"Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 18 September 1892.
Buitenland.
Thans wordt bericht, dat de kiesrecht-de
monstratie, welke 28 September te 's Graven-
hnge plaats zou hebben, door het Bestuur van
„Algemeen Kies- en Stemrecht is uitgesteld. (H.)
Kaar de Leeuw. Ct. verneemt, heeft ook
de firma Pool en Kamstra, schaatsenfabrikanten
te Warga, na een persoonlijk bezoek aan de
Sporttentoonstelling te Scheveningen en vergelij
king der verschillende inzendingen, besloten de
haar toegekende bronzen medaille te weigeren.
Dinsdagavond is een 22jarig machinist van
de Westlandsche stoomtram, terwijl hij tusschen
Monster en Poeldijk te ver buiten de machine
boog, met het hoofd tegen een boom geslagen.
Hij tuimelde achterover en tusschen zijn machine,
waar hem, vermoedelijk door de zuigerstangen,
een arm en een hand verbrijzeld werden. De
conducteur van de tram, het ongeval bemer
kende, stapte op de machine over en sloot den
stoom af. In deerniswaardigen toestand werd de
jonge man per tram naar den Haag overgebracht
en aldaar naar het ziekenhuis vervoerd.
Zoo had zij 't niet bedoeld.
Ofschoon men het bijna niet kan gelooven,
is 't toch waar, dat veel menschen het dienstig
achten zoogenaamde kaartlegsters te raadplegen.
In de buurt van de Goudsbloemstraat te Am
sterdam woont heel in 't geniep een „erge beste
die ook met een ei werkt."
Tot deze ster had zich een in de buurt wo
nend naaistertje gewend met verzoek haar een
knap, fatsoenlijk man te bezorgen en de „ster"
had haar steun (natuurlijk tegen contante beta
ling) toegezegd.
Het zou wel moeilijk gaan want de tijden
waren zoo slecht „met uwé en de jongens trou
wen tegenwoordig haast niet, maarik heb
al .heel wat moeielijks klaar gekregen, hoofd
zaak isdoen wat ik zeg enmondje dicht
houden."
De jongeling, waarop de planeetkundige het
oog had, bleek te zijn een eerzame koekbak
kersknecht, zoo pas uit Hasselt in Amsterdam
gekomen.
De goede jongen werd spoedig door de „ster"
bewerkt maar.... hij bleek in zijn landelijke
onschuld maar niet te willen bijten.
Dat begon de ster te vervelen. Op zekeren
dag weet ze den jongen alleen te spreken te
krijgen en brengt ze hem langs een omweg aan
het verstand, dat als hij het bewuste naaistertje
maar eenige dagen liet merken dat hij „idee"
in haar had, dan zou zij (de kaartlegster natuur
lijk) het niet onder zich laten, maar een deel
van het bedongen loon aan den bakker afstaan.
Dat was den jongen al te kras. Schijnbaar
hield hij zich of hij toestemde in de plannen
van het wijf, om zoodoende te weten te komen
wie het meisje wel was, met het gevolg dat
Zondagavond een ontmoeting plaats had, waar
van het gevolg was, dat de kaartlegster er zoo
inliep, dat ze niet alleen haar loon niet bekwam,
maar door den koekbakker werd zij bovendien
op zeer onzachte wijze op straat gezet. Wat haar
nog 't meest zal spijten is dat nu werkelijk de
twee „idee" voor elkaar hebben gekregen en eer
lijke verkeering hebben aangeknoopt.
Naar men verneemt, kwamen bij het op
maken van de voordracht voor hoofd der school
No. 3 te Anna I'aulowiin, verscheidene sol
licitanten niet in aanmerking wegens hin
derlijke taal- en stijlfouten.
voordat zijn tegenwoordige meester nog was gebo
ren. Toen het huis in gansch andere faam dan tegen
woordig. Al wat deftig was in den omtrek kwam
daar geregeld te gast, en geen mensch kon J er iets
op afdingen, als de oude heer geprezen werd als de
rechtschapenste en meest geachtei n de streek. Iets
van dien goeden naam had Dirk in die dagen zich
zelf toegeëigenddat was echter gansch 'geen aan
matiging, want zijn aanspraak steunde enkel op den
grond, dat hij zulk een man diende.
