van Zondag 30 October 189S. "Nieuwe ijker Courant", Onder water. Als een klein staaltje van de gesteldheid van sommige polders op Texel, tengevolge der menigvuldige regens, wordt het volgende verhaald. Een man ging in de vorige week om zijne aardappelen uit den akker te rooien. Nabij die plek gekomen, moest hij on willekeurig aan 't oude liedje denken „Doe als de eendjes, zwemmen over 't water," 't Stemde den man nochtans volstrekt niet blij, toen hij werkelijk de eenden over de plek zag zwemmen, waar hij gehoopt had aardappelen te rooien. Te Arnhem in de Langstraat nabij de Nieuwstraat is Maandagnamiddag bijna een dub bele moord gepleegd. Éen vechtersbaas, een man met wien de politie herhaaldelijk de grootste moeite heeft gehad, stak daar een kameraad, die hem niets in den weg legde, met een mes eenige malen, zoodat deze voor dood neerzeeg. Een andere kameraad die toeschoot, werd ook levensgevaarlijk getroffen. Hij zelf werd door het woedend geworden volk geducht toegetakeld en door vijf politie-agenten gearresteerd. De Haagsche Courant heeft een „plebis ciet" uitgeschreven, ter aanbeveling van candi- daten voor de drie open plaatsen in den Haag- schen gemeenteraad. Zij maakt, uit de daarop ingekomen antwoorden thans, met weglating van een paar honderd op wie slechts ééne of enkele stemmen waren uitgebracht, de namen openbaar, die de meeste stemmen verwierven. Dit zijn er 32, gerangschikt in vijf rubrieken a ingenieurs en bouwkundigen b leden der Tweede Kamer c particulieren, in verschillende betrekkingen werkzaam d geneesheeren en e rechtsgeleerden. De Haagsche Ct. voegt daarbij de volgende opmerking „Blijkens het handschrift kwamen bij ons ont vangen biljetten uit alle rangen en standen, vermoedelijk ook wel van personen, die nog niet tot het kiesrecht zijn toegelaten. En evenwel was er geen noemenswaardig getal stemmen on der op personen, wier werkkring en ontwikkeling hen meer of minder ongeschikt moet doen ach ten, en verklaarden zich daarentegen ook de meeste, blijkbaar mindergeletterde inzenders voor één of meer der bovengenoemden." De wet op het notariaat schrijft voor, dat bij algemeenen maatregel van bestuur door den koning het maximum wordt bepaald van het getal notarissen, die in elk arrondissement kun nen worden aangesteld, met deze beperking, dat het getal „in geen arrondissement meer mag bedragen dan één op de 4000 zielen." De bevolking des Rijks is echter aanmerkelijk toegenomen. Daarom heeft de Regeering thans een verandering gebracht in de cijfers der no tarissen, welke ten hoogste mogen worden be noemd. In 13 arrondissementen wordt het getal ver meerderd, en wel als volgt Arrondissement Breda, inplaats van 40, thans 42 Roermond 27, 30 Arnhem 48, 49 Alme- loo 20, 23 's Gravenhage 55, 66 Rotterdam 65, 82; Dordrecht 32, 34; Amsterdam 71, 98; Haarlem 32, 37 Utrecht 45, 46Groningen 32, 33 Winschoten 19, 21 Assen 23, 26. Er kunnen dus in het geheel 77 notarissen meer dan thans worden aangesteld, waaruit ech ter niet volgt, dat de Regeering ook verplicht is er zoovelen meer te benoemen. Als de verhouding van 1 op „4000 zielen" werd toegepast, zouden, bij een bevolking van ruim 4'/2 millioen, zooals de laatste volkstelling aanwees, die sedert nog met bijkans 150,000 is toegenomen, dus nog ongeveer 250. notarissen meer mogen worden aangesteld dan thans is bepaald. In allen gevalle zal het besluit echter een uitbreiding van het getal notarissen tengevolge hebben en heeft men dus binnenkort een aantal benoemingen tegemoet te zien. Een belangrijke beslissing werd onlangs door den kantonrechter te Zutfen genomen in een© zaak, aan zijn oordeel onderworpen. Belangrijk niet zoozeer uit een juridisch oogpunt, doch van belang voor de dames die sukkelen met de dienst meiden. Een Zutfensch dienstmeisje ging naar de Brum- mensche kermis en kwam, niettegenstaande het nadrukkelijk verbod van hare meesteres, eerst den volgenden morgen om half zeven te huis. Zij vond de deur gesloten, en men deelde haar mede dat zij over een