"Nieuwe Langedijkar Courant", van Zondag 22 Januari 1893. Nederlanders op hel ijs. gaan naar het op deze vergadering afwezig zijnde raadslid F. S. G. J- Roes, en indien die, even als de op deze bijeenkomst aanwezig zijnde leden, genegen was om zijn stem uit te brengen op den zoon van baron Van Dedem, zou deze, nl. baron Van Dedem, niet ter raadsvergadering op Zaterdag 31 December verschijnen; was echter de heer Roes eventueel daartoe niet genegen, dan zou baron Van Dedem wel ter vergadering verschijnen en dan zouden de hier. vergaderde leden hun stem uitbrengen op den heer Van Heëlsum, alhier. Aan ondergeteekende is vrijheid gegevendoor J. \V. van Rooyen om hieraan, daar, waar on dergeteekende dit noodig acht, openbaarheid te geven en ten bewijze van goedkeuring ondertee kend door (to. gJ. W. VAN ROOYEN. De volgende verklaring is door den heer Van Rooyen afgegeven aan den heer Van Dam van Brakel, wethouder. „De ondergeteekende Jan Willem van Rooyen, lid van den gemeenteraad van Wageningen, geeft bij deze de verklaring, G. W. baron van De dem hem persoonlijk in do vergadering in het „Oranje-hotel" over de benoeming van zijn zoon A. C. baron van Dedem heeft gesproken en hem, evenals de andere aanwezigen ter vergadering, verzocht op dezen te stemmen, en zich zoodanig over den heer G. de Haas, burgemeester van Ophemert en No. 1 van de aanbeveling voor gemeente-ontvanger, heeft uitgelaten, hij niet van zich kon verkrijgen dezen persoon mede te stemmen en in de gemeente te helpen brengen. Wageningen, 3 Januari 1893. (get.) J. W, VAN ROOYEN. A. N. COSTERUS. Deze week had te Amsterdam een op stootje plaats. Een troep werkloozcn kwam op den Singel bij het gebouw waar gratis koffie en brood wordt verstrekt, en riep om brood. Door de politie tot voortgaan genoodzaakt kwamen zij in de Reguliersbreestraat. Daar ging de colporteur Cramer den bakkerswinkel Yan de weduwe Vol- mer binnen. Hij kocht voor één gulden aan brooden die hij op straat wierp. De verschrikte menschen in den winkel gaven nog meer broo den, die niet betaald maar ook op de straat wer den geworpen. Onder het rumoer en gedrang werden eenige ruiten ingedrukt. Eindelijk kwa men een vijftig man politie, die de menigte uit eendreef, de werkloozen van den bakkerswinkel verjoeg en een paar personen in hechtenis nam. Als ge meezen (koolmeezen of andere soor ten in uw tuin ziet, laat ze dan stil hun gang gaan, want zij doen er veel goeds. De meezen behooren tot de insectenetende vogels en pikken, vooral in den oofttuin, menig insect of eitje weg. In den winter, als de boomen ontbladerd zijn, bemachtigen zij er vele. Om de meezen naar uw oofttuin te lokken en het er hun zoo prettig en aangenaam mogelijk te maken, moet ge hier en daar eenige groene dennetakken in de boomen hangen, waarin de meezen zeer gaarne wegkruipenwant men heeft opgemerkt, dat ze 's winters graag in de toppen der denneboomen voorkomen. Doet men dus al- zoo, dan zullen de meezen, door het wegnemen van veel schadelijk gedierte, de weinige moeite, die wij aan hen besteed hebben, dubbel vergoe den. (N. Tuinb. blad.) Te Baarn heeft een jongmensch bij een weddingschap een flesch jenever uitgedronken, met het treurig gevolg, dat hij een paar uur later overleed. Te Lobit is een detachement genietroepen, sterk ongeveer 100 man, onder bevel van een kapitein aangekomen, om, indien de dooi invalt en de Rijn wordt opgestopt met ijsgang, de dam men met dynamiet te laten springen. Sinds eenigen tijd was er sprake van een tocht van het a capelle-koor naar Parijs. Thans heeft de heer De Lange eene definitieve uitnoo- diging ontvangen van het Concert du Chatelet en van den Cercle de l'Univers Artistique te Parijs, om in het laatst van Februari aldaar uit voeringen te geven met het