Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 26 Juni 1892.
jaar echter heeft men geen net opgetuigd paard
en kar gezien en bleef de stal van den heer
Berkhout ledig. De zoogenaamde „jongeluierdag"
schijnt dus opgehouden hebben te bestaan, om
zich te vereenigen met den laatsen Zondag. Dan
is 't niet onwaarschijnlijk of Schagen is te klein,
en zullen „Ceres" en de kolfbaan van den heer
Blauw en andere opgestopt zijn met danslustigen
waardoor het anders zoo genotvolle dansen over
gaat met elkander op de teenen te trappen.
Toch is 'tte hopen dat de Zondag veel mag
goedmaken van wat de vorige week het slechte
weer heeft bedorven en waardoor de Schager-
kermis dit jaar geen voordeelige kan genoemd
worden.
Het vijfentwintigjarig bestaan der Rijks
hoogere burgerschool te Alkmaar zal, naar alle
waarschijnlijkheid, o. a. ook met het houden van
een allegorischen optocht gevierd worden.
Door de katholieke partij te Maastricht,
is de candidatuur voor het lidmaatschap dei-
Tweede Kamer aangeboden aan den heer Armand
Diepen te Tilburg, die zich thans te Yalkenburg
bevindt. De heer Diepen heeft echter die can
didatuur geweigerd.
Het koffiehuis van' Jannetje Struik, de ge
wezen millioenjuffrouw, te Botterdam, is op
order van de politie gesloten, nadat het aanlei
ding gegeven had tot een opstootje. Yoor haar
koffiehuis had zich een menigte verzameld, die
allerlei wanordelijkbeden pleegde. De politie zag
zich genoodzaakt met de sabel in de vuist de
menigte uiteen te drijven.
De sporttentoonstelling te Scheveningen
werd Zondag door 2500 betalende bezoeken be
zocht. Gedurende de geheele week van 12 tot
19 dezer gingen door tourniquets 19393 personen
en van de opening tot 19 dezer 61342.
Bij een drietal ingezetenen te Yoordwolde
zijn de schapen in de weide geschoren. De beest
jes waren er misschien wel aan toe, doch de
onbekende scheerder is zoo vrij geweest, de wol
voor de moeite te nemen.
Dinsdag, was het de laatste dag, waarop
men kon inschrijven aan de verschillende effec
tenkantoren voor aandeelen in de Staalwaterbron
te Haarlem.
Dinsdagavond vergaderde het comité met de
onlangs benoemde sub-commissie, om den stand
van zaken te overzien.
Dat overzicht bood weinig reden tot blijdschap.
In weerwil van al de moeite in de laatste weken,
ook door de sub-commissie aangewend, om Haar
lems gegoede burgerij tot deelneming in de leening
aan te sporen, bedraagt het totaal der inschrij
vingen niet meer dan ruim ƒ152.000.
Er ontbreekt derhalve nog acht en Veertigdui
zend gulden.
Woensdagmorgen ontving Haarlem het
bezoek van de zuster van H. M. de Koningin
Itegentes, prinses Elizabeth van WaldeckPyr-
mont. Yergezeld van twee dames der hofhouding
en van den kamerheer der Koningin Regentes,
baron Taets van Amerongen, begaf de Prinses
zich eerst naar het Stedelijk Museum op het
Stadhuis, daarna naar Teylers Museum en ge
bruikte vervolgens in Hotel Funckler de lunch.
Aldaar werd haar door het dochtertje van den
heer P. P. C. Jacobi een fraai bouquet aange
boden.
Des middags nam de Prinses de Groote Kerk
in oogenschouw, waar op haar verzoek door den
heer W. Fzerman het orgel werd bespeeld, waarna
de Prinses in een landauer van den heer Jb.
Blesgraaf een rijtoer werd gemaakt door den
Hout en Kenaupark en verliet met haar gevolg
onze stad te circa 4 uur.
De Prinses, die op dit oogenblik zooals bekend
ze groot in de wereld worren, der eigen vader en
moeder vergeten. Daar he je nou
Het gesprek wordt door de komst van een der
beambten afgebroken. De kruiers krijgen een standje,
omdat ze zooals de man zegt «staan te klet
sen in plaats van te werken".
