WAALMOPPEN, Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 2 April 1893. Marktberichten. 342ste Staatsloterij. A.dvertentiën. Publieke Verkooping. De Notaris DUKER. op MAAMAfl, 10 APRIL 1893. jggfglf^ Een Huis en Erf, TENTOONSTELLING VAK' HUISVLIJT, te O n dkarspel. YË KO De drie schipbreukelingen van do Thecla, die door honger gedreven een Holland- schen matroos slachtten en opaten, zijn door de Rechtbank te Christiania vrijgesproken. Dc incest gescliikten. „Zelfs de dieren kiezen met hun eenvoudig instinct van zelfbehoud de meest geschikten hunner uit als leiders van de heele groep," zei de heer Yrolik in zijne nota over het kies- reöht-ontwerp. Bezitten de menschen dat „eenvoudig instinct" ookgeven ook zij in den regel de leiding hunner zaken aan de meest geschikten? vraagt de „N. Ass. Ct." 't Blad kan daar geen ja op zeggen. Het gaat eens na, wie er alzoo in onze Tweede Kamer zitten, 't Zijn knappe mannen, maar zouden ze allen in waarheid ook de meest ge schikten zijn? De helft onzer Kamerleden zijn meester in de rechten. Schrandere koppen, scherpzinnige rede naars, maar daarmee alleen brengt men een land niet vooruit. De uitkomst is het beste bewijs: op het-gebied der wetgeving is ons land in vele opzichten bij het buitenland ten achter. Doordat bijna elk jurist-Kamerlid zich als rechtsgeleerde verplicht gevoelt, bij de behandeling van een wetsontwerp op- en aanmerkingen te maken, gaat er ontzaggelijk veel nationale tijd verloren, zonder dat de wetten er altijd beter door worden. De overige gestudeerde personen in ons par lement zijn voor 't meerendeel geestelijken. In het algemeen ook al niet de meest geschikten, volgens de „N. Ass. Ct." Yreemd genoeg is op dit oogenblik geen enkele geneeskundige lid van een der Kamers. En toch zou, meent het blad, een enkele man van dat vak er wel op zijne plaats zijn, met het oog op de sanitaire wetge ving, te meer, daar een medicus in den regel ook wel bekend is met de nooden des volks. Wat we echter in ons parlement van wisse lende meerderheden in de eerste plaats noodig hebben, dat is een man, wiens geniale persoon lijkheid allen beheerscht. Welk een kracht er van zoo'n man kan uitgaan, heeft men in den tijd van Thorbecke gezien. Thans echter ontbreekt het op ons Binnen hof aan zoo'n geboren leider. Knapheid genoeg, maar niet een van die krachtige naturen, welke de menschen kan regeeren. Wij hebben niet per sé behoefte aan gestu deerde mannen, maar voornamelijk aan man nen van gezond verstand en karakter. Onder de boeren, de fabrikanten, de handelaars, de neringdoenden en de gezeten werklieden, zegt het blad, vindt men ze wel, die genoeg „ge leerd" hebben, om eene plaats in onze Tweede Kamer waardig te zijn. „Gij weet niet, met hoe weinig wijsheid het land wordt geregeerd," moet de oude Yiglius eens gezegd hebben. Hem dit in onzen tijd na te zeggen, is mis schien gevaarlijk, doch in elk geval is er, naar het blad meent, ook thans nog dikwijls minder behoefte aan geleerdheid, dan aan gezond ver stand. En daarbij karakter, om bestand te zijn tegen „zekere" invloeden, welke er werken in de Tweede Kamer. Die invloeden merkt iedereen, die ooit pro beerde den wagen van staat harder vooruit te duwen, dan men het in Den Haag gewoon is. Die invloeden merkt ook elk Kamerlid, die het waagt op te komen tegen de ontwerpen, welke door de geldmannen