Amsterdamsche koor. (N. v. d. D.) - In het „N. Adv.bl. (H. C.) lezen wij het YolSende over 'tls opmerkelijk hoe een duimbreed staal ons volk veranderen kanMen zie een Nederlander 't behoeft tegenwoordig volstrekt geen Fries meer te zijnde Hollanders zijn sinds een paar jaren geen greintje minder door de „ijskoorts" aangegrepen zijn schaatsen onderbinden en daar henen zwieren over den kristallen baan en spreke dan nog eens van „die loome Nederlan ders" of van die „stijve en stugge Nederlanders". Al zullen we 't anders vaak niet tegenspre ken, op 'tijs zou 'teen onrecht zijn. Neen, 't is zooals onze volksdichter Jan Pieter Heije het voor vijftig jaar reeds opmerkte. „Trek" zeide hij, „den Nederlander dansschoenen aan, gesp hem sporen aan de hielen, rust hem uit met jachtstevels, schoei hem met de treurspel laars of de blijspelmuil, gij verandert daarmede den man niet. Hij wordt daarom nog geen ware danser, ruiter, jager of comediant, hij blijft een* Nederlander. Maar geef hem een paar schaatsen onder de voeten en hij is geen Nederlander meer. Hij is een schaatsenrijder, zoo geheel schaatsenrijder als ooit een Spanjaard danser, een Engelschman ruiter of een Ê'ranschan com mediant was. Nederland in den wintertijd wel te ver staan als er ijs is het is hetzelfde Nederland niet meer. Wie geeft er dan om nutslezingen of vergaderingen, om politiek «of Panama-schan daal, om kiesrecht of belastingen, neen, de uit slag der groote en kleine hardrijderijen, het ver schil der snelheden tot op 1/i seconde, beschrij vingen hoe deze rijdt en die, de weerberichten, liefst met verwachting: „oostenwind en vriezend weder", dat alleen boezemt den Nederlander thans belang inbuiten de ijsbaan bestaat er voor hem geen wereld meer totdat het dooi weer wordt en aan het rijk, waar Thialf onbe perkt gebieder is, plotseling een einde komt. Waag eens de vraag alleen bjj doorvrie zend weder n^ie is de grootste man in Neder land i1" Het antwoord zal zijn: Jacob Eden van Haar lem, of, zooals de sportmannen hem met ge- meenzamen trots noemen, „onze Jaap." In dat „onze" ligt zooiets als „aan ons de wereld, zoolang het vriest." „Onze Jaap" is de held der laatste dagen, sinds hij verleden week te Paterswolde en nu Vrijdag en Zaterdag te Amsterdam de beste Zweedsche, Noordsche en Duitsche hardrijders op de lange baan heeft geslagen. Men heeft hem als een Brinio op de schouders genomen en rondgedragen, men heeft hem toe gejuicht als een koning, die zijn intocht doet, onze Koningin hoeft hem zelfs een vereerend telegram gezonden en hem gehuldigd als den man, „die Neerlani's roem heeft hooggehouden." Een verslaggever van een onzer eerste Hol- landsche bladen bespiedde zijn schreden, toen hij '8 avonds 10 uur het restaurant van „Kras" verliet en met zjjue vrienden per trein naar Haarlem terugkeerde. Fluks wipte de courantenman bij hem in de coupé, om hem te interviewen en 's anderen mor gens meldde zijn blad tot in bizonderheden, hoe Eden in een hoekje zat, hoe moe hij was, hoe hij een muts droeg en een pooljas, hoe hij wei nig sprak en zijn opgewonden vrienden des te meer, hoe aan het station te Haarlem duizenden hem opwachtten en met brullend gejuich be groetten, hoe hij wederom op de schouders werd rondgedragen, hoe vele ruiten in het gedrang werden stuk gedrukt, hoe jhr. Teding van Berk hout als Voorzitter der Haarlemsche IJsclub een lange redevoering van gelukwenschen hield, hoe de muziek speelde, hoe het onder begeleiding van fakkeldragers en bengaalsch vuur, al liep 'took reeds tegen 't middenachtelijk uur, in tri omf de stad inging, hoe 't in alle straten zwart was van menschen, de een nog opgewondener dan de ander, als gold het de inhuldiging van een vrijheidsheld na jaren van verdrukking, hoe feestelijk in eene zaal