.Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 30 October 1892.
EEDE,
of cacao tenzij alle regeeringen der aarde zich
gezamenlijk ook een toestel aanschaffen en een
verbieden „Hier niet aan te plakken" op de
wolken doen schijnen.
De medische faculteit te Hamburg en
Berlijn raden het gebruik van bier zeer aan in
dezen tijd, doch verbieden ten strengste om bier
te drinken, hetwelk gebotteld is en gesloten zijn
met de zoogenaamde beugelsluiting.
Naar aanleiding hiervan laten wij hier eene
waarschuwing volgen, welke éenigen tijp gele
den in de bladen voorkwam en wel de opmerk
zaamheid verdient.
Men vindt tegenwoordig bacteriën op verschil
lende plaatsen, waar men die vroeger nooit ver
moedde. Zoo maakt o. a. ke beëdigde chemist
Dr. Jeserich te Berlijn bekend, dat deze wezen
tjes een vruchtbaren bodem tot ontwikkeling
vinden aan de patentsluitingen, die tegenwoor
dig veel voor de bierfleschen gebruikt worden.
Bij het openen dezer sluitingen gaat dikwijls
een weinig bier door de opening der flesch, blijft
aan den rand van den hals vastzitten en droogt
daar uit. Juist de^e aanslag van bier vormt,
volgens gedane microscopische onderzoeldugen,
een vruchtbaren bodem tot ontwikkeling van
bacteriën en dat dit niet zonder gevaar is, zal
ieder moeten toestemmen.
Te Weenen stond dezer dagen de groen
vrouw Elisabeth Schrattenholzer voor den rech
ter, beschuldigd haar concurrente Franciska
Heinisch voor oplichtster te hebben uitgeschol
den. Zij ontkende bepaald dit feit. Twee getui
gen bevestigden de waarheid van het gebeurde
en het volgende gesprek vond plaats:
Rechter: „Je hoort wat de getuigen onder
eede hebben verklaard.
Besch. (Tot de getuigen). „Jullie moest je
schamen om zoo iets te vertellen."
Rechter. „Gedraag je fatsoenlijk beschuldigde.
Besch. „Dat moet ik zelf weten't Is een
schandaal om zooiets te zeggen."
„Rechter. „Ik veroordeel je wegens ongepast
gedrag, tot een boete van een gulden."
Besch. „Best."
Rechter. „Die moet dadelijk worden betaald".
Besch. „Daar heeft u een bankje van vijf
gulden, wilt u maar vier gulden terug geven."
Er ontstond buitengewone vroolij kheid. De ver
tegenwoordiger van de aanklaagster wisselde het
bankje en de rechter gaf vier gulden terug.
Rechter: „Wees nu voorzichtig."
Besch. „Kom, kom, u kan praten wat je wil,
't is en blijft toch een valsche eed."
Rechter. „Ik veroordeel je opnieuw tot een
boete, en nu van twee gulden."
Beschuldigde, (ontsteld.) „Op die manier
zal mijn bankje gauw naar de maan zijn.
Hier heeft u een gulden, meer geef ik niet."
Rechter, (den gulden nemend) „Als gij den
tweeden gulden niet binnen vierentwintig uren
betaalt, komt een gerechtsdienaar dien invorde
ren, betaal dus liever maar dadelijk.
Besch. „Ik zal wel betalen, ik ga er niet van
door, maak u je maar niet bang! Doet u met
me wat ik wil, ik geef dien gulden niet.
Rechter. „Goed, dan komt de gerechtsdienaar.
Besch. „Prachtig, dan kan hij meteen mijn
acht kinderen in beslag nemen. U kan alles van
mij krijgen.
Het vonnis luidde, dat de juffer twinig gulden
moest betalen. Zij kwam nu ook met dien twee
den gulden over de brug, maar verzocht dar zij
voor de betaling der twintig gulden een uitstel
van betaling zou krijgen.
