Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 27 November 1892. Binnenland. zoo leeft een Israëls voort in zijn „Langs Moeders graf, een Hildebrand in zijn „Camera", een Jonathan in zijn „Waarheid en droomen," een Hofdijk, om van de anderen niet te spre ken, „in zijn Kennemer balladen". Dat is kunst en zoolang zij aantrekt, zal zij niet verloren gaan. Zij mogen voor een oogenblik kwijnen en veel van haar waarde verloren hebben, telkens komt zij weer vernieuwd en verjongd uit de diepte te voorschijnontsteekt zij haar licht, en zoolang wij ons door dat licht laten beschijnen, en willen laten beschijnen is het een bewijs, dat een mensch gevoel en smaak heeft. Gevoel en smaak, kweken wij dat in onze omgeving zooveel wij kunnen aan. De kunste naar wordt geboren; liefde en eerbied voor de kunst kunnen worden opgewekt, want denken wij er wel aan een volk, dat de kunst lief heeft kan niet verloren gaan. Kunst is gevoel voor waarheid en gerechtigheid en wij weten het: Gerechtigheid verhoogt een volk Z.-S. L. Van 21 tot en met 26 dezer, zijn van station Noordscharwoude 80 wagens groenten naar verschillende plaatsen, Duitschland, België en Nederland vervoerd. Voor de Vrije en Orde-Oefeningen is o. a. den 23 dezer geslaagdJ. de Graaf van Broek op Langedijk. Men schrijft ons: Te IIccr-IIiigowaard worden door den heer Scharwachter pogingen aangewend een fanfare corps op te richten. Als een bewijs hoe moeilijk hot velen te Ileer-llugowaard valt de zoo ongelijkmatig drukkende belasting te betalen, diene, dat reeds nu voor de verschenen helft van den aanslag 81 dwangbevelen zijn uitgereikt, d. i. aan het negende deel van het aantal aangeslagen. Hoe zal het in het voorjaar zijn, wanneer de winter zonder verdiensten is doorgesukkeld? Wanneer men schier eiken dag op verschil lende punten in de uitgestrekte gemeente Ileer- llugowaard de ambtenaren der belasting ziet, vraagt men zich onwillekeurig af: „Waarom wordt het kantoor van den ontvanger niet ver plaatst van Schermerhorn naar Heer-Hugowaard Voor deze verplaatsing is veel te zeggen, te meer nu het gemeentebestuur van Schermerhorn toont geen prijs te stellen op de aanwezigheid van het kantoor door den ontvanger het houden van zit tingen in het Raadhuis te ontzeggen. Wie een scherp en veelbeteekenend con trast wil zien, begeve zich dezer dagen naar de laadplaats bij het station Heer Iliigowanni. Hier, aan de zijde, waar het Langedijker goud, de kool, geladen wordt, hier gelach, gestoei, vroolijk schertsen, opgeruimde blikken zoowel van aanvoerders als van laders, blikken, die zeggen, dat het hun allen goed gaat, te meer nu „Duitschland open" is en daar aan de andere zijde, waar de suikerbieten gelost en geladen worden, raar sombere, schier dreigende blikken, zuchten, brommen, scheldwoorden dik werf, van de aanvoerders, van den weger, van den opzichter, van de laders, van de schippers, van hen allen, die voor den zooveelsten maal de vraag doen rijzenLandbouwers, waarom laat gij u toch elk jaar door een voorschot ver lokken suikerbieten te verbouwen Gij weet toch, dat de prijs naar het gewicht nimmer medevalt, dat gij uw land uitmergerlt, dat gij bij het ver voeren en bij de levering duizenderlei onaan genaamheden hebt en bij slot van rekening niets wint en toch elk voorjaar slaat gij den vroolijkheid en ongeloovig schouderophalen ontstond door de verklaring van eenen tourist, dat het zeld zame men$ch, waarmee men te doen had, niemand anders was, dan den bekenden dichter Beckford. Een dichter! Nu, die grap was goed! alsof het verzenschrijven zooveel opbracht, dat men in een goede luim zoo maar een dertigduizend francs con tant betaalde voor een boekerijMaar de tourist verhaalde wonderdingen van Beckford, die nietslechts een dichter bij Godsgenade, maar ook een der rijkste edellieden van Engeland was. Meer dan een millioen pond sterling had hij voor restauratie van zijn slot Fonthill uitgegeveneen stoeterij van honderd en twintig der kostbaarste paarden hield hij en in zijn keuken waren niet minder dan dertig Fransche koks bezig; van zijne feesten