"Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 21 Augustus 1892.
92
Dit laatste bewees o. m. de heer Boshouwer,
uit Haarlem, die, na het in de eerste serie
slechts tot 38 te hebben gebracht, zeker den
eersten prijs zou hebben behaald, door zijn be
daard en rustig spelen in de tweede serie, en
die den tweeden prijs reeds in handen had, toen
bij den laatsten trekbal zijn bal op den opslag-
paal liep. Hierdoor mocht hij voor dien slag op
7 punten rekenen, doch de heer B. meende den
zeer lastig liggenden bal te moeten aanslaan,
waardoor hij 4 punten verloor.
De heer Bronkhorst, uit Haarlem, deed het
beter. Ook zijn bal liep bij den laatsten trekslag
op den opslagpaal. Yoor hem was het over-slaan
van dien bal „te zijn of niet te zijn". Sloeg hij
niet over, dan had hij „per se" geen prijsdeed
liij het wèl, dan was er nog kans op, waarom
hij het dan ook deed. In plaats van 7 punten
kreeg hij er nu 12, waardoor ook hij in aan
merking kwam voor een prijs.
Nu zou ik nog lang kunnen uitwijden over
dezen wedstrijd, doch waarom? Als ik vermeld
dat door de niet gezellige inrichting der zaal,
zooals dat bij Zuid-Holland het geval was, de
stemming wel wat was gedrukt, dat de heeren
de Geus en Zomer uit Zuidscharwoude prach
tige slagen met hardloopers deden, dat reeds bij
dezen wedstrijd werd ingevoerd het voorstel van
„Keer niet" te Haarlem, op de algemeene ver
gadering te Scheveningen in te dienen, dat nl.
Ie. Een bal bij den eindslag geslagen, geen
achterschot mocht hebben eii geen punten telt,
en dat
2e. Elke bal die vlak bij den paal komt, mag
worden teruggelegd tot aan den kring, of, waar
die niet is aangegeven, tot op 25 cM. afstand;
dan kan dit verslag besluiten, na eerst de Ver-
eeniging „Keer niet" een kompliment te hebben
gemaakt voor de uitstekende regeling.
Ik laat hier volgen de hoogste aantallen ge
slagen punten, waaruit blijkt dat de eerste prijs
is behaald door den heer de Geus, te Zuidschar
woude; de tweede prijs door den heer Zomer,
te idemde 3e prijs door den heer Boshouwers,
te Haarlemen de vierde prijs door den heer
Bronkhorst, te Haarlem.
Vos
le serie 56 2e serie 32
totaal 88
De Geus
51
48
99
Donné
49
37
86
Zomer
46
47
93
Bronkhorst
46
44
90
Witteveen
44
38
82
Boshouwers
38
54
Bij post
38
44
82
Kist
36
42
78
Van Thiel
34
50
84
Zagen
wij
onlangs dat, behalve uit riet
en beetwortelen, er boomen gevonden worden,
die suiker leveren deze week meldt een der
vakbladen, dat ook uit pompoenen heerlijke sui
ker te trekken is. Deze suiker, ongezuiverd, is
veel lekkerder dan beetwortelsuiker en als hij
geraffineerd is, is hij zuiver wit en zeer zoet.
Zooals men wellicht weet, kan ook uit de pitten
dezer vrucht olie bereid worden.
De Hollandsche Spoorweg Maatschappij,
zal op Dinsdag 30 Augustus 1892 een goedkoope
trein laten loopen van Den Helder naar Leiden,
Den Haag, Schiedam en Rotterdam en stoppende
aan alle tusschenstations tot en met Uitgeest,
terwijl de plaatsbiljetten, alleen geldig op deze
goedkoope treinen, verkrijgbaar zijn van Zater
dag 27 tot Maandag 29 Augustus aan de stations.
Meermalen werd in den laatsten tijd mel
ding gemaakt van vervalsching van postwissels
en een ijverig onderzoek naar de vervalschers
ingesteld.
Dezer dagen meent men den besteller E. B.
d. K., sedert 3 jaren werkzaam aan het post
kantoor te 's-Gravenliage, betrapt te hebben.
