"Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 3 Juli 1892. Een bezoek aan de Slaalbron. hadden betuigd aau liet denkbeeld om des Zon dags geen brood te nemen. Met deze instemming is het echter gegaan, zooals dit op sociaal gebied met betuigingen van instemming helaas maar al te dikwijls het ge val is. Bij de grootste der vier fabrieken, die te 's-Gravenhage op Zondag bakken, de Haagsche Brood- en Meelfabriek, hebben (voor de juist heid dezer gegevens staat liet S. W. in) 36 vaste klanten in den aanvang hun brood des Zon dags niet meer genomen, en daarvan zijn na een paar weken, toen het nieuwe van de zaak af was, en men bemerkte dat anderen op Zondag bleven lcoopen, 9 weder op de verandering te ruggekomen. En het zoogenaamde losse debiet, d. i. het debiet aan degenen die zelf in de win kels komen koopen, en waaronder de depothou ders behooren, heeft geen vermindering hoege naamd ondergaan, hetgeen tevens aanwijst dat de lagere klassen, die onder deze rubriek van het debiet vallen, zich in dit opzicht van alle medewerking onthielden. Het warme pleidooi van mr. Borret voor de Zondagsrust heeft echter wel een klant aanleiding gegeven, aan de direc tie der broodfabriek zijn stelligen wensch te uiten, om des Zondags het brood te blijven ontvangen, welke wensch door hotelhouders als een bepaalde eisch voor verdere levering is gesteld. Deze loop der zaak is zeer treurig aldus besluit het S. W. maar heeft deze goede zijde, dat zij aanwijst dat particulier initiatief slechts al te vaak tot verbetering van maat schappelijke toestanden niets vermag, en dat alsdan de wet zal moeten ingrijpen. Dinsdagavond is te Utrecht een militair bij het zwemmen verdronken. Dit zwemmen ge schiedde als steeds onder toezicht van officieren en onderofficieren, waarbij ongeveer 200 man tegelijk te water gaan. Nadat dit door het aangegeven signaal verlaten was en alle reeds weer gekleed waren, merkte men aan een over gebleven pak kleeren. dat nog een dor manschap pen te water moest zijn. De beste zwemmers gingen weer in het bassin en vonden na eenig zoeken den vermiste. Onmiddellijk werden door den aanwezigen officier van gezondheid de rege len der kunst op hem toegepast, doch na ander half uur daarmee bezig geweest te zijn, moest de dood worden geconstateerd. De verdronkene was een milicien van dit jaar, afkomstig uit Amsterdam, kostwinner voor zijne moeder. De Provinciale Noordhollandsche Bond van Harmonie en Fanfarcorpsen uitsluitend bestaande uit diletanten, zal zijn vijfde concours houden op 3 en 4 Juli 1892, op de terreinen der Ko ninklijke Cacaofabriek van de heeren C. J. van Houten en Zoon, te Weesp. De jury bestaat uit de heeren: R. Hol, te Utrecht; Jos. Kessels, TilburgJ. Koning, HelderCh. P. W. Kriens, Haarlem en Joh. M. Zaagmans, Amsterdam. De wedstrijd zal den 3 te 12 uur aanvangen met een door alle vereenigingen gezamenlijk uitgo- voerden „Boudsmarsch", compositie van J. P. Groot. Tot deelneming hebben zich aangegeven le afdeeling a. (Harmoniegezelschappen) met het verplichte stuk „Lohengrin" van R. Wagner, „Harmoniekapel" Beverwijk, met 20 leden; „Stedelijk Muziekkorps", Alkmaar, met 45 leden „De Adelaar", Weesp, met 37 leden„Excelsior", Wormerveer, met 31 leden, le aldeeling b. (fan faregezelschappen), met hetzelfde verplichte stuk, „Muziekkorps d. d. Schutterij", Hoorn, met 24 leden„Stedelijk Muziekkorps", Purmerende, met 24 leden. 