Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 28.
Zondag 9 Juli 1893.
2e Jaargang.
FEUILLETON.
Een gevoelige nederlaag.
NIEUWE
LAMMER COURANT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Ocdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 et., franco p. post ÖO ct.
UITGEVER:
J. HL KEIZER.
BUREEL:
Noordscliarwoiide.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
IHElNTltE^EMVC; OP IIKV IIOLLAVP§CIIUI NPUOItWIX;. (Greenwich lijd.)
Vertrekuren van af station Noord-Scharwoude. (Zomerdienst.)
GREENWICH TIJD.
RICHTING HELD E R.
6.36* 7.46 11.23 3.06
AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.56* 8.06 11.43
Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Den Helder.
6.57 I 10.11
RICHTING AMSTERDA UI.
GREENWICH TIJD.
6.18
7.30*
9.37
12.04f
1.38 i
3.55
8.16
AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.38
7.50*
9.57
12.24f i
1.58
4.15
8.36
Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam,
f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest.
Proclamatie n.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Noord-
scharwoude brengen by deze met het oog op de mo
gelijke nadering der Cholera de Ingezeten in herinne
ring.
1°. In het algemeen.
Al hetgeen ten vorigen jare door middel van Cir
culaires en bekendmakingen is aangeraden, ten einda
de verbreidingen van die zoo gevreesde ziekte tegen
te gaan.
2°. In het bijzonder.
Dat een ieder er zich voor wachtte niet alleen
het water uit de slooten niet te drinken, doch het
ook niet te gebruiken voor het schoonmaken van
vaatwerk of het reinigen van kleederen, daarjuist
daarin het groootste gevaar voor de verbreiding van
genoemde ziekte is gelegen;
dat mede een ieder worde gewaarschuwd de sloo
ten niet te verontreinigen door het daarin werpen
van vuil, afval van groenten of wat dies meer zij,
omdat ook door de verrotting van die stoffen groot
gevaar zou kunnen ontstaan, zullende hierop ten
strengste worden toegezien en gehandhaafd worden
de bepalingen daar omtrent bestaande by de Alge-
meene Plaatselyke Politie Verordening dezer ge
meente by toepassing der daartegen bedreigde boe
ten.
Noordscharwoude, den 18 Juni 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
C. KROON.
De Wethouder,
K. SLOTEMAKER.
WAARSCHUWING.
De BURGEMEESTER, Hulp-officier van Justitie, te
Noordscharwoude, herhaalde malen klachten ont
vangende, dat willekeurig van de kanten hunner akkers
in deze en andere gemeenten liggende gras wordt
afgeschoren niet alleen, maar dit gras wordt medege
nomen en behouden, dat, voor zooverre men hiervan
onwetendheid mocht voorwenden, men wete en be-
grype dat zulks diefstal is, dat niemand het dus meer
wage gras te scheeren, zonder voorzien te zyn van
schriftelyk bewys van den eigenaar, daar op deze zoo
strafbare handelingen, ernstig zal worden toegezien
en by ontdekking tegen den dader of daders zonder
eenige de minste oogluiking onverwijld Proces-Verbaal
zal worden opgemaakt en ter vervolging als diefstal
aan den bevoegden Rechter zal worden opgezonden
ieder Eigenaar of belanghebbende uitnoodigende hem
Hulp-officier van Justitie de hand in dezen te reiken
en te helpen, door aangifte by ontdekking, opdat ein--
delijk aan dit, oppervlakkig klein, doch inderdaad
groot misdryf, diefstal van vertrouwde goederen, een
einde kotuu.
Noordscharwoude, 23 Juni 1893.
De Hulp-officier van Justitie voornoemd,
C KROON.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Oud
karspel brengen by deze met het oog op de mogelijke
nadering der "cholera 3e Ingezotenon In herinnering.
1°. In liet algemeen.
Al hetgeen ten vorigen jare door middel van
Circulaires en bekendmakingen is aangeraden, ten
einde de verbreidingen van die zoo gevreesde ziekte
tegen te gaan.