worden gewenscht, of te ijveren voor een maatregel, waarvan de groote kapitalisten niet willen weten. Maar al te dikwijls staan in de Kamer bij zondere belangen de volksbelangen in den weg. Om de eerste te weren en de laatste te die nen, daarvoor aldus besluit het blad hebben wij allermeest noodig: mannen van ge zond verstand, van karakter en van initiatief. Deze zijn de geschiktsten. (N. A.) Buitenland. Als een bewijs van de snelheid der tegen woordige papierfabricage, verhaalt een Ameri- kaansch blad van een boom, die in Georgië 's morgens te vijf uur werd geveld, en die 's avonds reeds tot papier verwerkt was, zoodat het publiek bij het avondeten reeds de courant las welke er op was gedrukt! Uit Londen wordt gemeld, dat ondanks allen tegenstand de crinoline weer in de mode komt. Een dame heeft haar reeds bij een ont vangst aan het hof gedragen, waarover de Ko ningin eene aanmerking heeft gemaakt. De „WestminsterGazette" heeft, om de Londenaars van de dwaasheid der mode te overtuigen, een juffrouw gekleed in een wijde crinoline door de volste straten laten wandelen, doch ook dit zal de mode niet veranderen. Uit Parijs wordt dit bericht bevestigd. Aldaar vergelijkt men den hoepelrok met een klok die aan het onderste ge- »Warmoltz ik bid je!« En de jonge geneesheer strekt zijn hand uit en drukt die van den man, welke hem zijn levensge luk ontroofde, en van de vrouw, die hem afvallig werd! Maar dan ook dreigt zijn zelfbeheersching hem te begeven hij kan niet meer en ijlings het huis verlatende, waar 't zieke kind niet te vergeefs op zijn hulp heeft gewacht, drukt hij in een zwak oogenblik zijn hand voor de oogen en snikt: »0, zulk een wraak is toch ook zoetl* u. m B- w. deelte van den schoot opgehangen wordt. De rok blijft zeer eenvoudig in tegenstelling met het lijf, waaraan in den laatsten tijd meer stof besteed wordt dan vroeger aan een kleed. Aan die overlading van stof kan onmogelijk nog iets toegevoegd worden. Ook de hoeden zijn buiten gewoon groot. In tegenstelling met deze rich ting, is de Russische, die ook meer en meer toe neemt. Behoudt deze de overhand, dan vervallen en hoepelroek èn overlading van het lijf, om plaats te maken voor een wijden gladden man tel en een zeer eenvoudige japon. De groote hoeden worden dan vervangen door een hoofd deksel, dat niet veel meer dan eene wijziging van een kozakkenmuts is. Het zou ons verwonderen, wanneer de Duitsche Regeering niet eerstdaags een ernstig verzoek om opheldering naar Parijs zond. Al geldt het hier maar een eenvoudig journalist, die beleedigd is, in hem beleedigd is feitelijk geheel Duitschland, en wat nog meer zegt recht en billijkheid. Otto Brandes, de berichtgever van het „Ber liner Tageblatt," die, gelijk men weet, op last van het Ministerie Ribot, zottelijk en zonder dat hij eenige schuld had aan wat men hem ten laste legde uit Frankrijk werd verbannen, heeft bij zijn vertrek met zijn gezin hij heeft een vrouw en zeven kinderen aan allerlei grie vende beleedigingen en mishandelingen blootge staan. Aan het station te Asnières de Parij- sche voorstad, waar Brandes woonde heeft een hoop gepeupel hem en de zijnen, onder het ge schreeuw van: „Weg met het varken! Dood aan de Pruisen!" met vuil en steenen geworpen, van welke laatste verscheidene de kinderen raak ten, zonder dat de politie, die geenerlei voor, zorgsmaatregelen