receptie werd gehouden, hoe daar de held van Haarlem, van Nederland van Europa achtereenvolgens werd toegesproken, en hoe het kransen regende, zelfs banketkran- sen, in allerijl gebakken, hoe 't hoofd van den kampioen langzamerhand ouder de bloemen en de lauweren verdween, hoe hem tal van eerelid maatschappen werden aangeboden en hoe kalm en eenvoudig de 19-jarige jongeling bleef onder al dit overstelpend eerbetoon. Frankrijk heet op dit. oogenblik geen enkel groot man te bezitten „groot" beteekent ge woonlijk „held zijn bij het volk". Was onder de eerste opwinding van het Pa nama-schandaal, plotseling zoo iemand opgestaan, Frankrijk ware nu misschien een keizerrijk. Welnu, als Nederland Frankrijk was, wie weet of onze Keizer niet uit Haarlem komen zou Jaap Eeden is nu in eens een wondermensch geworden. Of hij in een ijstent is geboren, of een brok ijs in zijn wieg heeft gehad, of het eerste woord, dat hij spreken kon, „schaatsen" is geweest, daarover zwijgt de kroniek van den dag tot heden toe, doch nauwkeurig weet men mede te deeleu, dat hij te Groningen geboren is, dat hij met één jaar verhuisde naar Velser- end, dat hij met zes jaar reeds met zijn oom kon oprijden, dat hij veel de duinen op en neer rende, dat hij steeds matig heeft geleefd hij is nog pas 19 jaar! en.... dat hij in bloem bollen handelt. Hij heeft snel gereden, maar een verslaggever is overtuigd, „dat hij nog lang niet heeft ge geven, wat hij wel te geven had" en dat zijn roem nog veel grooter zal worden, wanneer hij zich maar voortdurend blijft oefenen. Dat zal waar zijn en in elk geval waar blij ven, dat Eden anno 1893 Hollandsch roem op de ijsbaan schitterend heeft hooggehouden. Hem is, buiten drie gouden medailles, de kampioensjerp en de prachtigs zilveren beker, ter waarde van f 600, terwijl hem bij de prijs- uitdeeling ook nog een prachtig bewerkte krans werd overgereikt, afkomstig uit Nizza, op welks linten geborduurd stond: „Hulde van de Am sterdamsche Sportclub aan J. J. Eden Yan Haar lem." Hij is zich onmiddellijk weer gaan „trainen" voor den wedstrijd te Berlijn. Buitenland. Men weet dat de Italiaansche toondichter Mascagni met zijne opera „Cavalleria Rustica- na" plotseling een beroemd man is geworden. Daarop volgde zijne opera „Freund Fritz," die veel minder opgang maakte en onlangs de opera „Rantzau," die nog minder voldeed. Op aardige wjjze teekent de Weener Kikeriki dezen dalenden roem. Met zijn eerste werk in de hand zien wij den componist als een krachtig, volwassen man voor ons staan. Met zijn tweede werk in handen is hij duchtig gekrompen, en als wij hem zijn derde werk zien aanbieden is hij een erg nietig mannetje geworden. Daarnaast zien wij den jeugdigen Mozart als een bevallig jongeling met de „Entführung aus dein Serail" optreden vervolgens zien wij den schepper van „Figaro's Hochzeit" in mannelijke kracht en schoonheid opdagen, ten slotte verrijst de onsterfelijke Mozart met het onvolprezen meesterstuk „Don „Juan". Een schadeloosstelling wegens beloftebreuk, naar engelsch model, is voor het eerst in België van rechtswege toegekend. Een jong Nederlander te Brussel is door het hof van appèl veroordeeld tot het betalen van 13,900 francs, omdat hij tegen zijn belofte in een jong meisje weigerde te trouwen. De rechter erkende, dat elk der beide verloof den het recht had de verloving te verbreken, mits dat niet op het laatste oogenblik geschiedde. In dit geval was evenwel de trouwdag reeds bepaald. De jonkman werd veroordeeld tot het betalen van 5900 francs als vergoeding voor materieele schade door hem veroorzaakt en 8000 francs voor „zedelijk nadeel" door hem berok kend. Een nieuw Pompei ontdekt en wel in de republiek Guatemala (Midden-Amerika). Vier maanden geleden begon men daar te graven