2°. In het bijzonder.
Dat een ieder er zich voor wachtte niet alleen
het water uit de slooten niet te drinken, doch het
ook niet te gebruiken voor het schoonmaken van
vaatwerk of het reinigen van kleederen, daarjuist
daarin het grootste gevaar voor de verbreiding van
genoemde ziekte is gelegen.
Dat mede een ieder worde gewaarschuwd de
slooten niet te verontreinigen door het daarin wer
pen van vuil, afval van groenten of wat dies meer
zy, omdat ook door de verrotting van die stoffen
groot gevaar zou kunnen ontstaan, zullende hierop
ten strengste worden toegezien en gehandhaafd
worden de bepalingen daar omtrent bestaande by
de Algemeene Plaatselyke Politie-Verordening dezer
gemeente by toepassing der daartegen bedreigde
boeten.
Oudkarspel, den 20 Juni 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
C. KROON.
De Secretaris,
P. EECEN Pz.
en andere gemeenten liggende gras wordt afgeschoren
niet alleen, maar dit gras wordt medegenomen enbe-
houden, dat, voor zooverre men hiervan onwetendheid
mocht voorwenden, men wete en begrype dat zulks
diefstal is; dat niemand het dus meer wage gras te
scheeren, zonder voorzien te zyn van schriftelyk be
wijs van den eigenaar, daar op deze zoo strafbare
handelingen, ernstig zal worden toegezien en by ont
dekking tegen den dader of daders zonder eenige de
minste oogluiking onverwyld Proces-Verbaal zal wor
den opgemaakt en ter vervolging als diefstal aan den
Rechter zal worden opgezonden, ieder Eigenaar of be
langhebbende uitnoodigende hem Hulp-officier van
Justitie de hand in dezen te reiken en te helpen, door
aangifte by ontdekking, opdat eindelyk aan dit, opper
vlakkig klein, doch inderdaad groot misdryf, diefstal
van vertrouwde goederen, een einde kome.
Oudkarspel, 23 Juni 1893.
De Hulp-officier van Justitie voornoemd,
C. KROON.
Binnenland.
WAARSCHUWING.
De BURGEMEESTER, Hulp-officier van Justitie te
Oudkarspel, herhaalde malen klachten ontvangende,
dat willekeurig van de kanten hunner akkers in deze
De eerste waggon bloemkool is den 5 dezer
van het station Hiigowaarri verzonden met be
stemming naar Rotterdam.
De Eerste Kamer zal tegen 19 dezer wor
den bijeengeroepen. Het voornemen is nog in
dezelfde week de bedrijfsbelasting in de afdee-
lingen te onderzoeken en eenige wetsontwerpen,
waaronder het handelstractaat met Spanje, af te
doen.
Onder het opschrift: De nieuwe belas
ting, schrijft de „Haagsche Courant:"
„Naar men verzekert, valt de opbrengst der
vermogensbelasting zeer mede. De beschrijving
is nog niet geheel gereed, en reeds moet mon
tot een cijfer zijn gekomen, ver boven de raming,
welke de minister Pierson er (in 't publiek) van
maakte.
„De meening van hen, die betoogden, dat de
minister wel ongeveer het dubbele had kunnen
ramen, zou, zegt men, vrijwel bevestigd worden.
De raming is f8,700,000 en men zegt dat men
nu al over de 12 millioen is.
„O.a. verhaalt men, dat te Amsterdam iemand
zal worden aangeslagen voor een belasting van
f 95,000 's jaars en een andei aldaar f 45,000
's jaars als rond cijfer heeft aangeboden, terwijl
hij anders in het buitenland gaat wonen.
„Als de vermogensbelasting dus waarschijnlijk
een 6 millioen 's jaars meer zal opbrengen, dan
de minister zeide te berekenen, en hetzelfde ver
schijnsel doet zich, zooals te verwachten is, ook
bij de bedrijfsbelasting voor, dan vertrouwen wij
dat de Kamer onmiddellijk zal eischen, dat het
overschot worde aangewend tot verlaging van de
personeele belasting, die 11 '/2 millioen opbrengt
en die men dan wel op lj3 zou kunnen terug
brengen.
