Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. Kil.
Zondag 1 Januari 1893.
2e Jaargang.
Plaatselijk Nieuws.
Binnenland.
FEUILLETON.
De verloren trouwring.
NIEUWE
LAIGEDU
C0ÜR4HT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
UITGEVER:
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
J. EL KEIZER.
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer S ct.
ABONNEMENTSPRIJS
BUREEL:
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden SO ct., franco p. post 60 ct.
■WB.pm'hira-'ua/fje/'b iviü ««.sb h&sc
Noordscliarwoiide.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Vertrekuren van af station Noord-Scharwoude.
RICHTING HELDER.
GREENWICH TIJD.
6.36*
7.47
11.23
3.06
6.37
9.51
10.59
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.56*
8.07
11.43 j
3.26
6.57
10.11
11.19
Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Schagen.
RICHTING AlISTERDAM.
GREENWICH TIJD.
6.18
7.30*
9.37
12.04 j-
1.38
3.55
8.16
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.38
7.50*
9.57
12.24f
1.58
4.15
8.36
Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam,
f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest.
Yan 26 tot en met 31 dezer, werden slechts
27 wagens groenten naar verschillende plaatsen
in Duitschland, België en Nederland verzonden
van station Noordscharwoude.
Men schrijft ons uit Oudkarspcl
't Was een genotvolle avond, jl. Dinsdagavond
toen het Dameskoor „Orpheus" eene uitvoering
gaf in het lokaal van den heer Slotemaker alhier.
Er waren er veel opgekomen dien avond, en
geen wonder, want er werd geen entrée ge
heven.
Mooi werd er gezongen en keurige liederen
werden ten gehoore gebracht. Verrassend was
het zeker, dat ook het mannenkoor nog eenige
stukken ten beste gaf. Men was blijkbaar dan
ook zeer tevreden, wat telkens weer bleek uit
het daverend applaus wat na elk nummer volgde.
Het Dameskoor wil niet ten achter komen bij
het mannenkoor, dacht ik, en ik bedoel hier
mede dat ook op dezen avond werd gezongen
alsof 't op een concours was en het de medaille
gold.
Te veel lof? PardonWie dezen avond niet
genotvol, den zang niet schoon heeft gevonden,
heeft doof geweest voor die heldere stemmen, en
hoort zeker liever de brandklok.
Was de afvoer van groenten verleden week
aan den Langedijk niet zoo druk, deze week
is daar veel verbetering in op te merken. De
prijzen zijn zeer goedvoor roode kool werd reeds
van 10 tot 12 gulden geboden, middelbare zijn
zelfs voor 9 gulden van de hand gedaan. Ook
de prijs der savoije kool is goed. De handel in
uien is stil.
Om den bouwers gelegenheid te geven met
hunne schuiten de stations te bereiken is het ijs
in de sloot aan de westzijde van den Langedijk
stuk geslagen.
Aan de verzamelingen, die de bassins van
het Aquarium van Artis te Amsterdam bevol
ken, is dezer dagen wederom een aantal lagere
dieren toegevoegd, afkomstig van de kusten der
Adriatische Zee, voornamelij k bestaande uit ver
scheidene soorten zeesterren, zeeanomonen, zee
appels en sponsen, welke zeowel door hunne
vreemde vormen als door hunne schitterende
kleuren de aandacht trekken.
De groote afstand, welke zij in flesschen per
spoor moeten afleggen, maakt het vervoer zeer
bezwaarlijk, doch evenals het vorige jaar kwa
men zij, dank zij de zorgen aan de verpakking
besteed, in uitstekenden toestand aan.
Tevens is er op dit oogenblik aanwezig een
reusachtige forel, niet minder merkwaardig door
zijne grootte, die ongeveer 1 Meter bedraagt, als
wel om de plaats, waar die gevangen is, nl. in
het Alkmaardermeer, en aan het aquarium, door
den heer Dil te Zaandam, welwillend ten ge
schenke aangeboden. Hoe dit exemplaar op die
plaats gekomen is, blijft tot nog toe een raadsel.
