Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 18 Juni 1893.
Naar men rekent zijn er tegenwoordig
ruim 4 milloen meer vrouwen dan mannen in
Europa. In Italië, Bulgarije, Servië, Roumanië,
Griekenland en vooral Bosnië, zijn er echter
meer mannen dan vrouwen.
Dinsdagavond tegen zes uur liep op den
Zeedijk te Amsterdam een marinier, die een
paar borreltjes ophad en niet geheel nuchter
was.
Een persoon waarschuwde hem, voorzichtig
te zijn, daar zijn gouden horlogeketting zicht
baar was. „Straks zullen z'm rollen", heette
het. Je hoort tegenwoordig van niet anders. En
weet je hoe ze liet doen?"
De marinier wist dat niet en wou het wel
eens zien. Zeer voorzichtig maakte de man den
haak van de ketting los, wipte het horloge uit
den zak en zeide „zoo nemen ze'm" en daarna
plotseling wegloopend, „en zoo spatten ze'm."
De marinier, die op een zoo in alle onder-
deelen juiste nabootsing niet gesteld was, trachtte
den vriendelijken waarschuwer te vervolgen,
doch beneveld als hij was, viel hij op den grond.
Den man met zijn gouden horloge en ketting
heeft hij niet weer gezien.
Rijksmiddelen. Dat de maand Mei
minder zou opleveren dan verleden jaar, sprak
vanzelf. De zoutaccijns, op een derde verminderd,
gaf f 80,000, terwijl als raming vermeld staat
f135,000, wat vermoederlijk wel f106,000 zal
moeten wezen. Van den zeepaccijns, die geheel
verdwenen is, kwam nog f 325 in, te zamen dus
4 ton minder dan gewoonlijk. Ook de accijns op
het gedistilleerd, die verhoogd is, bracht deze
maand 7 ton minder op dan verleden jaar, omdat
de vorige maanden zooveel meer is ingeslagen.
De registratie- en hypotheekrechten, die wederom
verminderd zijn, brachten omgekeerd te meer
op, omdat vele uitgestelde mutatiën in de maand
Mei plaats hadden. Toch konden de registratie
rechten het bedrag van 't vorig jaar niet geheel
bereiken en bleven de hypotheekrechten nog
f32,000 daar beneden. Al deze middelen gaven
dus te zamen ongeveer f 1.150,000 minder dan
verleden jaar.
Hiertegenover staat, dat de vermindering der
grondbelasting zich nog niet zeer sterk deed ge
voelen; dat het personeel, dat dit jaar achterlijk
schijnt, f130,000 inhaalde; dat de invoerrechten
en de boven niet vermelde accijnzen alle eenigen
vooruitgang toonen; dat ook de opbrengst van
zegelrechten, posterijen, telegraphie en loodsgel
den hooger is dan verleden jaar. Alleen succes
sierecht gaf 2 ton minder.
De einduitkomst, slechts rnim 1 millioen onder
de opbrengst van Mei 1892, is niet bepaald on
gunstig. Aan 't eind der vijf maanden zijn wij
slechts een derde van een millioen ten achteren.
De volgende cijfers toonen het verschil aan van
eenige der belangrijkste posten: grondbelasting
f218,000, patent f74,000, suiker p. m.
f531,000, gedistilleerd p. m. 1.445,000, zout
f 228,000, zeep f 283,000, registratie
f 1,255,000, hypotheekrechten f 175,000, suc
cessierechten p. m. f 40,000.
De overige posten toonen slechts onbeduidende
verschillen.
De hardlooper William Stewart, die zooals
gemeld is te Amsterdam met succes een wedloop
tegen een paard gehouden en van Luik naar
Amsterdam is komen loopen, zal ook in Haarlem
een wedloop houden, die tevens zal worden op
geluisterd door de medewerking van de hard
loopster miss Lully.
Bij de Dinsdag gehouden herstemming voor
een lid der Tweede Kamer te Gouda, is geko
zen de heer T. G. G. Yalette (lib.), met 1132
stemmen. De heer J. N. Bastert (conserv.) ver
kreeg 999 stemmen.
