Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 6 November 1892.
Buitenland.
gehouden en naar het politiebureau gebracht en
nog denzelfden dag aan de justitie overgegeven.
(A. C.)
Te Alfen heeft eene moeder in een onbe
waakt oogenblik, haar dochtertje van 20 dagen
door verworging van het leven beroofd. Het
lijkje is naar Leiden vervoerd om aldaar te wor
den geschouwd.
Door de aanhoudende regens van de laat
ste dagen ziet het er voor sommige landbouwers
in de Haarlemmermeer bedroevend uit.
Men rekent dat op nog 150 H. A. land de
gewassen buiten staan, waarvan niets terecht
komt.
Het te laat rijp worden en het aanhoudende
natte weder is oorzaak dier enorme schade.
Hoewel met de Amsterdamsche rechtbank
van oordeel, dat de twee Amsterdamsche zetters,
die in een geschrift H. M. de Regentes verwe
ten dat zij bij het door haar verleende hulpbe
toon aan Beets, weldadigheid veinsde, de bedoeling
hadden haar te beleedigen, heeft het openbaar
ministerie bij den Hoogen Raad Dinsdag jgecon-
cludeerd tot vernietiging van het betrekkelijk
vonnis met verwijzing der zaak naar een aan
grenzend hof, omdat niet genoegzaam aangetoond
is de bedoeling om aan het beleedigend gedeelte
ruchtbaarheid te geven.
De te Hilversum bestaande commissie
voor een huldeblijk aan Cornelis van Rheenen
en zijne helpers, die heden een definitief besluit
zou nemen met betrekking tot de bestemming der
ingekomen gelden, heeft in beginsel bepaald,
dat voor C. van Rheenen een stuk grond met
een huisje zal worden aangekocht, terwijl aan
zijne helpers eene som gelds zal worden uitge
reikt. Amst
Yolgens den regenmeter der Rijks-land
bouwschool te Wageiiiiigen bedraagt de gevallen
regen over de maand October jl. 82 mM., tegen
46 mM., over dezelfde maand van 1891.
Nu het vliesje op de gekookte melk een
maal aan de orde is, deelen wij gaarne mede
wat ons daaromtrent een onzer lezers schrijft,
en wel het volgende
Yan de vliesjes van de gekookte melk wordt
te mijnen huize boter gemaakt, die niet alleen
uitstekend is om b.v. biefstuk te bakken, doch
ook zeer goed op het brood smaakt.
In Indië, waar ik geruimen tijd vertoefde,
wordt de melk steeds gekookt, en de vliesjes (of
te wel vellen) van die gekookte melk werden
door ons in een Keulschen pot bewaard. Eens
in de 5 of 6 dagen werd, nadat vooraf eenig
warm water daaraan was toegevoegd, gekarnd.
Gerepatrieerd zijnde en nadat onze geneesheer
ons den raad had gegeven de melk steeds gekookt
te drinken, hebben wij met bovenbedoelde vlies
jes eveneens gehandeld, en nu maken wij van
die vliesjes van 6 tot 8 dagen gemiddeld een
pond boter. De karnemelk, die overblijft, is over
heerlijk. N. v. d. D.
Donderdagmiddag dérailleerde een goederen
wagen van trein 1004 even voorbij het station
Veenenburg, waardoor het opgaande spoor naar
Amsterdam werd versperd. Met den noodigen
spoed werd alles zooveel mogelijk in orde ge
bracht, daar de treinenloop door dit ongeval aan
merkelijk werd vertraagd.
Een petroleumhandelaar in eene der Noord-
hollandsche gemeenten heeft een werkman in
dienst genomen, die des morgens de petroleum
lampen der cliënteèle ophaalt, reinigt en weder
gevuld terugbezorgt. Men betaalt enkel de petro
leum, zoodat de afnemers gemak hebben, de
werkman een weekgeld verdient en de onderne
mer een overvloedig debiet heeft.