had genomen, iets deed. Het geval, waarmede Brandes aanstonds den Duitschen gezant te Parijs in kennis stelde- wekt in Duitschland algemeene verontwaardi ging- In een heftig artikel, getiteld Eine Nieder- trachtigkeit, dringt de „Kölnische Zeitung" op volledige satisfactie aan. „Het gebeurde," zegt het blad, „en vooral dat mishandelen van vron- wen en kinderen toont weer duidelijk aan, dat men hier te doen heeft met een volk van wilden, welks gebied verstandige lieden wel doen te vermijden. Zekerlijk moet men de be schaafde Franschen niet met het Parijsche ge peupel over éen kam scheren, maar die beteren schijnen nu eenmaal niet in staat de ruwe harts tochten te betoomen van het plebs, zelfs niet waar dit de laagheid heeft zich te vergrijpen aan vrouwen en kinderen. Zulke dingen zijn te Ber lijn, Londen, Weenen, ja in alle Europeesche hoofdsteden ondenkbaar, alleen in Parijs zijn ze mogelijk!" (N. v. d. D.) Omtrent de ontsporing van den koninklij ken trein nabij Lissabon worden de volgende bizonderheden gemeld: Nauwelijks had de trein den tunnel bij het station verlaten, of de loco motief en de eerste wagens, waaronder ook de koninklijke salonwagen, begonnen zoo sterk over te hellen, dat zij bijna van de helling van den spoorweg neerstortten. Bij onderzoek bleek, dat eenige schroeven losgedraaid en de spoorstaven verlegd waren. Daar de baan pas nagezien was, is het niet aan te nemen, dat dit aan het toeval te wijten is, men moet dus denken aan een mis daad. Alleen de wagen, waarin de vertegenwoor digers der pers zaten, is beschadigd, de ruiten zijn gebroken. De koning verliet het eerst den trein om te zien wat het geval was. De koningin was zeer zenuwachtig. Daar de wagens tot op de helft in het zand zaten, werd uit Lissabon ander materieel gehaald en daarmede de reis voortgezet. Is dan eindelijk het vraagstuk opgelost: de meiisch zal kunnen vliegen? Professor S. P. Langley te Chicago, secretaris van het „Smithsonian Institute" beweert althans dat hij een vliegmachine heeft vervaardigd, waar mede spoedig proeven genomen worden. Evenals het vorige luchtvaartuig, is ook dit lang en smal als materiaal is gebezigd aluminium, staal en koper, de vleugels zijn van zijde. De machines, die de beweegkracht zullen geven aan eene dub bele schroef, wegen 60 oneen en hebben een ver mogen van 1 paardekracht. Er zijn vier stoom ketels, die ieder iets meer dan 7 pond wegen, zij worden met een zeer vruchtige koolwaterstof gevoed. Er zal met gazoline gestookt worden. Zondagavond hebben in de Nieuwe Kerk te St. Denis, geleid door leden van den socia- listischen gemeenteraad, ernstige ongeregeldheden plaats gehad, terwijl volgens sommige getuigen de burgemeester Walter, tot dezelfde partij be- hoorende, in de kerk verborgen, de stille getuige zou zijn geweest van het spektakel. Het schan daal zou zijn beraamd bij de begrafenis, Zondag middag, van een der partijgenooten. Nauwelijks had de abt Laffant zijn dieest begonnen, of een rumoer en gemompel deed zich hooren op ver schillende plaatsen in de kerk, natuurlijk de protesten uitlokkende van den geestelijke en de verzamelde geloovigen. Op een gegeven oogen blik stormt het raadslid Picardet den preekstoel op, plaatst zich naast den spreker, en zegt hem de vuist onder den neus duwende: „Burgerpas toor, ik vraag het woord." Het scheen wel het sein