Aan de „Hoornsche Cronyk" is het vol
gende ontleend
In het jaar 1540 was het zoo een heete droge
zomer als men niet veel gezien heeft, dies de
rivieren en slooten weinig water hadden en de
beesten veel leden bij gebrek aan drinken als
van voeder, dat door de droogte niet veel wies.
De levensmiddelen stegen zeer in prijs, duizen-
zigheid zien te troosten,® scherstye hij, «wanneer
ik morgen op reis ben."
«Heel lang zal die scheiding niet duren,® zei zij
«morgenavond halen wij je van het spoor.«
»En dan breng ik een eigenhandig geplukten
veldruiker voor je mee!«
Leentje hoorde verder niets. Zij had het geld
voor hare bloemen gekregen en ging nu groetend
verder. Half droomend ging zij rond en fluisterde
werktuigelijk: »Mag ik een roos voor u uitzoeken
Nu begreep zij, waarom hij niet meer in haar
winkel gekomen was. Op dien zelfden gedenkwaar-
digen dag in Maart had hij zijn meisje leeren ken
nen, en hij was edelmoedig genoeg om het gevaar
lijke spel met het hart van een arm bloemenmeisje
te laten varen.
»Wat zie je bleek, kind?« zei juffrouw Triedel
angstig, toen Leentje een oogenblik later thuis
kwam. »Ben je niet wel?"
»Ik ben vreeselijk moe en heb een gevoel alsof
er een gewicht op mijn borst lag."
«Hebt ge dat wel eens meer, kind?"
«Ja een paar maal," klonk het pijnlijke antwoord,
«maar toen deed het niet zoo zeer; vandaag is het
al heel erg
«Laat ons naar huis gaan, Leentje, vandaag heb
je genoeg bloemen verkocht
«Ja, ik heb vandaag genoeg verkocht.«
Den volgenden dag, op een Zondag, was het ten-
den muizen vraten het land kaal, zoodat de nood
hoog steeg.
In 1556 vielen zeer weinig regens, zoo in
Holland, West-Friesland, Gelderland, ja overal;
zoodat dit geheel jaar door de ellende zeer groot
was.
In 1601 was de zomer uitermate droog, en
het gras was zoo weinig, dat de beesten op vele
plaatsen van den honger vergingen en er weinig
boter en kaas gemaakt werd.
In 1612 bleef de droogte tot 26 Juni aan
houden, daar op dien dag een vreeselijke storm
vele ongelukken veroorzaakte.
Ook in 1624 was de zomer droog; in het na
jaar stierven tengevolge daarvan vele menschen
deor onderscheidene soorten van ziekten.
Dicht bij Leeuwarden woont in een klein
dorpje een boer, die zich dezer dagen den haat
van velen op den hals heeft gehaald. Hij bezit
namelijk in een zijner weilanden een waterkom
(Friesche dobbe), waarvan ieder uit den omtrek
zich bediende, daar zij smakelijk drinkwater be
vatte in dezen drogen zomer overal elders
schaarsch te vinden. De eigenaar, die er zelf niet
van profiteerde, ergerde zich echter bovenmate
over dit verbruik, daar hij den voorraad voor
zich alleen wilde behouden, niet omdat dit noo-
dig was, maar alleen omdat hij het vocht aan
anderen niet gunde. Men stoorde zich daar ech
ter weinig aan. De man in kwestie besloot
daarop, dat het uit zou zijn, en het is uit. De
geheele „dobbe" is doortrokken met petroleum,
door den boer er in uitgestort, waardoor het
water ongenietbaar is geworden.
In den tuin van het Paleis voor Volksvlijt
te Amsterdam steeg Woensdagmiddag te onge
veer 5 uur de belgische luchtschipper Denijs
met zijn ballon „La Belgique" op, vergezeld van
zijn luitenant Schippereijn, een Amsterdammer
van geboorte, maar sedert eenigen tijd te Brus
sel woonachtig.
De luchtvaart, de 457e van den heer Denijs
reeds, ving bij oostelijken wind onder de gun
stigste voorteekenen aan.
