.Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 25 September 1892.
Buitenland.
I>E TROONREDE
Dinsdag ter gelegenheid van de opening der
Staten-Generaal, uitgesproken door H. M. de
Koningin-Regentes, luidt woordelijk als volgt:
Mijne Heeren!
„Bij de hervatting van Uwen arbeid mag Ik,
met een gevoel van dankbaarheid, in menig op
zicht bevredigende mededeelingen geven omtrent
den toestand van land en volk.
„De betrekkingen tot alle buitenlandsehe Mo
gendheden zijn van den meest vriendsohappelij
ken aard.
„Zee- en landmacht, zoowel hier te lande als
in de Koloniën, kwijten zich bij voortduring op
loffelijke wijze van hare taak.
„De uitkomsten van den oogst en de toestand
van den veestapel zijn gunstig. Hetzelfde kan
niet in allen deele worden gezegd omtrent han
del, scheepvaart en nijverheid.
„De algemeene gezondheidstoestand is bevre
digend. Besmettelijke ziekten, die zich in den
loop des jaars vertoonden, behielden een plaat
selijk karakter. Door in het buitenland heer-
schende Aziathische cholera werd in de laatste
weken de volksgezondheid bedreigd. Tot dusverre
mocht ons land voor den voortgang dezer ziekte
bewaard blijven.
„Bleef de veestapel niet geheel verschoond
van mond- en klauwzeer, dat sedert geruimen
tijd langs onze grenzen in het buitenland heerschte,
de ziektegevallen bleven tot enkele plaatsen be
perkt.
„Behalve tot verzekering van den geregelden
gang des bestuurs en afdoening van aanhangige
voordrachten, zal Uwe medewerking worden in
geroepen voor gewichtigen arbeid.
„Ter regeling van het kiesrecht voor de
Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor de
Provinciale Staten, wordt U eene voordracht
aangeboden.
„Voorstellen tot invoering eener beroeps- en
bedrijfsbelasting en tot verbeterde heffing der
grondbelasting zullen U binnenkort bereiken.
„Tot organisatie der landmacht en tot ver
sterking der zeemacht zullen u voorstellen wor
den gedaan.
„Wetsvoordrachten, zoowel tot verdere uit
voering van de bepalingen der grondwet, als tot
verbetering van de wetgeving, van de weerbaar
heid des lands en van maatschappelijke toestan
den, worden inmiddels bewerkt en in gereedheid
gebracht, om, naarmate den voortgang van den
wetgevenden arbeid dit mogelijk maakt, aan de
overweging der Staten-Generaal te worden on
derworpen.
„Voor Nederlandsch-Indië zal reeds spoedig
Uwe medewerking worden gevraagd tot maat
regelen betreffende het leger, de financiën, de
koffiecultuur, het inlandsch onderwijs en het
mijnwezen.
„Andere voorstellen in het belang der Kolo
niën worden voorbereid.
„Met vertrouwen, mijne heeren, doe Ik een
beroep op Uwen ijver en Uwe toewijding tot de
vervulling Uwer gewichtige en veelomvattende
taak.
„Moge Uw arbeid, onder Gods zegen de wel
vaart en den bloei verhoogen van ons dierbaar
Vaderland.
„In naam der Koningin, verklaar Ik de ge
wone zitting der Staten-Generaal geopend."
Van de plechtigheid zelve wordt het volgende
gemeld
De troonzaal vertoonde vóór de komst der
Regentes het gewone bewegelijke en schitterende
schouwspel van elkaar begroetende Kamerleden
en Staatslieden in prachtige uniform. De nieuwe
troon in zijn rijk verguldsel en prachtige flu-
weelen bekleeding wekte aller aandacht, veler
bewondering en sommiger critiek over de niet
»Wij moeten een gelukkig mensch van hem ma
ken,® had eens zijn vader vriendelijk vermanend
gezegd, toen zij haar liefde wat moeders zoo
gaarne doen tot dwaasheid liet overslaan, en nog
op zijn sterfbed had hij waarschuwend herhaald
Maak een gelukkig mensch van hem.®
En terwijl haar ziele verscheurd werd van wee
terwijl zij leed met hem, geen gedachte had dan
voor hem, en met de wanhopige volharding der
liefde zich verzette tegen den veel machtiger arm
des doods, had zij »ja" gezegd. Doch eerst latei-
had zij de beteekenis van dat »ja« begrepen, en
toen had zij het herhaald, menig-, menigmaal. Ja,
die belofte zou zij vervullen die taak haar door
hem opgedragen met heiligen ernst aanvaarden.