Hij had zich Dinsdag voor de arrond.-rechtbank
te 's Gravenhage te verantwoorden, beklaagd
zich één postwissel, groot f 50.60, betaalbaar te
's Gravenhage, geadresseerd aan mevrouw B., op
zettelijk te hebben toegeëigend. Verscheidene
vervalschingen waren geconstateerd, doch in de
dagvaarding werd er slechts één te laste gelegd.
lmkschheid is verdwenen. Hij knoopt met mevrouw
een gesprek aan, en waagt 't een oogenblik later
Agatha over het verloopen jaar te spreken. Het
meisje vertelt op haar eigenaardige, jolige manier
van haar verblijf buiten, en laat haar vriend schud
den van 't lachen, door met haar heldere stem den
zalvenden preektoon van een ouderwetsch predikant
nu te doen, wiens gezelschap zij bij haar tante nog
al vaak schijnt te hebben genoten. Zij gaat daarmee
voort, niettegenstaande de half ernstige, half lachende
vermaning harer moeder, dat die dominee in elk
geval een te achtenswaardig man is om belachelijk
te worden gemaakt, als onverwachts de deur wordt
geopend, en een deftige heerenfiguur, gevolgd door
den makelaar van Weel, binnentreedt.
Agathe heeft zich dadelijk hersteld en buigt reeds
statig, even als haar moeder, voor den heer Troost
wijk, als de jonge van Dijk nog bezig is zich van
zijn verwarring te herstellen.
Meneer Troostwijk had 'n zaakje bedacht om met
den makelaar in aanraking te komen, en handig
van deze gelegenheid partij getrokken, om kennis
te maken met de familie.
De schoone dochter had kort geleden zijn aan
dacht geboeid, en 't is waarschijnlijk, dat 't ook
haar niet zal ontsnapt zijn, hoe het rijtuig van me
neer Troostwijk in den laatsten tijd de Berkengracht
meermalen is langs gereden.
Ongunstig is het uiterlijk van Troostwijk niet,
veeleer het tegenovergesteldemaar, er ligt over
zijn gelaat een gemelijke trek, zijn oogopslag is lus
teloos, tenzij zijn opmerkzaamheid getrokken wordt
De Groothertogin van Mecklenburg, doch
ter van Groothertog van Saksen, is Dinsdag voor
middag te half elf rechtstreeks uit Duitschland
aangekomen en begaf zich in een rijtuig van
het Hof, hetwelk aan het Staatsspoorstation ge
reed stond, naar Scheveningen, alwaar de Duit-
sche Vorstin aan het hotel Kurhuas afstapte.
De Groothertog van Saksen, Haar vader, die
eenige dagen de gast was van de Koninginnen
op Soestdijk. en Dinsdag Amsterdam bezocht,
nam mede zijn intrek in het Kurhaus-hotel.
Op de Schcveiiingsche wielerbaan werd
Zondag, de vierde wedstrijd van dit jaar gehou
den, onder begunstiging van fraai weder. Zoo
ooit dan kondon deze wedstrijden, „internatio
naal" genoemd worden, daar niet minder dan
8 engelsche rijders van naam, allen leden van
de Catford-club te Londen zich hadden doen in-
schrij ven.
Bij no. 1 van het programma, een intern, wed
strijd op de safety, afstand J/2 engelsche mijl,
kon men reeds dadelijk met de Engelschen ken
nis maken. Deze kennismaking was wat hun
rijden betreft echter niet in hun voordeel,
want tot lof van onze Hollandsche jongens kan
gezegd worden dat zij hunne buitenlandschen
tegenstanders reeds dadelijk klop gaven.
Bij den intocht van den nieuwen aarts
bisschop Moneszello in de kathedraal te Toledo
ontstond er onder het naar geld grabbelende ge
peupel zulk eene woedende vechtpartij, dat de
prelaat met. zijn gevolg uit de kerk vluchten
moest. Er werden 18 personen gekwetst.
