Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 87. Zondag 11 December 1892. Ie Jaargang. Plaatselijk Nieuws. Eerste Jaarverslag van „Hulpbctoon." FEUILLETON. EEN ST. NICOLAAS-VERMSSINfi. NIEUWE COURANT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJ voor Noordscharwoude, Ocdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 et-, franco p. post ÖO ct. UITGEVER: J. II. KEIZER. BUREEL: Hoordscharwoude. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. I>IEn®TIlECELin& OP ttK* EIOMiAlOM BIEl IÜPOOKWEO. (Greenwich tijd.) Vertrekuren van af station Noord-Scharwoude. RICHTING HELDER. GREENWICH TIJD. 6.36* 7.47 11.23 3.06 6.37 9.51 10.59 GREENWICH TIJD. 6.18 7.30* 9.37 12.04-j- 1.38 3.55 8.16 AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.56* 8.07 11.43 3.26 6.57 10.11 11.19 AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.38 7.50* 9.57 12.24-J- 1.58 4.15 8.36 Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Schagen. RICHTING AMSTERDAM. Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam, f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest. Het liefhebberijgezelschap „O. O", bestaande uit eenige oud-rederijkers, had weer eens plan nen gemaakt zich te vereenigen tot het instu- deeren van een tooneelstuk en hadden daarvoor uitgekozen „De oude Kassier", tooneelspel in vier bedrijven door Rosier Faassen, en „Het Kind van den Huize," vaudeville in één bedrijf, tot nastukje. De opvoering had jl. Woensdagavond alhier plaats, in het lokaal van den heer D. Stam, voor een vrij goed gevulde zaal. „De Oude Kas sier" is een „oude" bekendeeen stuk dat steeds weer nieuw is, wanneer men het hoort, waar naar men altijd weer met de meeste belangstel ling zal luisteren. "Zoo ook op den avond der uitvoering; men was geheel oor. En de vertol king? Over het algemeen goed. De kassier speelde zeer verdienstelijk, en vooral daar, waar hij het tekort ontdekt in de kas, waar hij zijn zoon, die gedurende zijne afwezig heid eenigen tijd de functie van kassier had waargenomen, om opheldering vraagt, doch het antwoord schuldig moet blijven wil hij zichzelf niet in het ongeluk storten, hem verdenkt en beschuldigt den dader te zijn van de verduiste ring der gelden, en optreedt als zijn rechter, maar de liefde voor zijn kind hem doet beslui ten zichzelf bij zijn patroon, de koopman Yan Elten, aan te geven als de dief, als de schurk, om daarmede nog zijn zoon te redden Dat gedeelte maakte indruk, boeide voor een oogen- blik. Yan Elten is een minder dankbare rol, doch in de passages dat de koopman en zijn dochter samen waren, bleken beiden heel goed op hun plaats; Bertha, als onschuldig en onbedorven meisje, werd heel goed weergegeven. Jan was een goede kantoorknecht, zijn spel was natuur lijk. Hoewel ik in Adolf wat meer schurk had willen zien, en Karei, de zoon van den kassier, met wel wat meer gloed had kunnen acteeren, zijn spel was wel wat droog voldeed het stuk blijkbaar aan allen, en kon de opvoering van „De oude Kassier" als vrijgoed geslaagd heeten. Bij uitnemendheid beviel het nastukje „Het Kind van den Huize". Yan Lennep zegt naar ik meen 't Is voor het lichaam nut, dat soms de lever schudt. Nu, we hebben kunnen lachen. Clopin, een caricatuur van een notaris, met zijn „Waarom is mijn zoon geen dochtertje geweest" Decius, zijn zoon, een dito onnoozele sul; Fla- geolle, het Kind van den Huize, een levenslus tige, vroolijke klant, wiens hart werd veroverd door Gillette, een heusch aardig dienstmeisje, brachten door hun spel en zang ons in een aangename vroolijke stemming en oogstten zij een welverdiend, daverend applaus in, waardoor het laatste couplet werd gebiseerd. De heer Stam heeft er goed aan gedaan een dergelijk gezel schap als „O. O." voor een avond te engagee- ren. Op den 6den dezer werd het eerste jaar verslag van de te Zuidscharwoude geves tigde vereeniging „Hulpbetoon" aan hare contribueerende leden uitgereikt. Om die inge zetenen van Zuidscharwoude, die genoemde vereeniging nog niet kennen, met haar bekend te maken, heeft het bestuur gemeend, dat verslag in dit blad te moeten doen opnemen. Eenige dames te Zuid-Scharwoude, gehoord hebbende de vele klachten, die uit den boe zem dier gemeente opgingen over het groot aantal bedelaars, dat zich dagelijks zocht te verrijken met de gelden aan de huizen der ingezetenen opgedaan, kwamen aan het einde des vorigen jaars samen, om antwoord te geven op de vraagWat te doenom die bedelaars te weren Men