Te half zes ongeveer daalden de luchtreizi
gers op een weiland bezuiden Halfweg neder en
bereikten goed en wel den beganen grond.
Te Schagen werd jl. Maandag de jaar
lij ksche algemeene vergadering gehouden van de
onderwijzers en onderwijzeressen in het arron
dissement Helder, onder voorzitterschap van den
heer mr. M. Büchner. Deze vergadering werd,
behalve door den heer Burgemeester van Scha-
gen, bijgewoond door 91 leden. De heer R. Vis-
scher, van Wieringerwaard, werd als lid van het
Bestuur herkozen. Er werd bepaald, dat de ver
gadering ten volgenden jare weder in de maand
Juni tc Schagen zal plaats hebben. Bespreking
had plaats van de volgende onderwerpen: 1.
Welke waarde heeft het onderwijs in Handen
arbeid voor de Volksschool? 2. „Belasting
naar draagkracht", een beginsel ook van toe
passing op de lagere school. 3. De noodza
kelijkheid van kleine scholen. 4. Ons noten
schrift. Inleiders dezer bespreking waren res
pectievelijk de heeren Roep, van Schagen, Blad
van Haringkarspel, v. d. Ploeg van Helder en
Melchior, van Oudesluis. Vooral punt no. 1
lokte een levendige discussie uit, welke eindigde
met de aanneming der door den heer Kloeke,
van Schagen, gestelde motie: „De vergadering,
gehoord de inleiding en de debatten, is van oor
deel, dat onderwijs in handenarbeid nuttig is,
maar dat dit vak niet onder de leervakken van
de lagere school kan worden opgenomen, omdat
eer behoefte aan inkrimping dan aan uitbreiding
van leervakken bestaat." De discussie over
het notenschrift lokte eene interessante bespre
king uit tusschen den inleider en de heeren
Evenwel van Kolhorn, en Kuijk van Helder,
de beide laatsten bekend als kundige zangonder
wijzers.
De Weesinrichting te Neerbosch.
Onze lezers zullen hebben opgemerkt, zegt de
„H. Ct.", dat wij jl. Vrijdag (onder „Briefwis
seling") eene oproeping richtten tot degenen,
die ons uit eigen ervaring mededeelingen kon-
toonstellingsterrein propvol, en overal hoorde men
lachen en vroolijk praten. Maar wat verder in den
avond, was er een eigenaardige onrust onder het
publiek op te merken. Als een loopend vuurtje
ging het rond en overal sprak men van een onge
luk, van een groot spoorweg-ongeluk.
Leentje ving slechts enkele woorden op, wat niet
weg nam dat zich een onuitsprekelijke angst van
haar meester maakte. Zijn meisje had immers ge
zegd, dat zij hem 's avonds zou komen afhalen.
Hemel, wanneer hij eens in dien ongelukstrein ge
zeten had
Zij zocht zichzelve wijs te maken dat zij kinder
achtig beangst was; er liepen toch zoovele treinen
te Berlijn, en er reisden zoo veel menschen,
waarom zou hij nu juist Maar het hielp niets.
De angst, die gruwelijke angst liet zich niet ver
schalken hij beheerschte haar geheel en al. Hij
ging met haar naar huis en deed haar 's nachts
onrustig slapen. Toen zij 's morgens moe en mat
buiten kwam, was het eerste wat zij hoorde, de
ruwe stem van een uitroeper: Het laatste nieuws!
Het laatste spoorwegongeluk!"
Zij kocht zoo'n blaadje, maar kwam er niet ver
der door. 's Avonds waren pas de namen der slacht
offers van het ongeluk bekend en in de avondcou
rant las zij den naam, die op zijn kaartje stond en
die onuitwischbaar in haar hart gegrift was.
Leentje stond voor de winkeldeur. Het was een
zonnige dag en een groote menschenmassa stroomde
door de straat, juist als op dien morgen, toen men
naar buiten vloog om de studenten in hunne rijtui-
i den doen omtrent de Weesinrichting te Neer
bosch.
