..Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 11 December 1892.
werd eene koe ziek en stierf ten gevolge van
ontsteking in de hersenen. Kort daarop stierf
weer een der beesten aan' dezelfde ziekte en in
zeer korten tijd werden zeven koeien door deze
ziekte aangetast met doodelijken afloop. De vee
arts constateerde bij allen ontsteking in de her-
senenen ten gevolge van vergiftiging. Doch de
oorzaak kon men nog niet gissen. Toen nu het
drinkwater in de goten werd onderzocht bleek
het dat het doorschijnend rood zag, door dat de
goten waren gekleurd geworden met roodsel, en
men verzuimd had, voor dat de koeien op stal
kwamen, dit af te schrobben. Zoo althans deelt
men 't ons mede. De overige beesten schijnen
allen aangetast te zijn en zullen waarschijnlijk
ook allen moeten sterven.
't Is misschien voor velen een goede les om
toch te zorgen dat ook de stallen rein en zin
delijk worden gehouden en dat men hoogst
voorzichtig zij met het drenken en voeden van
het vee. Aanbeveling verdient voorzeker dat de
stallen eerst goed worden schoon gemaakt, voor
dat het vee er inkomt, zoodat het blauw en het
rood geheel verdwenen is.
Uit de kerkeraden der Doopsgezinde en
Hervormde gemeenten te Schageii, heeft zich
weder eene commissie tot werkverschaffing ge
durende dezen winter gevormd. Aan gegoede
ingezetenen der gemeente wordt verzocht op eene
lijst aan te teekenen, voor hoeveel dagen men
een werkman verlangt.
Zaterdag ongeveer tegen 3 uur is de van
uit Schagen in de richting Alkmaar vertrekkende
goederentrein bij de halte Zijdewind ontspoord.
Op het oogenblik, dat de goederentrein den
overweg reeds dicht was genaderd, wilde een
jongen, die een paard en rijtuig bestuurde, daar
mede de spoorlijn nog passeeren. Door dien echter
de sluitboom en niet neergelaten schijnen geweest
te zijn en de knaap den naderenden trein niet
had bemerkt werden paard en rijtuig door de
locomotief gegrepen en als het ware verpletterd.
Het mag bijna een wonder genoemd worden,
dat de jongen, die met het verbrijzelde rijtuig
eenige meters ter zijde van den weg werd ge
worpen oogenschijnlijk althans niet gedeerd is.
Een goederen waggon, welke uit de rails werd
gelicht, kreeg eenige schade. Na eenig opont
houd van den volgenden personentrein kon de
dienst des avonds weder geregeld voortgezet
worden.
De wachterea van deze halte moet ten gevolge
van den schrik krankzinnig geworden zijn.
Iets voor de Rottei'damsche straatbewo
ners ontleend aan het „R. Nbl."
Hedenmorgen ongeveer elf uur genoten onze
burgers hel zeldzame schouwspel van een bere
den officier op de Korte Hoogstraat te zien.
Alles liep natuurlijk uit, de vischvrouwen ver
lieten de markt, de winkeliers hun toonbank,
de dienstmeisjes staakten het kleedenkloppen en
omringden den ruiter, die eene bestelling had te
doen bij een instrumentmaker. Een politieagent
zorgde voor de goede orde op het terrein van
de gebeurtenis. Met bewonderende blikken staarde
de menigte den ruiter aan, en het vrouwvolk
spitste de ooren, om toch iets te vernemen van
hetgeen hij aan den winkelbediende zeide. Er
heerschte eene plechtige stilte zou 't misschien
eene bestelling zijn van de Regentes „Mensch,
bé je gek, dan sturen ze 'n lakkaiof zou die
misschien is kommen kaiken of der ook huzaren
noodig waren om de orde op de Yischmarkt te
handhaven P" Nou, we zullen is kaiken of
ie er hene raitMaar hij reed er niet heen,
doch stappestapte de Boymansstraat in, omstuwd
door dc nieuwsgierigen. „Waf, wafDaar kwam
een groote slagershond gesprongen en vloog tegen
het paard op. Een sprong en de rozinant vloog
over het trottoir en toen in galop de Korte Hoog
straat op, altijd gevolgd door den blaffenden
hond. Rapeltap, rapeltap, ging het over de straat-
steenen langs de Vischmarkt en den hoek om.
