Weekblad voor LAN GEDIJ Tv en Omstreken.
N°. 12.
Zondag 19 Maart 1893.
2e Jaargang.
PUBLICATIE.
Plaatselijk Nieuws.
FEUILLETON.
EEN WARME DAG.
NIEUWE
LilCGIIjyi MIMI
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
UITGEVER:
J. H. KEIZER.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden SO ct., franco p. post 60 ct.
BUREEL:
Noorclscliarwoiide.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
UIEll^YKE^ELm» OP UK.V IIOLLA^DÜMIEV SPOORWEG. (Greenwich tijd.)
Vertrekuren van af station Noord-Scharwoude.
RICHTING HELDER.
GREENWICH TIJD.
6.36*
7.47
11.23
3.06
6.37
9.51
10.59
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.56*
8.07
11.43
3.26
6.57
10.11
11.19
Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Schagen.
RICHTING AMSTERDAM.
GREENWICH TIJD.
6.18
7.30*
9.37 I 12.04f
1.38 3.55
8.16
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.38
7.50*
9.57 12.24f
1.58 4.15
8.36
Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam,
f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de ge
meente Noordscharwoude brengen ter kennis van de
ingezetenen, dat de gelegenheid om kosteloos ingeënt
of heringeënt te worden, open staat op Dinsdag, den
21 Maart 1893, voormiddags lO'/i uur, ten raadhuize
aldaar.
Noordscharwoude, den 16 Maart 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. KROON, Burgemeester.
K. SLOTEMAKER, L. Secretaris.
KIEZERSLIJSTEN.
Burgemeester en Wethouders van Noordschar
woude brengen ter kennisse der belanghebbenden,
dat, ter voldoenig aan de wet op het kiesrecht, door
hen zijn vastgesteld de lijsten der kiesgerechtigden
van leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
de Provinciale Staten en voor den Gemeenteraad, als
mede van die, welke sedert de vastelling der vorige
kiezerslijsten daarvan zijn geschrapt. Dat die aan het
raadhuis zijn aangeplakt en bovendien van heden af
gedurende veertien dagen (Zon- en feestdagen uitge
zonderd), des voormiddags van 11 tot 2 uur, op de
secretarie ter inzage zullen liggen, binnen welken tijd
degenen, die daartegen eenige reclamen mochten heb
ben, die bij ongezegeld verzoekschrift, door de ver-
eischte bewijsstukken gestaafd, aan den Raad zullen
behooren intedienen, na verloop van welken tijd
daarop geen regard meer zal kunnen worden gesla
gen.
Gedaan te Noordscharwoude, den 11 Maart 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. KROON.
De L. Secretaris,
K. SLOTEMAKER.
Idem Idem voor Oudkarspel.
Gedaan te Oudkarspel, den 13 Maart 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. KROON.
De Secretaris,
P. EECEN. Pz.
KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders van Noordschar
woude doen te weten dat de navolgende personen van
de Lijsten der Kiezers van Leden van de Tweede Ka
mer der Staten Generaal, Provinciale Staten en van
den Raad, om de achter hunne namen gestelde rede
nen zijn geschrapt geworden over 1893.
Dirk Barten
Pieter Bruijn Jbz.
Rens Dirkmaat
Pieter Kooij
Simon Kuiper Sr.
Gerrit van der Molen
Jacob Ootjers Az.
Heijn Schuitemaker
vertrokken,
minder aanslag.
overleden,
minder aanslag,
vertrokken.
Noordscharwoude, den 11 Maart 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
C. KROON.
De L. Secretaris,
K. SLOTEMAKER.
Idem Idem voor Oudkarspel.
Jacob Blokker
Aria .Blom
Hendrik Brammer
Jan Geus
Pieter Geus
Pieter de Groot
Dirk Hoogeboom
Jacob Hopman Fz.
Floris Joman
Hendrik Kramer
Teunis Ootjers Rz.
overleden
vertro£k<
overleden
vertrokken
minder aanslag
minder aanslag
overleden.
Oudkarspel, den 13 Maart 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. KROON.
De Secretaris,
P. EECEN Pz.
- Uit den biljartwedstrijd, met 6 ballen in
3 misstooten, gehouden bij den heer C. Duis te
Ourikarspel. traden als overwinnaars: H. Bet,
Zuidscharwoude, le prijs met 217 punten; J.
Swager Cz. Noordscharwoude, le premie met
200 punten; J. Schoenmaker, Noordscharwoude
2e premie met 198 punten. In het geheel wer
den er 375 partijen gespeeld. Prijs en prpmio
bestonden uit contanten.
Men schrijft ons:
Jl. Dinsdagavond gaf de Rederijkerskamer
„Eensgezindheid" van Ourikarspel, eene open
bare uitvoering in het lokaal van den heer G.
