.Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 9 October 1892. Buitenland. bieden, oni zijn logeergasten te verwijderen. Ver geefs trachtte het gezelschap het aan de 2 „dien ders" duidelijk te maken, dat men kamers „ge huurd" had, dat de bagage boven aanwezig was, dat het te dwaas was, midden in den nacht op straat te worden gezet in een plaats als Alkmaar De mannen der wet hadden blijkbaar een taptoe inspiratie en trokken hun sabels. De Heer R. werd achter het oor, de Heer H. aan den pols gewond, niettegenstaande er hoegenaamd geen verzet werd gepleegd. „De treurige aardigheid eindigde met het ar resteeren -van den Heer R., die geboeid werd opgebracht. Op zijn verzoek, de boeien niet zoo aan te trekken, zei een der agenten„Hou je Je bent hier niet in RotterdamDen geheelen nacht bracht de arrestant in een smerig cachot door. 's Morgens werd hij, naar wij ver namen, onder excuses vrijgelaten en werd er eene plainte door hem ingediend bij den officier van justitie." Mond- en Klauwzeer. Het Bestuur der Vereeniging tot ontwikkeling van den Land bouw in Hollands Noorderkwartier: Overwegende dat zich tot heden in de provincie Noord-Hol land nog geen gevallen van mond- en klauwzeer hebben voorgedaanmeent, na gehouden overleg met den districts-veearts te Haarlem, met het oog op het voorkomen van die ziekte in sommige Gemeenten van Limburg, Zeeland en Zuid-Hol land, en op de aanstaande groote najaarsvee markten, de belangen der veehouders te bevor deren door hunne aandacht te vestigen op eenige voorzorgenwaardoor eigenaren van vee kunnen medewerken, tot het voorkomen of bestrijden der bedoelde ziekte. Daar het mond- en klauwzeer, (tongblaar) uit sluitend ontstaat na besmetting van gezond vee door besmette personen, dieren of voorwerpen, hebben de veehouders het voor een groot deel in hunne macht, hun vee voor de ziekte te vrij waren of wel verbreiding daarvan tegen te gaan. In hoofdzaak behooren tot de bedoelde voor zorgen „het vermijden van alle plaatsen, waar zich ziek vee bevindt of sedert kort bevonden heeft; in geen geval moeten die plaatsen, uit belang stelling, weetgierigheid of nieuwsgierigheid wor den bezocht"; „het zooveel doenlijk verwijderd houden uit stallen, erven of weiden, van niet tot de hoeve behoorende personen, vooral indien die personen uit streken komen, waar mond- en klauwzeer voorkomt" „het vroegtijdig opstallen van het rundvee, hoofdzakelijk in de omgeving der besmette stre ken" „het afzonderen van nieuw aangekocht vee en wel gedurende 15 dagen na den dag van aankoop „het reinigen van schoeisel en bovenkleederen nh ieder bezoek ter veemarkt, waarbij zeer zeker moet vermeden worden het komen bij eigen vee, vóórdat bedoelde kleederen zijn verwisseld of ge reinigd". Bestaat vermoeden, dat de ziekte is uitgebro ken of zijn werkelijk één of meer dieren aan getast, dan moet overeenkomstig artt. 13 en 14 der Wet van 20 Juli 1870, (Staatsblad No. 131), onverwijld aangifte worden gedaan bij den Bur gemeester der plaats, waar zich het vee bevindt en het aangetaste vee werden afgezonderd. De hierbedoelde afzondering geschiede zoo mogelijk door opstallingindien echter, bij het vervoer naar stal gevaar van besmetting voor gezond vee bestaat is het beter het zich op de aan grenzende weide bevindende vee en niet de be smette kudde naar stal te brengen. Aangezien voorts al de uitwerpselen en af scheidingen, (mest, mondslijm enz.) der zieke dieren, benevens personen, dieren of voorwerpen, welke met die stoffen zijn bezoedeld of die in aanraking met ziek vee zijn geweest, smetstof kunnen overbrengen, is het, in afwachting van het deskundig onderzoek, voorloopig de volgende maatregelen te nemen „De verzorging (melken inbegrepen) der aan getaste dieren of der besmette .kudde, worde op gedragen aan personen, die niet in aanraking schijnt haar vreemd, dat zij juist als altijd over de straat loopen, dat de juffrouw uit den melkwinkel aan de deur staat te schertsen met haar klanten en dat het trambelletje juist klingelt als eiken dag. De zon schijnt haar