Nog was haar iets te doen gelaten, nog haar een
levensdoel overgebleven
Zal morgen dat doel bereikt zijn Zullen zij voor
bij zijn, voor altijd voorbij, die jaren van strijd en
bittere beproeving? O! zij weet het nog of het
gisteren was, hoe Willem haar op hunne wande
lingen naar de vensters der suikerwinkels trok, om
met begeerige blikken de Sint-Nikolaas- of Paasch-
uitstallingeri gade te slaan hoe hij de titels van
prentenboeken las en zijn schitterend oog smeekend
naar haar wendde, ot wel des Zondags met zijn
schamel speelgoed bij het venster stond en verlan
gend het spel der kinderen uit de buurt volgde,
waaraan hij geen deel kon nemen, om dat hij geen
Zondagsch pakje had als zijwant wat hij des Za
terdags uitdeed, moest vaak des Maandags weer
schoon aangetrokken worden. Dan brak haar het
hart, dan sprongen de tranen haar in de oogen, en
zij benijdde de ouders, wie zulke beproevingen be
spaard zijn.
Maar als het schoolgeld betaald moest worden,
lag het gereed in de kast. Dat was de hoofdzaak,
leerde zij hem, en met aandoenlijke bevattelijkheid
had hij haar maar al te spoedig begrepen. Doch zij
kende ze, de arme, dwaze moeders, die, schoon door
de fortuin misdeeld, geen wensch van haar kind
onbevredigd laten, als de vervulling - zij het dan
ook ten koste van alles in haar macht is. Voor
een moederhart zijn zulke offers licht. Haar strijd
was een zwaarder strijd geweest. Zij kende die moe
ders en zij kende die kinderen ook Had zij
dan niet beloofd een gelukkig mensch van hem te
maken
altijd gelukkige harmonie der kleuren.
De meeste Kamerleden waren in hun ambts
kostuum. Alleen de heeren Schaepman, Heldt,
Pyttersen en Tydens waren in burgerkleeding.
De kanselier der orden, generaal Boameester en
de staatsraad Ilubrecht werden als nieuwe gas
ten in de vergaderzaal begroet.
De bovenloges waren bezet door leden van den
Hoogen Raad, de Rekenkamer en de diplomatie.
De meeste gezanten, met verlof zijnde, waren
door hunne zaakgelastigden vertegenwoordigd.
Alleen de Belgische en Italiaansche gezanten
waren als hoofden van missiën tegenwoordig.
Ook de heer Westenberg woonde in groot cos-
tuum de zitting bij.
H. M. de Koningin-Regentes droeg een ge
heel zwart zijden kleed cn zwarten hoed.
Voor het examen tot verkrijging van de
hoofdacte hebben zich dit jaar in het geheel
1325 mannelijke en vrouwelijke candidaten aan
gegeven. 39,5% van hen zijn geslaagd. Elke
candidaat moest, om aan het examen te kunnen
deelnemen de som van f 10 in 's rijks schatkist
storten, zoodat het rijk niet minder dan f 13250
aan examengelden van hen ontving.
liet levend geworden beeld. Te
Neurenberg, waar op het oogenblik een soort
kermis plaats vindt staan op een der pleinen
draaischuiten en tenten, en onder de laatsten is
ook een wassenbeelden-spel dat veel bekjj k heeft.
Het mooiste stuk van de verzameling, het borst
beeld eener jonge vrouw, dat den hals omdraaide
en met de oogen rolde, stond buiten naast het
orgel, maar verdween eensklaps en dit gebeurde
op de volgende manier:
Toen op een avond der vorige week het gor
dijn, dat voor het beeld hing, werd opgetrokken
drong een dikke burgervrouw, naar voren en
staarde het beeld aan. „Jemini Joosie," riep zij,
„dat is Kaatje, die vroeger bij ons gediend heeft,
maar die we hebben weggejaagd, omdat ze lange
vingers had!" Toen sprak zij het beeld aan:
„Kaatje, slechte meid! Schaam je je niet?"