Het aanzien, dat zijn tegenwoordige meester ge
niet, is van een gansch andere soort. Dat kan hij
duidelijk merken 't is niet om diens persoon, maar
om den staat dien hij voeren kan.
Dat doet den ouden knecht leed.
Toen zijn jonge meester in 't huwelijk trad, had
hij gehoopt, dat op Pouwenheuvel iets van den ou
den toon van vroeger zou terugkeeren, en doornie
mand was Troostwijk hartelijker gelukgewenscht
met zijn huwelijksplannen dan door den ouden Dirk.
Trotsch was hij geweest op de sohoonheid en de
jeugd zijner nieuwe meesteresse, en hij had z'ch
gevleid, dat bij zooveel minnenswaardige bevalligheid
de loszinnige levenswijze zijns meesters verkeeren
zou in achtenswaardige trouw en genegenheid.
't Is daarom geen praatzucht maar belangstellende
trouw, als gij den oude nog eens den stal ziet in-
loopen, om met den anderen knecht te praten. Eerst
kijkt hij een oogenblik zwijgend naar het werk dat
de andere verricht, en daarna zegt hij als zette
hij een gesprek voort dat hij reeds in gedachte ge
voerd heeft »hoe gaat het nu met haar? Wat
zeggen ze er in de keuken van En als de andere
hem vertelt, dat hij juist daar heeft vernomen, dat
mevrouw knap ziek was en zwakkelijk, en dat ze
zoo al een jaar had gesukkeld, zonder dat het ver
blijf daar boven in sommige streken heet
iedere plaats op eenigszins verwijderden afstand
boven iets had geholpen, dan zegt Dirk, meewa
rig het hoofd schuddende, »dat 't hem pijn had ge
daan aan zijn hart, toen hij dien middag haar zoo
afgevallen en ziekelijk had weergezien en ze in zulk
een staat naar Pouwenheuvel had moeten rijden.
Hij had aan zijn Antje gedacht, die nu drie jaar
getrouwd was en ternet al drie kleintjes had te
verzorgeneen meid als een wolk, die haar man,
al was het maar een arbeidsman, niet zou willen
ruilen voor wien ook. Maar 't was ook een ferme,
brave kerel, en al moest hij hard werken voor den
De Nederlandscheu kolfboud hield zijn al-
geineene vergadering te Scheveningen tijdens
den Nationalen Kolfwedstrijd aldaar.
Tot den Bond beliooren thans 19 clubs.
Een voorstel van „Keer niet" te Haarlem
elke trekbal, die het achterschot raakt, wordt
geacht mis te zijn en telt geen punten, werd
verworpen, waardoor het tweede deel van dit
voorstel werd ingetrokken.
Als plaats voor de volgende algemeene verga
dering is aangewezen Haarlem, subsidiair Zuid-
scharwoude.
Bij een bespreking van de belangen van den
Bond werd, in verband met klachten over de
regeling op Maandag de toezegging gedaan, dat
in de regeling van de le serie verbetering zal
gebracht worden.
De stand van den Nationalen Kolfwedstrijd,
Maandag op de kolfbaan der Sporttentoonstel
ling aangevangen en Dinsdag voortgezet, was
Dinsdagmiddag als volgtde club „Over de helft,"
van Nieuwe Niedorp, 216 punten; „Keerniet",
te Haarlem, 198 p. kolfclub „Schiedam" 187
p. te Bolsward 149 p. Gouda 166 punten
„Vriendschap" te Wateringen 149 p.; Boskoop
138 p. in de eerste en tweede serie.
Bjj den personeelen wedstrijd maakten Ha
ringhuizen 76, De Boer 75, W. Groen en Bijpost
ieder 74. Van Thiel 73 en Westbroek 72 punten.
Nader wordt van dezen wedstrijd gemeld, dat
„Schiedam" met 300 punten den korpprij3 be
haalde.
„Keerniet" van Haarlem had 297 punten.
Bij den persoonlijken wedstrijd werd de le
prijs behaald door S. Bos te Zevenhuizen met
115 punten, waarbij de Koninginneinedaille be
hoorde de 2e door P. de Boer te Wateringen
met 112, de 3e door A. Wijsbroek te Schiedam
met 112 en de 4e door E. Bijpost te Nieuwe
Niedorp met 110 punten.