Woensdagavond tegen 11 uur is te Haar
lem op den Scheepmakersdijk een uitslaande
brand uitgebroken in de droogzaal van de blee-
kerij van den Heer Kloes. Het gebouw was eerst
drie dagen in gebruik en geheel nieuw, zoodat
geloofd wordt dat de hars, welke uit de nieuwe
balken en planken op de droogkachels is geval
len, den brand heeft veroorzaakt. Het goed op
de droogzaal is verbrand, doch overigens is bijna
alles gered.
Tegen half 12 was men den brand meester.
Te Busseiu is deze week des nachts bij
den Heer D., in do Brinklaan, eene poging tot
inbraak gedaan, welke echter niet gelukt is. De
Heer D. en zijne vrouw werden namelijk door
het geraas gewekt, en eerstgenoemde begaf zich
naar het raam, dat hij opende, omdat beneden
gescheld werd. De man, die beneden stond, zeide
Yan den Berg te heeten en vroeg om twee rijks
daalders, daar hij beweerde geen onderkomen te
hebben.
Later is bij onderzoek gebleken, dat de achter
deur zeer beschadigd was en dat men getracht
had die met een looper te openen.
In de vorige week werd in eene school te
St. Aniia-Parochie ingebroken thans is in één
nacht hetzelfde gebeurd in de scholen te Berli-
kum en Wier. Ook daar wordt eenig geld en
een deel der grondstoffen voor het onderwijs in
de nuttige handwerken vermist. De politie zoekt
ijverig naar de dieven. Intusschen heeft zij de
daders gevonden van een te St. Anna-Parochie
gepleegden diefstal van aardappelen uit den hoop
op het vrije veld.
Uit Koedijk wordt gemeld:
Toen voor eenige jaren het waterschap het
Geestmer-Ambacht er toe besloot eenige der wa
termolens te vervangen door een stoomgemaal,
was het een strijdvraag, waar men het zou
plaatsen, tot met een kleine meerderheid beslo
ten werd het aan de ringvaart onder den Lan-
gendijk te bouwen. De minderheid was voor een
plaatsing aan het Noordhollandsch kanaal, tus-
schen Koedijk en Oudkarspel, waardoor men min
der spoedig wegens het peil zijn van het buiten
water tot stilstaan gedwongen zou worden. Yooral
nu hoort men weer over de plaatsing klagen.
Hier en daar verneemt men zelfs den wensch,
dat men de overige molens nog moest vervan
gen door een stoomgemaal, dat kleiner kon zijn,
dan het bestaande, op de destijds niet gekozen
plek.
Aan het commissariaat van politie te 's
Gravenhage, is o. a. als gevonden aangege
ven een verhuisboedel
Op Zondag 80 Oct., gaf het fafarecorps
van Winkel een concert in de kolfbaan van den
heer A. J. van Hoolwerff te Oude Niedorp,
onder leiding van den heer A. Egmond.
Er stonden 12 nummers op het programma,
onder deze voldeden bijzonder no. 3, „Blumen-
lied," door G. Lange, vooral om het liefelijk
zachte van de muziek. De piano's werden hier
zeer in acht genomen. Zoo ook no. 6, „Roman
ce", door Mendelssohn. Met spanning zag het
publiek uit naar no. 7, „Brandweermarsch," ge
componeerd door den heer A. Egmond. Het dave
rend applaus, dat op dit nummer volgde, behalve
ook op no. 3 en no. 6, bewees wel, dat de heer
Egmond, hierin naar wensch geslaagd was en hij
dus voortgaande, een niet minder verdienstelijk
componist, als musicus zal worden. Niet minder
waardeering viel no. 1 ten deel „Le trouvère"
door M. Kessels. De solo's der beide alten en
baryton, werden meesterlijk uitgevoerd. Juistheid
en vastheid van maat, viel hier bijzonder waar
te nemen. Kortom, het geheele concert heeft bij
zonder goed voldaan. Jammer dat de zaal niet
beter bezet was. Mocht het corps besluiten nog
maals een concert te geven, dan wenschen wij
dat er talrijker publiek aanwezig zij, want veel
schoons is er ten gehoore gebracht, in aanmer
king genomen dat het een fanfarecorps is, samen
gesteld uit dilettanten.