„Dat moet een stellige eiseh worden.
„Want anders gaan de millioenen weer in den
zinkput der militaire uitgaven.
„En dat mag niet."
Omtrent de internationale tentoonstelling
van petroleum en petroleumgebruik voor ver
lichting, verwarming en drijfkracht, te houden
te Bolstvard van 19 Juli tot 11 Augustus,
verneemt men dat deze zeer luistterrijk zal
worden.
Het tentoonstellingsgebouw, gebed voorzien
van waterleiding en ingericht voor drijfkracht,
is uitstekend.
Vooral Daitsehland, Engeland en Amerika
zullen in den wedstrijd meedingen. Uit Londen,
Hull enz. melden petroleum-industrieëlen hunne
komst.
Motoren voor draineerbuizen, dorschmachines,
trasmolen, tabakskerverij, metaalschaaf- en draai
bank, zullen groote belangstelling wekken. Twee
of drie petroleummotorenbooten zullen de be
zoekers de gelegenheid verschaffen een water
tochtje te maken.
Als men door de duistere gang in het kolos
sale gebouw komt zal men daar alles verlicht
vinden door de kleinste lampjes en lantaarntjes
tot eene reuzenlamp van 12.000 kaarsenlicht
sterkte. Door ventilators wordt voor luchtverver-
sching gezorgd.
Op het ruime terrein voor het gebouw, dat
met bloemperken en eene fontein smaakvol
wordt ingericht, zal eene bakkerij door petroleum
gedreven in werking zijn. Het programma der
De jonge dame die zoo ongelukkig was geweest,
plotseling het voorwerp van Johans afschuw te wor
den, zag er volstrekt niet naar uit of zij het zich
erg zou aantrekken als zij het wist. Zij had een
tenger, rijzig figuur, een bleek, eenigszins mager
gelaat en donkerblauwe, ernstige oogen. Over het
geheel was haar uiterlijk vrij onbeduidend, maar
toch had zij iets dat dadelijk in het oog viel en
dat was hare houding. Er lag eene zekere waar
digheid, eene onbewuste meerderheid in al hare
bewegingen uitgedrukt; zoodra zij ergens binnen
kwam, stonden alle heeren die in het vertrek wa
ren behalve Johan en consorten natuurlijk
dadelijk op, om haar te begroeten, als ware zij
eene voorname, of rijke dame.
Toch was zij altijd kalm beleefdzij kon soms
zelfs iets droomerigs en onverschilligs hebben, wan
neer men niet juist tot haar sprak, en zij liet ande
ren praten en lachen zoo veel zij wilden, zonder er
deel aan te nemen.
Aan tatel was het gesprek zeer levendig. Oom
vertelde geschiedenissen uit zijne jonge jaren en
telkens als hij een historietje had uitverteld, lachte
hij, dat de tranen hem over de wangen rolden.
Dan keerde hij zich tot juffrouw Linder met een:
»Het was dol, vindt ge niet, juffrouw
Juffrouw Linder boog en glimlachte; zij had zulk
eene eigenaardige manier van stil en vriendelijk te
glimlachen, dat dit haar bevallig maakte.
Johan had zijn plaats aan tafel gelukkig naast
Elsa. Hij deed zijn best om evenals in den voor
middag een gesprek tusschen hem en zijn jongste
nicht in gang te brengen, maar het vlotte nu even
weinig als toen. Zij lachte slechts zoodra Johan
over iets begon en als hij haar dan verwonderd
aanzag, trilden hare lippenzij sloeg de oogen neer
en trok met haar vork lijntjes op haar bord. Johan
dacht in stilte, dat hij bij eene ontzettend laehlus-
tige familie was aangeland, maar ten slotte werd
hij toch boos. Wel poogde hij zich met de gedachte
te troosten, dat dit zeker kleinsteedsche manieren
waren, die men met een voornaam glimlachje moest
aanzien, maar hij gevoelde toch hoe zijne handen
klam werden en hoe daar een paar verraderlijke
roode plekken op zijne wangen brandden. Eindelijk
kon hij het niet langer verdragen en vroeg waarom
zij toch lachte?