„Jesses, daar gaat'ie te water
Maar hij ging niet te waler, want de ruiter
had het ros nog goed in de hand, al dreigden
beiden telkens op de trottoirs terecht te kamen.
Paniek onder de vischvrouwen, jacht van wege
ken, luidruchtigen, jongen man gaarne lijden. Op de
vraag, waarom Hendrik niet meekwam, had hij na
tuurlijk gerekend en 't leugentjedat deze eerst
bij de kinderen eener gehuwde zuster voor Sinter
klaas moest spelen, werd zoo natuurlijk voorgedragen,
dat ieder het voor zoete koek aannam.
Het eerste half uur vloog dan ook als gewoonlijk
om. Toch was er iets vreemds in Gustaafs houding,
want hoewel hij in den beginne slechts met moeite
een lach onderdrukte, werd hij toch met elke mi
nuut onrustiger en gejaagder. Zijn horloge was meer
uit dan in het vestzakje, en bij elk geratel, van een
naderende kar kleurde een donker rood zijn wangen
om eventjes later voor een telkens valer wordende
bleekheid plaats te maken, 't Liep intusschen reeds
tegen tien tuur, en Helena vond, dat Hendrik, die
anders zoo stipt op tijd was, zich thans zonderling
lang ophield. Op haar vragen aan Gustaaf volgde
steeds hetzelfde, eerst vriendelijke, later korte, soms
zelfs vrij stugge antwoord. Marie vond, dat Gustaaf
dezen avond al bizonder vreemd en afgetrokken
was. Zoo iets had zij van hem nog nooit ondervon
den. De geheimzinnige handdrukjes en lonkjes wer
den steeds zeldzamer, zelfs was het reeds tweemaal
gebeurd, dat Gustaaf plotseling opsprong en met
haastige schreden de kamer op en neder liep.
Dat hij haar voor zijn vriend zoozeer veraeten kon,
had zij van hem niet verwacht. Het scheen, dat hij
haar geheel over 't hoofd zag, zoo dikwijls hij be
merkte, hoe Helena zuchtte, om den vermeenden
ontrouw van haar Hendrik.
Laat ons niet vergeten, dat het nu toch eenmaal
minstens 10.slagersjongens waar komen ze
in zoo'n korten tijd vandaan op den speel-
schen hond. Nog eens in galop langs de Yisch
markt en de Boymansstraat in over het trottoir,
dan weer rechts omkeert. De politie zette reeds
een maatregelen nemend gezicht, toen het einde
lij k een slagersjongen gelukte den hond met z'n
lieele mand te treffen, zoodat hij van ontzetting
versteld bleef staan, welke paralyse de slagers
jongen gebruikte om den rakker bij den nek te
pakken en de officier benutte om weg te rijden.
Ons compliment aan den voortreffelijken ruiter.
Te N ij c mi I'd a in (Er.) is in een snippen
net een arend gevangen. De vogel, met eene
vlucht van 6 voet, had nog een gedeelte van
een haas in den bek.
Te Alkmaar brak Donderdagmorgen om
streeks 9 uur een hevige brand uit, met uit
slaande vlam, in het hotel „De Burg." De brand
was voor een korten tijd fel en dikke rookwolken
verspreidden zieh in den omtrek, doch door het
onmiddellijk en met kracht optreden der Alk-
maarsche brandweer gelukte het den brand tot
de kamers en keuken, waar men vermoedt dat
de brand ontstaan is, te beperken.
Het inwendige der kamers en het dak heeft
nog al belangrijke schade geleden.
Verschillende autoriteiten, alsmede de schut
terij, waren op de plaats des onheils.
Naar men verneemt, heeft de Pruisische
Regeering den invoer van fokvee uit Nederland
verboden.
In 't volgend jaar zullen muntbiljetten
van tien gulden naar een nieuw model worden
vervaardigd.
De Gemeenteraad van Scïioterland heeft
aan het Dagelij ksch Bestuur opgedragen, aan de
grootste landeigenaren aldaar te verzoeken werk
te verschaffen.