Tusschen Rastrikum en lleiloo viel Zon
dag een 5-jarig jongetje doordien het portier niet
goed gesloten was uit den trein. Het kind scheen
ernstig verwond te zijn, en werd met den trein
naar Alkmaar vervoerd, waar het in het zieken
huis is opgenomen.
Postma van Drachten, is wegens poging
tot doodslag op „mooie Akke", zijne beminde,
,tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld.
In de vorige week zijn te Zevenaar uit
Duitschland (Hanover) aangekomen drie stuks
wilde zwijnen, in een kist, voor de Diergaarde
te Rotterdam. Wegens ontbreken der noodige
stukken mag geen doorvoer plaats vinden en zijn
de dieren van sinds een paar dagen nog altijd
zonder eten of drinken in het nauwe hok opge
sloten, en wie weet hoe lang zij reeds onderweg
zijn en hoe lang het nog zal duren Door enkele
bezoekers en beambten aan het station wordt
hun nog wat toegestopt, maar zouden de geadres
seerden, die toch wel met de komst zullen be
kend zijn, niet voor een spoediger doorzending
hebben kunnen zorgen of wel dat hun hier voe
ding werd verstrekt?
Een boertje dat wel eens gehoord had, dat
voor kinderen die in den trein op den schoot
zitten niet betaald behoefde te worden, nam in
de stoomtram, die om 10,30 van Hilversum
naar Amsterdam vertrekt, plaats. Zijn dochter,
ongeveer 18 jaar oud, had op zijn knie plaats
genomen. Toen hij den conducteur slechts één
plaatskaartje gaf en deze om het tweede vroeg,
zei de man leuk: „Ik dacht dat kinderen vrie
waore die op de schoot zitten." Dat de conduc
teur er anders over dacht, spreekt wel van zelf.
Zondagnacht zou er, blijkens aangifte bij
de politie, diefstal met inbraak gepleegd zijn in
het voormalige paleis van Prins Frederik in het
Korte Voorhout te 's llagc.
De diefstal bleek later gefingeerd te zijn door
den huisbewaarder S., die ook vermoed wordt,
een begin van brand te hebben gesticht in het
bureau van administratie in het paleis, een en
ander om de gevolgen van den door hem ge-
pleegden diefstal te verbergen.
Omtrent den diefstal wordt nader uit Den Haag
gemeld
Al dadelijk nadat de diefstal van p. m. f 6000
aan in de brandkast geborgen geldswaarden ont
dekt was, stond iedereen die met de localiteit
bekend was, verbaasd over de wijze waarop de
toen nog onbekende dader te werk wa3 gegaan.
Het bleek, dat alle sloten onbeschadigd waren
door eene schoone vrouw maar dan ook kleurt vaak
een blos van schaamte de wangen van haar, op wie
hij zijn blik vestigt.
Ondanks zijn gunstig voorkomen en zijn onberis
pelijke houding maakt die jonge man dus toch geen
aangenamen indruk. Gij gevoelt dat er iets aan
zijn persoonlijkheid ontbreekt; dat het leven niet
meer in hem opwelt met tie bruisende kracht zijn
leeftijd eigen. Gij kent dien gevaarlijken woeker
per welvaarteene weelderige jeugd zonder breidel,
zonder eenigen veerkracht-wekkenden prikkel?
Zoo kinderlijk vroolijk als Agathe een oogenblik
te voren was, zoo afgemeten en stemmig is zij nu.
Haar opmerkingen en bescheid zijn volkomen in
overeenstemming met hare houdingstatelijke def
tigheid is eensklaps getreden in de plaats van be-
minnelijken eenvoud.
Toch blijft Troostwijk langer praten, dan hij ooit
ergens na zoo kortstondige kennismaking en op
zulk een uur zou gedaan hebben. De frissche onge
repte jeugd van dat meisje oefent op hem dezelfde
magnetische kracht uit, als die welke een geurige
bloem op een wesp moet te weeg brengen.