nabij een plaats aan den voet van een vuurspuwenden berg gelegen, die toeval lig genoeg -r Pompeya heet. Er werden eenige voorwerpen uit voor his- torischen tijd gevonden. Dit wekte de aandacht. Men groef verder tot 7 a 15 voet diepte en weldra kwamen een aantal potten en kunstig ingesneden glazen te voorschijn, alsmede bijlen, hamers, zwaarden messen, knodsen en andere wapenen, alle Yan steen. Ook geslepen en gepolijste steenen zaten tus- schen de tanden in sommige schedels gekneld. Van hooge kunstwaarde is een groot beeld, gehouwen uit eene soort van graniet, voorstel lende een man in liggende houding, wiens hoofd en hals met zorg bewerkt zijn, terwijl- het ove rige gedeelte van het lichaam onafgewerkt is gebleven. De gelaatstrekken vertoonen het In- diaansche type; op het hoofd draagt hij een helm met vederbos. De hand, die dit beeld ge houwen heeft, moet een groote kunstvaardigheid bezeten hebben en door een ontwikkelden smaak geleid zijn. Op de diepte van de fundamenten der huizen zijn een menigte geraamten gevonden. Zij liggen doorelkander, op hoopen als door een plotselin- gen dood overvallen, in verschillende houdingen. De meeste zijn van meer dan gewone lengte er zijn er van zeven voet. De schedel voorhoof den zijn over het algemeen hoog en breed de wangbeenderen zwaar, de kin vooruitstekend. Van metaal is geen enkel spoor ontdekt. De vondst dagteekent alzoo vrij zeker uit het zooge naamde steentijdperk. Voor ongelukkige vrouwen. Mohamed, de profeet der Mohamedanen, gaf de vrouwen, die door hunne echtgenoolen mishandeld wérden het recht, dezen te verlaten en zich een toe vluchtsoord kiezen, dat niet door mannen betre den mocht worden. De eerste die van dit recht gebruik maakte was Fatima, een bloedverwante van Mohamed. Door haar echtgenoot, Aboe Bekr verstooten, gelukte 't haar naar Bulgarije te ontkomen en daar vond zij een onbewoond huisje, dat haar toekomstige verblijfplaats zou worden. Spoedig voegden zich meerdere lotgenooten bij haar en er ontstond een vrouwen-republiek, Madura geheeten. De bewoonsters leerden het zwaard te voeren, om zich te kunnen verdedi- gon tegen de aanvallen der omwonende Bulga ren. In den aanvang van de 14e eeuw telde het dorp Madura 400 bewoonsters. In 1478 vaar digde sultan Mohamed II een bevel uit waarin aan alle naar Madura vluchtende vrouwen, voor altijd de steun van den sultan en vrijdom van belastingen verleend werden. Deze bepalingen bestaan nog en zijn altijd van kracht gebleven. De vrouwen te Madura dragen geen sluier, hoe wel zij den Mohamedaanschen godsdienst belijden. Madura is een toevluchtsoord voor elke ongeluk kige Yrouw en een gevolg daarvan is, dat zich hier vrouwen bevinden uit alle deelen van het Turksche rijk. Er heerschte te Berlijn Dinsdagnacht en Woensdag de strengste koude, die volgens me teorologische waarnemingen sedert 1850geheerscht heeft, namelijk 22 graden Réamur. 's Nachts werden de gezondheidsposten opgezocht door tal van voorbijgangers, wien eenige lichaamsdeelen bevroren waren. Er zijn vier dooden op straat gevonden. Een dezer een werkman, is op ver schrikkelijke wijze omgekomen. Hij wilde 's avonds een heining overklimmen en viel toen met het hoofd voorover op een sneeuwhoop, waarin hij onderste boven bleef steken, zoodat Woensdag- ochteed zijn lijk gevonden is. Te Berlijn ligt de sneeuw dertig centimeter hoog, iets wat daar hoogst zelden aanschouwd is. Wegens den strengen winter zullen te Berlijn 's nachts openbare verwarmingszalen open wor den gehouden, want de nood van dakloozen is hoog geklommen. De toevoer van levensmiddelen is ook moeilijk geworden. De daarheen aange voerde groenten en aardappelen zjjn onderweg bevroren. WoensJag zijn bijna alle posten te laat aangekomen. De duitsche keizer is zeer gul