Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 23. Zondag 4 Juni 1893. 2e Jaargang. FEUILLETON. Een „drukkende NIEUWE ÜIIiEIUKII (III IIUt. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden SO ct., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. II. KEIZER. BUREEL: Noordscliarw oude. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. DIENSTREGELING OI "Vertrekuren - RICHTING IIELD GREENWICH TIJD. 6.36* 7.46 11.23 3.06 DEU van ai ER. 6.37 HOI f stati 9.51 LL.VNI on TVo< IISCBIEN SPOORWEG. (Grc >rd-Scharwoude. (Zomerdiens BI GREENWICH TIJD. 6.18 ;enwi( t.) 1 C II T I 7.30* •Si tijd.) NG AMSTF 9.37 12.04f R D A M. 1.38 3.55 8.16 AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.56* 8.06 11.43 3.26 Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Den Helder. 6.57 10.11 AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.38 Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam, f Deze trein rijdt alleen des Donderdags 1 7.50* tot Uitgei 9.57 12.24f est. 1.58 4.15 8.36 Binnenland. Het standbeeld van Coen te Hoorn. Het kleine welvarende Hoorn was jl. Dinsdag in feestdos: allerwegen wapperden de vlaggen ter eere van het feit, dat het standbeeld van Jan Pietersz. Coen daar onthuld zou worden. Per extra-trein kwamen tegen kwart voor twaalf de Ministers van Koloniën, van Binnenl. Zaken, Marine en Waterstaat aan met den Mi nister van Staat, M. baron Mackay, den feest redenaar di. Schaepman, den Commissaris der Koningin in Noordholland, de leden van Ged. Staten Röel, Sillem en Leao Laguna, het lid der Eerste Kamer Wertheim, het Tweede Ka merlid, de heer Ferf, en verschillende leden van het Coen-comité. Aan het station werden zij ontvangen door den wethouder den heer J. Groot, en den gem.-secre- taris, terwijl dc autoriteiten daarop in de keurig door den Hoornschen bloemist Schut versierde raadzaal werden verwelkomd door den burge meester, den heer Zimmerman, door de com mandanten der schutterij, van het garnizoen en der tijdelijke te Hoorn aanwezige marine, door de raadsleden enz. Nadat de eerewijn was rondgediend, sprak de burgemeester de gasten hartelijk toe. De Minister van Koloniën, baron Van Dedem, oud-burgemeester van Hoorn, antwoordde en dankte voor de vriendelijke ontvangst. De heer v. Dedem bracht ten slotte een dronk uit op het welslagen van het feest. Vervolgens begaf men zich naar het feestter rein, op het pleintje tusschen het fraaie Gerechts gebouw en het karakteristieke Waaggebouw, de Roode Steen geheeten. Het afgepaalde gedeelte was omheind door kokanjemasten, met vlaggen getooid en verbonden door slingers en sparre- groen. Tegenover het front van het nog omhulde beeld was een kleine tribune opgericht, waarop de hooge gasten en de Hoornsche Raad met hun dames waren gezeten, terwijl de overige ruimte bezet was met stoelen, waar genoodigden met een heette de heer Van Dedem, eerevoorzitter van het comité, allen welkom en verzocht hij de aandacht voor den feestredenaar, Dr. Schaep man, die een boeiende schets gaf van de verove ring van Jacatra, en van Coens groote dapper heid en verdiensten. Nadat onder luid gejubel van het publiek, het spelen der muziek en de kanonschoten der 6 oorlogsschepen het doek gevallen was, dat het beeld bedekte, wendde de spreker zich tot den meester prof. Leenhoff die aan Nederland het beeld, het kunstgewrocht geschonken heeft en verzekerde hem, dat zijn roem aan dien van Coen verbonden zou blijven. Het weder, dat aanvankelijk prachtig was, veranderde langzamerhand en een buitje dat nog al lang aanhield, bracht eenige verwarring onder het publiek. Gelukkig klaarde het weder later weer op. Het beeld stelt Coen voor in de kleeding van dien tijd, de linkerhand rustende op het zwaard, staande op een flink graniet vierkant voetstuk, waarin de naam „Jan Pietersz. Coen" en de jaartallen 1587 en 1629, geboorte- en sterfjaar. Daarna werd, onder geleide van den burge meester, het monument bezichtigd, nadat te voren een door den gem.