Intusschen wandelt Frans met zijn moeder voort.
Hij heeft niet opgehouden, of zijn moeder moest
hem een arm geven. Moeder wilde eerst niet ge
armd met zoo'n mijnheer."
Nu en dan kijkt zij vol trots naar haar zoon.
Wat is hij een knap man geworden! Volstrekt geen
kind uit den burgerstand; zoo'n deftige mijnheer!
Maar hij is toch haar Frans, haar lieve jongen ge
bleven, dien moeder met zoo'n bang hart zag ver
trekken. Wat was hij hartelijk bij zijn komst!
Vroolijk pratende over allerlei zaken, het huisge
zin betreffende, over zijn vader en zijn zusje, gaan
zij den weg op naar huis, verwonderd nagestaard
door tal van voorbijgangers, die zich maar niet kun
nen begrijpen, dat zoo'n rijk heer met zoo'n een
voudig burgerjuffertje wandelt.
Eindelijk naderen zij het huis. Vader staat op de
stoep en ziet hen reeds in de verte aankomen.
Wat! Is die forsche, deftige mijnheer, aan wiens
arm zijn vrouw wandelt, zijn zoon. Is dat zijn
Frans?
Spoedig zijn moeder en zoon het huis genaderd.
Frans laat zijn moeder los en loopt op zijn vader
toe, schudt hem hartelijk de hand en klopt hem
op den schouder.
»Wel, papaatje, kent u me nog; moeder zou me
geloof ik, voorbij geloopen zijn op straat!"
Een oogenblikje later zitten vader, moeder en
Frans in de gezellige kamer achter den winkel. De
deur van de kamer staat half open, opdat vader
kan zien, wie er in den winkel komt.
Frans moet natuurlijk van al zijn avonturen ver
tellen. En onder het vertellen, krijgen moeder en
ook vader de zekerheid, dat, hoewel Frans veel
levenswijsheid heeft opgedaan, zijn hart onbedorven
is, te Soestdijk logeert, was gekleed in een grijs
wandeltoilet.
Op de Maandag 1.1. te Schagen gehouden
paardenmarkt, waren aangevoerd 235 stuks.
De prijzen liepen van 60 tot 400 gulden. Het
grootste gedeelte der aangevoerde exemplaren
waren werkpaarden.
Men schrijft uit Londen aan het U. D."
Het koffiehuis van Krasnapolsky in Oxford-
street, zooals men weet een navolging van dat
te Amsterdam en opgericht omdat ook de Hol
landers in Londen hun „Kras" wilden hebben,
wordt met een gevaar bedreigd. De Belgische
decorateur Chambon, aan wie de versiering der
lokalen is opgedragen geweest, heeft de failliet
verklaring aangevraagd van de Maatschappij,
welke het koffiehuis heeft opgericht, omdat zij
hem een groot deel van zijn vordering is schul
dig gebleveu.
Er zijn meer schuldeischers. In het geheel is de
Maatschappij ongeveer 10.000 pd. st. schuldig
en zij beweert niet te kunnen betalen. In eene
vergadering van aandeelhouders werd besloten
de schuldeischers met obligaties te betalen, maar
de heer Chambon wil daarmede geen genoegen
nemen. Men vreest, dat in de gegeven omstan
digheden een faillisement niet te vermijden zal
wezen.
De heer Krasnapolsky te Amsterdam is bij
de Londensche onderneming slechts in geringe
mate betrokken.
Door den commissaris der Koningin in
Noord-Holland is bepaald, dat de jacht op wa
terwild in die provincie zal worden geopend in
den kring begrepen binnen den Westfrieschen
omringdijk in de gemeente Petten, in de ge
meente Callantsoog, alsmede in het gedeelte van
den polder „het Koegras", gelegen onder de
gemeente Helder, op 15 Juli 1892;
op het eiland Texel, met uitzondering van den
polder „Eijerland" op 1 Sept. e. k., en op de
overige deelen der provincie, dus ook in den
polder „Eijerland" op 1 Aug. 1892.