zoo warm in 't gelaat; nu en dan moet zij zich in de schaduw terugtrekken. Hoe laat zou het nu zijn Zij durft niet lang blijven. De buren zouden zoo licht boven kunnen komen zonder dat zij het hoor de, want het geraas op de straat overstemt de geluiden binnenshuis. En zij wil nu niemand spre ken. Het is haar of zij reeds een half uur daar heeft vertoefd, en toch, als zij weer in haar kamer is teruggekeerd en haar horloge raadpleegt, wijst het pas half twee. Zij heeft behoefte zich op den grond te werpen en te weenen, te weenen zonder eind. Maar straks komt hij. Zij moet kalm blijven. Haar gelaat mag niet bleek, haar kapsel niet in wanorde zijn. Ach, met hoeveel zorg maakte zij het straks opmet welk een zoet gevoel van hoop deed zij een schoon kraagje en schoone manchetten aan, om er toch eenigszins feestelijk uit te zien, wanneer hij als overwinnaar tot haar zou terugkeeren. Haar arm kind Maar er kan immers nog wel een telegram komen! De bode kan een ongeluk gekregen hebben onder weg, of Willem Als er maar niets iets met Willem gebeurd is »Tik-tikketak tikketak. Kwartier voor tweeën, kwartier voor tweeën,tikt het horloge haar sar rend in de ooren. »Zie je 't wel? kwartier voor komen met ander veebovenkleederen en schoeisel dier personen moeten in de besmette weide of stal telkens worden achtergelaten, terwijl die ver zorgers en melkers de handen ferm met zeepwater moeten reinigen alvorens de weide of stal te verlaten" „De gebruikte stal- of melkgereedschappen moeten na elk gebruik met kokend water wor den gereinigd en de stalgereedschappen daaren boven met carbolwater (1 kruik ruwe carbol op 1 emmer water,) worden ontsmet; de. gereed schappen dienen niet bij ander vee te worden gebruikt."(*) „De mest met inbegrip van stroo, (strooisel) der opgestalde zieke dieren moet vóór verwijde ring uit den stal met carbolwater van opgegeven sterkte worden overgoten en de bevloeringen van den stal eenmaal daags met dergelijk water worden geschrobd"; „Tot het aangetaste vee worden slechts die personen toegelaten, welke met de behandeling of verzorging daarvan zijn belast." Het Bestuur voornoemd: J. L. T. GRONEMAN, Voorzitter, W. TEENGS, Secretaris. Winkel, October '92. Het Bestuur vertrouwt dat Carbolzuur, op aan vrage voor dat doel wel zal worden verstrekt door den Burgemeester, bij wien de aangifte geschiedt. Om snij-, sla- en princesseboontjes te dro gen zoo, dat zij het uiterlij ke en den smaak van versche boontjes behouden, dompele men ze, na afgehaald en al of niet doorgebroken te zijn, eerst in de viervoudige hoeveelheid kokend wa ter, dat dan weder aan den kook gebracht wordt. Zoodra het water kookt, worden de boontjes er met een schuimspaan uitgenomen en in koud water gedaan, hetgeen men moet herhalen, als de hoeveelheid groot is. Dan laat men ze op een doek afloopen, snijdt ze, indien het snijboonen zijn en droogt ze verder op een luchtige droge plaats, echter liefst niet in den feilen zonne schijn. Het drogen kan ook in een oven geschieden, maar dan mogen de boonen in den beginne niet in te dikke lagen aan de hitte blootgesteld en moeten zij van tijd tot tijd omgeschud worden. Door de oude zeelui uit Egmoml aan Zee is aan het gouden echtpaar de Groothertog en Groothertogin van Weimar, een heerlijke ruiker gezonden, met een lang, wit satijnen lint waarop in gouden letters „De verpleegden der Prins Hendrikstichting te Egmond aan Zee. Aan hun Koninklijken weldoener. 1892." In de laatste tijden heeft zich hier of daar het geval voorgedaan, dat een executoriale ver- kooping van roerende goederen onmogelijk werd gemaakt, doordien eenigen steeds voortgingen met opbieden van hetzelfde ten verkoop aange boden voorwerp, zoodat er geen einde aan kwam, de toewijzing, die volgens art. 469 Burg. Reclitsv. moet geschieden aan den meestbiedende, niet kon plaats hebben en de executie dus ge heel verijdeld werd. De Regeering heeft thans een wijziging van dat art. 469 voorgesteld, om deze kwade prak tijken tegen te gaan. Bij de thans voorgedragen bepaling wordt in de eerste plaats