-secretaris voorgelezen oorkonde door de voornaamste genoodigden was geteekend. Op het stadhuis had daarna in de Raadszaal een dejeuner plaats van ongeveer 40 couverts. Als eene bizonderheid op het gebied van wielrijders diene, dat een ingezetene van Lit op een safety naar Den Bosch is gereden (afstand 41/, uur gaans), waarop tegelijkertijd zijn zoontje van twee jaar zich bevond, n.l. voor op de „rus ten," met de handen aan het stuur. Onderweg moest de vader (veehouder) naar zijn vee gaan zien, en daartoe de Maas bij Alem overzwemmen daar zoontje ook de koetjes moest zien, nam papa hem op den rug en zwom met den 2-jarigen jonheheer de Maas over. Voorwaar! dat belooft een onverschrokken sportsman te worden, die kleine! Een knechtje van den landbouwer Metz, te Nieuw-Buineii wilde gaarne een horloge hebben. Zijne ouders hadden het daarvoor ech ter te armoedig. Ook zijn loon liet het niet toe. Geen anderen uitweg wetende, besloot hij H. M. de Koningin er om een te vragen. Dezer dagen schreef hij in alle stilte eenen brief, en Vrijdag jl. overhandigde de burgemeester van Borger mr. Dibbits, hem een prachtig uurwerk. De raadkamer der arrondissements-recht- bank te Maastricht heeft naar de terechtzitting voor strafzaken verwezen J. H. L. Russel, uit gever van het weekblad „Waarheid en Recht" te Weert-Meerssen, beschuldigd van beleediging door middel van geschrift van Ch. Davenport (Sequah) en diens echtgenoote E. H. Geoding. Een paardenmiddel. De heer J. H. te Lutjebroek in Noordholland had voor een paar weken eene kip, wier krop zoodanig in omvang toenam, dat het dier er haast niet van loopen kon en met den dag ver magerde. Een geneesheer, wien hij het feit toevallig vertelde, antwoordde hem schertsend, dat er niets anders op zat dan het dier te opereeren. De eigenaar, vast overtuigd dat het dier wel voor hem verloren zou zijn, talmde niet met den gegeven raad op te volgen. Met een scherp mes legde hij den krop bloot en ontlastte dien van ruim een liter garst en een prop hooi, welke den geregelden doortocht van het voedsel belemmerde. Na de gemaakte wonde zoo goed mogelijk met naald en draad geheeld te hebben, scheen de kip geheel af. Er kwam echter spoedig verbetering in haar toestand, vooral nadat het hechtsel na een paar dagen losser gemaakt en de wonde met water gebet werd. Het dier begon weder voed sel te nuttigen, nam bestendig in beterschap toe en is thans in zooverre hersteld, dat het wel spoedig weer aan de leg zal zijn. Wel een bewijs hoe 'n taai leven een kip heeft In de vergadering van het Nederlandsch Paarden-Stamboek, afdeeling Noord-Holland, ge houden op Donderdag 1 Juni, in het lokaal van den heer Blauw te Schagen, werden de aftredende bestuursleden, de heeren P. B. J. Ferf, Jb. Zijp Hz. en K. Del Court Tot Krimpen, na wijziging van art. 7 van het huishoudelijk reglement, waarbij bestuursleden niet dadelijk weder herkiesbaar werden gesteld, allen herkozen. De rekening en verantwoording over 1892 werd goedgekeurd en evenzoo de wijziging der gren zen van het midden en zuidelijk deel der pro vincie. Het salaris van den secretaris werd van f 60 op f 100 gebracht, terwijl in de algemeene vergadering zal worden voorgesteld een vaste som te bepalen voor schrijfwerk, dat de alge meene secretaris moet laten verrichten. Mede- deeling werd gedaan, dat in de bestuursverga dering was besloten, de jaarlijksche keuring van ingevoerde hengsten voor dé 2 rijkssubsidiën, elk van f 1000, niet in het voorjaar, maar in het najaar te doen plaats hebben. Ook werd me degedeeld, dat dit jaar 3 premies, elk van 1100, voor ingevoerde 1-jarige hengsten zouden worden beschikbaar gesteld en dat de keuringen voor het toekennen van de provinciale aanhoudings- premiën aan hengsten geboren in 1892 en aan merriën geboren in 1887, 1888, 1889 en 1890 zullen plaats hebben den 27ste Juni te Kolhorn, den 28ste te Beverwijk en den 29ste te Hoofddorp. Zeventien leden en vier gasten woonden de vergadering bij. Terwijl te Hoogeveen eene menigte men- schen stonden te kijken naar het zwemmen van eenen man, braken de beide leuningen van de brug en vielen een 40 k 50tal kinderen, eene vrouw en eene vrouw met een kind van weinige weken op den arm, in het water. Redding was dadelij k nabij en met veel krachts inspanning mocht het gelukken, alle drenkelin gen op het droge te brengen. De Nederl. Typografen-Bond, afdeeling Amst., de Soc.-Dem. Yrouwenvereeniging, de Kleedermakersvereeniging „Y. A. D. A.", de Kurkensnijdersvereeniging, de Timmerliedenver- eeniging „D. E. V." de Vrije Yrouwenvereeni ging, de Unie, afd. Amsterdam van den Bond voor Alg. Kies- en Stemrecht, de Radicale Kas, Spoedig stond de trein stil, men stapte uit en na wederzijdsche begroetingen ging het achttal paars gewijze naar het feestgebouw, waar het concert reeds een aanvang had genomen. Daar was alles één opgewektheid, één feeststem ming. Zwartgerokte kellners vlogen heen en weer; reusachtige bowls, geflankeerd door een menigte glazen, prijkten op alle tafeltjes. Slechts hier en daar en bij wijze van uitzondering tintelde de goudgele Rudesheimer in fijn geslepen, bolronde bokalen, en op aller gelaat blonk gloed en leven en geest en joligheid En met elke