Slotemaker aldaar, waarin zij als stukken hadden
gekozen „Eerloos," drama in 3 bedrijven, door
W. G. van Nouhuijs, met „De sjaal van me
vrouw" tot nastukje. Over het algemeen werd
de vertolking geprezen en de hoofdrollen vooral
bleken in goede handen te zijn gevallen. Het
nastukje wekte, door het goede spel in hooge
rhate de lachlust op, en men bleek ten volle
tevreden over den avond. Er was niet veel pu
bliek, doch de leden schenen daardoor niet ont
moedigd te zijn want van begin tot einde bleek
ons dat het hun ernst was iets goeds te willen
leveren. Dat zij nog dikwijls hunne gaven mo
gen toonen en wij nog menigmaal de vertolking
mogen zien van de stukken, die zij nog op haar
repertoire heeft, met den wensch dat zij in het
vervolg wat meer belangstelling mogen genieten.
Binnenland.
Toen in de afgeloopen winter ter handha
ving van de openbare orde te Winschoten
huzaren waren gedetacheerd, geraakten op een
goeden dag twee van hen buiten hun rol, zon
der dat het publiek zulks merkte. Beiden kregen
namelijk onderling twist en werden eenigermate
handgemeen, bij welke gelegenheid de een den
ander in den vinger beet. Die beet werd weinig
geteld de eigenaar van den vinger bekommerde
zich er niet veel om, maar kort daarna in de
garnizoenplaats teruggekeerd verergerde de wond
heelkundige behandeling en opneming in 't
hospitaal werd noodzakelijk en amputatie, niet
van den vinger, maar van den geheelen arm zal
waarschijnlijk volgen, zoo althans werd aan de
Winsch. Crt. uit vertrouwbare bron medegedeeld.
Nabij het station Akkruni is op den trein
geschoten, waarin twee veldwachters zaten, be
last met het overbrengen van de arbeiders uit
Appelscha naar Leeuwarden. De kogel ging door
het raam der coupé zonder echter iemand te
treffen.
In eene te Iluiziini, gem. Leeuwarde-
radeel, gehouden vergadering van grondeigenaren
en veehouders is besloten tot oprichting eener
coöperatieve zuivelfabriek in de nabijheid van
Leeuwarden. Staande de vergadering traden 20
veehouders, eigenaars van ruim 500 koeien, toe,
waarna een voorloopig bestuur werd benoemd.
Uit het Noordzeekanaal, nabij de Heide,
te Yelsen, is "Woensdagmiddag het lijk opge
haald van den spoorweg-arbeider De Nijs uit
Beverwijk, die zich indertijd ook bevond op de
locomotief, welke in de geopende spoorbrug reed.
Het lijk dreef rechtop in het water en was
vooral aan het hoofd, meer beschadigd dan de
reeds vroeger gevonden lijken der anderen. Het
kon alleen herkend worden aan de kleeding en
aan den signaalhoorn.
Te Schagen heeft ]de Gemeenteraad tot
gemeente-geneesheer benoemd den heer C. A.
Melchior te Noordwolde. Op de door B. en. W.
gemaakte voordracht waren mede geplaatst de
heeren J. H. Blankenstein, 'te De Leek en D.
v. d. Horst te Schagen.
Den heer J. J. K. Ooms, zal, naar de Sport
meldt, de rijen der amateurs verlaten en pro
fessionalroeier worden. De hooge prijzen in Ame
rika uitgeloofd voor de Worlds fair men
spreekt van 5000 zijn aan dit besluit niet
vreemd.
De Tel. herinnert er aan, dat het den
lsten April aanstaande twintig jaar geleden is,
dat de Atjeh-oorlog begon. Het genoemde blad
vraagt
„Als er in Groningen of in Limburg gewa
pend verzet ontstond, zou men dan twintig jaren
bezig blijven, met aan die geschiedenis een
einde te maken Toch is de bevolking van
Atjeh niet talrijker dan die van een Nederland-
sche provincie.
Wordt het niet langzamerhand tijd, dat er
in het Noorden van Sumatra een geregelde toe
stand intreedt? De langste oorlog is de duurste
oorlog en hoe meer men aarzelt om door te
tasten, hoe grooter men den wederstand laat
worden.
Men mag het vermoeden niet doen rijzen, dat
2-)
Het was »de ekwipage" van Nars Hoogenboezem,
een verwelooze bak met dissel, die op lage wielen
stond, en eigenlijk te oud was om dienst te doen,
doch nog werd gebruikt om er eiken middag melk
mede naar de stad te vervoeren.
Op den wagen zat de vader van den eigenaar,
de ouwe Nars Hoogenboezem, een krasse zeventi
ger, mager en krom als een getrokken telhout. Zijn
gelaat vol diepe rimpels, was onder een grooten
strooien hoed verborgen, en daar hij voorovergebo
gen zat, zag Hein Poot van onder den rand niets
uitkomen dan een puntigen neus, waaraan een drup
pel hing, en den omgekeerden kop van een doorge
rookt steenen pijpje, dat bij eiken schok van den
wagen in den tandeloozen mond heen en weder
slingerde.
De eene klomp van den ouwen Nars rustte op
op den dissel, terwijl hij den anderen tegen het
paard aan hield. Dit was een ouwe merrie met ruig
bruin haar, dat door de zonnestralen in een rossen
gloed werd gezet.