Het door de inwoners van Baarle-Hertog
aan de Belgische Kamer van Volksvertegenwoor
digers gezonden, bezwaarschrift is van den vol
genden inhoud
Aart de hh. Voorzitter en leden van
de Kamer van Volksvertegen
woordigers
Een kreet van algemeene verwondering ver
ontwaardiging en misnoegen is uit de harten van
ons allen Belgen opgestegen, toen wij vernamen,
dat de internationale commissie tot regeling der
grensscheiding tusschen Nederland en België in
plan had de gemeente Baarle-Hertog, het sedert
eeuwen in de oudheid gekende Belgische dorp,
aan Nederland af te staan in verruiling tegen
twee gehuchten van Baarle-Nassau, Ulicoten en
Casterlé.
De mannen onder ons, die eenige kennis van
zaken, van ligging en van onderlinge betrek
kingen hadden, riepen eenparig
„Welhoeeene bevolking van 700 zielen,
allen, tot den laatsten man toe, getrouwe onder
danen van het aloude België, kinderen van den
hertog van Brabant, onze beminden koning, alzoo
slachtofferen, dat zulks toch niet gebeure Slacht
offeren aan de wilkeur van eenige kortzichtige
mannen der douanen of van gewaande rijksbe
dienden
Het schoone Baarle-Hertog, zoo bloeiend, zoo
handeldrijvend, het hartje van het aloude Baarle,
den hertog van PhareBaarle-Hertog, dat eer
tijds de nieuwstijdingen overseinde naar de moe
derstad van het land, BrusselBaarle-Hertog,
de schildwacht der stad Turnhout, de eerste
voorpost van het vaderland aan de Nederland-
sche grenzen Baarle-Hertog, dat zijn toren, met
keizers kroon versierd, in de wolken verheft,
als kind van Maximiliaan en Keizer Karei Y
dat dorp, hetwelk door zijn verleden en heden
zoo nauw aan België verbonden is, zal men zoo
niet zonder slag of stoot overleveren aan Neder
land, wiens vijand het sedert den Westphaalschen
vrede van 1648 altijd geweest is, on wiens kne
velarijen het gestadig sinds dien met gelatenheid
heeft moeten uitstaan. Neen, zoo kan men ons
van Belgenland niet afscheuren, vooral op dezen
stond dat wij ons geheel aan Holland hadden
onttrokken
Thans toch niet, nu wij ons zeiven van alle
zijden hebben vrijgevochten, nu ons schoolwezen
sedert 1859 zijn zelf bestaan heeft bekomen, en
dat onze kinderen aldus aan het gevaar van
het protestantismus ontsnapten nu toch niet, dat
onze H. Remigiuskerk, het pronkjuweel der
Kempen, na eene negenjarige proceduur in appel
te Breda en te 's Hertogenbosch vrijgevochten
is nu ons ambtsbestuur na eene driejarige on
derhandeling gescheiden is van Nassau, Castelré
en Minderhoutnu wij onze schoolgebouwen en
gemeentehuis voor ons eigen hebben opgericht
neen, na al dat werken en zwoegen om de laat
ste kluisters van het Hollandsch bewind, waar
onder ons Baarle zuchtte, verbroken te hebben,
met handen en voeten geboeid ter prooi geleverd
te worden aan hen die ons altijd dwarsbooinen:
o, dat zal niet wezen Ons dierbaar vaderland,
voor wiens vrijheid onze dappere vaderen in
1830 hun goed en bloed veil hadden, kan in
1892 zulke ongerijmdheden niet onderteekenen.