2e afdeeling b. (fanfaregezelschappen), met het verplichte stuk „Ouverture Hongroise", van L. M. J. Kessels, „Edam's Fanfarekorps", met 20 leden„Concordia" Weesp, met 24 leden „Fanfarekorps", Broek in Waterland, met 20 leden; „Winkel's Fanfarekorps", met 21 leden; 3e afd. B. (fanfaregezelschappen), met het ver plichte stuk „Mignonnette" van J. Baumann: lotseling, als konde het niet anders zijn; als had ij van te voren met zekerheid geweten, dat zij voor een laatst en eeuwig afscheid nog eenmaal vertrouwend tot hem komen moest, als had hij al dien langen tijd slechts op dit wederzien gewacht. »Alles is je vergeven en ook hem. Wat is er van mijn broeder geworden?" »Op het kerkhof te Long Island rust hij uit van den wilden zwerftocht door 't leven. Van stad tot stad, van plaats tot plaats trokken wij steeds meer en meer afgemat, en meer en meer ongeschikt werd hij om de kunst te dienen, en terwijl hij steeds dieper zonk, jzocht zijn verlangend, koorts achtige blik onafgebroken het geluk. Toen hij ein delijk tot het inzicht kwam dat hij een hersen schim najaagde, toen bleef hem niets meer over dan de duistere nacht van het graf." De stem begaf haar in een zacht weenen. »Heb je nog een wensch, Magdalena? Kan ik iets voor je doen?" vroeg Neubert, diep over haar heen gebogen. »Roosie" antwoordde zij, op het meisje wij zende, dat in de andere kamer geknield lag te bid den. »Zij is mijne dochter. Door haar geeft ge mij een schoonen levensavond", sprak hij. Stil werd het in het vertrek. Alleen de stem vau het biddende kind klonk zacht als in een droom. Nog eenmaal sloeg de stervende de oogen op en fluisterde: »Eduard, als aardsche, aan dwa lingen onderhevige vrouw, beminde ik Lotharius, maar wanneer wij ons in de hemelsche velden van den eeuwigen vrede wederzien dan zal mijn ziel u toebehooren. Sedert dien avond gevoelde de oude docter zich niet meer eenzaam. In de dochter van haar, die hij eenmaal zoo in nig had lief gehad, vond hjj terug, wat hem was ontnomen. einde. „Zaandijks Fanfarecorps", met 24 leden; Con cordia", Oostzaan, met 29 leden en „Excelsior" Warder, met 26 leden. Aan de Enkhuizer aardappelmarkt zijn in Juni 1892 verhandeld bij de 8000 halve Hectoliters aardappelen. Zondagmiddag wilde de 80-jarige werkman de IJ, woonachtig aan de Aalsmeerderweg Sectie K K te Haarlemmermeer, zich naar de boerderij van den in de nabijheid won enden landbouwer Overtoom begeven. Onderweg werd hij ongesteld en viel in het gras neder. Toen zijne kinderen en de buren bij hem kwamen, was de oude man reeds overleden. De openingsrede van het op a. s. Woensdag 6 Juli op de buitenplaats „Meer en Berg" onder de Gemeente Heemstede te houden natio naal zendingsfecst wordt uitgesproken door Dr. G. J. van der Flier van 's Gravenhage en de slotrede door Dr. J. Th. de Visser van Amsterdam. Nu het zeker is, dat de onderneming van de Staalwaterbronnen inde Haarlemmermeer wordt doorgezet, meenden wij dat het oogenblik daar was, om eens een kijkje te nemen bij de Staal- bron zelve. Niet 0111 de mededeelingen van het comité daaromtrent te controleeren ieder is van de betrouwbaarheid daarvan overtuigd, maar om eens met eigen oogen die fameuse bron te beschouwen, die in de toekomst Haarlem's bloei zal verhoogen en die nu reeds voor tal van zie ken en zwakken een uitstekend geneesmiddel is. De hoeve „de'Yser Rinck", waarop de bronnen gelegen zijn, bevindt zich aan den IJweg bij den Spaarnwouder weg. Van Haarlem af is ze onge veer anderhalf uur gaans verwijderd en wie ze in deze dagen bezoeken wil, zal daarom wel doen met een rijtuig te laten inspannen, want hoewel hier en daar eenig lommer te ontdekken is, het grootste gedeelte van den weg is overgeleverd aan de verzengende zonnestralen. Langs de Zomervaart, de Kingvaar, het Fort de Lie komt men aan den eindeloozen rechten Spaarnwouderweg, wiens eentonigheid alleen ge broken wordt door eenige zijwegen. De tweede daarvan is de IJweg, waaraan de boerderij van de bronnen is gelegen. D'Yzer Rinck, vroeger toebehoorende aan de familie Dyserinck. thans nog het eigendom van een der leden dier familie, mevrouw de weduwe Tromp zal den eersten Juli toebehooren aan de Maatschappij tot Exploitatie der Staalwaterbron nen, die haar met een som van 35000 gulden betaalt. Het is een plaats van 120 bunders en de tegenwoordige huurder, M. Kampers, hondt er 14 koeien op. "Wanneer men het erf betreedt kijkt men rond naar de bron. Waar is zij toch? Een