paar uren haar goed kon halen en er niet meer in kwam. Zij had nog het loon van een paar maanden te goed, doch men weigerde haar dat uit te betalen. De meester werd gedagvaard voor den kanton rechter, om zich te hooren veroordeelen tot uit betaling van het verdiende loon. De kantonrech ter besliste evenwel, dat het dienstmeisje haar verdiende loon had verbeurd, en wel omdat zij den dienst zonder wettige redenen had verlaten. Tot nu toe was men algemeen van oordeel, dat „verlaten van den dienst" beteekende „uit den dienst gaan met den wil om daarin niet terug te keeren." De kantonrechter besliste even wel dat de eischeresse (het dienstmeisje) niet, zooals haar was toegestaan, 's avonds om 10 uur, maar eerst den volgenden ochtend, wat haar was verboden, in haren dienst, het huis van ge daagde, is teruggekeerd dat hieruit volgt, dat de eischeresse als inwo nende dienstbode zonder verlof, ja tegen een uitdrukkelijk verbod, hare dienst, al zij het voor één nacht, heeft verlaten, enkel tot het bezoeken van een kermis en dus zonder wettige redenen, zoodat hier van wegzending uit den dienst geen sprake kan zijn. De dames hebben nu een krachtig wapen om de meisjes op tijd thuis te krijgen. Mevr. Gerritsen (Aletta H. Jacobs) schrijft in de „Amsterdammer," onder het opschrift „Het Nederlandschap der Vrouw" het volgende: Een enkel woord van protest dient geuit tegen de wijze waarop in de Kamerzitting van Dins dag 18 Oct. de rechten van de vrouw in Neder land zijn verkort. Voortaan is den man de macht gegeven zijn vrouw zoo dikwijls hij verkiest van nationaliteit te doen veranderen en haar tegen haar wil onder eene wetgeving te brengen, die om de een of andere reden voor hem het voordeeligst uitkomt. Men bedenke toch dat de toepassing der wetten veelal noodig is voor gezinnen, waar de „fami lie-eenheid" ontbreekt. Ondanks het schitterend pleidooi van den hr. Levy, die aantoonde dat door de voorgestelde wetsbepaling een „flagrant onrecht" de vrouw werd aangedaan en hare ongevraagde en onge- wenschte naturalisatie terecht eene „zedelijke onteigening" noemde, hielpen mannen als Van Houten en Kerdijk dit onrecht tot stand bren gen zij vonden het zelfs onnoodig om hun stem in deze te motiveeren. Men kan toch niet aanne men, dat zij instemmen met den heer Van der Kaay, die zeide, „zoolang zij (de vrouw) geen kiezer is en niet tot den verplichten krijgsdienst geroepen wordt, is de quaestie der nationaliteit voor haar van geen belang." Indien het Nederlandsche volk geene hoogere opvatting van zijn nationaliteitsgevoel heeft dan deze Alkmaarsche afgevaardigde blijkt te hul digen, zou het zich met reden kunnen aanslui ten aan de richting waarvan de heer Levy zeide „tot wier eeuwige schande strekt, dat zij het begrip „Vaderland" ontkent en vervangt den afschuwelijken regel: waar ik het goed heb, daar is mijn Vaderland." Het was te verwachten, dat de begrafenis van het stoffelijk overschot van den onlangs to Dieren doodelijk gewonden socialist J. v. V., door de socialisten zou worden aangegrepen als gunstige gelegenheid om er een propagandatocht van te maken. Dinsdagmiddag te twaalf uur had deze te Zutfen plaatszelden was bij eene begrafenis zulk eene massa menschen op de been. Van ver schillende afdeelingen van den socialistischen bond waren afgevaardigden overgekomen, met hunne banieren bij zich. Na eerst in het gebouw „de Hoop" te zijn verzameld, trok men met ont plooide vaandels naar het ziekenhuis, om daarna 'door de Nieuwstad en Turfstraat, de Markt over, ken op 't glas. Wanneer hij knorren verdiend had, keek hij altijd angstig naar 't portret zijner moeder en meende hij tranen in hare oogen te zien. Jet sloeg met innig welbehagen de ontwikkeling van haar kleinen lieveling gade en eiken avond ves tigde zij hare oogen op Nelly's beeltenis en vroeg zij: »Zijt ge tevreden, Nelly?" Totdat Frits naar bed ging, behoorde zij hem ge heel, maar daarna werkte zij tot na middernacht. Haar doel was de akte voor 't middelbaar onder wijs in de nederlandsche