den deurwaarder de bevoegdheid gegeven bij elk depot van het bedrag dat geboden wordt, te vorderen, en dit bedrag onder zich te houden, tot het ten verkoop aangeboden voor- Werp aan den hoogsten bieder is toegewezen. Blijft het depot onder den deurwaarder tot na toewijzing van het voorwerp, dan mag worden aangenomen dat kwaadgezinden spoedig in de onmogelijkheid zullen geraken om het spel voort te zetten. Yooral zal dit ook verder meer en meer een einde nemen, indien (gelijk bij het derde lid wordt bepaald) hij die niet voldoet aan den eisch om voor zijn bod depot te geven, gedurende de geheele verkooping als bieder wordt geweerd. Bij de Woensdag gehouden kolfwedstrijd der leden der soc. „de Kroon", te Haarlem, is de prijs behaald door den heer J. C. H. Mar seille met 129 punten, de premie door den heer J. N. van der Weijden Lz. met 118 punten, terwijl de heer L. van der Weijden Jz. de con- tweeen Ja, zij ziet het en staart wezenloos op de wijzers. Zoo hebben zij ook voortgejaagd naar dezen dag en zij heeft zich verheugd over elk uur, dat voorbij was. Moest dit dan de laatste dienst zijn, dien het uurwèrk haar bewijzen mochtAls zij, wanneer Willem niet thuis was, zich in mantel en voile hulde, en het aantal harer kleinoodien met één verminderde, om er straks geld voor terug te bren gen, had zij het horloge altijd ter zijde gelegd. »Dat nimmer,had zij vaak gefluisterd, want het wat immers z ij n bruidgeschenk. Maar de nood was gestegen en »dat nog nietheeft het de laat ste maal bevend van haar lippen geklonken. Van haar bruidsdagen af is het haar trouwe gezellin geweest. Het heeft den geboortestond van haar kind aangewezen en het doodsuur van den gever. Morgen zal het in vreemde handen zijn. Zij kan niet blijven zitten en loopt gejaagd dp kamer op en neer. Wat doet hij nu? Kon zij slechts bij hem zijn! Zoo gewerkt, zoo gehooptIs dan alles tevergeefs geweest Tik-tikketak-tikketakZij hoort het nog in den versten hoek der kamer. En aanstonds zal het twee uur zijn O, Willem Snikkend legt zij het hoofd op de tafel. »Kom toch, kom toch, mijn jongen,fluistert zij. »Kom bij je moedertje en leg je hoofd, dat arme, lieve, vermoeide hoofd aan haar hart. Kom toch Tik-tikketak-tikketak. Twee uur. solatieprijs behaalde met 90 punten en 4 poedels. De consolatieprijs was liet hoogste aantal pun ten met de meeste poedels. Het nieuwe ridderordetje zal 's lands schatkist nog heel wat kosten. Voor 1893 is op de Staatsbegrooting op den post voor aankoop en reparatie van kruisjes f 6000 meer aangevraagd dan verleden jaar, ten gevolge der instelling van de orde van Oranje- Nassau. De voorraad versierselen dezer orde zal bij het einde van het loopende jaar, ook als het aangevraagde bedrag ten volle besteed wordt, zeer gering zijn, en daar van eene nieuwe orde uit den aard der zaak gedurende de eerste jaren van haar bestaan slechts zeer enkele versierselen ter Kanselarij terugkeeren, zal mitsdien ook in 1893 (en volgende jaren) een betrekkelijk groot aantal kruizen moeten worden aangeschaft, zegt de minister Yan Tienhoven bij deze aanvraag. Waarom doet men ten onzent niet als in zoo vele andere landen, waar men den menschen het brevet toezendt, maar 't aan hen overlaat om uit eigen zak het kruisje te koopen Ze hebben er dat best voor over. H. en Nd. Ct. In Nederland vindt men tegenwoordig 50 margarinefabrieken met een productie van 24 millioen centenaars per jaar. In Duitschland be staan 42 fabrieken met 15 millioen centenaars; in Frankrijk 19 fabrieken met 40 millioen in de Ver. Staten van Noord-Amerika 21 fabrieken met 33 millioen centenaars productie per jaar. Dit maakt te zamen 130 millioen centenaars margarine per jaar. Het verbruik van deze aan zienlijke hoeveelheid is toe tejschrijven aan het feit, dat het grootste deel als zuivere natuurboter wordt verkocht. De uitslag der verkiezing voor Provinciale Staten te Tolen is, dat uitgebracht werden 873 stemmen blanco 4 en van onwaarde 6. Gekozen jhr. mr. E. A. O. de Casembroot (liberaal), met 519 stemmen. Da heer Gabriel Bolicr (anti-revolutionnair) verkreeg 314 stemmen. Het schijnt dan toch werkelijk dan het plan, om in 1894 te Antwerpen eene Interna tionale tentoonstelling te houden, ten uitvoer zal worden gelegd. Men hoopt, gelijk vroeger reeds werd gemeld, een groot deel der inzendin gen van de groote tentoonstelling te Chicago naar Antwerpen te lokken en zoo de Amerikaan- sche expositie op kleinen schaal op Europeeschen bodem te herhalen. In verschillende streken van België, vooral in het Waalsche, stonden dezer dagen appel-, pere- en pruimeboomen weder in bloei. Te Stave- lot zag men aan denzelfden boom bloesem en rijpe vruchten en te Yerviers bloeit zelfs een perzikboom. Op dit oogenblik zal van al dit fraais wel niet veel meer over zijn. Het oogenblik, waarop prins Bismarck den 6den Februari 1883 het gebouw van den Rijks dag verliet na zijne beroemd geworden rede gehouden te hebben, die met de goedkeuring der legeruitgaven door bijna alle partijen eindigde is door prof. Werner weergegeven op een groot schilderstuk,dat dezer dagen te Berlijn tentoongesteld is en de algemeene aandacht trekt. Prins Bismarck ging toen te voet huiswaarts, omdat de Rijksdagzitting vroeger afliep dan zijn koetsier verwachten kon. Hij werd onmiddelijk omringd door eene hem toejuichende volksmenigte, zóó dicht, dat omnibussen en tramwagens moes ten stilhouden. Het geheele verkeer op straat werd gestremdden prins kwamen van de eene zijde de lieden op straat juichende en wuivende tegen, terwijl van den anderen kant de uit den Rijksdag komende Afgevaardigden en toehoorders der tribunes den kring sloten. Dat alles is door prof. Werner met historische nauwkeurigheid in artistieke groepeering op het doek gebrachtvele bekende personen uit dien tijd moeten duidelijk op de schilderij te herkennen zijn. De volgende curieuse advertentie las men onlangs in de Peuple van Port-au-Prince Een heir van demonen grijnst haar aan en scha terlacht. Zij blijft roerloos liggen, zonder gedachten, zonder tranen, zonder bewustzijn bijna. Daar klinkt een tred. Iemand opent haastig de deur. Wie komt haar kwellen? Zij ziet niet op en wil zich houden of zij slaapt. Maar nu vliegt zij op. «Geslaagd geslaagd jubelt een haar welbekende stem en Willem ligt in haar armen. »0 mama, geslaagdWas u al bedroefd Ik kon nog juist den trein halen, als ik niet naar het telegraafbureau ging, en wilde u zelf de blijde tijding komen bren gen. Ik rekende voor twee uur te huis te kunnen zijn. Was u wezenlijk al bedroefd? Nu is het toch goed, hè Ja, 't is goed. Haar leed is vergeten. Zij kan slechts zijn handen in de hare nemen en in zijn stralend gezicht staren, en lachen door haar tranen heen. Dat is haar zwijgende, maar welsprekende gelukwensch. O, moedertje, nu zal ik u rijk maken. Plotseling verstomt hij. Zijn hoofd zinkt neer; hij slaat de hand voor de oogen. Haastig schikt zij het gordijn voor het venster. Niemand mag weten dat hij snikkend in haar armen ligt, niemand dan zij. EINDE. „Ondergeteekende maakt den Handel en het publiek in het algemeen bekend, dat mejuffrouw Roséide Puilogène, gezegd mme. Lerebours, zijne echtgenoote, het echtelijk dak verlaten en bij afwezigheid haars echtgenoots sedert 5 Sept. 1891 geheel geplunderd heeft. Zij heeft al mijne eigendomsbewijzen, al mijne dieren, de huisdeu ren en acht planken meegenomen. „De ondergeteekende eischt onverwijlde terug gaaf van alle deze voorwerpen. Hij verklaart niet verantwoordelijk te zijn voor de schulden en handelingen, zoo tegenwoordige als toekomende van deze helsche vrouw. Het zal komen tot echt scheiding. Lerebours, de jonge." Een Franschman, Grandin, is te voet van Parijs naar St. Petersburg getrokken. Ten einde den duitschen grond niet aaa te raken, had hij fransche aarde in zijn schoenen gedaan. De Caulois kreeg Zaterdagmiddag plechtig be richt dat de man zijne vaderlandslievende wan deling volbracht had. De Oostenrijksche luitenant Von Miklós, de eerstaangekomene van de deelnemers aan den afstandsrit Weeneu-Berlijn, heeft den eersten dag 156 kilometer afgelegd, den tweeden 