bron, die ons al zoo lang bezig houdt, moet toch wel da delijk in het oog vallen. Och neen. Ge ziet naar alle kanten rond, hier is de wel, ge staat er vlak bij. In een gemetseld ver wulf, waarvan slechts een oppervlakte van een vierkanten meter zicht baar is, klatert het water, met een straal die de dikte heeft van een manarm, regelmatig door. Helder als kristal vloeit het weg. We zullen eens een teug ervan drinken, 't Is niet lekker och, wat van den dokter komt is gewoonlijk niet heel smakelijk. En dit komt 'ook van den dokter, van den grooten geneesmeester, de Na tuur, die tot aller verbazing, in deze kale vlakke streek een bron heeft doen ontspringen, die een levensbron mag worden genoemd. Maar al is 't niet lekker, dat het verfrisschend is mag niet worden ontkendde lage tempera tuur, die het water altijd behoudt, draagt daar veel toe bij. De koeien van „d'Ysor Rinck" drinken het met graagte en beesten zijn, helaas het is maar al te waar, veel beter beoordeelaars van wat goed voor hen is, dan wij menschen, die het onze maag kwalijk nemen, wanneer die niet tevreden is met de poespas, die wij er in brengen. Een beest is wijzer: wat hem niet goed bekomt, laat hij staan. En zonder mallen, het pleit dus voor het water, dat de koeien het gaarne drinken, maar we behoeven daar niet lang over uit te weiden, omdat we weten hoe ook reeds tal van menschen met succes het staalwater hebben he- bruikt. Maandelijks heeft aan de bron het vullen plaats door den heer Loomeijer of den heer Yan der Sleen. Gewoonlijk worden dan telkens 900 fles- 8chen gevuld. Het water is zoutig en heeft een sterken ijzer smaak. Inderdaad, de leek die de analyse niet gelooven zou, kan op de boerderij het duidelijke bewijs vinden van de groote hoeveelheid ijzer, die het water bevat. Er zijn twee wellen. De eene vooraan en de andere achteraan het huis. Beide vloeien met een regelmatige, heldere straal elk in een sloot weg en in die slooten hebben zich allengs bruinroode eilandjes, dikke korsten van ijzerroest gevormd, die een eigenaardigen aanblik opleveren. Een zonderlinge gewaarwording komt over ons bij het zien van deze kostelijke bronnen. Hier op dit plekje gronds, in dezen uithoek, ligt dan Haarlem's toekomst! Op deze schijnbaar zoo simpele waterstralen bouwen wij de hoop voor den bloei onzer schoone stad. Ei, waarom niet? Heeft niet alle grootheid een nederig begin? Sedert meer dan dertig jaar stroomt dit heil brengende water nutteloos weg in smalle modder- slooten. Er is een betere bestemming voor weg gelegd zieken gezond enHaarlem groot te maken. Dat zij zoo! (H. Dagbl.) Buitenland. Hendrik Ibsen was regisseur van den schouwburg te Bergen, toen hij op de mooie dochter vau den predikant Thoresen verliefd werd. Na lang aarzelen besloot hij haar hand te vragenmaar, hoewel hij toen reeds door Catilina, het feest te Solkang, naam had gemaakt, zag hij zeer tegen den stap op. Eindelijk kwam hij op het denkbeeld mej. Thoresen te schrijven; hij vroeg antwoord, wanneer hij des namiddags 5 uren aan de pastorie kwam. Hij zou dan zijn kaartje afgeven en vragen, of zij hem ontvan gen wilde. Kreeg hij antwoord dat hij binnen komen kon, dan zou dat het bewijs zijn dat zijn aanzoek was aangenomenkreeg hij het antwoord dat mej. Thoresen niet thuis was, dam zou hij dat als een afwijzing beschouwen. Klokslag 5 uren schelde Ibsen aan; de meid deed open, nam zijn kaartje, bekeek dat en ver zocht hem binnen te komen. Met kloppend hart trad Ibsen de kamer binnen, maar vond daar niemand. De meid verzocht hem op de canapé plaats te nemen: de juffrouw zou wel spoedig komen. Ibsen ging met een zucht van verlichting zitten: hij kon nu overleggen wat hij zou zeg gen, als de geliefde binnentrad. Maar minuten verliepen en groeiden tot kwartieren aan en nie mand kwaiu. De dichter stond op, liep door do kamer, ten prooi aan allerlei gissingen. Zou mej. Thoresen zijn brief niet hebben ontvangen, of verkeerd hebben begrepen? Het werd 6 uren, kwart na 6 uren; nog altijd niemand. Alles in huis doodstil. Zou hij nog langer wachten? Ja, want ging hij nu heen, dan zou hij niet weer om de hand van het meisje durven vragen. Ibsen ging weer zitten. Half 7. Zou ze ziek zijn ge worden? Maar dan zou de meid het toch wel hebben gezegd. 