Weekblad voor LANGE DIJK en Omstreken.
N°. 20.
Zondag 14 Augustus 1892.
Ie Jaargang.
Plaatselijk Nieuws.
FEUILLETON.
Hertog van Brunswijk
NIEUWE
LAIGEIUKU C01I1AR
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordsciiarwoude, Oüdkarspel, Zuidsciiarwoude en Br. op Langedijk:
per drie maanden 50 ct-, franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
J. H. KEIZER.
BUREEL:
oortfseliarwoiHle.
PRIJS DER AD VERTE NT IËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Grootc letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
IHEIWBKUKUir. OP »K.¥ KPOORWKO. («reennicli lijd.)
Verti-eltureii van af station Noord-Scharwoude.
RICH T I X G A II S T E R D A M.
GREENWICH TIJD.
RICH 'I
I 7.47
AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.56* 8.07 11.43
Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Scliagen.
IXG HELDER.
11.23 3.06 6.37
3.26
9.51 J 10.59
6.57
10.11 11.19
GREENWICH TIJD.
6.18*
AMSTERDAMSCHE TIJD.
9.37* 12.04f 1.38
3.55
9.57* 12.24f 1.58 4.15
Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam,
f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest.
Naar men ons bericht zijn van 813 dezer
35 wagens Vlas- en Bloemkool benevens eenige
kleine partijen Bloemkool en Roode kool ver
zonden van af station Noordsciiarwoude.
Men schrijft ons
De commissie voor het organiseeren van school
feesten te Oudkarspel, hielden Donderdag 11
Augustus met 35 rijtuigen,waarin ruim 200 kinde
ren, een rijtoer naar Schoorl, Bergen, Egmond aan
zee, Heiloo naar Alkmaar, en brachten een be
zoek aan den speeltuin.
Het weder dat de laatste dagen nogal wat te
wenschen overliet was dien dag prachtig. Om
streeks 8 ure 's avonds kwamen zij weder bin
nen, waardoor geheel Langedijk op den been
was.
Bij de intrede van het dorp werd de commissie
verrast doordat de ingezetenen de nationale drie
kleur uit hunne woningen hadden gestoken. Zij
die het initiatief daarvan genomen hebben kun
nen geen grooter eer aan de commissie hebben
bewezen.
Onderwjjzers en onderwijzeressen komen een
woord van lof toe voor den onvermoeiden ijver
te Schoorl en in den Speeltuin aan den dag ge-
leg die de orde deed handhaven, terwijl eveneens
een woord van dank en waardeering niet mag
worden onthouden aan hen die zoo bereid zijn
geweest hunne paarden en rijtuigen ter beschik
king van de commissie te stellen. Hieruit kan
men alweder zien dat de spreuk: „Eendracht
maakt macht" bewaarheid wordt.
Door het bestuur van den polder Geest-
iner-Anibacht (Oosterdijk en molengeersen) werd
op den 10 Augustus jl. aanbesteed de levering
van olie, reuzel etc. ten behoeve van dien pol
der. Ingekomen waren 7 inschrijvingsbiljetten;
minste inschrijver was de heer H. van Ree te
Oudcarspel voor f253.12 aan wien de levering
werd gegund. Yoor de levering van 100 M3.
grint, waarvoor 3 inschrijvingsbiljetten waren
ingekomen, was laagste inschrijver de heer M. de
Wild te Alkmaar voor f 267.50, die de levering
is opgedragen.
Uit Zuidsciiarwoude wordt ons bericht:
Ter gelegenheid der kermis, die weder voor
dit jaar tot het verledene behoort en nogal druk
bezocht is geworden, werd den laatsten dag
(Woensdag) bij den kastelein A. Kist een kolf-
en biljartwedstrijd gehouden die uitnemend ge
slaagd is. Was het een aangename strijd hij was
tevens hardnekkig en de prijzen werden lang
niet gemakkelijk gewonnen. Van de 24 deel
nemers traden als overwinnaars uit den strijd
de heeren C. Zomer, prijs, 129 p.; W. Kraak
man, le premie, 120 p. en P. Kok, 2e premie,
119 p. Allen te Zuidscharwoudc.