De uitwerking, die deze vol verontwaardiging
uitgesproken woorden hadden, was overbluffend.
Het mooie wassenbeeld werd eerst bleek en daarop
vuurrood. Het geheele borstbeeld scheen in het
voetstuk, dat erg begon te waggelen, te willen
verdwijnen, Haastig liet de spellejuffer het gor
dijntje zakken. Kaatje, die zoo mooi voor was
senbeeld wist te spelen, is na dit tijdstip niet
meer te zien geweest.
Op het R. K. kerkhof te 's Graveiihage
werd Maandag met bijzondere eerbewijzen ter-
aardebesteld het stoffelijk overschot van den mi
nister van Staat jlir. mr. P. J. A. M. Van dei-
Does de Willebois, oud-minister van Buitenl.
Zaken. Om de groeve hadden zich geschaard o.
a.de minister van Buitenlandsehe Zaken, ge
zanten van België en Italië, onze gezanten te
Parijs, Rome en Washington, de ministerresiden
ten Van Bijlandt en Van der Staal, vele oud-
ambtgenooten zoowel oud-ministers als rechterlijke
ambtenaren en een groot aantal andere hoogge-
plaatsten, die den ontslapen staatsman en rechts
geleerde de laatste eer wilden bewijzen. Bij het
graf werden geen redevoeringen gehouden.
-7 De raad van Aalsmeer heeft thans beslist
dit jaar de kermis uit te stellen.
Genezen! In een inrichting te Am
sterdam was een „stamgast" onder den invloed
van oen te ruim gebruik van sterke dranken
geraakt cn als lijk neêrgevallen. De eigenaar
wist geen beter middel dan den man door een
bediende per rijtuig te laten tehuis brengen en
daartoe werd een aapje ontboden. Het adres waar
mijnheer moest bezorgd worden, was Haarlem
merdijk. Het opgegeven nummer werd opgezocht
Verleden week was er een brief uit Den Haag
gekomen, die haar in blijde opgewondenheid Wil-
lem's tehuiskomst had doen afwachten.
»Denk eens, Willem," zeide zij opgetogen, »oom
Charles schrijft dat hij verscheidene van de heeren
kent, en als je voor een paar dagen wilt overkomen,
kan hij je met hen in aanraking brengen. Wat dunkt
je daarvan
Hij keek haar verrast aan, terwijl een hooger rood
zijn wangen kleurde.
»Nu, wat zeg je vroeg zij in spanning.
Hij ging bij het venster staan en trommelde ge
jaagd met zijn vingers tegen de ruiten.
»Zooals u wilt, mama.«
Zijn gezicht was van haar afgewend, maar zij
wist wel wat zij te denken had van die berustende
woorden en dien onderworpen toon. Zij wist dat
haar blijdschap geen weerklank gevonden had in
zijn hart.
Er volgde een stilte, die voor beiden onaangenaam
was. Hij trad naar de plaats waar zij zat, en bleef
bij haar staan, den peinzenden blik gevestigd hou
dend op de bewegingen harer breinaalden.
»Zoudt u 't graag zien, moedertje?®
Welk een vraag! Wist zij dan niet dat hij een
gunstigen indruk maakte op ieder, die hem ont
moette, en had haar zwager niet terecht geschreven
dat ook een examinator, ondanks zich zelf, den in
vloed daarvan gevoelt Vooral, had zij er in gedach
ten bijgevoegd, als de examinandus hem wordt
aanbevolen door iemand van zooveel invloed.
»Ik zou zoo graag door eigen kracht mijn doel
bereiken,zeide hij op zachten, smeekenden toon,
en toen voegde hij er weifelend bij »Maar als u
er op gesteld bent, zeg het dan maar."
Zij zeide neen, en zij zeide het met een opge
ruimd gelaat, al hokte haar de stem in de keel.