Alle deze prijzen waren uitgeloofd door het
comité der Sporttentoonstelling.
De justitie heeft proces-verbaal opgemaakt
van het duel, dat in de duinen onder Wasse
naar hééft plaats gehad en eene instructie ge
opend.
Dadelijk nadat de schoten der duellanten wa
ren gevallen, snelden op het gehoor de in de
Wassenaarsche duinen surveilleerende jachtop
ziener en rijksveldwachter toe. Deze beambten
dachten stroopers te zullen vinden, maar troffen
op de plaats van waar het geluid der schoten
tot hen kwam, zeven heeren aan, van wie een
met een kogelwonde in de zijde op den grond
lag omringd door de overigen en verbonden door
iemand die de eerste hulp scheen te verleenen,
zoodat de gekwetste toch niet onverzorgd huis
waarts is gekeerd. Het vervoer geschiedde in een
vigelante, die nabij de plaats der ontmoeting
wachtte.
De politiebeambten vroegen aan al de aan
wezigen hunne namen en kregen hunne naam
kaartjes, die nedergelegd zijn op het parket van
den officier van Justitie te 's Gravenhage.
In eene voor kort gehouden raadsvergade
ring te Edam, werd het voorstel van den bur
gemeester om de kermis voor dit jaar niet te
laten doorgaan, verworpen, en alzoo het goede
voorbeeld van andere gemeenten, waar de ker
mis met het oog op de naderende cholera voor
een jaar werd uitgesteld, niet gevolgd.
De negen leden die voor de kermis waren, zijn
zeker daartoe geleid door de voordeelen, welke
kost, hij was onbedorven naar ziel en lichaam en
niet als hij, wien weelde en overdaad ten ongeluk
was geweest voor zichzelf en dat sehuldelooze
vrouwtje.
Met een ruwen vloek draait Dirk zich om. Maai
de kerel meent het goed, want die laatste woorden
stokken hem in de keel en hij wrijft zich iets uit
de oogen met de oude, harde knuisten. 't Is jam
mer, dat het hart van den meester niet een weinig
gelijkt op dat van den ouden knecht
VI.
't Is al herfst. Op zekeren dag haalt het rijtuig
van meneer Troostwijk, aan het station Lanen, een
zeer beroemd professor en den huisdokter van de
familie van Weel, uit Amsterdam, af.
Dirk zit op den bok, en met een somber gezicht
zet hij zijn mooi tweespan in een gestrekten draf
naar Pouwenheuvel. Reeds eenige malen heeft hij
die heeren daar gehaald en gebracht, maar hij weet
het zoo goed als zeker, dat hun hulp zijn meesteres
niet baten zal. Zijn dochter is in dien tusschentijd
weer een iongen rijker geworden, en met tranen
in de oogen heeft hij toen van de zieke mevrouw
een rijk geschenk ontvangen voor de gelukkige
moeder.
De oude Dirk heeft mevrouw de magere, uitge
teerde hand gedrukt en het beste gewenscht en
gesproken van beter worden, maar zij heeft daarop
met een flauwen glimlach geantwoord, dat ze wel
wist, dat dit niet geschieden zou, in den zin waarin
hij dat bedoelde. Hem, den trouwen knecht, die
nog het vorige geslacht had gediend, mocht zij het
ook wel zeggendat zij er niet naar verlangde
maar wel zou hij haar toch nog een grooten dienst
kunnen bewijzen, als zij zou gestorven zijn. Ze heeft
hem daarop een klein pakje gegeven en verzocht
het dicht te lakken, waartoe zij geen kans meer zag,
en ze heeft hem het adres opgegeven waar hij het
na haar doed moest bezorgen.
Dirk heeft toen geantwoord, »dat hij vertrouwde
en hoopte, dat die boodschap nog eens'door mevrouw
zelve zou worden gedaan,maar de toon waarop
hij dit zeide, was loch gansch niet vroolijk, al mie t
die er voor doorgaan, en met eerbied had hij het
pakje in zijn borstzak gestoken.