Yoor den wedstrijd op het biljart waren 22
deelnemers. De prijs won A. Pijper, te Alk
maar; le premie P. de Geus, Zuidscharwoude;
2e premie Jb. Kuilman, Nieuwe Niedorp. Prijs
en premie bestonden evenals bij het kolven uit
contanten.
Beide wedstrijden werden met groote belang
stelling gevolgd.
Bij het examen in het Pransch, L. O.,
slaagden o. a. op 10 Aug. te 's-Hage de heer
A. Plant en mej. G. van der Stad, beide te
Zuidscharwoude.
De jaarwedde van den ontvanger der ge
meente Broek op Langedijk is vastgesteld op
f200.
Greiïieng'd Nieuws.
Ds. I'. II. Versteeg, te St. Pancras heeft
voor het beroep naar Lienden (classis Tiel) be
dankt.
Men schrijft aan het Dagblad v. Z.-H.
„In de laatste tijden zijn herhaaldelijk op ver
schillende postkantoren en meer bepaald op de
groote, valsche postwissels aangeboden, die met
zooveel zaakkennis zijn nagemaakt, dat ze van
de echte bijna niet zijn te onderscheiden. Er
schijnt een complot te bestaan, dat zijn stempels
en verdere benoodigdheden in Duitschland laat
vervaardigen, zoo althans luiden de geruchten.
„Bekenden met het „vak" moeten het wezen,
daar op de groote postkantoren dagelijks honder
den postwissels worden aangeboden ter uitbeta
ling. Het is beslist onmogelijk om de wissels in
alle „détails" na te zien. Nu dit schandelijk be
drijf reeds eenigen tijd voortduurt, is het ten
eenenmale onverklaarbaar, dat van hooger hand
geen afdoende maatregelen genomen worden om
die bedriegerij tegen te gaan.
„In Frankrijk zijn sedert jaren ingevoerd de
postwissel-adviezen, waardoor bedrog onmogelijk
is. Wel kost dit meer arbeid, doch daardoor is
oplichterij onmogelijk.
„In deze moet rekening gehouden worden met
de omstandigheid, dat de beambten, belast met
de uitbetaling, reeds voldoende met arbeid zijn
belast, zoodat zij geen gelegenheid hebben om
desnoods met een vergrootglas de aangeboden
wissels aan beide zijden te beschouwen.
„Moet echter dat schandelijk bedrijf nog lan
ger worden voortgezet."
DE HYGIËNE EN HET RODKEN VAN TABAK.
Algemeen is men van meening, dat het roo-
ken van tabak evenals het dragen van korsetten
door de vrouwen geheel in strijd is met hygiëne,
en dat ieder, die rookt, zich die gewoonte al
leen uit zucht tot navolging heeft eigen gemaakt.
Nu is echter door eeu bekend hygiënist, dr.
Tassinari te Rome, aangetoond, dat het rooken
van tabak een niet geringe hygiënische waarde
heeft. Tabaksrook namelijk is een krachtig ont
smettingsmiddel, waardoor het als een voorbe
hoedmiddel tegen een aantal ziekten kan be
schouwd worden. Ook dr. Miller van New-York
en Dr. Yassili van Napels zijn van meening,
dat tabaksrook de ontwikkeling van ziektekiemen
tegengaat. Een groot aantal onderzoekingen wer
den door dr. Tassinari uigevoerd omtrent den
invloed van tabaksrook op de kiemen van cho
lera, longontsteking, enz. Te dien einde bedekte
hij het inwendige van ballen met een laag ge
latine, die de kiemen der genoemde ziekten be
vatte; daarop werd in de ruimte gedurende 20
a 30 minuten tabaksrook ingevoerd. Toen werd
vastgesteld, dat de bacillen der Aziatische cho
lera en der longontsteking, geheel vernietigd
werden, welke soort van tabak men ook voor dit
doel aanwendde. De gelatine werd door den ta
baksrook volmaakt gesteriliseerd, terwijl er nau
welijks eenige uitwerking te bespeuren was op
de typhus-bacillen.