Het Burgerlijk Armbestuur aldaar zal gron
den in het dorp Jubbega laten bewerken, om
aan het heerschend werkgebrek tegemoet te ko
men. Op de begrooting is /"500 uitgetrokken
voor voeding van arme kinderen op de school.
De heer S. Brugman, onderwijzer te Heer-
hugowaard, gaf den 4en dezer in de kolfbaan
van den heer O. Schermer, te Hoogwoud eene
openbare uitvoering met eenige zijner leerlingen
van de cursus „Kracht en vlugheid, netheid en
orde." Vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek,
kleine tooneel- en zangstukjes en voordrachten
wisselden elkander af. Het bijzonder ongunstige
weder heeft stellig velen thuis gehouden, want
de opkomst was gering. En dit was te bejam
meren, want zij die er waren keerden zeer vol
daan huiswaarts en hadden een woord van lof
voor de hr. Brugman en zijn volkje.
Naar de „Asser Ct." verneemt, moet bij
HH. MM. de Koninginnen thans het voornemen
bestaan om in het volgend jaar geen bezoek
aan Overijsel en Drente te brengen, in verband
met den wensch der Koninginnen om, nu dit
jaar een bezoek aan het noorden des lands is
gebracht, het volgend jaar het zuiden te be
zoeken.
Geruimen tijd heeft men te Rotterdam
strijd gevoerd tegen alle mogelijke soorten van
uithangborden, en belemmerde de bepaling, die
gemaakt was op de lengte ervan, den bloei van
deze wijze van reclame maken. Men zag dan in
den laatsten tijd ook niet veel meer dan de be
scheiden bordjes, waarop vermeld stond „Hier
mangeld men," een enkele maal „hier mangeldt
men" en hoogst zelden de aankondiging „hier
mangelt men." Thans is de bepaling betreffende
de grootte der uithangborden goeddeels opgehe
ven en zullen ze gemaakt mogen worden tot
een grootte van anderhalven meter, mitsze
in werkelijkheid bijdragen tot de straatversiering.
Voor smeden en kunstschilders breekt dus op
dit gebied een goede tijd aan, en de oud-Hol-
landsche geest, die zich zoo dikwijls op geestige
en grappige wijze op de uithangteekens open
baarde, kan weer spelen gaan in gezelschap met
de reclamezucht van onzen tijd. Maasb.
Vreeselijke dingen gebeuren meestal in de
verte," zeggen de bewoners van Spanbroek en
St. Nicolaas was, en dat de dames er dus vast en
stellig op gerekend hadden eenige verrassingen van
haar aanbidders te ontvangen. Maar ook deze lieten
zich wachten.
Ook de ouders kwamen weldra onder den indruk
van de vreemde stemming der jonge lieden. Het
geluk hunner dochters ging hun natuurlijk zeer ter
harte en 't wegblijven van Hendrik kwam hun meer
dan verdacht voor.
Vooral de oude hèer, die toch dien avond al last
van »'t pootje" had, werd gaandeweg knorriger en
keek al eens op. de klok, alsof hij zeggen wilde,
dat het uurtje van vertrek dra op handen was.
Gustaaf sprak op 't laatst geen woord meerhij
gaf zijn vriend in stilte van alles de schuld en ver-
wenschte zich zelf, dat hij in die loting had toege
stemd. Het kon niet anders, meende hij of de onhan
digheid en onbeholpenheid van Hendrik had alles
bedorven.
Helena pinkte reeds een paar malen een traan
weg. Marie keek, ,t stond haar waarlijk goed, don
ker voor zich, en de oogen der goede moeder dwaal
den van den een op den ander, als om opheldering
te vragen, die toch niemand haar geven kon.
Dat kon de heer des huizes niet langer uithouden,
en voorstander van orde, die hij was, zou hij
toch al niet toelaten, dat men later dan tot elf uur
bijeenbleef maar thans beduidde hij reeds kwart
voor elf zoo duidelijk, dat hij naar bed verlangde,
dat er voor Gustaaf niets anders opzat, dan zijn
afscheid te nemen. Hoe geheel anders ging dat dan
I gewoonlijk. Van de tot regel geworden hartelijkheid
omstreken, maar ze komen al nader en naderbij
In Hoogwoud nl. heeft zekere C. H. getracht
zijne vrouw te vergiftigen door middel van phos-
phorbry, die gebruikt wordt om ratten en muizen
te dooden. Hij had het op een boterham gesmeerd
maar de vrouw bemerkte onraad door den sterken
reuk der phosphor. Met veel moeite is 't den
ijverigen brigadier van Broekhuizen gelukt, op
te sporen, dat H. het vergif heeft gekocht in de
apotheek van Schuit-Best te Hoorn. E. C.