sprak de geheele wereldhij gaf er soms, waartoe meer dan duizend personen waren uitgenoodigd, waarvan enkelen in zijne woning bleven en zich mochten verheugen in een jarenlange gastvrijheid. Het lachen der Lausanners veranderde in sprake- looze bewonderingdoch toen jaar op jaar ver streek, zonder dat de bezitter der Gibbonschebibli otheek weerom kwam, of zijne boeken door groote aanplakbiljetten den liefhebbers te koop bood, ge raakte hij geheel in vergetelheid, temeer, daar in de onrustige tijden op het einde der vorige en in 't begin dezer eeuw zoovele nieuwe verschijningen het onzijdige Zwitserland bevolkten, dat een enkele uit het oog werd verloren. Beckford reisde van Lausanne direct naar Genève. Hier had hjj credietbrieven op een bankiershuis. zelfden weg in en elk najaar hebt gij bitter berouwVerbouwt suikerbietendat is goed, maar contracteert uitsluitend prijsbepaling op suikergehalte en nooit meer op gewicht Te kwart over zessen werden Schagen's burgers in den morgen van 23 dezer opgeschrikt door het geroep van brandDitmaal was de brand uitgebroken in de loods voor brandstoffen, toe- behoorende aan M. Bijpost, a. d. Laan. Omtrent de oorzaak meldt men dat Bijpost, na zijn paar den gevoederd te hebben, met een petro-hand- lampje naar de loods was gegaan, om coakesaf te meten, welke hij vroeg moest bezorgen. Ter wijl hij daarmede bezig was, hoorde hij, dat een vat petroleum hetwelk aangeslagen op stelling lag, lekte. Na een 5-litermaat onder het lek ge zet te hebben, doofde het lampje, bij het op staan, door de luchtzuiging uit. Het lampje weder aanstekende, laat B. onwillekeurig den lucifer vallen, met het noodlottig gevolg, dat de grond, rondom hem, uit den aard der zaak zeer brand baar, in brand geraakt, welk begin door omlig gende brandstoffen zoo gevoed is, dat aan dem pen niet viel te denken en het gebouwtje alras in lichte laaie stond. Dank zij de inmiddels ter hulp geschoten brand weer, mocht het gelukken, niettegenstaande de wind het vuur over den aangrenzenden stal joeg, dezen te behouden en het onheil te bepalen tot de loods. Loods en koopmansgoed waren verze kerd. S. Grt. Het officieele fransche orgaan deelt een besluit der regeering mede, waarbij, uit overwe ging dat thans het mond- en klaauwzeer onder het vee in Nederland heerscht, de in- en door voer van runderen, schapen, varkens en geiten uit Nederland langs de grenzen te land of over zee verboden wordt totdat dienaangaande anders beslist zal zijn. Over de geldverkwisting op de staatsbe- grooting sprekende in eene bijeenkomst van soci aal-democraten te Amsterdam, zeide Domela Nieuwenhuis o. a.dat ook de gezanten behooren te worden afgeschaft. Dit gaf aan een lid van den soc. dem. bond aanleiding tot de vraag, waar, bij opheffing hunner betrekking, al de gezanten dan blijven moesten. Spr. was zelf ook gezant geweest. Aan het misverstand kwam geen einde, alvorens men den man beduid had, dat gezant iets anders is dan sergeant. De waterstand in de bij Haarlem liggende polders is nog zeer hoog. Wegens het stille weder der laatste weken konden de molens niet malen, zoodat de besturen van enkele polders zich ge noodzaakt hebben gezien, de reeds aangekondigde schouwen weder uit te stellen. Een sigarenfabrikant te Haarlem, heeft een aardige nieuwigheid uitgedacht, welke vooral voor de aanstaande feestdagen de aandacht zal trekken. In een kist van 1000 sigaren, gevuld met pakjes van 10 stuks, wordt door hem een solide speeldoosje aangebracht, dat onder de sigaren is verborgen. Opent men het deksel, dan begint het speeltuigje, waarop 2 aria's staan, te spelen en blijft doorgaan tot de kist wordt gesloten. De fabrikant heeft daarmede reeds veel succes. Drie meisjes, die er haar werk van maak ten, om parapluies uit de gangen der huizen te stelen, zijn door de politie te Arnhem ontdekt en aan de justitie overgeleverd. Zij hadden reeds een twaalftal parapluies in haar bezit. Te Gorredijk waren Woensdag vier zus ters bij eene vijfde aan tafel vereenigd. Deze vijf oudjes, de gezusters v. d. Sloot, tellen 407 jaren en zijn