Ilet werk van een duiker.
Gedurende eenige dagen is de duiker Engel
hart van IJmuiden bezig met in het Zuider-
Buitenspaarne te Haarlem het overblijfsel van
den vestingmuur stuk te slaan, en met behulp
van anderen boven water te brengen. Over dit
gedeelte vestingmuur was reeds dikwijls geklaagd
dat het groote last en gevaar voor de scheep
vaart leverde en eindelijk is met de opruiming
daarvan begonnen.
Dat de wegruiming op die wijze geen gemak
kelijk werk is eu eenige belangstelling wekt,
laat zich begrijpen.
Voortdurend wordt de duiker door een massa
menschen aan den walkant en op de brug ga
degeslagen. Het is dan ook een eigenaardig
schouwspel hem te zien werken.
Door zijn helpers wordt hem het duikerspak
aangetrokken en de helm om het hoofd vastge
maakt aan dien helm, waarin aan de voorzijde
een paar glazen, waardoor de duiker zien kan,
wordt een buis bevestigd, waardoor hem de lucht
van boven wordt toegevoerd.
Zoodra zijn toilet in orde is, wordt hij op
een ladder geholpen, welke buiten boord hangt,
en daalt de duiker, gewapend met bijl en hou
weel, langzaam naar beneden en verdwijnt aan
de oppervlakte van het water.
Geruimen tijd ziet men niets dan bellen aan
de oppervlakte van het water, het bewijs dat
de duiker bezig is de stukken lostehakken; om
die stukken wordt door hem een touw gebonden,
waarna zij door zijn helper door middel van een
catrol aan de mast van het vaartuig bevestigd,
naar boven worden getrokken.
Af en en toe schijnt het den duiker te be
is gebleven. En moeder drukt haar jongen de hand
en zegt, als hij zijn verhaal geëindigd heeft, met
tranen in de goede, trouwe oogen: »je bent nog
mijn eigen trouwe Frans!"
«En nu eens over uw zaken, vader; hoe gaat het
er mee?"
»Och jongen," zegt vader, «slecht! Niet veel te
doen en dan een hooge huishuur, zie je, dat geeft
weinig verdienste. Als jij ons zoo nu en dan niet
eens gesteund had, hadden we er nooit kunnen ko
men. En wat je voor je zusje gedaan hebt, Frans,
daar zijn we je allen erg dankbaar voor. Wat had
er zonder jou van haar moeten worden?"
»Nu, spreekt u daar nu niet over, dat was niets
meer dan een staaltje van mijn plicht en een klein
sommetje op afrekening van de schuld, die ik nog
bij u heb. Hoe gaat het met Truitje? 't Zal me een
heele meid geworden zijn. Laat eens zien, ze is
nu negentien jaar!"
»M e i d?" zegt moeder lachend. »'t Is een
heele dame en ze zou vrij wat beter aan je arm
passen, dan ik, ze zou daar niet, zooals ik, een gek
liguur slaan."
«En pas maar op, ze is niet op haar mondje ge
vallen ook", voegde vader er bij. »Je zal heel wat
werk aan haar hebben."
«Waar is haar school?" zegt Frans op zijn hor
loge kijkende, «het is juist vier uur, ze komt dus
vrijik ga haar halen. Ik zal haar eens verrassen."
»Ja", zegt moeder, «doe'dat!" en ze vertelt hem
waar hij de school kan vinden. Frans gaat op weg
en laat de beide oudjes alleen, die samen zoo veel
over hun jongen te babbelen hebben.
Frans staat al reeds eenine minuten voor de school.
Zoo straks heeft de klok vier geslagen. Het kan dus
niet lang meer duren.
Daar komt eindelijk een jonge dame uit de school,
die haast schijnt te hebben. «Zou zij het zijn?" Mij
dunkt, ik meen nog wel iets in haar gezicht te her
kennen
De jonge dame komt nader. Frans laat haar voor-
nauwd te worden; men ziet hem dan naar bo
ven komen en met behulp van zijn helpers in
het vaartuig klauteren, want mag hij zich onder
water goed kunnen redden, daarbuiten is hij
door zijn zwaar tooisel en vooral door zijn met
lood bezwaarde schoenen hulpeloos.