De jonge van Dijk, wien het een paar keeren
mislukt is, deel te nemen aap het gesprek, daar hij
door Troostwijk geheel wordt verdrongen, voelt de
nijd in zijn binnenste oprijzen tegen dien man, die
zich zoo gemakkelijk te bewegen weet. Met dit on
bestemd spijtig gevoel maakt hij reeds aanstalten
tot vertrek, als meneer van Weel, om toch iets tot
hem te zeggen, vraagtof hij de verandering in
den tuin al gezien heeft?
en de brandkast niet de minste sporen van ge-
j weid vertoonde.
Het kon niet anders of op de ijzeren kast was
op de gewone wijze ontsloten door iemand, vol
komen vertrouwd met het geheim van het slot.
Het verdere onderzoek werd aan de politie
opgedragen, die in de eerste plaats inlichtingen
inwon bij den bewoner van het huis, den ge
ëmployeerde S., die zou verklaard hebben dat
hij gemeend had onraad te bespeuren, maar ver
der daaraan geene aandacht had geschonken.
Onder die omstandigheden rezen tegen den
beambte zware vermoedens, dat hij zelf den dief
stal had begaan, echter niet in den afgeloopen
nacht, maar reeds te voren op verschillende tijd
stippen. De aanwezigheid van petroleum op den
grond en het branden van een gat in den vloer
wordt verklaard uit het vermoeden, dat S., vree-
zende dat weldra het tekort in de kas zou wor
den ontdekt, heeft willen doen gelooven, dat het
geld door of bij den brand in het gebouw was
verdwenen.
Dat er geen brand is ontbroken, wordt toege
schreven aan het gemis van toevoer van lucht,
daar bij het verlaten van het kantoor de deur
was dichtgemaakt.
Dat dit zij, de politie moet in een en ander
voldoende aanwijzingen hebben gevonden om
S. Maandagmiddag naar het huis van bewaring
te zenden, waar hij voorloopig in hechtenis is
gesteld.
Men zegt, dat hij het dubhele misdrijf zou
hebben beleden.
Als geëmployeerde had hij eene behoorlijke
jaarwedde en voor zich en zijn gezin het genot
van vrije woning, vuur en licht.
Hij maakte echter groote verteringen en leefde
op een ruimeren voet dan zijne positie toeliet
en schijnt er zoodoende toe gekomen te zijn die
levenswijze te bekostigen uit de gelden, die aan
zijne zorgen waren toevertrouwd, wegens het
onbeperkte vertrouwen dat tot dusverre in hem
gesteld werd.
Het 25-jarig priesterfeest van den heer dr.
H. Schaepman werd Dinsdag in het seminarie
te Rijzenburg gevierd.
Nadat de jubilaris de mis had opgedragen kwa
men allen in de keurig versierde recreatiezaal
te zamen en daar werd dr. Schaepman opgewacht
door de leden van het feestcomité, door leden
van de Eerste en Tweede Kamer der Staten
Generaal, der Provinciale Staten, enz. Onder
luide toejuiching deed hij zijne intrede en werd
het eerst toegesproken door hen heer mr. Cremers.
oud-afgevaardigde van Almeloo, die den jubilaris
namens de katholieken in Nederland geluk wenschte
en hem een huldeblijk benevens het album, dat
de namen der deelhebbers bevat, overhandigde.
De nestor der oud-leerlingen bood de feest
gave der kapelaans, een prachtigen schrijflesse
naar, aan.
Dr. Schaepman dankte de belangstellenden in
zijn zilveren priesterfeest en verzocht voor hem
te bidden, opdat hij door een langdurig werken
ter eere van God, Kerk en vaderland zich kwij
ten kon van den plicht der dankbaarheid.
Het volgende telegram ontving de heer
Schaepman uit Rome
„Professor Schaepman, seminarie Rijsenburg
langs Utrecht, Nederland. De II. Vader verne
mende, dat gij u vijf-en-twintigjarig priesterschap
viert, zendt u bij deze groote gelegenheid van
harte zijn apostolischen zegen.
Kardinaal Rampolla."
Te Brcukelen is gekozen tot lid der Prov.
Staten de heer J. H. de Waal Malefijt (anti-
rev.) met 1059 van 1967 geldige stemmen. De
heer J. G. de Voogt (lib.) verkreeg 908 stemmen.