allen nog even kras. Uit vertrouwbare bron verneemt het N. v. d. D. dat de heer Mr. H. van Roijen voor de aanbieding van het ambt als Commissaris der Koningin in Groningen bedankt heeft. Naar men verzekert, worden thans pogingen aangewend om den heer Mr. S. A. Vening Mei- nesz, burgemeester van Amsterdam, het genoemde ambt te doen aannemen. Bij de opening van de stembriefjes voor de dezer dagen bestaande vacatures in de Kamer die hij zelf afgaf. De heer Suermont, een degelijk, humaan mensch, die zag hoe de dichter met kleine stapjes aankwam, en denkende, dat hem een of ander voeteuvel pijnigde, vroeg, of het soms in zijn macht stond, dat pijnlijk loopen te doen ophou den, en de dichter aan den toon, waarop de vraag hem werd gedaan, hoorende, dat het den heer ban kier ernst was, vertrouwde den nieuwen bekende zijn zorg toe, dat hem zijne laarzen zoo knepen. De aankomst van zijnen reiskoffer was vertraagd, een poging om in de winkels van Genève andere en betere te koopen was op niets uitgeloopen. Mijn heer Suermont was wellevend genoeg, deze kleine plaag als werkelijk hulpvereischend aan te merken en was gelukkig in staat, hem uit het laarzenma teriaal van een zijner zoons een paar te kunnen geven, die niet knelden. Met een wannen handdruk en hartelijken dank, trad mr. Beckford vlug en luchthartig uit het privaatkantoor des bankiers. De naamkaart van den jongen heer Henri Suermont, die hem zoo vriendelijk op de been geholpen had, stak onze vroolijke doctor bij den huissleutel van zijn eigendom te Lausanne in zijn mantelzak. Beckford werd, in zijn vaderland teruggekeerd zijnde, een menschenschuw zonderling, toen na een korte echtvereeniging zijn teerbeminde vrouw een schoon, maar bloedarm meisje stierf. Te vergeefs poogden de voornaamste dames uit den omtrek, den millionair in hare strikken te vangen en zijn we duwnaarschap te doen eindigenhij bleef zijne Har tie" trouw tot aan den dood. van Koophandel, te Haarlem, was een der bil jetten als volgt ingevuld 1. Open deuren. 2. Publieke vergaderingen. 3. Ware verslagen. 4. Geen „onder onsjes." De meeste en grootste magazijnhouders te Amsterdam hebben thans besloten, te beginnen met 1 Januari a. s. hunne winkels des avonds ten 9 uur te sluiten. Op de Heerengracht 341, bij do Heisteeg, te Amsterdam, ten huize van den heer A. de V., had Woensdagochtend omstreeks elf uur een droevig voorval plaats. De dienstbode Jannetje Nop was sedert eeni- gen tijd door den weduwnaar harer zuster, El- bert van der Toorn, met huwelijksaanzoeken achtervolgd, zonder dat zij geneigd was aan die herhaalde aanzoeken een gunstig gehoor te ver- leenen. Dit verdroot den afgewezen minnaar zeer, die daarom besloot zich te wreken. Daartoe begaf hij zich Woensdagochtend naar de Heerengracht, en wachtte tot het meisje naar buiten kwam. Toen dit omstreeks elf uur het geval was, trad hij op haar toe, en loste na een korte woordenwisseling drie revolschoten op de onge lukkige, die terstond neerzonk. Het bleek dat twee der kogels haar hadden getroffen, een in de zijde, de andere in de dij. Yan der Toorn was terstond na het plegen der daad door de Heisteeg weggeloopen en sprong op den Singel voor de Beulingsluis in 't water. Eenige omstanders brachten den man op het droge en stelden hem, daar het onderwijl bekend was geworden waaraan hij zich schuldig had ge maakt, in handen der politie, die hem in wezen- loozen toestand naar het politie-bureau in het voormalig gymnasium bracht. Het meisje was onderwijl per raderbaar naar het gasthuis vervoerd. Als een groote zeldzaamheid van gehecht heid aan zijn tehuis, kan het volgende dienen. De heer J. D. Jr. te Breda bezat geruimen tijd een ekster, die zeer aan de huisgenooten gehecht was en vrij rondliep en rondvloog, tot zij in Augustus 1891 op zekeren dag zoek was en zoek bleef. Eenige dagen geleden echter, na ruim veertien maanden, zat op een goeden morgen onze ekster op haar gewone plaatsje op de ven sterbank voor de in den tuin uitkomende huis kamer, waar zij altijd haar ontbijt kreeg, en sinds is zjj weder de oude, trouwe vriendin