Men zou te veel verwachten door aan te ne
men, dat de tabaksrook kiemen vernietigt, die
reeds in het organisme aanwezig zijn, maar toch
zal het iederen rooker welkom zijn te vernemen
dat het rooken als een voorbehoedmiddel te be
schouwen is tegen eenige der geduchtste be
smettelijke ziekten.
Intusschen is het ook verstandig hierbij te be
denken, dat onmatig rooken tot de verschijnselen
van nicotine-vergiftiging leiden kan.
De 54jarige sjouwer P. du Y., wonende
te Dordrecht, had Dinsdagavond in zijne wo
ning twist met zijne wederhelft. Het ging daar
bij nogal luidruchtig toe, zoodat al spoedig eenige
buren en voorbijgangers bleven staan. Uit hun
midden schijnt iets geroepen te zijn wat du Y.,
zich aantrok, want eensklaps kwam hij naar
buiten, keerde weer in zijne woning terug en
snelde opnieuw de straat op, gewapend met een
mes, dat hij den eerste den beste, die hem in
den weg trad, in het lijf stak. Het was de 20-
jarige blikslager A. J. de Swart, wien het mes
in de rechterzijde trof, zoo diep, dat zelfs de long
werd geraakt. Toen de dolleman, die eerst in
zijne woning gevlucht was, kort daarop weer
buiten kwam, thans gewapend met een riek,
werd hij door de politie ingerekend. De ver
wonde, die door zijne Vrienden naar het politie
bureau wras gebracht, werd daar door den ge
neesheer der politie, dr. D. J. Admiral, verbon
den en vervolgens per vigelante naar het gasthuis
overgebracht. Hoewel zijn toestand zich aanvan
kelijk vrij ernstig liet aanzien, schijnt die thans
geen reden tot bezorgdheid meer te geven.
Te Nieuwcdiep hebben twee marine-offi
cieren, met inachtneming van alle vormen, niet
de sabel geduelleerd. Beide partijen moeten licht
De herbergier van den «Groenen Kever" in de
kleine vorstelijke residentie Dingeldolfingen was in
den vroegen morgen van den 10 Augustus 18
in eene opgewondenheid, waarin zijne huisgenooten
en de gedienstigen van den «Groenen Kever" den
waardigen eigenaar van het eerste logement der,
3000 zielen tellende, vorstelijke residentie nog nooit
hadden aanschouwd.
Daarvan droeg het vreemdelingenboek, een oud
boekdeel, met reeds geel geworden bladen, de schuld.
Daar stond het in vaste,"groote,majestueuse letjgrs,
wat de hand van den, 'n kwartier geleden met
extra-post gekomen, vreemdeling er in geschreven
had, natuurlijk in zijne schoone moedertaalHer
tog van Brunswijk.
Den goeden man knikten de knieën. Een hertog
in zijn hotelwat zouden de vorst en de geheele
residentie wel van dezen bezoeker zeggen Een ge
luk maar, dat hij hem het staatsievertrek aange
wezen had.
Door de hersenen van den logementhouderspook-
ten de gedachten met duizelingwekkende snelheid,
wat hij al zoo moest doen om den hoogen gast met
zijn eenvoudig logies tevreden te stellen. Dam- werd
er gescheld in de kamer, waar de «Hertog van
Brunswijk" een onderkomen gevonden had, luid en
krachtig en Johan die gelijktijdig als oberkellner,
portier en huisknecht dienst deed, vloog bij de
woorden van zijn heer: »Om 's hemels wil, Johan
gauw 't is een hertog, die bij ons zijn intrek
genomen heeft," de trap op, ah gold het zijn levens
geluk.
In het volgende oogenblik kletterde hij de trap
pen weer af. »Een flesch van den besten
portwijnsteunde hij ademloos.
Ja, het was een hertogEen burgermensch of
een eenvoudig edelman zou niet een geheele flesch
port besteld hebben! De hospes straalde. Werkelijk
had hij een oude flesch, waarop een verguld etiquet
met den naam »Oude portwijncc prijkte, in den
kelder.