kwam overeen de gemeente rond te gaan, om den ingezetenen te verzoeken eene wekelijksche-, of maandelijksche-, of jaarlijksche bijdrage te geveneene bijdrage, gelijk aan hetgeen men zoo gewoon was aan de bedelaars te gevendezen dan weg te zenden en de daardoor verkregen gelden uitsluitend te ge bruiken ten bate van eigen armennl. van hen, die nog niet in zulk een toestand ver- keeren, dat zij aan spraak zouden kunnen ma ken op de hulp van diaconie of armvoogdij maar die toch in een of ander opzicht gebrek hebben b. v. aan middelen tot versterking van herstellende krankenof aan dekking en kleeding. Groot was de welwillendheid, waarmede ge noemde dames door de ingezetenen werden ontvangenten minste zoo groot, dat er eene vereeniging kon worden opgericht „tot wering van vreemde bedelarij en leniging van nood in eigen omgeving," onder den naam van „Hulpbetoon." Een woord van hartelijken dank zij hier aan alle contribueerende ingezetenen (ongeveer 100) toegebracht voor hunne bijdragen, terwijl het bestuur niet twijfelt, of zij zullen gaarne we ten, hoe „Hulpbetoon" het eerste jaar van haar bestaan gearbeid, wat zij daartoe ontvangen en uitgegeven heeft. Na een onderzoek te hebben ingesteld, om te weten te komen, welke gezinnen aanspraak hadden op versterkende middelen, dekking, kleeding, werden deze van het noodige voor zien. Ongeveer vijftig gezinnen genoten op die manier onderstand. Te betreuren is het, dat de dames, aan alle gezindten willende geven, hare hulp tot de doleerende gezinnen niet mochten uitstrekken. Die gezinnen toch, zoo heette het, zouden door hun eigen Kerkgenootschap worden onder steund bewerende, dat de weldadigheid van „hulpbetoon" hoe humaan overigens ook, toch niet op goede, d. w. z. bijbelsche grondslagen staat. ONTVANGSTEN: Aan Contributie f 816.36 UITGAVEN: Aan Brandstoffenf 12.— Dekking34.— Versterkende middelen155.87 Bodeloon„10.— Totaal f211.87 Recapitulatie. De ontvangsten bedroegenf316.36 De uitgaven„211.87 Batig saldo f 104.49 Yan dit batig saldo zijn ongeveer f80,— besteed, om twintig gezinnen op St. Nicolaas avond van dekking of kleeding te kunnen voor zien. Wij houden er niet van om eene vereeni ging als deze op nieuw aan te bevelen. Zij bestaat nu eenmaal, is goed en nuttig, en be veelt al zoo zich zelve aan. Maar toch is het niet ongewenscht, om de aandacht der ingezetenen, vooral met het oog op den naderenden winter, te vestigen op het alhier bestaandeDames-comité. Ondergeteekenden, leden van het bestuur van „Hulpbetoon," bieden daarom allen, die de weldadigheid liefhebben dit verslag aan, ten einde hun bekend te maken met een zaak, die goed begonnen, moet worden voortgezet. Het woord „weldadigheid" heeft een ruime beteekenis. Er is, in dit opzicht nog altijd véél te verbeteren. Welnu„Hulpbetoon" wil en tracht wel te doen, zoodat 't velen ten goede kan komen. Het Bestuur S. KIST Van Steenbergen, Presidente M. M. J. LUDWIG-Koper, Beer.-penningmeesteres. A. STOLP, Vice-presidente en Vice-secr.-penningmeesteres. A. BERKHOUWER-de Boer. IJ. ZOMER-Wit. G. BOON—de Boer. A. Y. D. VELDE-Luijt. Binnenland. Een waarschuwing voor velen. Bij de wed. J. v. D. te Wnrinenhiiizeii deed zich dezer dagen zoo wordt ons gemeld een vreemd verschijnsel voor onder het vee. Er Vooruit ging het weer, maar daar binnen in de mand wendde een klambezweet jongeling hoven- menschelijke pogingen aan, om door enkel ribbe- bewegingen een gemberpot van achter zijn rug te verplaatsen, die door den schok verschoven was, en hem thans bij elke trilling der kar onmeedoo- gend in de zijde stompte. Eindelijk hield de kar weder voor de kruiers wo ning stil. Een terecht booze vrouwestem, een barsch mannegeluid en de klagende stem van Betje klon ken verward dooreen. Daar komt moeder zoowaar terug met de mand »Nu man. dat is ook wat. Gerard Doustraat No.... •is een stal. Bovenwoning ledig. De familie R. in de geheele straat onbekend." Voor Betje, die reeds stond te trillen van angst, gaat plotseling een licht op. Schreiend roept zij uit: »Vader, ik moet mij vergist hebben, het is Van Woustraat en niet Gerard Doustraat." Was 't wonder, dat de kruier zelf geen moeite deed, een vloek te weerhouden. »Geef hier de kar, vrouw. Ik zal zelf gaan. Zeker weer met dien aap van een jongen staan kletsen wacht, als ik terug kom. Heb ik...." De rest van zijn strafpredikatie ging, althans voor de schuldige, verloren, daar de kar reeds in wilde vaart over de straatsteenen ratelde. Slechts Hendrik