7 uren. Het wordt hem te mach tig hij staat op en wil naar buiten snellendaar hoort hij onder de canapé een hartelijk helder gelach. Droomt hij Komt daar niet een aardig meisjeshoofd van onder de canapé voor den dag Ja, zij is het. Ibsen staart haar wezenloos aan. „Ik wilde maar zien, hoe lang ge hier geduldig op mij zoudt zitten wachten," riep juffr. Thoresen schaterend uit. „U heeft het knap volgehouden, maar help me nu opstaan Ibsen hielp haar natuurlijk. De rest kan ieder zich wel voorstellen. Ravachol heeft zijn broeder en zuster in de gevangenis gezien. Hij verklaarde dat hij ge noeg had van het leven en verzocht zijn groeten o. a. aan Chaumentin. Ziehier wat Ravachol had willen voorlezen, nadat het vonnis was uitgesproken, indien de president van het hof het had vergund„Ik wensch de heeren van de jury, die, door mij ter dood te veroordeelen, hen, die mij genegen bleven, tot wanhoop zullen voeren, toe, dat de herinne ring aan hun vonnis hun geweten zal bezwaren, als het mij bezwaren zal mijn hoofd onder het mes van den beul te leggen." Ravachol gaf onmiddellijk aan zijn advocaat te kennen, dat hij zich niet in cassatie zou be geven en ook geen verzoek om gratie zou teeke nen. Hij heeft een dwangbuis aan, omdat men vreest voor poging tot ^elfmoord. Uiterlijk is Ra vachol zeer kalm. Zijn broeder en zuster hebben verlof gevraagd, hem in de gevangenis te be zoeken. De gevangenis wordt dag en nacht be waakt. Het hoofdargument in het pleidooi van La- gasse was, dat de kluizenaar van Chambles niets deed dan potten en niemand ooit goed deed, zoodat er weinig aan hem verloren was! Nadat het vonnis was uitgesproken, nam La- gasse acte er van, dat de president Ravachol het woord niet had gegund om zijne theorieën uiteen te zetten en dat hij, na aan het O. M. het woord te hebben gegeven om op de advoca te repliceeren, verzuimd had de beschuldigden te vragen, of zij ook nog iets tot hun verdediging hadden in te brengen. Béala en Mariette zullen nog voor de correc- tioneele politie moeten terechtstaan, omdat zij aan Ravachol eene schuilplaats verleenden. Ravachol werd juist ter dood veroordeeld op den dag, waarop voor een jaar de moord op den kluizenaar te Chambles werd ontdekt. De sprinkhanenplaag in Algcrië is weder zeer toenemende. In de laaste vier jaar heeft men ongeveer 9 millioen frs. aan het bestrijden er van uitgegeven. Keizer Wilhelm heet bij het doopen van een van stapel loopend aviso-jacht eene toespraak gehouden, waarin hij zeide„De bouw van dit slanke, lichte vaartuig getuigt dat het bestemd is voor een vredelievend doel, het schenken van rust na arbeid, liet moet 's lands moeder en haar kroost, 's Keizers kiuderen, tot uitspanning die nen, en zal den naam dragen der burcht in Zwabenland, die het koninklijk geslacht den naam schonk onder welke het, met het volk vast ver bonden, leeft en arbeidt voor het volk en voor aan gaat in den strijd voor het volk. Ik doop u Hohenzollern Men zal zich herinneren dat de Shah van Perzië steeds vergezeld wordt door een kleinen jongen, met wien hij bijzonder veel op heeft en dien hij met gunstbewijzen overlaadt. Men heeft in der tijd het een en ander omtrent dezen kleinen gunsteling medegedeeld. Dezer dagen nu speelde het kereltje met een geladen revolver in de na bijheid van den shahhet schot ging af en het scheelde weinig, of de machtige beheerscher was door zijn eigen kleinen gunsteling doodgeschoten. En het pistool werd den knaap afgenomen? Neende kleine hoveling, die sinds lang reeds, na den shall, zoowat de eerste plaats aan het hof innam, werd weggejaagdals een ge vaarlijk