Het werk schiet intusschen goed op en men
mag verwachten dat dien hinderpaal voor de
scheepvaart spoedig zal zijn weggeruimd.
Bij de Zondag jl. gehouden wielerwedstrij
den te Schevcniiigeii had de heer J. J. Otto
Bultman van Haarlemmermeer den zilveren krans
te verdedigen, dien hij het vorige jaar had ge
wonnen, en dien hij twee jaar achter elkander
moest winnen om hem zijn eigendom te kunnen
noemen.
De afstand van 20 K.M legde hij af in 38
min. 124/5 sec., waarbij hij zijn' tegenstander
ruim 1000 M. voor was, zoodat hij den krans
ook voor de tweede maal glansrijk won.
Bij nog twee internationale wedstrijden, dien
dag aldaar gehouden, trad hij beide keeren met
den len prijs nit het strijdperk.
Nalatige Huurders.
Het gerechtshof te Amsterdam wees dezer
dagen een niet onbelangerijk vonnis inzake huur
en verhuur.
Een huurder van eene woning was namelijk
niettegenstaande hem een gerechterlijke sommatie
was beteekend, in gebreke gebleven, de ver
schuldigde huur te betalen; hij werd door den
verhuurder gedagvaard, opdat de ontbinding van
het huurcontract het gevolg zou zijn.
Tusschen den dag dier dagvaarding en den
dag waarop de zaak moest dienen, bood de
huurder het verschuldigde bedrag aan, hetwelk
door den verhuurder, die de voorkeur gaf aan
de ontbinding van het contract, werd geweigerd
Yan het vonnis waarbij de eischer in het ge
lijk werd gesteld, kwam de huurder in appel.
Namens den huurder werd door Mr. J. Kap-
peijne van de Copello gepleit, dat door het aan
bod der huurpenningen, door consignatie gevolgd,
de mora, zoo deze had bestaan, was gezuiverd
en dus des verhuurders recht op ontbinding van
het contract daardoor was vervallen.
Pleiter betoogde dat uit art. 1302 4 B. W.
volgde, dat de huurder door als nog aan zijn
verplichtingen te voldoen, de ontbinding van
het huurcontract kon voorkomen.
Mr. A. Slotemaker L. Hz. optredende voor
den verhuurder, voerde hier tegen aan, dat onze
wet geen zuivering der mora kent, dat de in
gebrekestelling vau den huurder, de verhuurder
het recht geeft de ontbinding van het contract
te vorderen en dat dit recht door een latere
handeling van den huurder niet kan vervallen,
daar anders het recht van een verhuurder om
het contract met een nalatigen huurder te ver
breken, op losse schroeven werd gesteld.
Het hof vereenigde zich met stelsel, namens
den eischer ontwikkeld en bevestigde het vonnis
tot ontbinding van het huurcontract.
De wenschelijkheid om hare plannen en
denkbeelden in zeer ruimen kring bekend te
maken, en daardoor de Natie in de gelegenheid
te stellen er zich een oordeel over te vormen,
heeft" dc Zuiderzee-Vereeniging geleid tot het
besluit om eene volksuitgave het licht te doen
zien. die voor zeer geringen prijs voor ieder ver
krijgbaar wordt gesteld. Een technisch overzicht
van het vraagstuk van Prof. J. M. Telders, daar
toe welwillend beschikbaar gesteld; de Oecono-
mische Beschouwingen van het Bestuur, en eene
groote kaart van Nederland, waarop de afslui
ting met de verschillende bedijkingen en polders
in kleuren zijn gedrukt, kan worden verkregen
door ieder, die daartoe dertig cents of zes blauwe
postzegels voor elk begeerd exemplaar aan de
firma E. J. Brill te Leiden, de uitgevers der
bij gaan en zegt dan eensklaps: «Dag Truitje!"