Van alle verzoeking, die ooit tot haar was getreden,
was deze de zwaarste. O, hoe goed was hij nog
hoe vol heilig vuur, vol geloof in de menschheid!
Zou zij hem wakker roepen uit zijn droomen, hem
openbaren welke macht gegeven is aan de heersche-
res, die men protectie noemt, hem zeggen dat hij
eenmaal glimlachen zou over zijn eenvoud? Neen,
neen, het was een zalige eenvoud, een eenvoud,
waarop zij hoogmoedig was.
(Wordt vervolgd.)
maar was verkeerd, evenals eenige andere adres
sen waar men het nog steeds verdoofde heer
schap wilde loozen.
Eindelijk vond men het goede adres, terwijl
het onder de bedrijven twee uur was geworden.
Er werd gescheld en na ecnig wachten ging de
huisdeur open, op een kier.
De koetsier trad naar voren en vroeg„Juffrouw
hebt u niet een mannetje om te helpen, meneer
is niet in orde."
„Wat blief!" klonk het op verbolgen toon,
„is meneer weer niet zuiver. Nou weet je wat,
ik neem den slampamper niet in huis, dan moet
ie maar verkassen. Ik doe het zeker niet, wol
te rusten hoor!
En onder deze en meer liefelijke ontboezemin
gen gooide de verontwaardigde juffrouw de deur
dicht die, ondanks alle pogingen van de koetsier,
niet meer geopend werd.
Daar stonden ze. De koetsier wist echter raad.
„Jan" zegt ie tegen den knecht uit het koffie
huis, „zit 't er bjj hem an (met de gebruikelijke
beweging van duim en wijsvinger). Nou dat ge
loofde Jan wel „dubbel en dwars."
„Dan is 't niks, vooruit Kees, „en hij legde
de zweep over het paard en reed naar de stal
waar meneer eenvoudig met rijtuig en al neer
gezet en opgesloten werd.
Nu was misschien alles goed gegaan, maar
meneer knapte op en ontwakende, wist hij in 't
eerst heelendal niet wat te denken, daar hij zich
op zulk terrein nooit had bevonden.
Hij strompelde uit het rij tuig en deed natuur
lijk pogingen om den stal te verlaten maar
had niet gerekend op een zenuwachtige juffrouw
die boven woonde en inbrekers meende te hoo-
ren.
Ze schreeuwde om politie en jawel daar kwa
men twee agenten aan, die onmiddelijk door een
zijdeur een onderzoek instelden in den stal. Het
duurde geen vijf minuten of eenige buren liepen
vol drukte naar buiten schreeuwende dat ze den
inbreker hadden.
't Was een vreemde, want hij had een hoogen
dop op, maar meneer moest mee, daar de agen
ten niets begrepen van zijn verward verhaal.
Eindelijk, na een aan 't bureau doorgebrach-
ten nacht, .werd de man om tien uur 's morgens
vrij gelaten, maar na dit lesje heeft hij vast be
sloten niet meer te veel te drinken, welke* be
lofte hij reeds gedurende avonden heeft gehou
den.
Een cholara-commissie ten plattelande had
bij een oud moedertje, dat bedeeld werd en
eenigszins aan doofheid leed, bij oen inspectie,
de volgende ontvangst:
Lid der Commissie„Vrouw Barends, we ko
men vanwêge de gemeente...."
Vrouw Barends: „Daar ben ik blij om, hee
ren 44 jaar ben ik lidmaat van de griffermeerde
kerk en al me kinderen binnen in die kerk ge
doopt en opgebracht, tot...."
Lid der commissie„Om een onderzoek in te
stellen naar...."
Vrouw Barends: „Juist, dat had al lang moe
ten gebeuren. Een vette twee gulden in de week
krijg ik van de gemeente; daar gaat achttien
stuivers huur af, nou vraag ik...."
Lid der commissie: „Dat komt hier niet te
pas, je bestekamer moeten wij zien."
Vrouw Barends: „Dat is alle woning die ik
heb, heeren. Daar moet ik in slapen, koken, en
alles doen. Ja, 't zegt wat...."
Lid der commissie: „Wij bedoelen in deze
zaak de faecaliën".