Aan allen, die ter gelegenheid van het
tachtigste jaarfeest van „Jonathan" zich veree-
nigden, om zijne beeldtenis te laten vervaardigen
ten behoeve van het Rijks-Museum, heeft ds. J.
P. Hasebroek de volgende dichtregelen „ter dank
zegging" gezonden
Deed tachtig jaar het hoofd des ouden mans niet
buigen,
't Zinkt onder 't wicht van 't meer dan tachtig
voudig goed,
Dat God en mensch hem schonk, waarvan die
jaren tuigen.
Hoe blinkt de lange weg, beschenen door dien
gloed
Ook uw Gedenken aan mijn jubel noopt tot danken,
En wekt in 't hart een stroom van zoete erkent-
nisklanken,
Hen zegenend, wier hand aldus mijn grijsheid
tooit,
Met Alpenrozen, op haar wintersneeuw gestrooid.
Zondag is te Dordrecht door de afdeeling
van den Soc.-Dem. Bond een openbare verga
dering gehouden, waarin de heer Fontuyn we
derom betoogde dat het kapitalisme „naar den
bl.... moet."
Aan het debat nam o. a. deel de heer Bas
Veth, doch werd telkens door rumoer verhinderd
voort te gaan. Hij werd echter door het bestuur
uitgenoodigd later nogmaals aan het debat deel
te nemen. De „Dordt. Crt." zegt hiervan
„Dat de heer Yeth aan die uitnoodiging ver
moedelijk geen gevolg zal geven, begrijpt ieder,
die van de houding der vergadering getuige is
geweest. Opnieuw toch heeft men kunnen erva
ren, dat een debat met onze sociaaldemocraten,
ook voor den besten woordvoerder, een onmoge
lijkheid is. Hunne houding ter vergadering was
van dien aard, dat zij den vroegeren voorzitter
van de sociaal-democratischen afdeeling de woor
den ontlokte „het spijt mij dat jelui niet beter
je verstand gebruikt, waar iemand moed genoeg
bezit zijne meening uit te spreken," woorden die,
zonderling genoeg, door een zeer sterk applaus
opgevolgd werden, zoodat de vergaderden voor
den oorveeg, die hun werd gegeven, nog vrien
delijk bedankten."
De heeren dr. D. Bos en dr. P. J. Riedel
docenten aan het Gymnasium te Winschoten,
hebben op verzoek tegen 1 Februari a.s. eervol
ontslag ontvangen. De beide heeren worden groot
handelaren in koffie.
De bisschop van Haarlem heeft benoemd
tot kapelaan te Amsterdam de heer G. Huiberts,
thans te Schagen en tot kapelaan te Oosterblok
ker de heer J. F. Westerhof, thans te Haar
lemmermeer.
De Postduiven-Vereeniging De Snelvlieger,
te Haarlem, heeft van H. M. de Koningin-
Weduwe-Regentes twee groote zilveren medailles
ontvangen, waarvan eene met de beeltenis van
Koningin Wilhelmina en eene met die der Ko
ningin-Regentes „als blijk van Hoogstderzelver
belangstelling in de Nationale Tentoonstelling,
vanwege de Vereeniging De Snelvlieger, te hou
den op den 18en en 19en Dec. e. k., en om te
dienen als prijzen bij die tentoonstelling."
Mede ontving het bestuur een zilveren en een
bronzen medaille van den Minister van Oorlog.
In het jongste nummer van het Maandblad
tegen vervalschingen bericht Dr. Van Hamel
Roos, dat hij van Dr. Murga, directeur van het
laboratorium te Sevilla, twee monsters ontving
van nagemaakte koffijboonen in on-
gebranden en iu volkomen afgewerkten toestand,
met de mededeeling, dat er in genoemde plaats
niet minder dan drie fabrieken bestaan, welke
deze kunstproducten afleveren.