De aartshertog Jozef van Oostenrijk wan
delde dezer dagen in zijn park te Alesuth, toen
zijne aandacht werd gevestigd op de vergeefsche
pogingen van een ouden boer, die een kip
trachtte te vangen. De aartshertog nam dadelijk
deel aan de jacht, greep het diertje ten laatste
en ontving daarvoor van den landman, die ■zijn
doorluchtigen helper niet scheen te kennon, een
20 kreuzer-stuk, dat werd aangenomen.
Bij Snuffelden in het aartsbisdom Sals-
burg is verleden week de oudste pastoor van
die diocese overleden, de heer Hansberger, 89
jaren oud. Hij was bekend als een zeer vroom
en menschlievend man, uiterst matig in zijne
gansche leefwijze, doch in vele opzichten een
zonderling. Zoo had hij nooit een kop koffie ge
dronken en nog sterker dan zijn afkeer van de
dronk was zijn afkeer van de moderne vervoer
middelen. Hij heeft nooit in een spoortrein ge-
zetenen, zelfs nooit een trein gezien. Hij schreef
gedurende zijn 60-jarig priesterschap 2751 pre-
dicatiën en, toen de aartsbisschop hem verleden
jaar bezocht, sprak hij hem toe in het Latijn.
Maandagavond werd te Bordeaux de die
rentemmer Alexiano ernstig gekwetst. Op het
oogenblik dat hij zich onder een diepe stilte in
het hok begaf der leeuwen Brutus en Marquise
(dezelfde dieren welke den vorigen eigenaar ge
dood hebben) en zijn hoofd in den muil der
leeuwin hield, begon een beschonken toeschou
wer zijn stem te verheffen. Daardoor verrast,
sloot het dier halverwege den muil. Eén kreet
van ontzetting klonk in de zaal, doch Alexiano
verloor zijn tegenwoordigheid van geest niet. Hij
wist zijn hoofd bijtijds uit zijn hachelijken toe
stand te verlossen, terwijl wangen en oog hevig
bloedden. Met een hevigen zweepslag kracht hij
het dier in de vereischte houding, om daarna
opnieuw zijn hoofd in den vervaarlijken bek te
doen verdwijnen, waaruit het een oogenblik la
ter onder donderend applaus weer te voorschijn
kwam.
De voorstelling liep dien avond verder zonder
eenig voorval af, hoewel met een toeschouwer
minder, die zich bijtijds uit de voeten wist te
maken.
r^e Kopenhagen is door den chef der ze
delij kheids-politie de hand gelegd op zekeren
Sauvlet, koopman en agent in modewaren die,
van gunstig uiterlijk en altijd onberispelijk ge
kleed, er zijn werk van maakte het op den ze-
deljjken val toe te leggen van nagenoeg alle
meisjes, waarmede hij door zijne betrekking in
aanraking kwam. Door huwelijksbeloften en zoo
genaamde geheime verlovingen slaagde hij in
vele gevallen maar al te wel, en niet minder
dan een vijftigtal meisjes, allen uit den fatsoen
lijken middelstand, worden op deze wijze het
slachtoffer van den aartsschurk, die daarenboven
nog lijdt aan een niet nader te beschïij ven ziekte.
Lenige der ongelukkigen hebben zelfmoord ge
pleegd.
De zaak, die aan het licht kwam, toen een
der slachtoffers zich tot den rechter wendde,
brengt stad en land in opschudding. De be
schuldigde ontkent alles, maar uit brieven en
een dagboek, dat hij de onbeschaamdheid had
te houden, blijkt alles zonneklaar. Wat zijn ech
ter een paar jaren tuchthuis tegen het onheil,
dat hij heeft aangericht!
In Rusland zijn 20 gevaarlijke misdadi
gers ontsnapt uit de gevangenis te Jitomir, in
Volhynië. Zij hebben zich tot eene rooversbende
vereenigd, die de streek onveilig maakt en er
zijn reeds verscheidene moorden en aanrandin
gen gemeld. De paniek onder de bevolking is
zoo groot dat men troepen daarheen heeft moe
ten zenden.