Neen, neen! Wij beroepen ons op de genade
van onzen vorst, die niet kan toelaten dat een
juweel zijner kroningskroon. Baarle-Duics, aan
den vreemde wordt geschonken.
Wij beroepen ons op onze staatsmannen, die
niet kunnen stemmen dat zoo getrouwe vader
landers hun zelfbestaan, hunne nationaliteit,
hunnen koophandel en hunne nijverheid verliezen
om opnieuw een juk te ondergaan, dat ware
Belgen nimmer dan ongeduldig droegen.
Deze grondige beweegredenen, gesteund op ons
recht en onze liefde om België als vaderland te
behouden, hopen wij, zullen onzen genadigen
vorst en zijne regeering aanzetten, om Baarle-
Hertog aan Belgenland te bewaren en het geens
zins door onze sluwe tegenstrevers, om eenige
zelfsvoldoening of wat gewaand meer geregeld
staatsbestuur, laten afscheuren van 't land zijner
voorkeur, 't is immers niet om den abnormalen
staat van rijkszaken weg te nemen dat men ons
van Belgie's landkaart uitvaagtmaar om met
Baarle-Nassau een der schoonste gemeenten van
de provincie Noord-Brabant uit te maken, heeft
men die schoone bespiegeling van betere grens
scheiding, van meer regelmatige administratie,
van schooner verstandhouding uitgedacht.
In deze innige overtuiging komen wij Herto-
gers, u, mijne heeren, smeeken, Baarle-Hertog
aan eene ons geheel vreemde natie niet over te
leveren.
De onderwijzer T. Bantema te Zelliein,
had wegens zijne benoeming aan eene school te
Gorinchem, met ingang van 15 Nov. eervol ont
slag aangevraagd.
Zelhem behoort nog tot de gemeenten waar
het minimum-tractement van f 400 wordt uitbe
taald, zoodat er natuurlijk, zelfs na eene herhaalde
oproeping, geen liefhebbers voor dit schrale postje
kwamen. De voorzitter deelde dit in de jongste
raadszitting mede, en stelde tevens voor, aan den
onderwijzer het gevraagde ontslag te verleenen.
Een lid stolde voor, aan het verzoek niet te vol
doen, aangezien er zich geene sollicitanten had
den aangemeld. Eenige leden konden zich met
dit voorstel goed vereenigen, waarop een hunner
voorstelde het ontslag met 15 Dec. te verleenen.
Een ander lid vindt dit echter te vlug, en stelde
voor, 1 Jan. te bepalen. Dit voorstel wordt aan
genomen.
Thans stelde een lid voor, eene oproeping te
doen voor f 450, waarmede de voorzitter zich
vereenigde. Een ander lid wilde het echter nog
eens met f 425 beproeven, en al maakte de voor
zitter de leden ook attent op de hooge adver-
tentiekosten, het hielp nietf 425 werd vastge
steld.
De „Morgenster", het maandblad van den
Belgischen schoolbond tegen het alcoholisme,
onder redactie van dr. Robijns, geeft een treu
rig beeld van de vorderingen van het alcoho
lisme in België.
Terwijl Duitschland op 215, Engeland op 190,
Nederland op 173 ingezetenen een drankhuis
heeft, bezit België er één op elke 37 inwoners.
Terwijl de Engelschman per hoofd 2'/2 liter
sterke drank drinkt, in Frankrijk 4 en in Duitsch
land per hoofd ongeveer 8 liter gedronken wor
den, is het verbruik in België gestegen tot 12
liter per hoofd.
De toeneming van het aantal gevangenen,
krankzinnigen,zelfmoordenaars en bedelaars is d ien-
tengevolge groot, en op België rust volgens dr.
Robijns, de schandvlek dat de Belgen de groot
ste alcoholdrinkers van geheel Europa zijn.