vernam het vervolg. Wat hij echter uit het gemom pel van den kruier afleidde, was bijna erger, dan de kwellingen van den pot. »Bijna half elf. Elf uur, eer ik er ben. De familie wellicht reeds te bed. Wie komt ooit zóó laat met een St. Nicolaaspak aanrijden Een flauwe hoop hield nochtans Hendrik staande. De gedachte, dat de familie nog niet ter rust zou zijn. Maar ook deze laatste stroohalm ontglipte weldra aan zijn bevende vingeren, want toen de kruier eindelijk aan het juiste adres aankwam, was alle licht reeds uitgedoofd en de familie dus te bed. Op zijn gebel werd geen acht geslagen. Wat kon onze kruier anders doen, dan zijn vracht weder meenemen en naar huis terugkeeren. Meer dan eens was Hendrik op 't punt, zijn toestand openbaar te makee, maar steeds hield hetzelfde schrikbeeld hem daarvan terug, zoodat hij eindelijk besloot zijn ongelukkig lot geduldig te dragen, tot hij in de kruierswoning zou zijn aangekomen. Zijn lijden zou dus spoedig uit zijn. Want het was een werkelijk lijden geworden. De ongewone houding, de beperkte ruimte, de pot in zijn rug, het druk kende deksel boven hem, dat alles verwekte door zijn geheele lichaam een pijnlijk, bijna niet langer uit te houden gevoel. Het mocht dan ook gaan, zoo het wilde, weldra zou hij zijn stem laten hooren, om uitzijn vrijwillige gevangenis verlost te worden. Nog was zijn lijdensbeker echter niet tot den laat- sten droppel geledigd. Juist, toen hij er over peinsde, hoe hij den kruier het best op den levenden inhoud der kanaster op merkzaam zou maken, werd hem alweder voor gerui- men tijd de gelegenheid daartoe benomen. Pas toch was de mand met de noodige voorzorg in een hoek geplaatst, of de kruier, die gansch niet met den loop der zaken ingenomen was, begon hevig tegen zijn dochter uit te varen. Geraas en geschrei klon ken verward dooreen, terwijl de moeder te vergeefs haar best deed, haar man tot bedaren te brengen. Bijna was nu de bom zelfs nog verkeerd gesprongen, want onze kruier, die overigens een doodgoed man was, werd nog al spoedig driftig en maakte dan weinig onderscheid tusschen schuldigen en onschul- digen. Het was dan ook voor 't gezin een ware ver ademing, toen de huisvader al grommend zijn voor deur op 't nachtslot deed en met barsche stem »naar bed" kommandeerde. Gretig werd hiervan door de vrouwen gebruikt gemaakt, want Bet rekende zich pas onder de wol geheel veilig, terwijl moeder haar man te goed kende, om hem in dezen toestand den voet dwars te zetten. En Hendrik Hem dreigde geen gevaar achter zijn bamboe-schild, maar evenmin was er hoop, dat hij thans verlost zou worden. Hoe toch zou hij zich in dit tumult doen hooren. En dan begreep hij ook dat hij hiermede de zaak slechts honderdvoud ver ergeren zou. En hoewel hij tegenover dames niet zeer grif was. om zijn gedachten te uiten, zij woel den toch in zyn brein rond en 't dient tot zijn eer gezegd, hij had een innig medelijden met het arme Betje, en liever, dan haar in verdere en grootere ongelegenheid te brengen, offerde hij zich zelf op. Hij bedacht, dat de kans groot was, dat de kruier, dien hij als zeer ijverig kende, den volgenden mor gen het eerst bij de hand zou zijn. Zonder verwijl zou hij zich dan zoo omzichtig mogelijk doen hooren, ja wellicht, hij wenschte het vurig, kon hij don on gemerkt ontsnappen, zonder dat moeder en dochter er ooit achter kwamen, dat een arme gevangene haar op dien ongelukkigen St. Nicolaasavond, onwil lekeurig door de luchtopeningen van zijn kerker »en negligé« bespied had. Aldus geschiedde. Het kruiers- gezin was weldra in diepe rust en Hendrik koos een zoo dragelijk mogelijke houding uit om, 't zij wakend of sluimerend, den nacht door te brengen. En, was 't de doorgestane angst, zijn jeugdige leef tijd of een reactie van zijn overspannen zenuw-stel sel, weldra verkondigde een geregelde ademhaling, slechts nu en dan door een pijnlijk zuchten afge broken, dat het ongelukkig slachtoffer, althans voor 't oogenblik, verademing vond in de armen van Morpheus. Edelmoedige Morpheus, die zelfs tot een geheel gevulden en gesloten kanaster toegang vindt om ongelukkigen te troosten en te verkwikken. Hoe was 't intusschen bij de familie R. gesteld? Precies te negen uur kwam Gustaaf daar aan en heette de familie, met een veelbelovend glimlachje om de lippen, goeden avond. Als altijd werd hij met vreugde ontvangen, want ieder mocht den vrooljj-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1892 | | pagina 1