Te Luik kregen dezer dagen twee kuipen-
makers twist en rolden al vechtende te water.
Het koude bad scheen geen uitwerking te heb
ben het gevecht werd in het water voortgezet
en zonder tusschenkomst van een derde zou stel
lig een der vechtersbazen er het leven bij heb
ben ingeschoten.
Een familie-drama wordt uit Jassy ge
meld. De 20-jarige zoon van den senator
Bonachi, die met goed gevolg een examen aan
de hoogeschool had afgelegd, gaf een feestje. De
jongelui maakten muziek en de Bonachi speelde
dien avond buitengewoon mooi viool. Plotseling
liet hij de viool vallen, trok een revolver uit
den zak en schoot zich een kogel in den mond.
Toen zijn vader, die te Weenen vertoefde, de
vreeselijke tijding ontving, zakte hij ineen en
was een lijk.
De St. Stephanu8kerk te Weenen wordt
nu electrisch verlicht. Het voordeel is, dat nu
de kerkbezoekers overal duidelijk kunnen lezen
en den prediker en zijn gelaatsuitdrukking goed
kunnen zien. Maar de kerk zelve is minder in
drukwekkend schoon in het nieuwe licht, nu de
blik zich niet meer kan verliezen in het half
duister der hoeken en bogen.
Do^ bediende, die in het Hotel Bellevue
te Berlijn belast was met den dienst aan de
lift, is Dinsdag op vreeselijke wijze om het leven
gekomen, Eduard Ruckter, nog slechts 14 jaar
oud moest eene dame met de lift tot de tweede
verdieping brengen. Daar deze niet daalde steeg
de machinist naar boven ter hoogte van de vierde
verdieping. Op de lift lag het lichaam van den
knaap, zonder hoofd, dit ontbrekende lichaam-
deel werd op de tweede verdieping gevonden.
Men vermoedt dat Ruckert zich in het koord
heeft vergist en de lift deed stijgen in plaats
van dalen, zooals zijne bedoeling moest zijn ge
weest. Waarschijnlijk heeft hij toen een slag op
het hoofd ontvangen met het gevolg, dat hij viel
met het hoofd buiten de lift. Het overige kan
men zich wel voorstellen.
Tijger te krijgen. Adrian Marais heeft
weder een tijger op zijne plaats, dien hij goed
koop verkoopen zal. De kooper moet hem zelf
vangen.
Zoo luidt eene advertentie in een Zuid-Afri-
kaansch blad.
PREDIKBEURTEN.
NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL.
Zondag 30 Oct., voormiddags 9.30 uur Ds.
Str amrood.
NED. IIERY. GEM. NOORDSCHARWOUDE.
Zondag 30 Oct., voormiddags 9.30 uur, geen
dienst. Woensdag, 2 November avonds 6'/2 u.
Ds. Habbema.
NED. GER. GEMEENTE B.
Zondag 30 Oct., voormiddags 9 uur, nam.
2 uur, J. Boeijenga. Woensdag 2 Nov. avonds
6.30 J. Boeijenga.
NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE.
Zondag 30 Oct., voormiddags 9.30, geen
dienst.
NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK.
Zondag 30 Oct. v.m. 9 n. 2 u. Ds. Gemser.
NED. GEREF. GEMEENTE B.
Zondag 30 Oct., voormiddags 9 uur, nam.
2 u. preeklezen. Woensdag 2 Nov. avonds 6.30
uur Ds. Gicleonse.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Zondag 30 Oct., voorm. 9.30, Ds. Vrijer.
CHR. GEREF. GEMEENTE A.
Zondag 30 Oct., voormiddags 9.30 nam. 2.30 u.
Ds. J. Dekker.
ii i<; li ii g<; i.
Dat is ook al weèr waar.