Te Kesscl is proces-verbaal opgemaakt
tegen een moeder en zoon, die hun man en vader
anderhalf jaar opgesloten hadden gehouden, De
man moet idioot zijn, doch legde voor de maré
chaussee eene vrij duidelijke verklaring af.
(P. N. B. Ct.)
Uit Bridle meldt men van 26 Decem
ber
Gisterenavond zijn er in het naburige Brielsch
Nieuwland of Yier Polders vreeselijke dingen
gebeurd. Een in zijn kring geachte landbouwer,
ouderling en kerkvoogd heeft naar men zegt,
in eene vlaag van razernij zijne vrouw eene
snede in den buik gegeven, een kleinkind, dat
bij hem sliep, een steek in de zijde, zoodat het
onmiddellijk stierf, en daarop zichzelven den hals
afgesneden. De vrouw is nog levend, maar ver
keert in een uiterst zorgelijken toestand.
Nader wordt nog omtrent den moord gemeld
De burgemeester der gemeente, door een arbei
der gewaarschuwd, dat er in de boerenbehui-
zinge van N. iets zeer vreeselijks moest gebeurd
zijn, vond allereerst de vrouw van den landbou
wer A. N. vreeselijk gewond en kermende. Zij
had in hare vlucht ook nog een been gebroken.
Daarna vond hij N, zelf met afgesneden nek,
en eindelijk nog in eene bedstede een vierjarig
kleindochtex-tje, eveneens vermoord. De vrouw
heeft medegedeeld dat alle moorden gepleegd
zijn door den zelfmoordenaar, die, voor hij zijn
gruwelijk werk begon, zijne vrouw kuste.
N. leed zeer aan afgetrokkenheid.
In een nevenvertrek sliep nog de dochter des
huizes, de moeder van het vermoorde kind, wier
man op reis was naar Ouwerschie.
Zaterdag 1.1. waren van 5 tot 8 uren des
avonds in de groote balzaal (boven) ten paleize
te 's Gravenbage verscheidene kerstboomen ge
plaatst. Daar waren aanwezig verschillende leden
der hofhouding en van den dienst van Hare
Majesteiten, aan wie door de Koningin rijke ge
schenken werden aangeboden. De zaal was luis
terrijk gearangeerd. De Regentes heeft aan de
Koningin behalve een groot aantal andere voor
werpen, als Kerstgave geschonken eene schilderij,
voorstellende Koning Willem III, geschilderd door
De Josselin de Jong, welk portret zeer goed ge
slaagd is en voortreffelijk gelijkt. Bovendien ont
ving de Koningin van hare moeder een hier
te lande vervaardigd wagentje voor bespanning
met poney's met welk poneykarretje de Koningin
reeds rij tochtjes heeft gemaakt op de buitenplaats
„Zorgvliet."
Bij gelegenheid van het Kerstfeest ontving de
Koningin ook een geschenk van den keizer van
Duitschland, en wel vier doozen met soldaten
(grenadiers en kurassiers), en kreeg de Regen
tes van hare dochter o. a. twee lampen en ver
scheidene luxe-artikelen.
In een Fransch geneeskundig blad leest
men betreffende het dragen van voiles in de
koude de volgende opmerkingen, die voor dames
niet onbelangrijk zijn.
De voile bedekt den neus en de mond en be
lemmert de ademhaling. In dit seizoen haalt
men meestal adem door den neus, vooral onder
het loopen en in de vrije lucht.
De neus wordt door de voile verwarmd, maar
een oogenblik daarna wordt hij koud door de be
vroren waterdeeltjes, die in de lucht zijn en zich
aan de voile hechten.
De verwarming en verkoeling van den neus
volgen elkaar dus zonder eenigen overgang op
de bloedsomloop is gestremd, het gelaat wordt
bleek, de neus neemt een hoogroode tint aan, en
zoo gelijkt de schoonste vrouw op een portie half
frambozen- en half vanille-ijs.