Sneller dan de pen dit weergeven kan, was de
flesch. aan haar stoffig heiligdom onttrokken, zorg
vuldig schoongemaakt, opengetrokken en met een
geslepen glas, dat tot dusverre als sieraad in een
oude kast der huiskamer van den logementhouder
eenzaam gestaan had, in handen van Johan gesteld,
die, nu langzaam, als droeg hij het kostbaarste der
aarde in zijne handen, daarmee de trap opging en
met een plechtig voorkomen het vertrek van den
hoogen vreemdeling binnentrad.
Beneden wreef de hotelhouder zich vergenoegd
de handen. Daar kwam de barbier voorbij. Hem
zien en het groote nieuws mededeelen, was het
werk van 'n halve minuut. En voort ging de bar
bier, de oude, blauwe muts achter op het hoofd,
met het nieuwtje. De eigenaar van den «Groenen
Kever" echter trad vergenoegd terug, want hij wist
nu, dat van de 3000 zielen der vorstelijke residen
tie minstens de helft, binnen een uur de aan
komst van zijn hoogen gast zouden vernomen hebben.
Alleen veranderde de vreugderoes van den loge
menthouder onverwachts .in een hevigen schrik.
Bleek, met flesch en glas, keerde Johan terug en
meldde, dat de Hertog van Brnnswijk een teug van
deu kostbaren wijn genomen, maar dien dadelijk
weer uitgespuwd en gevraagd had, hoe men 't
durfde wagen, hem zulk bocht als dien wijn te
brengen.
Gerechte hemelDe man vouwde de handen.
Wat moest dat met zoo'n gast geven
De werkdadigheid van den barbier had inmiddels
hare werking niet gemist. Een hertog van Bruns
wijk, waar slechts een vorst landsheer wasDit
was nog bezienswaardiger dan het paard met twee
koppen op de laatste kermis. En weldra begafalles
zich op weg, om het wonder van aangezicht tot
aangezicht te zien.
Intusschen zat boven inde pronkkamer een jonge
man aan de tafel en lepelde een paar zachte eieren
uit, waarop hij tot Johan's innige vreugde niets had
aan te merken, Een gegons en gejoel als van vele
menschen dreef hem eindelijk naar het venster.
Wat was dat? Het geheele plein voor den »Groe-'
nen Kever« stond vol eerzame burgers en burge
ressen van Dingeldolfingen, de een met schootsvel
of schort en op pantoffels, de ander in kamerjapon
en met kalotje, niemand had den tijd genomen
om zich te verkleedenallen waren zij van het
werk of uit hunne woonkamer regelrecht naar den
«Groenen Kever" gestroomd.
Tusschen de menigte bewoog zich, levendig ge-
sticuleerend, een bewegelijk man met een vettige
blauwe muts op. Hij was de barbier, die heden de
klanten wachten liet en zich te midden van de
menigte in wijdloopige verklaringen over de betee-
kenis van een hertog uitliet.
Toen de jonge mail aan het venster trad, ont
stond er een merkbare beweging in de menigte.
De vrouwen wezen, met elkaar fluisterend, met den
vinger naar het venster, de burgers stonden met
wijd geopenden mond te gapen en alleen de bar
bier wist hoe het behoordehij nam zijn muts
van den kalen schedel en maakte zoo'n diepe bui
ging, dat hij bijna op zijn spitsen neus gevallen was.
«Wat moet dat?" mompelde de jonge man. «De
inwoners van dit nest schijnen stapelgek te zijn."
In dit oogenblik werd op de kamerdeur een
schuchter kloppen vernomen en met veel strijkages
trad de waard het vertrek binnen.
«Vergeef mij, heer her hertog beneden is
een bediende van Zijne Doorluchtigheid onzen ge-
nadigeu vorst. Wil u allergenadigst veroorlooven,
dat de heer lijfbediende aan de hem gedane opdracht
komt voldoen
De aangesprokene keek den logementhouder een
oogenblik als versuft aan.
Ben ik dan in een gekkenhuis aangeland mom
pelde hijmaar toen hij het vragend voorkomen