in het toe kennen van ridderorden. Elk jaar is het gebrui kelijk op het zoogenaamde „ordefeest" in Januari een aantal lintjes te verleenen. In de jaren 188890 bedroeg het ongeveer 15Q0. In 1891 werden reeds 1708 verleend, in 1892 1741 eir en deze week zijn niet nlinder dan 1891 perso nen geridderd of met hoogere orden bedeeld. Töen Keizer Wilhelm dezer dagen aan tafel ging, wachte hem een zonderlinge verras sing. Onder zijn servet vond hij een brief die een der bedienende lakeien daar had neergelegd. De keizer opende den brief, las dien en begon luid te lachen. Daarop las hij den Ibrief voor. De brief was van een lakei, die den keizer ver zocht een cantine te mogen opzetten in het kei zerlijk paleis, ten dienste der talrijke bedienden, die thans een verren afstand moeten gaan als zij ververschingen wilden nemen. Dit naieve verzoek veroorzaakte aan tafel veel vroolijkheid. De keizer gaf den brief aan een ambtenaar ifit het personeel, den hofmaarschalk, met bevel de klacht te onderzoeken. Hij betuigde uitdrukke lijk te wenschen, dat de bedieüde voor zijn on bescheidenheid niet gestraft zou worden. 341ste Staatsloterij. 5e KLASSE. 5e lijst. Dinsdag 17 Jan. 1893. No. 4952 en 14998 ieder f 1000No. 15459,19313 en 20984, ieder f400; No. 7124,8366,11409,17728 en 20162 ieder f200No. 4714, 5391, 6292, 8754, 13692, 14696 en 20363, ieder f100. 6e lijst. Woensdag 18 Jan. 1893. No. 1863, 4313, 4349, 5078 en 17180 ieder f 1000. No. 957, 2754, 7583, 14273 en 18300 ieper f400. - No. 7430, 9776, 11469 en 12165 ieder f200.— No. 1466, 3824, 3855, 3943, 4107,5077,7567, 8888, 15074 en 18551 ieder f 100. 7e lijst. Donderdag 19 Jan. 1893. No. 4688 f 25000. No. 4367 5926, 14030 en 14572 ieder flOOO, No. 8427 en 17048 ieder f400. - No. 12001 f200. No. 2639,2796,3195, 3238, 3422, 4123, 7506, 9648, 11874, 12263,12490, 12558 en 17468 ieder f 100. 8e lijst. Vrijdag 20 Jan. 1893. No. 078, 10513, 12196, 13792, 13998, 15718 en 18262 ieder flOOO. No. 5604, 11337 en 13098 ieder f400. No. 7103, 9942,13277,13838,18754 en 19802 ieder f200. No. 284, 1712, 2120,2687, 4649, 5791, 6023, 6790, 8820, 9336, 12340, 13046,15763, 16132, 18856 en 19723, ieder f100. PREDIKBEURTEN. NED. HERY. GEM, OUD-KARSPEL. Zondag 22 Jan., voormiddags 9.30 uur Ds. Stramrood. NED. HERY. GEM. NOORDSCHARWOUDE. Zondag 22 Jan., voormiddags 9.30 uur, Ds. Habbema. NED. GER. GEMEENTE B. Zondag 22 Jan., voorm. 9 uur, nm. 2 uur Ds. Boeijenga. Woenslag 25 Jan. avonds 6 u. Ds.J. Boeijenga. NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 22 Jan. voorm. 10 u.Ds. H. A. Ludwig. Donderdag 26 Jan. 's avonds 6.30 uur ds. H. A. Ludwig. NED. HERY. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 22 Jan. v.m. 9.30 n. 2 u. Ds. Gemser. Woensdag 25 Jan. avonds 6 uur Ds. Gemser. NED. GEREF. GEMEENTE B. Zondag 22 Jan., voorm. 9 uur, nam. 2 u. Ds. Bakker. Woensdag 25 Jan. avonds 6 uur Ds. Bakker. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 22 Jan., voorm. 9.30, Ds. Vrijer. CHR. GEREF. GEMEENTE A. Zondag 22 Jan. v.m. 9.30 uur. rm. 2.SO uur. Ds. L. Bos. Marktberichten. Broek op Langcriijk. Maandag 16 Jan. Aardappelen f a f Bloemkool f a Ligte f a f Reuzen f af Roodekool f 4 a f 10 Witte fp. 100 k. Geele f 4, 9.50 Rapen f2.50. a f3.— f2.50 Uien f2.50. p. mud Nep f Bicten f9. af 14. SCHAGEN, 19 Jan. 4 Paarden f a f—5 Geldekoeie f 160, a f 210, Kalf- koeien f a Vaarzen f a f 9 Nuchtere Kalveren f 6 a 14.296 Schapen f5. a f 14,6 magere Varkens f9 a f 13, 15 Biggen f7.50 a f9,Boter per kop f 0,45 a 0,55 Kipeieren 14,a f 4.50 per 100. Bij het afdrukken der binnenvorm zien wij dat dit nummer op den 32sten Januari wordt uitgegeven; wij vragen voor deze grove fout aan onze lezers verschooning.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1893 | | pagina 3