De jonge dame loopt natuurlijk voort en doet net,
alsof ze niets hoort.
«Dag Truitje", herhaalt Franss, haar op zijde ko
mende, «ken je me niet meer!"
Truitje kijkt om en zegt eindelijk nu toch be
grijpende, dat de onbeschaamde vreemdeling haar
zeker moet kennen «Neen, mijnheer."
«Het is wat moois, je bent toch Truitje Smit
van den kruidenier!" voegt hij er plagend bij.
«Ja, mijnheer, die ben ik, maar zijt u dan
misschien Frans?"
«Die ben ik", zegt deze.
«Lieve, beste Frans!" roept Truitje en zonder
zich aan de menschen te storen, vliegt zij haar
broeder om den hals. Vroolijk pratende over aller
lei zaken, vader en moeder betreffende, gaan broei
en zuster arm in arm den weg naar huis op.
Truitje kijkt trotsch naar haar broer en Frans
ziet van tijd tot tijd met welgevallen naar zijn zusje
dat er werkelijk als een echt dametje uitziet. Wat
wordt er veel verhandeld tusschen die tweeTruitje
vertelt van haar studiën en school en Frans van
zijn reizen en triomfen. Zij zijn thuis, eer zij het
weten en vinden vader en moeder voor de gedekte
tafel. Dat is me eerst weer eens een ouderwetsch
middagmaaltje, zooals Frans in langen tijd niet heeft
genoten! Hij is niets verwend en doet zich met
evenveel smaak te goed aan de eenvoudige burger
pot, als voor 8 jaren toen moeder hem nooit genoeg
kon opscheppen, tenminste Truitje kijkt schalks
naar Frans en zegt tegen moeder, zacht, maar hard
genoeg, om door den persoon in kwestie verstaan
te worden«Nu, moeder, ik geloof, dat ze hem
daarginds honger hebben laten lijden!"
«Zeg eens, klein ding", zegt Frans, «weet jewel
dat ik je op mijn arm gedragen heb en dat geheel
Europa nu voor mij de knie buigteen beetje meer
respect, asjeblieft!"
«Respect, hoor dat eens moeder! Al buigt nu ook
heel Europa voor jou de knie en al heb je mij nu
Zuiderzee-Vereeniging, doet toekomen. De ver
zending geschiedt van af Maandag 27 Juni e.k.
Het centraalbestuur van den Nederlandsche
roomsch-katholieken volksbond heeft een adres
gericht aan II. M. de Koningin-Regentes, waarin
wordt aangedrongen op wettelijke regeling om
te verhinderen dat de door den werkman gestorte
pensioengelden voor hem verloren gaan, voorts
op nemen van maatregelen tegen „den verder-
felijken invloed" van de coöperatieve winkelver-
eeniging, op een strengere handhaving der Zon
dagswet, en ten slotte op het instellen van Ka
mers van Arbeid of Arbeidsraden.
Voor Sequah aangezien.
In Leeuwarden moet de vorige week het vol
gende komische geval zich hebben voorgedaan.
Een bruidegom uit Amsterdam moet te Leeuw
arden trouwen en logeerde toevallig in hetzelfde
hotel waar Sequah logeerde.
's Morgens komt het rijtuig met twee paarden
voor het hotel. De koetsier en de palfrenier met
bouquetjes op de borst.
Spoedig was er een groote menigte nieuws
gierigen, die meende, dat Sequah naar de zaal
van v. d. Wielen zou rijden.
Onze bruidegom keek wel eenigszins vreemd
op, toen hij zooveel belangstelling voor zijn hu
welijk zag, doch schreef dit aanvankelijk toe
aan kleinsteedschheid van de Leeuwarders.
Toen hij zich echter aan den ingang ver
toonde in zijn feestkleedij, raakte het publiek
nog meer in de war, temeer omdat zijn pos
tuur wel eenigszins met dat van Sequah over
eenkwam.
Met een hoogrood gelaat stapte onze bruide
gom in de koets, steeds meer kleurende, naar
mate de menigte aangroeide, en hem begon toe
te juichen.