taal te halen. Op dit oogenblik is ze niet bezig met studeeren ze maakt een knikkerzak voor haren kleinen jongen, die morgen jarig is. Hare gedachten zijn echter niet bij 't werk soms zelfs rusten de handen, terwijl ze droomend voor zich uitstaart. In den geest ziet ze een flinke mannengestalte meteen sprekend ge laat vóór zich staan, die hare beide handen in de zijne geklemd houdt, en ze hoort een welluidende, diepe stem de woorden zeggen zoodra ik terug ben, geldt mijn eerste bezoek u denk eens een enkele maal aan mij." Hoewel zijn beeld door al 't geen er later gebeurde eenigszins op den achtergrond gedrongen was, had zij toch niet maar een enkele maal, maar wel ontelbare malen aan hem gedacht. Heden avond vooral kan ze aan niemand anders denken't Was juist vier jaren geleden, dat hij afscheid van haar nam, om met eene hollandsche familie als gouverneur naar Parijs te vertrekken. Hare kennismaking met hem was slechts van korten duur geweest, maar toch had zij hem niet vergeten. Ze rekende er echter volstrekt niet op, dat hij ook nog aan haar denken zou, dat kwam haar zelfs on waarschijnlijk voor, hoewel een zachte stem in haar hart fluisterde, dat ze 't vurig hoopte. De stem van den kleinen knaap, die in de aan grenzende kamer sliep, wekte haar uit haar gepeins. Zij stond op en ging naar 't bedje van haar pleeg kind. Frits was onrustig, in zijn' droom uitte hij onzamenhangende klanken, waarvan zij alleen de woorden tan te Jet" en »papa" verstond. Hoe kwam het, dat de verbinding dier beide na men haar onaangenaam aandeed? Zij wist het niet. Eerst den volgenden dag vermocht ze zich reken schap te geven van deze gewaarwording. Frits vierde zijn vierden verjaardag, voor welke feestelijke gelegenheid ook zijn vader overgekomen was. Herman betoonde zijn zoontje een bijzondere hartelijkheid, en toen de jongen des avonds naar bed ging, kustte hij hem liefderijker dan ooit. »Geef tante ook een kus, papa," vleide het kind. Waar om doet ge dat niet?« vroeg het weder. Jet be spaarde Herman het antwoord door den knaap met zacht geweld de kamer uit en naar bed te brengen Toen ze terugkwam, trad Herman haar in den weg en zijn arm om haar heen slaande, vroeg hij op smeekenden toon. »Mag ik aan Fritsjes verzoek voldoen, Jet Geef er mij 't recht toe, engel, word mijne vrouw! 'k Heb je al zoo lang lief gehad. Ontsteld en verslagen stond Jet daar, de groote oogen wijd geopend, als het toonbeeld van verbazing. Die verwondering scheen Herman onaangenaam aan te doen, althans hij liet haar terstond los en vroeg op teederen, maar toch verwijtenden toon. »Is dat een groot gedeelte der stad alzoo door, naar liet kerkhof te mareheeren. De kist was in eene roode vlag gewikkeld. Aan het graf werd door alle afgevaardigden het woord gevoerd. Het eerst door den voorzitter Yallinga, van de afd. Zutfen, welke den overle dene schetste als „een slachtoffer van de maat schappelijke wanverhoudingen, die hoewel gebre ken hebbende, toch een mensch was en recht had op het leven" en hij meende namens de geheele arbeidersbeweging in de stad te spreken, om „zijn dood te wreken." Verder werd nog het woord gevoerd door Van Emmenes uit Arn hem, die op zijn bekende wijze de maatschap- pelij ke wanverhoudingen schetste en den overle dene het eerste slachtoffer noemde, dat in Nederland door moord voor het socialisme was gevallen. Zijne bekende uitdrukkingen van „geld zak", „bourgeoisie" enz. bleven ook nu niet achterwege, waarna ten slotte de voorzitter van de afd. Zutfen nogmaals het woord voerde. (Zu tf. Ct.) De Koningin-Regentes heeft een aanzien lijke gift geschonken aan de kas voor de hulp behoevende werklieden aan 's Rijkswerf te Amsterdamook de roeiers van de Konings sloep zijn door H. M. mild bedacht. Volgens het Dbl. heeft het maken der tribune en de verdere versieringen op de Rijkswerf te Amsterdam voor de plechtigheid van jl. Zaterdag f 25.000 gekost. De Officier van Justitie bij de Rechtbank te (Groningen heeft hooger beroep ingesteld tegen de beide vonnissen