In het heerenhuis worden de beide geneesheeren
opgewacht door mevrouw van Weel en Troostwijk,
gedurende de kermisweek enkele burgers en niet
liet minst de stedelijke kas genieten.
Wanneer men de stad doorwandelt, kan men
bjj elk riool kennis maken met den geur van
eenig ontsmettingsmiddel, waaruit men zeker
met weinig gevaar van mis te tasten, mag aflei
den, dat hetzelfde gemeentebestuur, hetwelk de
kermis wil laten doorgaan, niet geheel de moge
lijkheid van een intocht der zoo gevreesde ziekte
wegcijfert.
Deze handelwijze is verre van consequent te
noemen, en wij voor ons, geloovende, dat het
zaak is zich tegen de cholera met alle door we
tenschap of praktijk aangegeven middelen te wa
penen, wenschen gaarne, dat het gemeentebe
stuur alsnog op zijn genomen besluit terugkome
en van zich de groote verantwoordelijkheid af
schudde, welke het door het tot nu toe gehand
haafde besluit op zich nam. E. Crt.
Benoemd tot voorzitter van de Eerste Ka
mer der Staten-Generaal gedurende de zitting,
aanvangende den 3den Dinsdag in September
1892, mr. H. Van Naamen van Eemnes, lid
van die Kamer.
Over het geval met dr. Mezger te Dom
burg, deelt de Midd. Ct. mede
Een der artisten, die onlangs te Domburg een
concert gaven, maakte van de {gelegenheid dat
hij daar was gebruik, om dr. M. over een ziek
teaandoening te raadplegen.
De heer Mezger, die als regel heeft gesteld
kunstenaars, zelfs de voornaamste onder hen,
gratis te behandelen, was zoo beleefd ook dezen
kunstenaar zijne meening omtrent het ziektegeval
te zeggen de medicus oordeelde de aandoening
van weinig beteekenis, doch voorzag dat, zoo hij
den artist behandelde, dit een tijdruimte van
minstens eene week of zes vorderen zou. Aange
zien dr. Mezger nu nog slechts een veertien
dagen te Domburg blijven kon, gaf hij den kun
stenaar eenige voorschriften en raadde hem aan
deze aan zijn gewonen geneesheer mede te dee-
len en zich door dezen te doen behandelen
daarbij de verzekering voegende dat de patient
dan even goed herstellen zou.
Wat gebeurt nu? Een der toongevende be
woners van Domburg stelt eene inteekenlijst op
Yoor het geven van een concert, waarvan de
opbrengst dienen moet om de verplegingskosten
van den jongen kunstenaar te Wiesbaden te
dekken.
Dit geschiedde buiten dr. Mezger om, en deze
was, toen ook hem die lijst werd gepresenteerd,
er alles behalve over gesticht dat op deze ma
nier gehandeld was.
Yan eene weigering oin den artist te behan
delen, kon echter geen sprake wezen, omdat na
het gehouden consult geen behandeling door dr.
Mezger meer noodig was.
Door mevrouw de weduwe J. Larsen Jen
sen te Haarlem is gelegateerd aan het Luther-
sche Wees- en Armenhuis f2G000; het R. C.