Men schrijft:
Het besproeien der bordelaise van de aardap
pelvelden bevalt aan de arbeiders te Kolhom
nog niet zoo onwaardeerlijk. Hoewel het niet
zoo inpopulair is, als te Wieringerwaard en el
ders, waar men de aardappelen minder smake
lijk, zelfs schadelijk acht, zoo meent men hier
toch, dat de besproeide aardappelen blauwplek-
kiger zijn dan gelijke soort onbesproeide. Voorts
Op zijn ontkenning valt Agathe in de rede met
een »Kom, dat moet 'k je toch eens laten zien
waarin de jongen gretig toestemt. Met zenuwach
tige haast afscheid nemende, volgt hij met een lich
ter hart zijne bevallige vriendin, die hem met een
vertrouwelijken wenk is vooruitgesneld.
Troostwijk kijkt hen nog na, als de oude heer
hem toevoegt: »Dat is de eenige zoon van mijn
overleden compagnon."
Terwijl Troostwijk de jongelieden gadeslaat, die
men door de achtterramen van de kamer in den
tuin zien kan, vraagt hij belangstellend naar de
aangelegenheden van den gestorven vennoot, en 't
schijnt wel, dat telkens als de spraakzame gastheer
daaromtrent iets verhaalt, hij zich ook gedrongen
voelt in den tuin te kijken, alsof het gezicht op den
zoon van dien vennoot de belangrijkheid van het
vernomene zeer verlevendigde.
Van Dijk is ternauwernood met zijne jonge vrien
din in den tuin, of zij vraagt nieuwsgierig
»Hoe vindt jij dien meneer En zonder het ant
woord af te wachten, gaat ze voortsik weet niet
wat het was, maar als hij me aankeek werd ik
angstig, en 't scheen wel of 't kil werd, toen hij
binnen kwam.«
Als het meisje dit langzaam en nadenkend uit
spreekt, hoort van Dijk haar aan met zulk een glans
op zijn gelaat, dat het schijnt alsof de stralen van
't najaarszonnetje hem op dat oogenblik eensklaps
doortintelen. Ik geloof dat hij zeer veel lust gevoelt
om haar te omhelzen. »Maar, Agathe, hoe komt die
rijke kerel zoo hier aan huis 't Is Troostwijk van
klagen velen, dat met het besproeien vele plan
ten worden geknakt en vernield.
- De uitslag van de Maandag te Sneek ge
houden harddraverij vanwege de Harddraverij-
Vereeniging „Sneek", is geweest, dat de prijs
ad /"200 is behaald door de Jonge Tabor II van
den heer J. Roele te Buiksloot, terwijl de gra
tificatie ad /"50 ten deel viel aan den heer A.
Siderius te Leeuwarden, met den bruinen ruin
Dibbels.
In den polder Waard te Kolhorn werd
dit jaar op eene bouwhoeve 80 mud wintergerst
van het bunder geoogst, wat een buitengewone
opbrengst heeten mag.
Na een paar dagen afwezigheid, zijn vrouw
en twee kinderen in kommer en ongerustheid
achterlatende, is de adsistent van den stationchef
te Heiloo, die met de op een lijst ontvangen
bijdragen voor een geschenk aan zijn chef ver
dween, in zijne woning teruggekomen en heeft
hij zich Maandug naar den officier van justiti
te Alkmaar begeven, die hem in arrest nam.
Aan de Noordbrabanter wordt gemeld, dat
er heftig verzet was te Sprang-, bij de invorde
ring der tiend. De tusschenkomst der politie was
noodig, en deze heeft van hare wapens gebruik
gemaakt.
In den omtrek van Steenbergen (N. Br.)
staan de beetwortelen prachtig te velde. Een
scheikundig onderzoek, zoo schrijft 't N. v. d.
D. heeft aangetoond, dat de bieten 4 k 5 pet.
meer suikerdeelen bezitten dan in het afgeloopen
jaar. Het gewicht moet eveneens verbazend toe
genomen zijn. In het laatst van September zul
len de suikerfabrieken met de campagne begin
nen.