des huizes, met al hare vroegere gewoonten. Dat in Spanbroek best en slecht weiland ligt is begrijpelijk, en dat daardoor het gehalte van 't Spanbroeker vee niet overal even goed is, kan men nagaan. De Hoornsche koemarkt leverde daarvan een sterk bewijs. De heer L. S. aldaar verkocht toen 4 runderen voor f 1000 (geen kleinigheid voor dezen tijd) terwijl anderen nauwelijks f 60 voor eene koe konden verkrijgen. Een graskalf van iemand uit die gemeente werd verkocht voor de kolossale som van f 10, terwijl J. S. te Opmeer, wien men f100 voor het zijne bood, het er niet voor wilde afstaan. Uit SchoorI wordt gemeld Kerkvoogden der Herv. Gemeente hebben in elk der beide kerken een kachel doen plaatsen. Op de 21 Nov. te Pimiicreiul gehouden najaars veemarkt (Scheimarkt) werden 723 run deren aangevoerd. Handel matig, prijshoudend. Evang. Luthersche Kerk. Drietal te Alk maar, (alphab.) J. A. Helper Sesbruggen te Zierikzee, J. F. Meijer te Pekela, A. D. Wempe te Monnikendam. Door de politie te Bussiini zijn eenige bedelaars in hechtenis genomen en daaronder één, die minstens vier koeien op stal heeft en onlangs nog twee vette varkens heeft verkocht. De invoer van versche groenten, uien enz. in Duitschlaiid, is door de regeering aldaar weder toegestaan. Op de voordracht voor onderwijzer te Groet komen voer de heeren van der Veer te Sinds den tijd, dat hij in Lausanne toenmaals nog jonggezel de boekerij van Gibbon gekocht had, waren te naasten bij twintig jaren vergaan. Was toenmaals den Wellinghton-mantel in de mode, ook nu had hij zich weer uit het stof der vergetel heid als kleedingstuk »naar de mode" weten op te werken. Elk fatsoenlijk mensch kleedde zich met den bekenden rok. Beckford beweerde, dat reeds voor langen tijd, toen hij het vasteland bereisde, zijn reismantel, van gelijke snit was als deze nieuwe moden, en toen zijne vrienden zulks betwijfelden, gaf hij deu kamerdienaar het bevel, in de garde robe naar zulk een ouden mantel te zoeken. De oude dienaar vond het kleedingstuk al spoe dig, en de dichter wierp zich den mantel, om te bewijzen, dat hij waarheid sprak, om de schouders, Daarbij voelde hij echter een hard voorwerp, dat zich in een der zakken bevond hij tastte in den zak en daar kwam een ouden verroesten sleutel en een visitekaartje voorden dag. Voor de eerste maal na twintig jaren herinnerde hij zich beide vergeten aangelegenheden, en erger nis en spijt, dat hij de vriendelijkheid van den jongen heer Suermont en Genève niet door eene of andere kleinigheid beantwoord had, bracht hem tot een snel besluit. Even zoo snel gedaan als gedacht, werd een ver trouwd dienaar met eene opdracht naar Genève ge zonden, waar zich, na een vertrouwelijke monde linge boodschap, de volgende scene voordeed Heer Henri Suermont, de tegenwoordige chef van het bankiershuis »Suermont Co., zit in zijn Lemmer, de Geus te Limmen en Timmer te Omen, gem. Haten. Dezer dagen liep een man met een wagen in de Kalverstraat te Amsterdam, waarop een nagemaakte zeer goed geslaagde, pjjnbank stond. Deze liet hij voor een kleinigheid aan de om standers zien, terwijl hij hun tevens met vrien delijk handgebaar uitnoodigde er eens op te gaan liggen, om er het fijne van te weten te komen. D. v, N. Diep treurig ziet het er in Friesland uit. Reeds sedert jaren zijn wij er aan gewend ge raakt, dat voor een groot deel van onze arbei dersbevolking bij het begin van den winter gebrek aan werk intreedt, maar zoo erg als het ditmaal is, was het voor dezen nog nooit. Zelfs midden in den zomer hebben tal van arbeiders te vergeefs uitgezien naar de gelegenheid om een dagloon te verdienen. Tegenover éen, wiens diensten werden aangenomen, moesten er zes of zeven worden afgewezen in een tijd, dat er in andere jaren iets bespaard werd voor den nade renden winter of in den vorigen winter gemaakte schuld gedelgd werd, had ditmaal menig arbeider de grootste moeite in de dagelij ksche behoefto van zijn gezin te voorzien. En donkerder dan ooit zijn de vooruitzichten. De toch reeds «waar gedrukte pachtboeren lijden belangrijke schade door