Wees- en Armhuis, genaamd St.-Jacob f.15000;
het St.-Joseph Gesticht f 5000 het Weeshuis
der Nederd. Herv. gemeente f 5000 de Spijsko-
kerij van den H. Vine, a Paulo f 5000de
Broedergemeente afdeeling Haarlem f 5000de
diaconie der Christelijke Gereformeerde gemeente
(kerkgebouw Oude Gracht) f3000; de Vereeni-
ging voor Ziekenverpleging f 500allen te Haar
lem het Kunstenaarsfonds van de Mij. tot be-
vorderiug van Toonkunst f 500 de Prins Hen
drik-Stichting te Egmond a. Zee f 2000. Tot
en worden de gewone plichtplegingen gewisseld. De
zieke wordt bezocht, en vervolgens gaan de heeren
nog een oogenblik in de rookkamer keuvelen, in af
wachting dat het middagmaal wordt opgedragen,
na atloop waarvan zij gewoon waren weder te ver
trekken. Het is echter dien dag somber en vochtig
weèr, en zoo komt 't dat Troostwijk de beide hee
ren uitnoodigt, het halfuurtje, dat hun nog rest,
door te brengen in zijn eigen vertrek, waar vuur
was aangemaakt. Als zij daar wat bij het vuur heb
ben gezeten en het gesprek een oogenblik verflauwt,
wijst een der geleerde heeren op een portret, dat
op den lessenaar van den heer van Pouwenheuvel
zijn aandacht trekt. Het is een dier kostbare snuis
terijen van kristal, die tegenwoordig dienst doen als
p r e s s e-p a p i e r, maar eigenlijk slechts zijn uit
gedacht om het portret, dat daaronder kan worden
ingestoken. Het komt den hooggeleerde voor, dat hij
de schoone, maar weinig décent gekleede vrouw,
wier gelaat door het heldere glas wordt opgeluisterd,
meer heeft gezien. Hij vraagt, onachtzaam er op
wijzend, wie dat voorstelt, en daarop noemt Troost
wijk, zonder te blikken of te blozen, een naam, die
aan beide geneesheeren zeker van weinig gunstigen
kant bekend is, want als die genoemd is, kijkt de
jongste zijn ouderen collega veelbeteekend aan
zonder meer te vragen. Troostwijk, wien dat niet
ontgaan is, breekt de stilte af met weer te infor-
meeren naar den toestand zijner vrouw, maar noch
dokter, noch professor verwaardigen zich eenig ant
woord te geven. Doch de heer des huizes herhaalt
zijn vraag, en nu verliest de jongste geleerde een
oogenblik de hem kenmerkende kalmte, want met
een stem, die trilt van bedwongen verontwaardiging,
voegt hij Troostwijk toe, wijzende op het portret
»Wat het einde zijn zal, behoef ik den gunsteling
van zulke vrouwen niet te zeggen evenmin, dat een
man met dergelijke liaisons zedelijk alle recht
op een huwelijk heeft verbeurd
Het is een uitkomst, dat juist op dat oogenblik
aan de deur wordt getikt en dat de knecht de ge
neesheer in allerijl naar de ziekekamer roept, waar
mevrouw van Weel wanhopig staat bij het bewe-
ginglooze lichaam harer dochter. Een eigenaardige
kalmte ligt er over het doodsbleeke gelaat der zieke,
wier sluimering door niets schijnt te worden ge
stoord. De zorgzame moeder heeft getracht haar kind
wakker te maken, toen zij op de ziekekamer geko
men was om haar eenige medicijn toe te reiken en
erfgenamen harer nalatenschap zjjn benoemd
het Lutersche Wees- en Armenhuis, het St.-
Joseph Gesticht en het R. C. Wees-en Armhuis
genaamd St. Jacob, allen te Haarlem.
Gelijk velen weten, beweert dr. Folkert
Kramer, arts te Amsterdam, een middel tegen
de gevreesde diphterie gevonden te hebben. Het
bestaat in de toepassing van Jodium tribroma-
tum (Jodtribromid). Uit de jongstverschenen af
levering van het "Archiv für Kinderheilkunde"
bljjkt, dat de heer K. eene hoeveelheid van zijn
middel ter beproeving toegezonden heeft aan
den bekenden specialiteit prof. Monti, te Weenen.
Diens adsistent, dr. E. Kraus, deelt in boven
genoemde aflevering den uitslag mede van de
aanwending van het middel in drie gevallen, van
welke twee zeer ernstig waren. Het verloop bjj
alle drie was zeer gelukkig. De patiënten namen
het middel in alle vormen zonder eenigen tegen
zin in en waren in tien dagen hersteld.
Anierikaansche kcr misver makel ijkhciil.
Met groote letters staat aan de kermistent
aangeplakt: „Hit the nigher" (raakt den neger.)
Zesmaal voor één nikkel mag men met een
bal, die in hardheid voor een kanonskogel wei
nig onderdoet, werpen naar het hoofd van een
heuschen, levenden neger.
Daar staat hij, achter een zeildoek, waarop
een kolossale zonnebloem geschilderd is. Het hart
van de bloem is er uitgesneden en achter die
opening grijnst de zwarte kroeskop van een ne
ger met dikke, roode lippen. Een masker van
dun ijzerdraad is zijne eenige bescherming.