Aanleiding daartoe was 't verschijnen van een
geschrift, getiteld „De weesvader van 't Linden-
hout ontmaskerd, of onthullingen over de weesin
richting te Neerbosch, door G. van Deth, oud
kapitein, en A. J. van Houten," waarin
beschuldigingen van zeer ernstigen aard met be
trekking tot de toestanden in genoemde weesin-
riehting worden ingebracht.
Wij hadden het genoegen, van een zestal
stadgenooten de gevraagde inlichtingen mon
deling en schriftelijk te ontvangen, met ver
wijzing tevens naar tal van anderen, en onze
conclusie is, dat, al komt er in een inrichting
met een lOOOtal verpleegden natuurlijk wel eens
iets voor, dat men anders zou wenschen, de be
schuldigingen, in de brochure vervat, onverdiend
zijn en de Weesinrichting integendeel den steun,
dien zij geniet, volkomen verdient te behouden.
Zij levert flinke menschen af, die goede burgers
in de maatschappij worden; en de oud-weezen
zijn eenstemmig in hun lof en dankbaarheid
voor hun vader Van 't Lindenhout.
De heeren gebroeders Houtman, de bekende
aannemers te 's Gravenhage, gaven ons vergun
ning, ons te dien aanzien op hen te beroepen.
Onze inlichtingen komen dus overeen met die
van het Amsterdamsche „Nieuwsblad voor Ne
derland," welks redactie persoonlijk een onder
zoek in de inrichting heeft ingesteld, waarvan
het resultaat was, dat zij zelfs tot de overtui
ging kwam, dat de brochure eene aaneenscha
keling is van leugen en laster.
Genoemde redactie deelt trouwens mede, dat
van Houten, die als onderwijzer aan de inrich
ting te Neerbosch ontslagen werd, omdat hij niet
is een man van de beginselen, welke aan de
inrichting ten grondslag liggen, hoewel hij dit
bij zijne aankomst had beweerd, schriftelijk aan
geboden had, ]de brochure niet uit te geven,
zoo de heer Van 't Lindenhout hem f 300 wilde
betalen.
De schrijvers der brochure zegt het „Nieuws
blad voor Nederland" zullen zich weldra
voor de justitie te verantwoorden hebben, daar
de heer Tjessinga te Nijmegen, een schoonzoon
van den directeur, die eveneens zwaar belee-
digd is, eene aanklacht heeft ingediend bij den
officier van justitie.
Daarentegen heeft een der schrijvers, de oud
kapitein van Deth, naar „R. v. A." verze
kert, een exemplaar der brochure verzonden
naar den Minister van Justitie, met een bege
leidend schrijven, waarin hij den Minister ver
zoekt, een commissie van enquête in te stellen,
die de inrichting te Neerbosch onderzoekt.
In een Friesch dorp begaf het hoofd der
school zich dezer dagen tot een zijner dorpsge-
nooten om te vernemen, waarom deze zijne kin
deren van school hield. En hij kreeg ten ant
woord„Omdat gij mij niet op de bruiloft hebt
genoodigd toen uwe dochter trouwde."
Met deze boodschap kon meester heengaan.
De Gemeenteraad van Hoogwoud besloot
het salaris van den onderwijzer in de Weere
met 50 Gld. te verhoogen en te brengen op
550 Gld., evenals dat onlangs geschied was met
den te benoemen onderwijzer te Aartswoud. Het
salaris van de onderwijzeres in de kom der ge
meente, dat ook 500 Gld. bedraagt, werd niet
verhoogd. Wel werd, naar men vertelt, besloten
haar met 1 Januari 189,5 eene gratificatie te
geven van 50 Gld., doch zoo iets is niet te ge-
looven. Was het eerste besluit een daad van
verstandig beleid, het tweede valt niet te roe
men, vooral niet, als men de gronden van dat
besluit kent.