Beschuldigde. „Neen, mijnheer do president,
dat heb ik niet gedaan."
Rechter. „Gij ontkent? Gij hebt toch ge
zegd, met uw stok zwaaiende: „gij moet
sterven."
Beschuldigde. „Ja, dat heb ik gezegd, „gij
moet sterven," maar ik heb er niet bij gezegd
wanneer. Wij moeten immers allen sterven.
Hij daar, net zoo goed als n en ik."
Onoverkomelijk bezwaar.
Zij„Ik zie niet in waarom vrouwen niet
even goed zouden kunnen leeren zwemmen
als mannen."
Hij„Ja, zie je vrovw, als je zwemt moet
je altijd den mond dicht, houden."
Verlaten.
Alleenwonende oude juffrouw „Och, mensch,
't is nu zoo stil in mijn kamertje sinds mijn
goudvischje dood is."
In een politiebureau stonden dezer dagen
een buitengewoon dikke vischvrouw en een
zeer mager man en barbier voor den commis
saris om zich te verantwoorden wegens een
burengerucht, waarvan zij de oorzaak waren,
't Volgend gesprek vond plaats.
Commissaris. Heb jij dien man uitgeschol
den
Vrouw. God bewaar me! ik heb alleen,
omdat hij altijd zijn vuil zeepsop op mijn
gootplank gooit, gezegd„Laat dat staan ma
gere kribbenbijter."
Commissaris. Eien verder
De man invallend. Toen heb ik natuurlijk
gezegd: „Voor jou, dikke rolpens?"
De vrouw invallend. Uwé begrijpt, toen hij
rolpens zei, werd ik nijdigik ben een veel
te fatsoenlijke vrouw om mij door zoo'n
Spaansch riet te laten verdeclineeren. Wat
denkt zoo'n leelijke droogstok wel? Die snot
schraper zegt alles wat voor zijn mond komt;
de heele buurt weet dat hij een magere bru
tale zwiepkanarie is, meneer de commissaris!
Als u die kale slierspersie beter kende, zou
u wel weten dat een fatsoenlijke vrouw zich
door een schuimslikker zoo als hij, niet kom
mandeeren laat. Eeuwig en altijd gooit die
snoetenschrabber zijn vuil zeepsop op mijn
gootplank en toen ik er hem wat van zei,
begon hij te schelden, 't Is om razend te wor
den Maar ik laat me niet door zoo'n lat,
zoo'n baard vilder veraffronteeren. Daar kon ik
dagwerk van hebben, als ik naar de pijpen
van zoo'n uitgeklopt mouwvest, zoo'n drogen
zeepsmeerder wou dansen. Dat nooit meneer
de commissarisEer dat ik me door die uit
gemergelde schêerriem, dien doorgebroken hen
gelstok laat verschandaliseeren, moet er heel
wat anders gebeuren. Zoo'n misselijke stok-
visch met o-beenen durft mij rolpens noemen.
Zou je zoo'n platgeslagen puitaal, zoo'n haar
snijder met angst niet in zijn nek nemen
Hé hé! hé! je zou hem niet eens kunnen
vasthouden, daar is die akelige zeepmug veel
te mager voor. Uwé kan doen wat u wil,
meneer de commissarisde agent heeft me
meegenomen, omdat hij zei dat ik schandaal
en rumoer maakte, maar als uwé een eerlijk
mensch is, zal uwe begrijpen dat ik de vrouw
er niet naar ben om me zelf in 't serijbel te
helpen door zoo'n schriel mirakel van een
slappe scheerdoek uit te schelden.
Ik zal 't van voor den koning weghalen
als 'tnoodig is, maar die sla - schuim -
over den duim zal de kast in zoo
waar ik een knappe vrouw ben
De commissaris verwonderde zich en doet
het nog, dat er voor één barbier zooveel
scheldnamen te vinden zijn, in zoo weinig
tijd. D. v. N.
Marktberichten.
Broek op Lnngcriijk.