Voor voerlieden. Het gebeurt niet zelden
dat paarden door te nauwsluitend tuig of door
al te hard werken, plekken op hun lichaam
krijgen, van vel beroofd.
Dat deze dieren daardoor veel lijden, beseft
ieder.
Welk een erbarmelijk gezicht leveren zulke
paarden ooit op, vooral, wanneer ze daarbij nog
zwaar moeten werken. Om zulke wonden te ge
nezen, wordt het volgende middel aangegeven.
Men neme het zist f, dat zich bij het roskam
men van gezonde paarden heeft verzameld en
blaze dit op de kale plekken van de huid, zoo
dat ze daardoor geheel zijn bedekt. In korten tijd
zullen genoemde wonden genezen en met eene
gezonde huid en haar bedekt zijn. Welke voer
man die hart heeft voor zijne paarden zal dus
danig middel als het noodig is niet gaarne aan
wenden.
De onderwijzers aan 3 van de 4 openbare
scholen in de gemeente Sniildc weigerden dezen
winter het geven van herhalingsonderwijs, wijl
zij daarvoor niet werden betaald. Het gemeente
bestuur wendde zich tot den districts-schoolopzie-
ner, ten einde te vernemen, hoe deze over de
quaestie dacht. Genoemde heer heeft nu ge
adviseerd, de onderwijzers voor bedoeld onderwijs
te betalen.
Maandag is een 24-jarig jonkman van
Numansdorp, C. Beekman, terwijl hij op de Bin-
nen-Maas aan het schaatsenrijden was, door het
ijs gezakt en verdronken.
Voor de derde maal was er aan het station Hei
delberg gebeld, zoodat de sneltrein gereed stond,
om zoo aanstonds te vertrekken. De deuren van
alle coupé's waren gesloten, uit eenige vensters zag
men hoofden steken, die de achterblijvenden ver
wanten en bekenden en vriendeu toeknikten. De
conducteurs liepen de treêplanken langs, terwijl de
trein zich langzaam in beweging zette.
De hoofdconducteur opende toen een coupé 2e
klasse, die volgens het opschrift voor nietrookers be
stemd was. In die coupé zat op de eene bank een
jong meisje, welks vroolijke rondkijken de blauwe
oogen getuigden, dat alles, wat zij om zich heen
zag, haar interesseerde. Oogenschijnlijk kon zij niet
meer dan zeventien jaren tellen, de hupsche blonde
met haar geestig wipneusje en roode eenigszins
omgekrnlde lipjes, die den kleinen mond een trek
van energie en de ondernemingslust gaven.
Al aanstonds had zij een hoekje bij een dei-
raampjes bezet om toch vooral ook ongehinderd
naar buiten te kunnen zienschuin tegenover haar
zat een jonge man, die zoo ongeveer de twintig half
gepasseerd scheen, misschien wel bij de dertig jaren
oud was. Bruin, ietwat krullend haar en een lich-
terbruine volle baard omlijstten een net besneden
gezicht, waaruit een paar heldere bruine oogen blik
ten, die op dit oogenblik met bijna droomerige uit
drukking meer op een onzichtbare geestenwereld
gericht schenen, dan op zijn naaste omgeving,
schoon die het aanschouwen wel waard was. De
bleeke gelaatskleur en de traditioneele bril deden in
hem een man vermoeden, die tot de ambtenaars-
of geleerden stand behoorde.
De derde persoon, die in de coupé zat, aan het
andere einde van de bank tegenover den heer, was
een oudachtige dame met witte krullenwelwil
lendheid en goedhartigheid stonden bij den eersten
aanblik op haar gelaat te lezen en hare oogen wa
ren deelnemend op het lieve gelaat van het jonge
meisje gericht.