te zijn tot een algemeen tumult. Stoelen en bidbanken vlogen door de luckt; Picardet wordt van den kansel gesleurd, de kreten „a bas les calotins" doen zich hooren, er vallen bloedige slagen, eindelijk verschijnen politie en gendarmerie, welke eenige personen in hechtenis nemen. Van de raadsleden was niemand meer te vinden. Een nieuw muzikaal wonderkind. Een Rus sisch journalist verhaalt dat Jenia Louitskiy, drie jaar oud, zijn etudes op de harmonica in zijn twee en twintigste levensmaand begon. Zijn repertoire omvat een menigte walsen, polka's, mazurka's en populaire Russische liederen, welke hij met veel gevoel voortdraagt. De bekende kapelmeester Slavianski hoorde den knaap te Odessa en was verrukt over zijn spel. Onlangs zag de driejarige musicus, die op een dorp nabij Odessa woont, een piano; hij vloog op het instrument toe en zocht op het klavier de hem bekende melodiën terug. Er zal hem een kleine piano ten geschenke worden gegeven, waarop bij verder zijn muzikaal talent kan ontwikkelen. De Indèpendance gewaagt van een maal tijd voornamelijk bestaande uit walvisclivleesch, op allerlei wijze toebereid. Het smaakte, zegt zij, als gekookt rundvleesch. Yoor eenige maanden deed een jongeling van Belgische herkomst, ongeveer twintig jaar oud, die zich prins De C. noemde, zich .voorstel len aan den heer L. te Parijs, en verzocht hem 15,000 fr. ter leen. De jonge prins, die nabij het Luxembourg woonde, leidde een weelderig leven. L. stemde toe, op voorwaarde van goede waarborgen. De prins nam den ouden man mee naar Bel gië, leidde hem van kasteel naar bosschen en van de eene pachthoeve naar de anderein één woord, de rentenier was verblind door al dien rijkdom en hij opende zooveel te gewilliger de beurs, daar een bloedverwant van den prins, een hertog, eene eerste leening van 6000 fr. waarborgde. Yoor eenige dagen moest die som nu terugbetaald worden. Op zekeren morgen ontving L. een bezoek van den hertog. Hij wist niet wat te doen om zijnen edelen bezoeker alle soort van beleefdheden te bewijzen, ging naar zijne brandkast, haalde de papieren, door den jongen prins onderteekend en legde ze den be zoekers voor. Terwijl de hertog ze nazag haalde hij een fleschje uit den zak, dat hij onder den neus van den ouden man stak, die terstond achterover viel. Zijne bedwelming duurde twintig minuten. Toen L. bijkwam, was de hertog verdwen met de schuldbewijzen. De schuldeischer ging terstond naar den prins, maar deze was geheel onbekend aan het opgege ven adres. PREDIKBEURTEN. NED. HERV. OEM. OUD-KARSPEL. Zondag 2 April voormiddags 9.30 uur Ds. Stramrood. Maandag 3 April, 2e Paaschdag geen dienst. NED. HERY. GEM. NOORDSCHARWOUDE. Zondag 2 April voormiddags 9.30 uur, Ds. Habbema. 2e Paaschdag v.m. 9.30 uur Ds. H. A. Ludwig. NED. GER. GEMEENTE B. Zondag 2 April voorm. 9 uur, nm. 2 uur Ds. J. Boeijenga. 2e Paaschdag 's morgens 9 u. Ds. Boeijenga. NED. HERY. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 2 April voorm. 9.30 u. Ds. H. A. Ludwig. 2e Paaschdag geen dienst. NED. HERY. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 2 April vm. 9.30 n. 2 uur Ds.Gemser. 2e Paaschdag voorm. 9.30 u. Ds. Gemser. CHR. GEREF. GEMEENTE A. Zondag 2 April vm. 9.30 uur nm. 2.30 uur, Ds. Gideonse. 2e Paaschdag voorm. 9.30 u. Ds. Gideonse bevestiging van jongelieden. NED. GEREF. GEMEENTE B. Zondag 2 April voorm. 