wezen. Eene parijsclie dienstbodé stond dezer dagen terecht voor poging tot moord op haar meesteres, mevrouw de Saint Jores, eene 80-jarige dame. Op zekeren morgen, toen de oude vrouw naar de markt wilde gaan, viel de meid plotseling op haar aan en wierp haar de trap af tot op het eerste portaal. Toen knielde zij neer op de borst van de ongelukkige en trachte haar met de banden harer muts te worgen. Daar dit niet gelukte, sleepte zij de half bewustelooze vrouw al de trappen af, waarbij haar hoofd tegen elke trede aanbonsde, wierp haar in den kelder, sloot de deur en ging heen. Gelukkig kwam toevallig de zoon van de oude dame haar bezoeken en haar in den kelder hoo- rende kermen, brak hij de deur open en vond haar deerlijk bezeerd en bebloed. Toen hij de zaak bij de politie aangaf, was de meid zichzelve al gaan aangeven. Zij pleegde de daad uit woede over een klap, die hare meeste res haar liad gegeven. Daar de oude vrouw geheel zal hersellen, werd de woeste dienstbode tot gevangenisstraf van slechts drie jaar veroordeeld. Het aantal zelfmoorden in het duitsche leger is belangrijk. In éene maand zijn onder de 130 sterfgevallen, die in het leger plaats hadden, niet minder dan 23 zelfmoorden. Te Xew-York stond dezer dagen een acht tienjarig jongmensch terecht, wegens verleiding van een jong meisje. Midden onder de zitting van de rechtbank drong een kreupelde zich op de publieke tibune naar voren, haalde plotseling een revolver voo den dag en vuurde die op den beklaagde af. r Deze viel dood neder. Niet dan met grQote moeite kon de politie den moordenaar vatten, daar hij zich als een razende verweerde. Het was de broeder van het veron gelijkte meisje, die haar aldus had willen wre ken. Burgerlijke Stand. Gemeente Oud-Karspel. Overleden: 30 Juni. Een levenloos kind van het mannelijk geslacht, van Sijfke Evers en Antje op 't Land. Ondertrouwd, Getrouwd en Geboren: Geene. Gemeente Noord-Scharwoude. Ondertrouwd: 25 Juni. Jocob Ootjers, 42 jaar, wedur. van Brechtje van der Oord en Neeltje Bierman, 40 jaar. GehuwdGeene. Geboren: 27 Juni. Gerrit, z. v. Gerrit de Geus Gz. en Aaltje Stam. Overleden: 1 Juni. Klaas, zoon van Bakker en Neeltje Groot. 28 Juni. Adriaan, zoon van Paulus van Ros- sum en Augusta van Arkel, 1 jaar en 7 maan den. Gemeente St. Patterns. Ondertrouwd: 23 Juni. Hendrikus Nol en Maartje Groen. GetrouwdGeene. Geboren: 10 Juni. Dirk, zoon van Pieter Vis- ser en Geertruida Muller. 17 Juni. Arie, zoon van Arie Booij en Trijntje Bruin. Overleden: 25 Juni. Aaltje, dochter v. Abram "VVagenaar en Baafje Duif, ruim 6 m. Gemeente Koedijk. Getrouwd: 19 Juni. Pieter Steenhof, te Aker sloot, en Helena Sander. Geboren: 1 Juni. Eva, dochter van Teunis de Wit en Geertje Pels. 17 Juni. Hillegonda, dochter van Jan Stam Jbz. en Trijntje Butter. Johannes, zoon van Jan Iloogebóom en Aafje Bakkum. Overleden: 2 Juni. Cornelis Visser, wednr. v. Jantje Groen, 47 jaar. 3 Juni. Antje, dochter van Jan Wielings en Immetje de Bree, 1 jaar. 14 Juni. Jan, zoon van Klaas Bos en Neeltje Groen, 23 weken. PRE D l K B E U R T E N. NED. HERY. GEM. OUD-KARSPEL. Zondag 3 Juli, voormiddags 9.30\^Ds. Stram- rood. NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE. Zondag 3 Juli, seen dienst. NED. GER. GEMEENTE. Zondag 3 Juli, voormiddags 9 en namiddags 2 uur, de heer Boeijenga. NED. HERY. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 3 Juli, voormiddags 9.30, Ds. H. A. Ludwig. NED. HERY. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 3 Juli, voormiddags 9 uur, Avond maal, namiddags 2 uur, Ds. Gemser. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 3 Juli, geen dienst. CHR. GEREF. GEMEENTE. Zondag 3 Juli, voormiddags 9.30 en namid dags 2.30, Ds. Gideonse. NED. GEREF. GEMEENTE. Zondag 3 Juli, voormiddags 9 en namiddags 2 uur, Preeklezen. De volgende week opname der Laiujedijker Markt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1892 | | pagina 3