der rechtbank aldaar, waarbij de commissaris van politie en een hoofd inspecteur van politie, beiden te Groningen, zijn vrijgesproken van de hun ten laste gelegde mis drijven van het als ambtenaar aannemen van eene gift (of belofte), wetende dat zij hem ge daan wordt ten einde hom te bewegen om, zon der daardoor in strijd met zijn plicht te hande len, in zijne bediening iets te doen, vijfmalen gepleegd. Naar de Zw. Ct. verneemt, is door de rechtbank aldaar rechtsingang verleend tegen den heer "VV. G. Boele te Kampen, wegens de uit drukkingen, door hem gebezigd in de Raadsver gadering van 27 September, ten opzichte van den burgemeester dier gemeente. Buitenland. Het hof te IIHaan deed dezer dagen uit spraak over twee jeugdige dames-anarchisten, welke op den opeubaren weg revolutionaire lied jes hadden gezongen, waarvan het refrein luidde: „De dood aan Vorst en Paus!" Maria Roda, een jonge, schoone dame is daarvoor tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeldzij en haar gezelin behoorden tot eene bende van 13 anar chisten. De dagbladen in Californië maken mel ding van een 14-jarig meisje, miss Ray Be- vendge, die, trots allen tegenstand van familie zijde zich aan het politechnisch instituut te St. Francisco toelegt op het smidsvak. Daar smeedt zij reeds allerlei kleine voor werpen, als hoefijzers, weeghaken, schroeven enz. Tijdingen uit China melden een geweldige overstrooming der Gele Rivier, waarbij 50.000 menschen verdronken, terwijl er er nog veel meer zullen moeten verhongeren, tenzij de Staat voedsel verschaft. Koning Leopold heeft den minister der spoorwegen verzocht onmiddellijk het plan in overweging te nemen tot verbinding van Brus sel met Antwerpen door een electrischen spoor weg, die voor de zuster-tentoonstelling in beide steden zal worden aangelegd. Het engelsche blad „The "World" verhaalt, dat keizer Wilhelm, ten spijt van zijn vele goede eigenschappen zeer verspillend is. Bij vele berlijnsche winkeliers staat hij in het krijt, bij een zelfs voor 800.000 mark. nu zoo verwonderlijk, dat een jonge man eene jonge vrouw ten huwelijk vraagt Heb je nimmer gemerkt, hoe dierbaar je me waart? Dacht je dan, dat mijne geregelde driemaandelijksche bezoeken alleen den jongen golden Ze golden grsotendeels u, JetLang heb ik gezwegen, maar nu is 't mij niet meer mo gelijk. Liefste, spreek een enkel woord en maak mij gelukkig.ee Nadat Jet eenigszins van hare verbazing bekomen was, keek ze hem aan met een koelen blik en sprak op onverschilligen toon »Als ik wel verstaan heb, wil je mij tot vrouw, Herman. Aan die mogelijk heid heb ik nooit gedachtvan daar datje voorstel mij verrast en verwondert, 't Spijt me, dat ik je moet teleurstellen, maar ik kan je echtgenoot niet worden. Laat ons vrienden blijven, «Herman, voegde ze er hartelijker bij. «Laat ons samen zorgen voor 't welzijn van het kind, zooals wij het de ster vende beloofd hebben. Hartstochtelijk flikkeren de anders zoo onverschil lig blikkende oogen en schamper zegt de afgewe zene «Dus dacht je- dat ik je 't kind zou laten, terwijl je weigert aan mijn vurigsten, aan mijn innigsten wensch te-voldoen Waarlijk, je hebt te veel op mijn edelmoedigheid vertrouwd. Ge kunt moeder worden over uw lieveling; zoo ge dat niet verkiest, houdt alle gemeenschap tusschen ons op en ik neem den knaap morgen reeds mede. Mij dunkt als ge hem lief hebt, zooals ge voorgeeft, dan zal u dat offer zooveel niet kosten,voegde hij er spot tend bij. Jet staat als verbijsterd van schrik zij beeft over De keizerin, die vroeger zeer eenvoudig was is dit nadat zij keizerin werd, niet meer.