Uit Leiden wordt gemeld, dat tijdens de
algem. tentoonstelling der Holl. Maatschappij
van Landbouw van 711 Sept. aldaar te hou
den, de Koningin-Regentes en de Koningin die
tentoonstelling met een bezoek zullen vereeren.
Behalve de reeds vermelde valsche mun
ters zijn ook en dit is wellicht een geval
van nog grooter beteekenis, maar geheel afge
scheiden van het voorgaande dezer dagen te
Castricuni twee personen aangehouden, een
Hollander en een Duitscher, die mede in het
bezit waren van valsch geld. Op aanwijzing heeft
wederom de politie een onderzoek ingesteld en
Dinsdagnacht huiszoeking gedaan in een perceel
op de Lauriergracht te Amsterdam, waar een
tweede werkplaats werd ontdekt. Merkwaardi
gerwijze vond men hier niet alleen de matrijzen
voor Hollandsche munt, maar ook gipsen vor
men voor markstukken, benevens ruim honderd
valsche marken, welke allen in beslag werden
genomen.
De aangehoudenen in dit geval zijn zekere
H., op de Lauriergracht wonende, de Duitscher
W. en vriendin van deze
De politie heeft dus tegelijkertijd twee zeer
gevaarlijke complotten ontdekt.
Als een bewijs dat de scheepvaart langs
de Vecht, ook na de opening van het Merwe-
dekanaal, nog wel van eenige beteekenis schijnt
te zullen blijven, kan dienen, dat in de week
van 7 op 14 xiugustus jl. nog 210 schepen de
Vechtbrug te Nederhorst den Berg passeerden.
Men meldt aan de P. Nb. Gt. uit Kaats
heuvel d.d. 17 dezer:
Woensdag voormiddag, circa 10 uur, was men
hier niet weinig verbaasd, een paar vrachtkarren
te zien, vergezeld van den heer Balbian van
Doorn, notaris te Utrecht, als rentmeester van
een gedeelte der Sprangsche tiend, twee ma-
réchaussées te voet en een 300-tal Sprangsche
ingezetenen, voor het grootste gedeelte schoen
makersknechts. Het werd genoemden notaris, die
te Sprang bezig was met tienden en het nagaan
der velden, welke oogst er op gestaan had, zoo
lastig gemaakt, dat hij onder bescherming der
bij zijnde politie versterking kwam vragen. De
maréchaussées te paard waren direct hiertoe be
reid, en toen vertrokken met den notaris 5 ma-
réchausées te voet en 3 bereden naar Sprang.
Een dichte drom volks versperde hier den pu-
de Heerengracht, uit dat groote huis, je weet wel
Ik wist niet dat die zaken deed.«
Schijnt van wel,« zegt Agathe, doch over 't
onderwerp heenstappend troont zij hem naar een
hoek, waar een nietig boompje staat.
»Kijk eens, weet je nog, dat we in dezen hoek
een eikel hebben geplant Dat is nu dit boompje.
Van Dijk herinnert 't zich heel wel, en denkt
zeker aan dien tijd toen zij daar nog als kinderen
speelden, terwijl hij antwoordt
»Ja, er is al veel veranderd. Toen was j\j een
wilde meid, die mij altijd plaagde en allerlei stre
ken met me uitvoerde. En nu "t Schijnt
wel dat den jongen die tegenstelling niet van 't
hart wilt, want 't meisje herhaalt vragend de laat
ste woorden, terwijl ze haar hand vertrouwelijk op
zijn schouder legt.
«Och, Agaath, jij bent een dame geworden en
ik 'k ben nog niets« antwoordt h\j met
iets vochtigs in zijn oogen.
»Dwaze jongen, alsof je niets worden kunt! Hoe
menigmaal heb ik je dat benijd, toen ik nog een
wilde ineid was, zooals je daareven zei.«
De knaap knikt maar spreekt niet uit waarvoor
hij vreest. Zoo menigmaal ontbreken de woorden
te meer wellicht naarmate het gemoed luider spreekt.
Wordt vervolgd.)