9 uur, nam. 2 u. Ds. Bakker. 2e Paaschdag voorm. 9 uur, Preeklezen. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 2 April voorm. 9.30, Ds. Vrijer 2e Paaschdag geen dienst. Broek op Langedijk. Maandag 27 Maart Aardappelen f a f Bloemkool f a Ligte^ a f Reuzen f af Roodekoolf 8 a f 13 Witte f.p. 100 k. Geele f 8, 12.Rapen f3.a f4.Uien f3.— a p. mud. Bieten f 14.— a f 20. HOORN, 30 Maart Kleine Kaas f 31, Commissie f28, PURMEREND, 28 Maart Aangevoerd 64 stapels kaas. Kleine f33.Commissie f Middelbare f Kipeieren per 100 stuks 3.— a f3.50. SCHAGEN, 30 Maart 8 Paarden f 40 a f150.—,55 Geldekoeie f 80, af 230, 5 Kalf- koeien f 124 a 155, Vaarzen f af 220 Nuchtere Kalveren f 5 a 15.566 Schapen f8. a f 18,22 magere Varkens f 16 a f22, 47 Biggen f 10.— a f 15,— Boter per kop f 0,45 a 0,55 Kipeieren t 2,75, a f 3.25 per 100. ALKMAAR, 31 Maart Aangevoerd: 108 stapels Kaas, wegende 45215 Kg. Kleine f 32.50 Commissie f29.— Middelbare f'28.50 1172 HL. Granen, als85 Tarwe f6.20 a 6.75; 17 Rogge f5.40 a f5.80; Gerstf4.— a Chev. f 4.85 f 5.50; 566 Haver f3.40 f4.— a f3.50 af.; Boonen, 230 Paardeb. f 4.75 a f5.50; 397 Bruineb. f3.a f7.-; Citroenb. f a fDuivenb. f6.af. Witteb. f 14.a fKanariezaad f 14. a fRood Mosterdz. faf Geel mosterdz. f a f 1 Kool zaad f af Lijnzaad f—a 1 Karweizaad f a f Blauw Maanz. f a f 39 Erwten Groene, f 14.a f 18.groote f Grauwe f 12.— af 18.— ;j Vale f7.— Witte f—a f— 2e KLASSE le lijst. Maandag 27 Maart 1893. No. 7653 f 20.000. - No. 2238 en 6169 ieder f1000. - No. 5667, 6233 en 12391 ieder f400. - No. 1167, 14985, 15117 en 15323 ieder f 100. 2e lfjst. Dinsdag 28 Maart 1893. No. 7688 f 5000. - No. 6195 en 7001 ieder f 1500. - No. 5870 en 7552 ieder f1000. - No. 10055 f400. - No. 3862, 13619 en 17923 ieder f200. - No. 8417, 12331 en 18251 ieder f100. 3e lijst. Woensdag 29 Maart 1893. No. 10327 f 2000. - No. 3458 f1000. - No. 17447 f400. - No. 13992 en 20552 iedor f200. - No. 9396, 11437, 17577, 17684, 18926, 19909 en 20146 ieder f 100. 4e lfjst. Donderdag 30 Maart 1893. No. 19255 f100. A I, L K It li E A. »Doe mij het genoegen en leen mij even een ■tientje, ik ben mooi hard.« B. »Wel. breng dan eenvoudig uw juweelen ring naar de bank van leening.« A. »Ik denk er niet aan, die ring is een dierbare gedachtenis aan mijn overleden tante. B. »En mijn geld is een dierbare gedachtenis aan mijn overleden vader. gevestigd te Zuidscharwoude, is voornemens des avonds 7 uur, in de herberg „de Boode Leeuwaldaar, piibliek te verkoopen aan de westzijde van den straatweg te Zuid scharwoude, kadaster, sectie C, no. 1119, groot 24 Centiaren. Bewoond door den eigenaar JAN KASTEN. Deze verkooping geschiedt ten verzoeke van den Hyppotheekhouder, den WelEdelen Heer C. EECEN GZN., te Oudkarspel q. q. Aan beSangiliebbenilcii wordt verdocht van liun plan van in— zending vóór of op IB1ANBS Afrl 4 APIIIli e.k. kennis te geven aan een der ©ndergeteeken- den. Aan de meerdere of mindere deelneming zal "t afhangen of de tentoonstelling al of niet zal doorgaan. H. A. LUDWIG, te Zuidscharwoude. B. H. HABBEMA, Noordscharwoude. J. VIS, te Oudkarspel. p.m. 2Ö.ÖÖÖ heste harde henevens eene partij PIJIA, (grove), afkomstig van het ge sloopte WSnisje onder Üchagen, aan t water gelegen. Te bevragen bij I). KRAMER, te Schagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1893 | | pagina 3