Maandag 24 Oct.
Aardappelen f a f Bloemkool f 1.—
a 2,Ligte/" 0. a /"0.—Reuzen f4.—af 6.—
Roodekool 3.—a f 4. Witte f 4 a 6. Geelekool f 3,4,5
Rapen f 2.50. Wortelen f 0.a /"O..Uien f2
p. mud f2.50. Nep f 3 a 3.40 Bieten f9. af 14.
Dinsdag 25 Oct.
Bloemkool fl.a 2.50 Ligte /"0.— a f 0.—
Reuzen f 9.a fll.Roode kool 3.a f4.
Wittekool f4 a 6. Geele f3,4,5 a0.— Rapen
f 2.50. Wortelen f 0.— a f 0.Uien p. mud
f2.af 2.50 Nep. f3. a3.40 Bieten f 10. a. 14.
Woensdag 26 Oct.
Bloemkool f 1.— a 2.—, Ligte /"O. a f0.—
Reuzen f8.—af 12.—Roodekool f3.a f4.
Witte kool f 4 a 6. Geele f 3, 4, 5. Rapen f 2.50
Wortelen f 0.- a f 0.Uien per mud f 2.
a f2,50 Nep f 3.a 3.40 Bieten f10 en 14.
Donderdag 27 Oct.
Bloemkool f 1. a f2.—, Ligte f 0.a/"O.—
Reuzen f 5.a f 8.Roode kool f3,a
f4.Wittekool f 4 a 6. Geelekool f 3, 4, en 5.
Rapen f 2.50 Wortelen f 0.a f 0,Uien
f 2., a 2,50 per m. Nep f 3 a 3.40 Bieten f 10 en 14.
Vrijdag 28 Oct.
Bloemkool f 1,— a f 2.—, Ligte f 0.—
a /"0.— Reuzen f 0,— a f 0,— Roode kool
f 3.— a f 4,— Witte kool f 4 a 6. Geele kool
f 3, 4, 5. Rapen f 2,50 Wortelen f 0.— a /O.—
Uien p.m. f 2, f 2.50 Nep f 3. 3.40 Bieten f 10 a 14.
Zaterdag 29 Oct.
Bloemkool f 1.— a f 2.— Ligte f 0.— afO
Reuzen f 6,— a f 9,— Roode kool f 3. a 4,—
Wittekool f 4 a 6, Geele kool f 3,4,5 a 0,— Ra
pen f 2,50 Wortelen f 0.— a f 0.—. Uien p.
mud. f 2. a 2.50 Nep f 3. 3.40 Bieten f 10 en f 14.
SCHAGEN, 27 Oct. 15 Paarden f 40 a
f200, 364 Geldekoeien f 70, a f 240, 80 Kalf-
koeien f 180 a 260, 70 Vaarzen f 50. af 95
30 Nuchtere Kalveren f4al4.562 Schapen
f8. a f20,25 magere Varkens f 9 a f 15,
40 Biggen f 4.a f 8,-Boter per kop f 0,65 a
0,75 Kipeieren f 5,50, a f 6.per 100.
HOORN, 27 Oct. Kleine Kaas f 33,
Commissie f34,
PURMEREND, 25 Oct. Aangevoerd 278
stapels kaas. Kleine f33.50. Commissie f32.50.
Middelbare f34.Kipeieren per 100 stuks,
5.50 a f6.50.
ALKMAAR, 28 Oct. Aangevoerd445
stapels Kaas, wegende 125580 Kg. Kleine f 33.
Commissie f34.Middelbare f37.—.