de ongekend lage prijzen van het veeze moeten en zullen natuurlijk bedacht zijn op inkrimping van alle niet geheel onvermijdelijke uitgaven. De houthandel is slap per dan hij sedert vele jaren was, en waar groote stapels onverkocht zijn blijven staan, wordt er ditmaal slechts weinig hout veel minder dan anders gekapt. Ook een groot deel der turf staat nog onverkocht te veld en de kleine tot de arbeidersklasse behoorende veenbaas heeft zijn voorraad ver beneden de waarde moeten opruimen om zijn pacht- en slijkgelden te kun nen voldoen. Het laat zich onder deze omstandigheden wel verklaren, dat reeds thans, ofschoon er nog geen sprake is van winterkoude, reeds honderden werk vragen. Het is maar de vraag hoe hen in deze wensch te gemoet te komen. Verplaatsing van de veel te overvloedige ar beidskrachten ware zeker wenschenlijk. Toch kunnen we in emigratie niet veel heil zien, en wel om twee redenen. Ten eerste wenscht men voor emigratie flinke, energieke en bekwame arbeidersmaar zulke willen we hier ook wel houden, en de meesten van dezen vinden nog hun brood. En ten tweede de emigratie zal ze eenigen invloed uitoefenen op de thans heer- schende werkeloosheid en armoede, moet op zeer groote schaal plaats vinden, en daarop is voorze ker weinig kans, waar de emigratiekosten naar Canada, voor een persoon op omstreeks f500 wordt begroot. Andere middelen, het verstrekken van onder stand in geld en levensmiddelen, kunnen en zul len zeker niet achterwege blijven. Dan, zij mogen hier en daar voor het oogenblik de ellende le nigen, als afdoende geneesmiddelen voor de kwaal zal niemand ze beschouwen. Naar onze wijze van zien kan slechts éen weg met goed gevolg gekozen worden. Het is die, welke ingeslagen is door den baron Van Lijnden Beetsterzwaag, die aan honderd arbeiders werk verschaft. Waar bijna de helft van Frieslands bodem aan zeer enkele schatrijke familiën be hoort, daar moge ook deze laatste het beseffen, dat op hem de zedelijke verplichting rust hel pend tusschen beide te treden. En dan zij het op de wijze van den heer Van Lijnden, die uitgestrekte, half woeste gronden laat omwerken, dan wordt bovendien een arbeid verricht, die, zij het ook na verloop van eenige jaren, ook voor den ondernemer vruchten dragen kan. N. R. Crt. Buitengewoon druk is het te Ilnrliiigen, tegenwoordig met den uitvoer naar Engeland. Behalve papier, zjjn het vooral landbouwartike- len, welke in veel grooter hoeveelheid dan ooit te voren worden aangebracht, zoodat de gewone booten den aanvoer niet kunnen bergen en zelfs deklast voeren. De agenten hebben van Londen bureau op het oogenblik, waarop een Engelsche bediende bij hem binnengebracht wordt: »Is u mijnheer Henry Suermont, die voor twintig jaren den Engelschman Sir Beckford een paar laarzen geschonken heeft Mijnheer Suermont, ten hoogste verwonderd, kan zich werkelijk de gebeurtenis herinneren en zegt »Een paar oude laarzen juist, in orde »Goed, Sir Beckford laat u hartelijk danken en zendt u als tegengeschenk dezen verroesten sleutel. Mijnheer Suermont is stom van verwondering. »Een paar oude laarzen," denkt hij, »zijn zeker weinig waard, maar een ouden sleutel als tegenge schenk dat is ten minste curieus.c »En hier is een bijbehoorende brief! zeide de trouwe dienaar. De brief echter was van den Magistraat van Lausanne en hield in, dat, door eene beschikking van den tegenwoordigen eigenaar der Engelsche bibliotheek, deze met het huis, waarin ze werd be waard, overging in 't bezit van den heer Henry Suermont, te Genève. Nog heden ten dage vertelt men in Zwitserland, van den Engelsche dichter zonderling, die, om acht dagen lang te lezen, een boekerij kocht voor dertigduizend francs; ze verder twintig jaar lang vergat, en dan als tegengeschenk voor een paar onde laarzen weggaf. En in Engeland geldt het, wanneer iemand de allesbehalve broodgevende kunst van dichten wil gaan beoefenen »Dichter kan men worden, als men Schakespeare's genie of Becfords geldbeurs heeft anders niet." Sch. J. C. V.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1892 | | pagina 2