De vonnissen, gewezen tegen de zes aan
voerders der werkstakers te Brokcithill, een
mijndistrict in Australië, die oproer poogden te
stoken wekken bevrediging bij de patroons te
Sydney maar groote verbittering in de werk
manskringen. Een monstermeeting van ambachts
lieden besloot onmiddellijk de loslating der ver
oordeelden aan het parlement te Sydney te vra
gen en de petitie persoonlijk in te dienen. Men
verwacht alsdan wanordelijkheden in het parle
mentsgebouw, waartegen de politie reeds maat
regelen genomed heeft.
Volgens de Palt Mall Gazette is het bijna
zeker, dat Zaterdag a. s. veertien of vijftien
millioen spinnewielen te .Manchester het werk
zullen staken en hierdoor worden- meer dan
50.000 arbeiders werkloos. De loonen bij de ka
toennijverheid zijn tegenwoordig 5 pCt. lager dan
15 jaar geleden. Gedurende die 15 jaar zijn zij
5 keer met 5pCt. vorlaagd en 4 keer verhoogd.
Keizer Wilhelm is heden naar Stuttgart
gegaan ten einde deel te nemen aan de begra
fenis van koningin Olga. Ook de erfprins Frede-
rik van Waldeck-Pyrmond zal daarbij tegen
woordig zijn.
Omstreeks 9000 mijnwerkers van Wales
hebben kennis gegeven, dat zij na 31 December
niet meer tegen de bewegelijke loonschaal willen
werken.
De auderhalf millioen mark door den ham-
burgschen Senaat toegestaan voor de noodlijden
den, heeft men reeds weer moeten aanvullen
door een nieuw krediet van 180,000 M. Boven
dien is er van particuliere zijde tot nu toe
2,700,000 M. ingekomen.
Aangezien er te Hamburg veel Engelschen
wonen, zal er waarschijnlijk een afzonderlijke
commissie gevormd worden ter ondersteuning
der noodlijdende Britten.
Het vuurwerk, bij gelegenheid van de in
wijding van de tentoonstellingsterreinen te Chi
cago, is wel het grootste dat ooit is vertoond;
een middel om zijn bezoek te verijdelen of te ont
wijken. Niet thuis geven baat niet, want dan komt
hij terug en bovendien stuit het haar hem op zoo'n
laffe manier te misleiden.
Hem schrijven ja, maar wat zal ze schrijven?
Hij heeft zich immers nooit verklaard Neen, ook
dat kan ze niet. Haar schiet niets anders over dan
het gedrukte bericht harer verloving te zenden naar
zijne familie te A. »'t Zal een wreede welkomst
groet voor hem zijn,', spreekt ze op smartelijken
toon in zich zelve, »maar ik kan het hem niet be
sparen ik moet mijn woord gestand doen, mijn
plicht vervullen ook ten koste van mijne en zijne
liefde."
Met een bitteren trek om den mond, die 't gelaat
weer de ons bekende trotsche uitdrukking geeft,
zet ze zich tot schrijven aan Herman. »Hij heeft
mij gedwongen, gekocht,prevelt ze; »maar voor
welk een prijsklinkt dear een blijmoediger stem
in haar hart. »Heb ik mij door mijne opoffering
niet het moederschap verworven over Nelly's kind?«
En terwijl ze zich voor het portret de vroeg ge
storvene plaatst, strekt ze de handen er naar uit
en snikt»Nelly, liefste, zijt gij tevreden Heb ik
goed gehandeld Ja, 'k zie het aan je lief gezicht,
dat ge voldaan zijt, Heb dank daarvoor! De opof
fering valt me wel zwaar, maar 'tis toch goed
zoo.«
De stugge, trotsche trek is van haar gelaat ge
weken en heeft plaats gemaakt voor het vredige
waas der berusting en tevredenheid.
Den volgenden morgen reeds ontvangt ze 't tele
gram, dat haar Hermans komst meldt. Kan ze al
niet verheugd zijn, geen wrok woont er in haar hart.