Vrouw Barends: „O, hebben ze u dat verteld
van die viktalie. Ja, in die viktaliezaak verdiende
mjjn jongen drie gulden in de week. Maar da's
nou uit. Er zijn geen schepen meer, die zaak is
opgedoekt."
Lid der commissie, (driftig)„Je begrijpt ons
niet de reinheid!"
Vrouw Barends: „Rein ben ik, kijk gerust
rond heeren."
Inmiddels heeft een ander lid der Commissie
den toestand van het privaat en den regenbak
onderzocht en in orde bevonden. Hij geeft den
anderen leden een wenk tot vertrek.
Vrouw Barends: „Dag heeren, wel thuis. En
kijk nou eens, of er niet wat bij kan; 2 gulden
in de week en 1 brood is te min. Daar ben je
nou griffermeerd voor. Me buurvrouw hiernaast
het een loze; die is Iloomsch en die krijgt 2
gulden, 2 brooden en 's winters turf. Da's een
royaalder geloof. Veranderen wil ik niet graag,
maar...."
De commissie vertrekt. Centr
Het bestuur der Vereening tot Ontwikke
ling van den Landbouw in Hollandsch Noorder
kwartier heeft aan de leden medegedeeld, dat
de beide handseparatoren (melkontroomers,) on
langs te Hoogcarspel in werking, te Wieringer-
w aard zullen worden beproefd in de Kaasfa-
briek, directeur J. Bakker Jz., op Maandag 26,
Dinsdag 27 en Woensdag 28 September e. k.,
telkens van des voormiddags 10 tot des namid
dags 1 ure.
Het bestuur noodigt tot een bezoek uit.
De gemeenteraad van Beverwijk heeft
den 16 dezer besloten in hooger beroep te komen
van het vonnis der arr. rechtbank te Haarlem,
waarbij aan de gemeente de eisch ontzegd is,
om den gewezen gemeente-ontvanger P. Denijs
rekening en verantwoording te doen overleggen,
nadat de Voorzitter verklaard had, dat pogingen,
door het gemeentebestuur aangewend, om de zaak
in der minne te schikken, mislukt waren.
Ondanks hare, naar men zegt, cynische
onverschilligheid tegenover de cholera, heeft toch
ook Sara Bernhardt zich moeten onderwerpen
aan de voorzorgsmaatregelen, van overheidswege
voorgeschreven. Aan de Hollandsch-Belgische
grens moest de groote artiste, gelijk iedere rei
ziger, zich eene desinfectie van hare bagage ge
troosten. Daar zij een dertigtal koffers bij zmh
heeft, gaf de operatie groot oponthoud, zoodat de
tragédienne in Den llang later aankomt dan
verwacht was.
De opgravingen aan de pachthoeve „Ten
Hove" bjj Voerendaal (L.), waar, zooals werd
medegedeeld, eene romeinsche villa is ontdekt,
worden krachtig voortgezet. Het graven wordt
echter zeer bemoeilijkt door de groote hoeveel
heid pannen en steenen, die daar gevonden wor
den. Tot dusverre zjjn opengelegd twee vertrek
ken en een kelder. In een der muren van dezen
laatste werden verschillende vierkante gaten ge
vonden, waarschijnlijk om den rook of de warmtc-
buizen door te laten. Onder den kelder vond
men een héele rij romeinsche dakpannen of im
brices, benevens eenige potjes, die meestal ge
broken zijn. De laatste ontdekking is eene ka
mer van 4 k 5y2 meter in afmeting; van deze
echter waren warmtegeleiding enz. verwoest.
De sosialist G. Zwart te Gorredijk werd
verleden jaar door het Hof te Leeuwarden ver
oordeeld wegens het plaatsen van een advertentie,
waarin hij aan „Stroopers!" (dit woord was met
vette letters gedrukt) te kennen gaf, ruim voor
zien te zijn van best hazenstrikkendraad.
Dezelfde persoon adverteert nu weer. Het
vonnis heeft evenwel gevolg gehad, althans de
advertentie ziet er nu aldus uit:
Ss!
Nog steeds in voorraad het welbekende
strikkendraad.
Gorredijk. G. Zwart.