Een ieder, die genoemde onderwijzeres in haren
arbeid kent en in staat is dat werk te beoor-
deelen, roemt ten zeerste haren ijver en hare
geschiktheid en toch verhoogt men haar salaris
niet, omdat zij bij hare ouders inwoont. Mag de
gemeenteraad dezen factor wel in aanmerking
nemen en zoo profiteeren van het salaris harer
ambtenaren Mij dunkt, neen Zoo ja, welnu,
dan moest de Raad dien factor ook toepassen
bij de bepaling van het salaris van andere
ambtenaren, van die b.v. die in zekeren welstand
gen te zien.
Nu kwam er ook een studentenoptocht voorbij,
maar een zeer treurige.
Vooraan reed een student in zijn mooie schil
derachtige dracht, met de breede rozenrood-wit-gele
zijden sjerp, die heden echter met zwart krip be
dekt was. Daarop volgde de lijkwagen, door vier
met zwart behangen paarden getrokken, gevolgd
door bidders, in hun sombere zwarte kleeding. De
rijkversierde eikenhouten kist was geheel met kran
sen en rozen, zijne lievelingsbloemen, donkerroode
rozen, bedekt. Daarachter kwam een onafzienbare
reeks rijtuigen, waarin studenten gezeten waren,
wier met krip omwoelde vaandels in den zonne
schijn glinsterden. Het allerlaatst kwamen de volg
koetsen. Eerst een rijtuig met twee bleeke schrei
ende dames, een oudere en een jonge.
Die treurige stoet verdween om den hoek der
straat en de volksmenigte verstrooide zich.
Toen Leentje tegen den avond naar het tentoon
stellingsterrein ging, nam zij haar weg langs het
kerkhof. Zij had een mooien ruiker van zijne lie
velingsbloemen meegenomen, dien zij bij de andere
bloemenkransen neerlegde. Het was alsof zij de
woorden, die hij het laatst tot haar gesproken had,
hoorde
«Zij geeft mij steeds hare mooiste bloemen.
En daar had hij wel gelijk in; zij had hem haar
schoonste bloem, de eerste reine liefde harer jeugd,
geschonken.
In zichzelve gekeerd verliet zij het vreedzame
kerkhof met zijne donkere lanen, zijne treurwilgen
verkeeren. Nu begaat hij een grove onbillijk
heid met aan den een te weigeren, wat hij aan
anderen geeft. "E. C."
Een jaar of twaalf geleden werd heel ons
land in beroering gebracht door de even brutale
als veelvuldige diefstallen met braak, die toen
werden gepleegd. Heden was het in het noorden,
te Leeuwarden, waar op zekeren dag in eene
villa al het goud- en zilverwerk werd ontvreemd,
morgen geschiedde hetzelfde in het zuiden, te
Maastricht. Wat stoutheid betreft, daarvan ge
tuigt het meest de indertijd in de bladen breed
voerig omschreven inbraak etc. te Heemstede.
De dief, Friedrich Mohme, werd gevat den 31en
Mei 1881 en veroordeeld tot 14 jaar gevangenis
straf. Den 29en September daaraanvolgende kreeg
hij er nog 2 jaar bij, wegens een, sedert aan het
licht gekomen, ook door hem gepleegden root.
Bijna een dozijn jaren waren van zijn langen
straftijd verstreken, toen de man zoodanig ziek
werd, dat de geneesheer aan het tuchthuis te
Leeuwarden hier was hij ingesloten geen
hoop meer had op zijn herstel. Toen volgden
herhaalde smeekschriften van zijne in Duitsch-
land wonende moeder, om haar kind in vrijheid
te stellen en hem ten harent te laten sterven.
Op 16 Maart jl. werd daaraan eindelijk toege
geven, nadat de dokter had verklaard, dat de
patient, indien hij dadelijk werd ontslagen, nog
zou mogen worden vervoerd, maar eene week
later niet meer. Zoo bekwam de man dan ont
heffing van zijn verderen straftijd en bracht men
hem in den gemakkelijksten brancard en met
de grootste zorg per Staatsspoorweg-maatschappij
over de Hannoversche grenzen, in den schoot
zijner bedroefde familie.