Het is haar vaste voornemen te leven voor haar
echtgenoot cn kind. Niet ten halve wil ze haar
plicht doen, geheel zal ze dien vervullen.
VI.
Een lange tijd is er verloopen sedert Henriette
de echtgenoote werd van Herman Marner. Wan
neer wij haar terugzien is ze eene knappe, ernstige
vrouw van nog geen vijfenveertig jaar. Naast haar
op de kanapé zit een jonkman in wien we terstond
Frits herkennen aan de sprekende gelijkenis, welke
zijn gelaat vertoont met het portret van Nelly, dat
boven een tegenover de kanapé staande damesschrijf
tafel hangt. Jet is geheel aandacht voor het verhaal
van haar zoon, en belangstellend ziet ze hem aan,
wanneer hij eensklaps blijft steken.
»En waarom wil je er dan niet blijven totdat het
werk is afgemaakt vraagt ze aanmoedigend. Frits
kleurt even en zegt dan: »De plaats heeft voor mij
de grootste aantrekkelijkheid, maar na de beleedi-
ging, welke ik er ondervonden heb en het geringe
uitzicht, dat er bestaat op de vervulling mijner
wenschen
»Wat bedoelt ge toch, jongen valt zijne moeder
verbaasd in.
Frits doet nu op onzamenhangende wijze het ver
haal van zijne liefde voor 't nichtje en pleegkind van
een leeraar der hoogere burgerschool in de stad,
waar onder zijn toezicht het raadhuis gerestaureerd
werd. Het meisje, lief en eenvoudig, scheen ook hem
niet ongenegen, en juist stond hij op het punt zich
te verklaren toen hij van den voogd het besliste
bevel ontving de jonge dame niet meer in den weg
te treden. Hij, haar voogd, zou elke poging tot
toenadering verijdelen. Tot nog toe teekende 't ge
zicht der luisterende verbazing en verontwaardiging,
maar nadat ze den naam van den willekeurigen
voogd vernomen heeft, wordt haar gelaat door eene
doodelijke bleekheid overtogen. Als de jongeling
haar bevreemd aanziet, herstelt ze zich schielijk en
vraagt met vaste stem
»Wat zult ge nu doen, mijn kind?«
»Ach, moedertje,zegt hij teeder, terwijl hij bij
haar nederknielt, zooals hij altijd placht te doen,
»gij zijt zoo goed, zoo verstandig, gij voelt zoo diep,
gij alleen kunt u in mijn plaats stellengeef mij
raad
»Ik zal er eens over denken, mijn jongen I ga nu
wat wandelen, 'k heb nog veel te doen.«
Als de jonge architect vertrokken is, laat de ach-
tcigeblevene het hoofd in de hand zinken, terwijl
ze peinst over wat ze gehoord heeft, en zich alles
herinnert wat voor haar huwelijk gebeurd is. In
hare verbeelding ziet ze weer den geliefden man,
die tot afscheid hare beide handen vasthoudt, als
vreesde hij haar te verliezen. Ze denkt aan Nelly's
dood, aan Fritsjes eerste kinderjaren en ook aan
haar treurigen huwelijksdag, toen ze Max had weer
gezien terwijl zij den trein instapte om met haar
echtgenoot op reis te gaan. De blik vol minachting
dien hij toen op haar sloeg, jaagt haar na al die
jaren nog een blos op de wangen. Sedert dien tijd
had ze Max Breemer uit 't oog verloren, maar dat
hij haar uit de verte heeft gadegeslagen, en haar niet
heeft vergeven, blijkt haar nu uit zijne handelwijze
jegens Frits. Hoe diep verachtte hij haar, en ach
dat had ze toch niet verdiend Al het leed dat ze
in haar ongelukkig huwelijk van haren lastigen
echtgenoot had ondervonden, had haar nooit zoo
gegriefd als het bewustzijn dat hij, die haar nog
altijd 't liefste was, haar verachtte.
Slot volgt