Men heeft den dader nog niet gevonden,
die (eenige dagen geleden) bij Monnikendam
een balk op de rails van den tram heeft gelegd.
De balk is in tweeën gereden. De machinist
nam éene helft mee, als stuk van overtuiging,
en liet het andere liggen. Dit stuk was echter
den volgenden dag verdwenen.
Het bestuur van den Ned. Mil.-Bond heeft
voor het militair „Te Huis" te Amersfoort van
de Koningin-Regentes ƒ100 en van Koningin
Wilhelmina f 50 ontvangen.
Pastoor Kueipp over de Cholera.
Wat is men bang voor choleraWeinige
jaren geleden was zij een vreeselijke verschij
ning voor vele landen en eischte talrijke offers.
Om zich voor overstrooming te vrijwaren, legt
men dijken aan men regelt het stroomgebied.
Bij een boschbrand graaft men greppels, om
de verwoesting van het vernielend element te
beteugelen. Zulk een dijk, een greppel tegen
de cholera dien ontzettenden vijand van
het menschelijk leven is het water. Het
redt uit het gevaar, en als een dijk of grep
pel omringt het hen, die er gebruik van willen
maken.
Bij cholera geldt de hoofdregelDie spoedig
zweet, is gereddie niet spoedig transpireert,
gaat verloren.
Op zekeren dag werd ik 's avonds om 11
uur bij een arm dienstmeisje geroepen. Zij
had reeds meer dan 20 maal overgegeven en
meer dan 20 maal stoelgang gehad. De dokter
woonde 2 uur ver. Het meisje wenschte zich
voor te bereiden, om te stervenwant zij ge
voelde maar al te wel, dat zij deze verschrik
kelijke ziekte niet zou overleven. Handen en
voeten waren als ijs, het gezicht doodsbleek,
de gelaatstrekken ingevallen en teekenen van
ontbinding waren voorhanden. Aanstonds be
proefde ik, om de stervende te doen zweeten
want naar mijne meening, hingen daar leven
en dood van af. De huisvrouw bracht spoedig
2 groote grove linnen doeken. Ik liet ze in
warm water doopen, meermalen vouwen, uit
wringen en op borst en buik leggen. Daaron
der kwam echter op het bloote lijf eene in
warmen azijn gedoopte enkele doek te liggen.
Dit vochtige en warme compres werd over
dekt met een veeren bed, zoo warm en zwaar
als de zieke het verdragen kon. De warmte
drong door tot de choleralijderesin 15 minu
ten was het heele lichaam door en door warm;
na 20 minuten parelden de zweetdroppels op
het gezicht. Opnieuw liet ik het compres in
warm water doopen, en in korten tijd hielden
de krampen oper kwam een einde aan bra
ken en neiging tot braken. Om de uitwendig
opgewekte warmte ook inwendig te helpen,
moest de zieke een kop melk met venkel (een
lepel vol gemalen venkel laat men 3 minuten
in melk trekken) zoo warm mogelijk drinken. (1.)
De kranke begon voldoende te zweeten en
was gered.
In de herstellings-periode mag men den zieke
niet verwaarloozen, ofschoon hij geen buiten
gewone zorg vereischt. De herstellende zal
dagelijks 1 uur lang een compres op het ach
terlijf nemen (dit bestaat uit een meermalen
gevouwen linnen doek, nat gemaakt en langs
den geheelen rug op het lichaam gelegd); daarbij
nog alle dagen gedurende 1 uur een compres
op het bovenlijf (denzelfden doek op borst en
buik) aanwenden en zich bij die aanwendin
gen goed instoppen. Dat deed ook onze pa
tient, en in 10 a 12 dagen was zij hersteld.
Een 2e geval werd op dezelfde wijze en met
hetzelfde succes behandeld. Ik kan niet nala
ten, om hier 2 opmerkingen te maken
1. Als de hier besproken ziekte-verschijn
selen (hevige diarrhée, braking, krampen enz.)
(1). Venkel, in melk afgetrokken, werkt buitenge
woon heilzaam bij koliek- en cholera-aanvallenzü
verwarmt, voert de gassen af en is tevens een voed
zaam en versterkend middel. G. Gt.