pauze kon men zien hoe de feest vreugde nog maar altijd crescendo was. Dan vlogen kwinkslagen en plagerijen van rechts naar links en van links naar rechts en daar was niemand, die iets kwalijk nam en ieder amuseerde zich. Iedereen, behalve Willem! Wel had hij zich lang kranig gehouden, de arme martelaar, maar hij werd nu werkelijk suf van de pijn, die op zijn gelaat te lezen stond. »Wat ben je stil, Willem, lach toch eens tegen je dame.ee plaagde de ondeugende Marie. »Willem trekt een gezicht als een oorworm,ee spotte Anna. »Heb je misschien kiespijn,ee vraagde het goed hartige Carolientje, «zeker een holle kies; die moet je laten plombeeren in Crefeld!" Jeannette, die naast hem zat, zei niets, maar ze dacht«Ik vind hem van avond alles behalve 't Concert was geëindigd en de dans zou be ginnen. Twee aan twee wandelden de paren door de zaal en in zijn wanhoop en overmoed bood Willem den arm aan Jeannette en nam een der eerste plaatsen vóóraan in. De in X. wonende dansers zien dit wel, maar ze laten het toch passeeren. De Polonaise neemt een aanvang en Willem kan zich nu niet meer terug trekken; goedschiks of kwaadschiks moet hij alle buigingen en zwenkingen meedoen, terwijl hetangst- zweet hem op het aangezicht staat. Nu wordt het teeken gegeven tot een algemeene polkaWillem huppelt en trekkebeent als een kreu pelde, Jeannette steeds met zich medevoerende. Sommige kenners, die 't hem nog niet vergeven hebben, dat hij zich zoo even op den voorgrond plaatste, lachen luidkeels om de gekke sprongen die Willem maakt; hij bemerkt dit wel, maar houdt zich goed. Daar komt een dikke Pruis aandansen, een slungel met het goedhartigste gezicht ter we reld zoodra hij Willem passeert lacht hij tegen zijn kameraden en zegt, op Willem wijzend Kr tip pel will immer vorantanzenDaarop half onder drukt, maar ook luid gelach in den naastbijzijnden kring Dat was Willem te veel! Met Jeannette nog steeds aan den arm, die (ik meen Jeannette) intusschen doodsbleek geworden is, scharrelt hij voort tot bij zijn kwelgeest. »Mein Herr,« zegt hij, «ist das Sitte in Deutschland? So etwas tliut man in Hol land nicht!" »Das macht nichts!" zegt de ander, die Willem blijkbaar voor ontoerekenbaar houdt. «Mein Herr,« steunt Willem, »du bist ein Lump!« «Das macht auch nichts!« schatert de ander en weg is hij met zijn Dulcinéa! De eerste dans is geëindigdbleek van overspan ning en pijn en trillend van woede wankelt Wil lam met Jeannette naar het tafeltje, waar de andere zes reeds hebben plaats genomen. Het kleine inci dent was niet onopgemerkt gebleven, maar 't rechte van de zaak snapte niemand. Men was na melijk van meening dat Willems onderdanen met het schoeisel van den een of anderen forschen Pruis in onzachte aanraking waren gekomen, en vroeg vol belangstelling naar zijn toestand Willem oordeelde het raadzaam ze in dien waan te laten; hij is reeds vreeselijk met zijn figuur verlegen en spreekt geen woord. Hij zou zich wel willen weg denken! Wel houden allen, zelfs de spotlustige Marie, heur lachlust in, doch Willem zag maar al te wel wat een moeite dat kostte, hij zag er dan ook op en top uit «Ie chevalier de la triste figure Maar, op het alleronverwachst, daar biedt het naïve, medelijden Carolientje in allen ernst aan hem morgen een pleister te laten bezorgenhaar mama heeft er reeds menigeen mee geholpen en ze zijn onfeilbaar tegen alle mogelijke kneuzingen en anders zins. De andere dames houden den zakdoek voor den mondse schijnen het vreeselijk benauwd te heb ben. Willem echter werpt het lieve kind zulk een woedenden blik toe, dat hij veel heeft van een roofdier, die op 't punt staat, zijn prooi te verslin den. Carolientje. in de meening dat zij iets zeer verschrikkelijks gezegd moet hebben, raakt op haar beurt in de war en kleurt tot achter haar ooren. Gelukkig begon daarop de volgende dans en Willem bleef alleen aan zijn tafeltje zitten, terwijl hij met verbeten woede zag hoe de elegante Jean nette als een sylphide met een ander met een vreemde door de zaal zweefde Doch, «faire bonne mine a mauvais jeu« was zijn zaak; dat zag hij in, en om zijn leed te verzetten, dronk hij 't éene glas bowl na 't andere, veel meer dan hem dienstig was. En zóó kwam de avond toch óók om Te kwart na elven 't was toen juist pauze vertrok men in de joligste stemming naar den trein en tegen half een waren allen weer thuis. Wel had het sommige gespeten, dat ze de lol niet tot het einde toe hadden kunnen genieten, maar dat was spoedig vergeten; men had zich toch kostelijk ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1893 | | pagina 1