„Voor den koffiehandel zegt Dr. v. H. R.
bijna geen spoor. Gelukkig vond hij in de gang nog
even gelegenheid. Marie in 't oor te fluisteren
Morgen zal alles zich ophelderen," maar dat was
niet half genoeg, om haar onrustig hartje te bevre
digen, ja, die woorden brachten het donkere kopje
zelfs geheel op hol.
Zoo stond Gustaaf dan op straat. De vroolijke
avond, dien hij zich voorgesteld had, was jammer
lijk geëindigd, en als hij thans weder op de kantoor
kruk plaats genomen had, de oude Willem zou niet
geklaagd hebben, over het trillen van de lessenaars,
door 't ingehouden schaterlachen van Gustaaf ver
oorzaakt.
Waarheen Naar huis Natuurlijkdaar zou hij
Hendrik vinden en hem geducht den mantel uitvegen.
Maar daar was taal noch teeken van Hendrik verno
men. De hospita, die vol verlangen zat te wachten,
om den afloop te vernemen, was niet weinig teleur
gesteld. Bovendien was zij zeer ongerust omtrent
Hendrik.
Geenszins echter Gustaaf. Deze beweerde bij kris
en kras, dat alles Hendriks eigen schuld moest zijn.
Hij wilde volstrekt niet naar den kruier om te in-
formeeren. »Hij heeft door eigen schuld al dien
jammer veroorzaakt, laat hij zelf zien, hoe hij zich
uit zijn verlegenheid redt."
Zoo zocht Gustaaf zijn kamer op en wierp zich
geheel gekleed te bed. Geen slaap sloot echter zijn
oogen. Hij werd al boozer en boozer, wierp zich om
en om en verwenschte de geheele onderneming.
Maar toen zijn kwaadheid haar toppunt bereikt had,
maakte een ander gevoel zich van hem meester.
zoude het zonder twijfel van groot belang
zijn, te weten te komen waarheen deze „koffie"
verzonden wordt. Al willen wij aannemen, dat
deze boonen, alléén verkocht, zeer spoedig her
kend zullen worden, blijft het uiterst moeilijk,
vooral voor niet-deskundigen, ze te onderschei
den, indien ze bij groote partijen echte koffie
gevoegd worden, en heeft het publiek groote
kans bedrogen te worden. Ware het een quaestie
van localen aard, wij zouden het voor den koffie
handel in het algemeen van minder belang ach
ten doch waar drie fabrieken aan het werk zijn,
is het natuurlijk aan te nemen, dat zij hunne
waren naar alle richtingen exporteeren en is dus
voorzichtigheid ten zeerste aan te raden.
„Wij onderzochten deze kunstboonen en be
vonden ze als gewoonlijk uit schier waardeloos
materiaal te bestaan, nl. afval van meel, hout
vezel en kleurstof."
J. 1. Donderdag had in de Nieuwe Kerk
(Dam) een aandoenlijke plechtigheid plaats, na
melijk de huwelijksinzegening van een paar, dat,
helaas, hun gehoor moest missen. Ds. Brummel-
kamp, voor het doofstommen-paar bijgestaan als
tolk door den Heer J. Stuhr, voorzitter der Doof-
stommen-vereeniging „Door liefde saamgebracht",
welke in de aan de doofstommen eigene taal zoo
duidelij k wist uit te leggen als zelden het geval
was geweest, schetste in gevoel volle woorden
het verleden en het heden van het bruidspaar,
welke samen waren opgevoed in het Weldadig
heidsinstituut te Groningen, waar reeds toen hun
beider toegenegenheid bleek, welke na hun te
rugkomst alhier zich nauwer aansloot, om 1.1.
Donderdag eindelijk, juist op den verjaardag der
bruid, met hun huwelijk te worden bezegeld,
't Was een aandoenlijk oogenblik toen Ds. B.
het paar verzocht te knielen en hun verbond
voor het oog van God zoo aangrijpend besprak,
welke woorden voor het bruidspaar, helaas, klan
keloos waren.