° Man tels en japonnen draagt zij slechts eenmaal en toch moot alles van beste hoedanigheid zijn. Verleden jaar heeft keizerin Frederik haar zoon nog met anderhalf millioen mark bijge sprongen. Tot dusver behoorde een zakdoek niet tot de uitrusting van den Britschen soldaat. Men meent echter dat daarin verandering zal komen en alvast verlof tot het bij zich hebben van be doeld artikel zal worden verleend. Do militaire autoriteiten hebben althans het patenteeren van een „militairen zakdoek" goedgekeurd. Op de zen zakdoek is allerlei nuttige informatie ge drukt betreffende het gebruik en de samenstel ling van het Lee Metfordgeweer, het alphabet in gebruik voor legersignalen, algemeene rege len, onder allerlei omstandigheden in een veld tocht in acht te nemen, de verschillende trom petsignalen en nog andere zaken, waarvan veel zoo mooi is geïllustreerd, dat het zonde en jam mer zou zijn den doek te gebruiken voor het doel waarvoor hij bestemd is. De kantoor- en winkelbedienden te Lon den, die in het midden der stad het dagelij kscli brood verdienen, wonen meestal in zeer verwij derde voorsteden, waaruit zij zich des morgens per spoortrein, omnibus of tramwagen naar°hun werk begeven. Het is daardoor niet mogelijk, dat zij steeds heel stipt op kantoor of magazijn verschijnen en de meeste chefs kjjken het dan ook door de vingers, als de jongelui wat over hun tijd komen. Op een der groote kantoren bestond nu de bepaling, dat allen, die te laat kwamen, in een daarvoor bestemd boek de oor zaak van dat te laat komen moesten aanteeke- nen. De eerste, die te laat kwam, zette steeds „trein te laat aangekomen," „omnibuspaard ge vallen" of iets dergelijks zij, die op hem volg den, zetten er dan maar geregeld „dito" onder. De hoeren waren zoozeer aan deze manier van invullen gewoon geraakt, dat zij niet meer de moeite namen om na te zien, welke reden nom- mer éen wel had opgegeven. Op zekeren mor gen schreef de eerstkomende nu, geheel der waarheid getrouw „Mijne vrouw van een twee ling bevallen" en tot zijn groote verbazing vond de chef van de zaak achter alle namen, onder de zeker buitengewone verontschuldiging, het gewone „dito." Zijn verbazing nam nog toe, toen hij, geheel onder aan de lijst, het „dito" van den jongsten, amper zestienjarigen bediende ontdekte. Sedert zijn de dito's in liet boek hoel wat zeldzamer geworden. Uit Erzerouw wordt aan l'Indépendance geschreven, dat men in de Kaukasus een uitste kend middel moet aanwenden tegen de cholera, door het gebruik van een bij de Indianen sinds lang bekenden wortel, de galante ge- heeten. Men laat 20 gram poeder daarvan in 100 gram alcohol van wijn op 95°, gedurende vijf dagen oplossen. Wanneer men den patient een kleine hoeveelheid dezer likeur heeft laten drin ken, en hij vraagt er weder om, dan wordt hem een tweede, doch in nog kleiner dosis toegediend, waardoor de bloedsomloop aanmerkelijk bevorderd wordt. Algemeen gebruikt men in den Kaukasus dit middel met goed gevolg. Een zekere heer Sydney Hodges te Lon den heeft een toestel bedacht waarmede hij een groote, schitterend verlichte letter bij nacht op de wolken kan doen schijnen. Hoe hij dit doet, de bizonderheden van zijn machine verzwijgt hij, maar aan een aantal deskundigen, waarbij een genie officier, gaf hij eene uitlegging die volkomen voldeed. Als de uitvinding wordt toegepast, zal weldra de avondlucht tenzjj de maan schijnt er even bont uitzien als het advertentie-scherm van een schouwburg. Bij zonneschijn kan de uitvin ding van den heer Hodges nog niet worden toe gepast, maar daar zal wel spoedig iets op ge vonden worden. Dan zullen we spoedig in plaats van blauwe luchten en witte wolken niets meer zien dan reusachtige aankondigingen van zeep haar gansche lichaam, maar als Herman toeschiet om haar te steunen, stoot ze hem met verachting van zich. Een bittere trek vertoont zich op zijn gelaat, maar hij bewaart het stilzwijgen, dat eindelijk door Jet wordt afgebroken met de vraag»Wil gij mij dan elke aanspraak op het kind ontzeggen, Her man «Natuurlijk Gij zult het kind reeds morgen moe ten missen, tenzij gij besluiten kunt mijn hartewensch te vervullen.« »En als ik daar niet toe overga klinkt het toor nig terug. «Zooals ik u gezegd heb, dan neem ik Frits mee en zoek eene huishoudster die ik dan maar meteen mijn naam aanbied,luidt ijskoud het antwoord. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1892 | | pagina 2