De conducteur vroeg om de plaatskaartjes. De
oude dame zat reeds in den treinde jonge man
reikte het zijne over en wilde galant ook dat van
het jonge meisje afnemen, om het over te reiken
aan den conducteur, toen hij bemerkte, dat zij na
een greep in den zak, ongerust overal zacht. Hare
verlegenheid werd al grooter en eindelijk brak zij
de pijnlijke stilte af door te zeggen«Ik kan het
niet vinden."
Hoffelijk bemerkte de conducteur, dat zij dan wel
een ander koopen moest, en bood zich beleefd aan,
haar dien kleinen dienst wel te willen doen. De
jonge dame kleurde, nog meer verlegen dan even
te voren,
»0 Heerriep zij uit, «ik had het in mijn
geldbeursje, ik moet het verloren hebben." De tra
nen welden in haar oogen. De oude dame trachtte
haar goedig gerust te stellen en meende dat het
nog wel terecht zou komen; misschien echter was
de waarschuwing, die men aan verscheiden plaat
sen van het station lezen kon, om zich voor zakken
rollers in acht te nemen, volkomen gerechtvaardigd
en aan haar bewezen. De conducteur, zoolang niet
kunnende wachten, had zich inmiddels versvijderd,
de jonge dame zette haar onderzoek voort, maar
overtuigde zich alleen, dat alles vergeefs was.
Nu nam de jonge man het woord.
«Veroorloof mij, mejuffrouw,zeide hij op eenigs
zins schuchteren toon, »u uit de moeilijke omstan
digheden te mogen helpen, waarin ik u zie. Mag ik
u vragen, waarheen uwe reis gaat?«
Zij noemde hem de stad het was juist het
eindstation. Toen de conducteur weder aan het ven
ster kwam, verzocht hem de jonge man, een plaats-
kaart voor de juffrouw te nemen.
«Ik weet niet," zeide het jonge meisje, »hoe ik u
danken zal, dat u eene u geheel onbekende zoo
vriendelijk behandelt."
«Wellicht ben ik toch niet geheel zoo vol ver
trouwen, als het schijnt," antwoordde de aangespro
kene met een vluchtigen glimlach. «Want het treft
juist, dat het doel uwer reis voor dezen keer ook
het mijne is. U ziet dus, dat ik, als wij zijn aan
gekomen, direct beslag op u kan leggen.
Het jonge meisje Geertruida was haar naam
lachte, schoon hare oogen nog in tranen baad
den. Maar voor één oogenblik lichtte de vroolijke,
schalkachtige blik uit haar oogendadelijk daarop
vulden zij zich weder met tranen, zoodat de goede
oude dame voor de twèede maal zich tot troosten
geroepen achtte.
«Maar mijn lieve juffrouw," zeide zij «dichter bij
schuivend en Geertruida's hand vattend, «verontrust
u niet. «Voor 't oogenblik is reeds door onzen wel
willenden reisgenoot afdoende hulp verleend, en daar
gij uw doel binnen eenige uren bereikt hebt, zal
zich ook het overige wel schikken. Is u in W. te
huis
»Ja,« antwoordde Geertruida, «als ik aankom,
staan mijne huisgenooten reeds te wachten.
«O dan is alles al goed, en aangenomen, dat uw
verloren geldbeurs geen buitengewone schatten in
hield
«Ach, dat is juist, viel Geertruida in, opnieuw
in snikken uitbarstend. «Niet het plaatskaartje en
dat beetje geld, wat er nog in was, maar
«Nn, wat dan vraagde de oude dame deelne
mend.
Geertruida bloosde.
«Gij zult mij uitlachen, als ik het zeg. En 't was
ook zeker een domme meisjesvrees, die mij zeker
slecht is bekomen.
«Dat klinkt zeer raadselachtig!" waagde de jonge
man aan te merken.
«Waarlijk, u maakt mij nieuwsgierige sprak de
oude dame, «te hooren
«Nu, u zult alles weten, en als u mij dan uit
lacht, zoo heb ik het wel verdiend. Van morgen
was ik van G afgereisd, waar ik een paar