Nauwelijks waren de paarden in beweging
of het volk wierp zich op het rijtuig, spande de
paarden af en in weerwil dat de bruidegom
protesteerde, trok men het "rijtuig voorbij de
woning der bruid, die haar bruidegom voorbij
zag rijden en in onmacht viel.
Gelukkig kwam men weldra den wagen van
Sequah tegen en zag het volk zijne vergissing
in en liet onze bruidegom staan.
De koetsier, die met de paarden gevolgd was,
spande weer in en reed den bruidegom naar
zijne bruid, die spoedig om de grap lachte.
Dat de vergissing de vroolijkheid van de brui
loftsgasten niet weinig verhoogde, laat zich be
grijpen.
We staan voor de waarheid van het gebeurde
niet in, maar als het gebeurde, zooals men ons
mededeelt, was 'teen aardige vergissing.
(A. C.)
Eenigen tijd geleden is er herhaaldelijk
geklaagd, dat het beeld der koningin als stem
pel voor de nieuwe zilveren munt zoo weinig
gelukkig wa3 uitgevallen. In verband daarmede
verneemt men, dat voor die munt thans een
nieuwe -stempel wordt gesneden, en deze weldra
ten gebruike van 's rijks Munt te Utrecht zal
gereed zijn.
Door mevrouw de weduwe Diemont is
aan de Prins Hendrik-Stichting te Egiuoml
aan Zee vermaakt een legaat vad ƒ2000, vrij
van alle rechten.
Zaterdagochtend van half elf tot half twaalf
brachten de kinderen van alle scholen uit de
stad Leeuwarden hunne hulde aan de vorst
innen, door het zingen van eenige liederen op
het hofplein. Ondanks de nu en dan neerval
lende regenbuien is ook dit gedeelte der feest
viering naar genoegen geslaagd. De beide Ko
ninginnen hoorden de uitvoering voor een der
ramen van het Paleis aan en werden door de
menigte, waaronder veel geestdrift heerschte, ge-
ook op den arm gedragen, daarin vind ik volstrekt
geen reden, om eerbied voor je te hebbenlk kon
je vrouw wel wezen."
«Wel heb ik van mijn leven! Zeg eens, papaatje,
je moogt je dochter wel een beetje inbindenis me
dat een taal voor een jonge dochter van nog geen
twintig? Zusje, zusje, het is maar goed, dat ik hier
een maand of drie blijf, om eens op je te passen.
Vindt je dat niet naar?" Truitje staat op, slaat
haar armen om den hals van haar broer en zegt
dan, met tranen in de oogen: «Neen, dat vind ik
heerlijk!"
Op dergelijke wijze praten broer en zuster nog
een geheelen tijd. Vader en moeder hebben er schik
in. 's Avonds heeft Frans met vader een ernstig
gesprek over de zaken. Hij tracht zijn vader over
te halen,' om de zaak aan kant te doen. Hiervan
wil de onde man niets weten. Het leven van een
leeglooper kan hem niet bevallen. Zie, als de huur
nju maar niet zoo hoog was, dan kon hij wat geld
in de zaken steken en dan zouden ze zeker wel
beter gaan.
Dat knoopt Frans in de ooren. Hij zoekt den vol
genden morgen den huisheer op en heeft met dezen
een lange beraadslaging; de notaris komt er bij te
pas.
's Middags aan tafel, toen zij weer met hun vieren,
gezellig bij elkaar hadden gezeten en moeder zich
juist gereed maakt, om de tafel af te nemen, zegt
Frans: «Wacht even, mamaatje, blijf even zitten,
ik heb nog een woordje te zeggen, vul jij, Truitje,
nog eens de glazen met bier."
Truitje doet dit, haar broeder verwonderd aan
ziende. Als zij daarmede gereed is, zegt Frans, zijn
glas 'opheffende«Ik verzoek u allen, de glazen op
te heffen en met mij te drinken op den nieuwen
eigenaar van dit perceel!" Met deze woorden reikt
hij zijn vader de notariële acte van eigendom van
het huis over.
EINDE.