200 en den derden het overige van den 575 kilome ter langen weg, dus 219 kilometer. Hij heeft van zijn vertrek uit Weenen tot zijn aankomst te Berlijn slechts 13 uren gerust. Zijn paard, een bruin, 12 jaren oud, verkeerde, gelijk reeds be richt werd, in een treurigen toestand het was gedeeltelijk verlamd en zijne zijden waren door de sporen geheel opengereten. Dat was reeds zoo te Hoverswerda, waar de geestdrift, met welke men Miklós en Czavossy die samen reden ontving, zeer bekoeld werd, toen men het bloedige paard zag. Om de pijn van het arme dier wat te stillen liet Miklós het in laatst genoemde plaats morphine-inspuitingen geven. Na een rust van 2l/2 uur reden beide ruiters weer verder. Czavossy, wiens paard, een schim mel, naar omstandigheden in zeer goeden staat was, rustte nog te Baruthmaar Miklós reed door. Zijn paard had te Hoyerswerda het laatste voedsel gehad en het kreeg gedurende den ver deren rit niets dan nu en dan een paar teugen uit een flesch cognac. De ruiters zijn niet te gelijk vertrokken en Miklós is wel de eerstaangekomene, maar daarom nog niet de winner. Graaf W. Sturhemberg, van het 7e regiment huzaren, legde den weg af in 71 uren of S1/^ uur minder dan Miklós. Hij zal dus den eereprijs van Keizer Wilhelm ontvangen en waarschijnlijk ook den eersten prijs van 20,000 Mark, tenminste als niet een der Duitsche ruiters blijkt, in nog minder tijd den rit volbracht te hebben. De eerste Duitsche ruiters, die te Weenen aankwamen, waren Prins Frederik Leopold en luitenant Heyl, weldra gevolgd door een vijftal anderen. Zij werden door een talrijke menigte opgewacht en een aantal aanzienlijke personen en diplomaten waren gekomen om den Prins te begroeten. Wat den tijd betreft is de volgorde der zes eerst aangekomen Duitsche ruitersRitmeester Tepper Laski (83 uren 23 min.), Heyl (84 u. 27 m.), Prins Leopold (85 u. 45 m.) Meyern (86 u. 37 m.), Dietze (86 u. 38 m.) en Jena (87 u. 26 m.). Hertog Ernst Gunther van Sleeswijk-Holstein (de broeder der Keizerin) moest ter elfder ure, wegens een ongeval met zijn paard, den rit op geven en per spoortrein verder gaan. Dat de Duitschers zooveel langer onderweg zijn, is voor een groot deel te wijten aan den bergachtigen weg tusschen Iglau en Weenen, welken weg de paarden der Weeners met fris- sche krachten aflegden, terwijl de Duitschers daar moeten rijden met paarden, die afgemat zijn door den langen rit. Zoo stonden de kansen niet vol komen gelijk. Toen Dinsdagavond te Berlijn een talrijk pu bliek de officieren stond op te wachten, kwam ook een burger-ruiter aan, een fabrikant uit Brunn die gewed had, den rit ep een ongeoe fend paard in 5 dagen te maken. De man won zijn weddenschap, daar hij slechts 106 uur en 7 minuten noodig had. Stephens, hoofdoppasser in den dierentuin te Cinciiiiiatie, heeft, volgens de New-YorkSun in groot levensgevaar verkeerd. Er waren slangen uit Texas gestuurd en aan deze dieren moest een plaats gewezen worden. Er zouden daartoe eenige nieuwe boomen in het hok der reuzenslangen en pythons geplaatst wor den. Stephens ging in het hok en bracht de slangen een voor een in een kist, welke voor de open deur van het hok stond. Alles ging tot zoover goed; maar toen de oppasser zich wilde omkee- ren ten einde de laatste python te halen, hoorde hij een hevig gesis achter zich en zag de python met de tong uit den bek en flikkerende oogen op zich afkomen. Stephens begreep dadelijk dat hij in levens gevaar verkeerde. Met een snelle beweging vatte hij het dier met de rechterhand bij de keel, terwijl het met de linkerhand bij den buik vatte, een paar voeten beneden de keel. Snel wierp hij de kronkelende massa in de kist, maar de overige 12 voet van het lichaam der slang draaide zich om Stevens heen en dezen liep gevaar dood geknepen te worden. Er waren vele personen in de nabijheid van het hok, maar niemand durfde den opzichter te helpen, daar men deze niet kon bereiken, zon der de slangeu in de kist voorbij te gaan. De

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1892 | | pagina 2