angstig zag hij den inspecteur aan en toen een spottend lachje om diens mond het eenig antwoord was, geraakte hij geheel en al de kluts kwijt. De vragen, die hij den kinderen deed, waren zoo dwaas en ondoordacht, dat daarop met geen mogelijkheid een goed antwoord te verwachten was. Zijn angst en verlegenheid vermeerderden zicht baar en onhandig als hij was, zocht hij vruchteloos naar een middel, om zich uit zijn onaangename positie te redden. Een bestraffende blik van den inspecteur benam hem ten slotte alle zelfvertrou wen sprakeloos als aan den vloer vastgenageld, stond hij voor de klas. Hoe gaarne hij al zoo ver mogelijk van deze plaats gevlucht zoude zijn, 't was hem niet mogelijk, een voet te verzetten of een hand te verroeren. «Uitscheiden!" mompelde de inspecteur, terwijl hij iets in zijn boekje schreef. Steinfeldt bleef in dezelfde houding staan. «Uitscheiden hebt gij gehoordklonk het met luider stem. Thans kwam de jongeling tot bezinning. Van schaamte het gelaat in zijne handen verbergende, ging hij met onzekeren tred naar de deur. De schutting langs het orgol behoedde hem voor val len. Terwijl hij zich verwijderde, hoorde hij den in specteur nog tot den directeur zeggen: «Ik kan mij niet begrijpen, hoe dat jongmensch hier steeds tot zulke goede punten is gekomen. Dit was slecht, zóó slecht, als ik het nooit heb aangetroffen. De

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1892 | | pagina 1