5143 HL. Granen, als: 922 Tarwe f 6.50 a
f8.25; 314 Rogge f5.12 a f5.75; 566 Gerst f4.—
af 4.30Chev. f 4.30 f 5.15;2644 Haver f 3.25 f3.75
o. f0.a f 0.Boonen, 215 Paardeb. f 6.40 a
f6.75; 215 Bruineb. f9.— a f 11.25; Citroenb.
fa 1Duivenb. f7.a f
Witteb. f 13.a f—Kanariezaad f
a f13 Rood Mosterdz. f22.a f28.50;
Geel mosterdz. f af 0 Kool
zaad f0.a f 0.Lijnzaad f- a
f88 Karweizaad fll.a f 11.15
77 Blauw Maanz. f 15.a f 15.50; 304 Erwten,
Groene, f 8.75 a f 18.-- groote f
Grauwe f 12.— a f 19.—304 Vale f8. af 15.—
Witte f 0.— a f
door dcu meester kleermaker Zomer in zijn
vakvereeiiigiug gehouden.
MijneheerenIk spreek niet over de zaken
die aan de orde zijn, maar daarentegen over een
groote wanorde, waartegen niemand iets zal heb
ben in te brengen. Mijneheeren! Het grootste
ongeluk voor den maatschappelij ken toestand van
kleermakersbazen, en van alle menschen in 't
algemeen, zijn de studenten. Ik waarschuw een
ieder van u allen, zich met studenten niet in te
laten, hetzij zakelijk of enkel pépiniaire aange
legenheden. Zooals ik u zal ophelderen door een
voorbeeld, namelijk de ondergeteekende meester
kleermaker Chris tiaan Willem Zomer.
Voor ongeveer acht weken kwam een jonge
man bij mij met een zeer astiero atsiero
astro och ik bedoelhij zag er heel fatsoen
lijk uit; want ik hakkel een beetje, ziet u?
Hij gaf mij een kaartje en daar stond op
Adolf Voogt, phil. stud." Nu begreep ik uit
dat Latijn wel, dat ik met-een student te doen
had. Ik fluisterde mijne vrouw dadelijk toe„een
student," om reden hij de maat wilde laten ne
men voor een nieuw costuum.
Het hoofd mijner vrouw ging op ontkennende
wijze heen en weer; zij schudde, of zij zeggen wil
de: „laat je niet.in de luren leggen, Chris!
Ik vatte evénwel vertrouwen voor hem en te
gelijk mijn centimeter-rolletje op. Toen hij zich
nu een zeer beste en dure stof had uitgezocht,
kwam mijn vrouw met onze jongste op den arm
(de zevende) naar ons toe en zeide:
„Mijnheer, ik ken de heeren studenten; hoe
zal het gaan, vanwege de.... dubbeltjes?"
„O", zei hij, „juffrouw, maak u daarover
maar niet ongerustik doe het immers ook niet."
Intusschen begon ons kleintje te huilen, zoo
bang was hetzelve voor den vreemden man. Hij
wendde zich nu vertrouwelijk tot mij, met de
woorden
„Kind'ren huilen, moeders dwalen, zegt Tol
lens in het lied van de groote klok, en de juf
frouw dwaalt ook."
„Dank u zeer," antwoorde ik, als een man
van educazie.
Hij ging heen. De tijd gaat met vleugelen,
en zoo had ik na acht dagen mijn pak, dat wil
zeggen het zijne, klaar, en ging op een voormid
dag om een uur of tien op weg. Ik vond op de
tweede verdieping aan de kamerdeur behoorlijk
zijn kaartje, met dezelfde Latijnsehe woorden
„phil. stud," wat student beteekent.
„Hier schijnt het te zijn," zei ik bij mij zelf,
en klopte. Een jong heer deed open.
„Neem mij niet kwalijk," zei ik heel netjes,
„want mijn naam is Zomer; „ik breng een
pak voor mijnheer Voogt."
Daar begon hij met een vreeselijke stem te
zingen
„De zomer is gekomen!
„Hebt gij het niet vernomen?"
Uit een bed in den hoek van de kamer liet
zich nu plotseling een dof gebrom hooren van
wege mijnheer Voogt, die daarin lag te snorken.
„Ontwaak, ontwaak, gij menschenkind
„Dat u de Zomer wakker vindt!"