Dezelfde man nu, die bijna drie maanden ge
leden als ongeneeslijke zieke werd ontslagen, is
den 7en jl. te Amsterdam in preventieve hech
tenis gebracht, als verdacht van diefstal met
braak enz., op dien datum te Nieuwer-Amstel
gepleegd. („Amst.")
Het zesde jaarlijksche concours te houden
door den Provincialen Noordhollandschen Bond
van Harmonie en Fanfarecorpsen uitsluitend be
staande uit dilettanten, zal plaats hebben te
Winkel den 2e en 3e Juli a. s. Des morgens
om elf uur officieele ontvangst van heeren leden
der Prov. Bond, Juryleden, Feestcommissie, Bur
gemeester en Wethouders en de Secretaris der
gemeente Winkel, in de expres gebouwde con
certzaal op het feestterrein achter het logement
De Zwaan.
De jury bestaat uit de heeren J. Koning, Ch.
F. W. Kriens en Joh. M. Zaagmans. Aan het
concours, dat aanvangt Zondag ten 12 ure nemen
deel in de tweede afdeeling Winkel's fanfarecorps,
Edam's fanfarecorps, Zaandijk's fanfarecorps,
Concordia te Beets, Trou moet blij eken te Am
sterdam en Harmoniekapel te Beverwijk.
Elk dezer vereenigingen speelt als verplicht
stuk „La Plébeienne" fantaisie par I. Martin en
een nummer naar eigen keuze.
In de eerste afdeeling nemen deel het fanfare
corps Broek in Waterland, het Stedelijk Muziek
corps van Alkmaar, het Stedelijk Muziekcorps
van Purmerend, De Adelaar te Weesp en Excel
sior van Wormerveer, en spelen als verplicht
nummer: Jeunesse et Gloire, fantaisie brillante
par I. Meurice benevens een nummer naar eigen
keuze.
Voor de le afdeeling zijn beschikbaar gesteld
le prijs een verguld zilveren medaille, 2e prijs
een zilveren en 3e prijs een bronzen medaille,
voor de 2e afdeeling 3 medailles en als 4e prijs
een diploma.
Het feest wordt geopend met een Bondsmarsch
van J. P. Groot, uit te voeren door alle veree
nigingen, onder leiding van den componist.
Na afloop van het concours volgt direct de
uitspraak der jury en des avonds te 9 ure heeft
de uitreiking der bekroningen plaats gevolgd
door een groot bal.
Maandag 3 Juli, 's morgens ten 8 ure groote
reveille door alle aanwezige tamboers hierna ge
zamenlijke uitvoering van den Bondsmarsch, van
9—10 ure optocht door alle corpsen, 1011
ure velocipéde-wedstrijd, van 111/21 lA volks
spelen, van 24 ure Matinee Musicale te geven
en zijne kruisen, om in het drukke woelige stads
leven terug te keeren, naar het tentoonstellings
terrein, waar het electrisch licht alles fantastisch
verlichtte, waar de muziek weerklonk, de glazen
rinkelden en sigarendamp de lucht vervulde.
Dezen avond had Leentje geen roos op haar
kleedje, en geen roode linten door hare donkere
vlechten.
Geheel in het zwart gekleed en met een bleek
gezichtje ging zij rond en vroeg- met een pijnlijk
lachje! «Mag ik een roos voor u uitzoeken?«
Gelukkig kwam er een eind aan dien langen
avond en had zij dus recht om naar huis te gaan,
haar vermoeid hoofd op het kussen neer te vleien
en haar hart eens lucht te geven.
Moeder had het wel gezegd, dat een meisje nooit
met haar eerste liefde trouwt!
De hare was vandaag in het graf gedaald en had
een prachtig graf gevonden.
Wanneer zij in latere jaren nog eens bij dien
eersten liefdesdroom stil zal staan, zal dat geen
bittere herinnering bij haar opwekken. Die droom
heeft een vonkje poëzie op hare vreugdeloozejeugd
geworpen en Leentje heeft niet, zooals zoovele an
dere, hare eerste liefde zien besmetten en in het
stof vertreden.
Haar eerste liefde heeft zij op het stille kerkhof
begraven, onder een dek van geurige donkerroode
rozen.
EINDE.