Een groote schare belangstellenden, waaron
der vele vrienden en lotgenooten van het bruids
paar, vulde de aanwezige ruimte der kerk. Ge
zongen werd psalm 103, vers 1, en als slotzang
gezang 96, waarvan de tweede helft staande,
waarna de aanwezigen, waarvan velen diep ge
roerd, het kerkgebouw verlieten.
Huismiddelen tegen verkoudheid enz.
Tegen verkoudheid wordt het volgende aanbe
volen Men mengt 5 gram zuiver carbolzuur,
8 gram vloeibare ammonia, 15 gram alcohol en
10 gram gedistilleerd water goed onder elkander.
Bij verkoudheid giet men 15 tot 20 druppels
van het mengsel op een propje vloeipapier of
watten en trekt de zich daaruit ontwikkelde
dampen met den neus op. Dit moet eens in het
uur herhaald worden, waardoor tevens het ont
staan van hoest voorkomen wordt.
„Natte voeten." Over de werking van
natte voeten heeft men onderzoekingen ingesteld,
die tot de grootste voorzichtigheid moeten aan
sporen. Wanneer wij op de straat natte voeten
gekregen hebben dan heeft, zoodra wij in een
kamer met verwarmde lucht komen, eene aan
zienlijke verdamping plaats. Wanneer men aan
de voeten slechts drie lood natte wol heeft, dan
vordert het water dat zich daarin bevindt, voor
zijne verdamping zooveel warmte, dat men daar
mede een half pond water van nul graden tot
het kookpunt zou kunnen verhitten of door die
zelfde warmte een half pond ijs zou kunnen
doen smelten. Even onverschillig als sommige
menschen ten opzichte van natte voeten zijn,
zoo sterk zouden zij er zich tegen verzetten,
wanneer men hunne voeten tot het verhitten van
een zekere hoeveelheid water of tot het doen
smelten van een zekere hoeveelheid ijs zou wil
len aanwenden, en toch doen zij niet anders dan
dit, wanneer zij met natte voeten niet tot
verwisseling van kousen overgaan.
Meisjesnamen. Onze tegenwoordige
meisjesnamen zijn een samenraapsel uit alle mo
gelijke talen. Voornamelijk hebben het Grieksch,
het Latijn en het Hebreeuwsch daartoe bijdra
gen geleverd. Uit het Grieksch zijn bijvoorbeeld
de volgende namen afkomstig, die de bijgevoegde
beteekenis hebben Agnes (de kuische), Doris
Geen Hendrik kwam voor den dag. Twaalf, één,
twee uur, nog hoorde hij niemand de trap opkomen.
Zou hem een ongeluk overkomen zijn Maar dan
was de kruier toch wel bericht komen brengen. Bij
't krieken van dan dag zou Gustaaf daarheen snel
len en hooren, wat er van de zaak was.
Keeren wij nog eens terug naar de kruierswoning.
Alles slaapt, 't Slaat half zes, en in een der bedste
den vernemen we een geritsel, alsof iemand ont
waakt en behoedzaam op wil staan, 't Is Betje. Zij
heeft veel bedorven, zij zal't zoo mogelijk weer goed
maken. Koffie zetten, den boel aan kant maken en
dan vader en moeder wekken, zijn de middelen, die
haar onschuldig hartje haar aanprijst, om alles weer
in orde te krijgen.
Zij rept zich hard. Nog even het voorhuis aange
veegd en dan de ouders gewekt. Vlijtig doen stoffer
en blik de bewuste diensten. Het gestommel doet
echter Hendrik, die zeer onrustig slaapt, half ont
ken. Onder den indruk der flauwe herinneringen,
die in zijn geest opdoemen, begint hij benauwd te
droomen. Vreeselijke visioenen trekken in zijn ver
beelding voorbij en op 't oogenblik, dat Betje, bij
't vegen, tegen de mand slaat, verbeeldt hij zich,
dat een grimmig vijand nadert, de opgeheven bijl
in de rechterhand, gereed hem 't hoofd te klooven.
De slag valt, Hendrik geeft een luiden schreeuw,
springt op en de mand, die zoo iets van ruwe sui
ker nooit had bijgewoond, duikelt 't onderst boven.
Het tooneel, dat nu volgt te beschrijven, is bijna
enmogelijk. Hendrik ligt kreunend en steunend tus-