»Je mot zeker naar de stad, wil je meerijden
vroeg Nars.
»Nou, niks liever."
De wagen stond stil, en Poot zette zich naast
den ouden boer op den harden paardenharen deken
neder:
Het paard werd met een tikje aangezet, en de
wagen hotste over den weg, waardoor het tweetal
tegen elkaar aanviel alsof het dronken was.
Het eerste oogenblik wisselden zij geen woord,
en Hein Poot, die het hoofd had omgedraaid, zag
het dorp verdwijnen achter de grijze stofwolken,
die door de wielen omhoeg geworpen, traag boven
den weg bleven hangen.
Hoogenboezem was echter een aartsbabbelaar, en
toen hij zijn pijpje schoon had leeggerookt, en het
in den zak van zijn vest, dat van onderen open
stond, had geborgen, tikte hij Poot aan en schreeuwde
hem in het oor, omdat de wagen zoo'n leven maakte,
en hij zelf wat doof was. »En je gaat ook zoo trou
wen?"
Jawel."
Aflijn, je hebt gelijk, groot gelijk, want ik zeg
altijd maar, een mensch is toch ook geen aardappel,
en gemaakt om zich te vermenigvuldigen."
»Dat zeit de schrift ook," merkte Hein Poot op.
»Juist, en dat maggen de menschen wel eens
ter harte nemen, want wil je wel gelooven, dat er
tegenwoordig meer mensen sterven, dan er worden
geboren
»Nee
»Nou, het is waar, hoor, van deze week [hebben
wij al drie dooien in het dorp gehad twee zuige
lingen en een vrouw in het kraambed. En weet je
wel waarvan dat komt?" vroeg de ouwe Nars.
»Nee."
»Dan zal ik 't je eens zeggen, dat komt daarvan
daan, dat de mensen te veel leeren; ze leeren te
veel. Vroeger was een boer kortaf een boer, en te
genwoordig mot het al een geleerde boer zijn. Vat
j'ern. En weet je wat daarvan nou de gevolgen
zijn?"
Hein Poot moest wederom zijn onwetendheid be
tuigen, en de ouwe Nars vervolgde:
»Nou daaruit komt niks minder voort dan pesti
lentie, oorlog, ontevredenheid en krankzinnigheids
»Ja, dat is waar,« zeide Poot met volle overtui
ging, »want hij had voor jaren een zijner broers
naar een gesticht gebracht. »Ja, dat is waar, de
dolhuizen zijn stampend vol, daar kan ik ook van
meespreken."
jNou, wat hoor je van me, is het geen waarheid
wat ik zeg,« vervolgde de oude Hoogenboezem zege
vierend, »en ik vraag je wat heeft een mens aan
al die geleerdheid Niks, man, heelemaal niks, 't is
meer schade dan voordeel. Ik ben maar een domme
boer, al zeg ik het zelf, die lezen noch schrijven
kan, maar wil je wel gelooven, dat als ik bij den
burgemeester kom, dan zegt ie dikwijls tegen me,
Hoogenboezem zegt ie, ga jij daar nou eens zitten,
en zeg me eens, wat jij daarvan zoudt denken. Nu
vraag ik je in gemoede, wat je dat te denken geeft,
dat zoo'n meneer, die zijn talen kent, aan een dom-
men boer om raad moet vragen.
Na deze lange redevoering, hield Hoogenboezem,
vermoeid van het spreken, zijn mond, en sloeg met
zijn korte zweep op den rug van het paard om de
zwermen vliegen te verdrijven, die om het beest
gonsden.
Zij naderden de stad, die zich in een warmen
grijsblauwen nevel baadde.
De hooge gebouwen waren reeds duidelijk te
onderkennen; vooral de groote kerk met zijn blauw
leien dak, waarop de zonnestralen weerkaatsten,
en de toren, hel verlicht, sprongen sterk in het oog.
De boeren hoorden een dof gegons, afgebroken
door het fluiten van een spoortrein, en zij kwamen
reeds verscheidene voetgangers tegen, waaronder
een bedelaar, die vermoeid van het loopen aan den
rand van den weg was gaan zitten, en met zijne
roode overgeloopen oogen tegen de zon inknipte.
Zijne bestofte schoenen, die hem pijn deden, had
hij uitgeschopt, zoodat zij verspreid in het zand
lagen.
»Zie zoo, hier zeilen we motten scheien,zeide
de ouwe Hoogenboezem, toen de wagen de Noord
poort doorreed, »want jij zult wel dadelijk de stad
ingaan, en ik mot rechtsaf."
Hein Poot had zijn tweehonderd gulden geïnd,
en met heimelijk genoegen betastte hij het zakje
met den kostbaren inhoud, dat hij in zijn broekzak
had, met moeite den lust bedwingend om met zijn
vingers in het zilver te graaien.
Hij had nu nog slechts een boodschap te doen,
nl. de gouden belletjes te koopen, en wandelde