Hij mag dit masker niet eerder met eene
snelle beweging voor zijn gelaat brengen, dan
wanneer de met kracht geworpen bal de hand
van den „liefhebber" reeds verlaten heeft.
Even te laat maar dat gebeurt nooit
en de neger zou morsdood geworpen zijn.
Mist de bal, dan grijnst en lacht de zwarte
allerverschrikkelijkst en maakt allerlei grimassen.
Dit is dan het vermaak van het groote pu
bliek.
Waarlijk, de eene helft van het menschdom
weet niet hoe de andere helft leeft.
Den 13 dezer, 's nachts half vier, beviel
de Keizerin van Duitschlanri van eene dochter,
het zevende kind. De Keizerin en de prinses
bevinden zich wel. (Zooals bekend is, zijn de
andere kinderen allen zoons.)
Volgens de „Bresl. Morg. Ztg." heeft de
commissie voor eene wereldtentoonstelling te
Berlijn thans een rondschrijven gericht tot be-
drijfsvereenigingen in het rijk, met de vraag
hoe de besturen denken over het plan, in plaats
van een wereldtentoonstelling een duitsche na
tionale expositie te houden.
De werking van de Vesuvius was Dins
dag bizonder sterk.
De Duitsche keizer en Nelsons oud vlagge-
schip. De „Exchange Telegraph Company"
meldt uit goede bron, dat de Duitsche keizer
een onderzoek heeft laten instellen naar den toe
stand van Nelsons oud vlaggeschip, de Foudroyant
dat nu in handen is van een firma van Duitsche
reeders te Swiiieiiiiiiide; bovendien wil hij we
ten wat het schip waard is, en wat de kosten
zouden zijn om het te laten restaureeren. Men
om haar tegelijkertijd op te wekken eenig voedsel
te gebruiken. Een klein uur te .voren nog had de
jonge vrouw, na het bezoek der doktoren, de zieken-
oppasstei weggezonden en met haar moeder ge
sproken.
Mama heeft naast haar grooten ziekestoel ge
zeten voor het raam, en zij heeft gesproken over
haar jongere zusters. Zij heeft plannen gemaakt
voor haar in de toekomst en met aandoenlijke
zachtheid van haar moeder de belofte afgebeden,
haar toch vrij te laten in de keuze van een echt
genoot. En de moeder, die thans alles wist, heeft
haar kind zenuwachtig verzocht te zwijgen. Wie
weet met hoeveel pijnigend zelfverwijt! Daarop
is de zieke een oogenblik droomerig naar buiten
blijven staren naar de afvallende bladeren, om
wat later te spreken van Amsterdam en van al
de goede vrienden, die daar waren. Zij heeft de
armen om den hals harer moeder geslagen en
fluisterend alsof er nog anderen waren die
het hooren konden heeft zij gevraagd naar
van Dijk, hoe 't hem ging en of hij nog niet
aan trouwen dacht. Haar moeder heeft op dit
laatste geantwoord, dat zij zeker wist dat de
oude vriend zulke plannen niet had voor het
oogenblik, en toen heeft de zieke verzocht, als
zij eens sterven mocht, hem evengoed als haar
vader en broeders en zusjes wel voor 't laatst
te willen vaarwel zeggen, maar hem vooral en
ook zijn moeder. Daarop scheen het, dat zij kal
mer was geworden, maar nogmaals had zij toch
haar moeder hartstochtelijk omhelsd, zoodat deze,
bevreesd voor meerdere opwinding, haar alleen
had gelaten.
Nauwelijks zijn de doktoren op de ziekekamer
gekomen, en hebben ze een blik geslagen op de
jonge vrouw, die daar als levenloos neder lag,
of de professor had haastig naar een kleine flacon
gerepen, die op een tafeltje niet ver van het bed
was neêrgezet. Hij rqikt er even aan, en trekt
daarop zijn collega, die over het ziekbed gebo
gen staat, naar het raam.
Het fleschje dat een vrij groote hoeveelheid
laudanum had ingehouden, en waaruit de
zieke nu en dan eenige droppels als pijnstillend