»0 Johan, je moet het mij heusch niet kwalijk
nemen,antwoordde Elsa, nog steeds giegelende,
»maar het is zoo potsierlijk ik heb nooit zoo iets
gezien behalve bij ezels, geloof ik o, het is
zoo vreeselijk grappig om te zien... hoe doe je dat
toch in 's hemels naam, Johan je knipt onophou
delijk met je ooren op en neer zie zoo
Zij hief de handen op en bewoog hare fijne oor-
lapjes heen en weer.
Johan werd vuurrood. Hij had die ellendige ge
woonte geheel vergeten. In de confusie van het
oogenblik kwamen zijne ooren nog sterker dan
anders in beweging, zoodat zij als een paar vlerken
open en dicht gingen, met het noodlottig gevolg
dat Elsa ook steeds meer aan het lachen raakte.
Gelukkig was de mialtijd nu afgeloopen, zoodat
men van tafel opstond en er aldus een einda aan
den onaangenamen toestand werd gemaakt.
Na het eten ging men den tuin in en dronk in
een prieel koffie. Johan voelde zich nu meer tehuis
en deed wat hij kon om zijne ooren in bedwang
te houden. De meisjes waren spraakzaam en vrien
delijk en zij vertelden hem, dat over een paar dagen
een bal in het hótel gegeven zoti worden; het ging
van de jonge heeren in de stad uithet zou een
prachtig bal zijn, met militair muziek en bouquet-
ten en cotillon-orden.
Nu werd hij weder opgewekt en vergat geheel
en al zijn tegenspoed van daareven. Hier was nn
een veld waarop lauweren voor hem te oogsten
waren! Nu zou hij die kleinstedelingen eens laten
zien. hoe men te Stockholm danst! Dadelijk wendde
hij zich tot Elsa met het verzoek den cotillon met
haar te mogen dansen.
Zij werd verlegen en bloosde.
»Neen, dank-je« antwoordde zij beslist »ik ben
reeds geëngageerd voor den cotillon.
»Elsa fopt je,« riep een der kleine zusjes, dat
aan de tafel zat en beschuitjes in de koffie sopte,
»dat kan ik duidelijk zien, want zij wordt vreese
lijk rood!"
»Wel neen, ik fop niemand,antwoordde Elsa
met eene apocrieve vertooning van gewicht, »maar
ik moet je zeggen, juffertje, dat het voor zulke
kleine kinderen volstrekt niet te pis komt, er zich
mede te bemoeien wanneer groote mmschen pra-
ten.«
Tegelijk begon zij de kleine vrij onzacht aan het
haar te trekken: deze schreeuwde en sloeg met de
handen om zich henen, totdat juffrouw Linder het
oproerig jong gemoed tot bedaren bracht. Elsa
maakte dat zij sveg kwam. om verder uitnoodigin-
gen tot dansen van neef Johan te voorkomen.
Het nu volgend stilzwijgen werd ten slotte door
juffrouw Linder afgebroken die aan Johan vroeg of
hij veel van dansen hield
Die vraag wekte zijne verontwaardiging inhooge
mate. Hij wierp zich achterover in zijn stoel, schoof
zijn hoed een weinig naar achteren en blies zeer
voornaam rookwolkjes uit zijne sigaar.
»0 ja,« antwoordde hij ten laatste en streek
ernstig zijn snor glad, »o ja: dat is te zeggen, ik
heb er veel van gehouden. Wij. Stockholmers, gaan
zóo verbazend veel uit, dat het ons al spoedig be
gint te vervelen.«
»Wei zoo? Dat noem ik waarlijk wel blasé op
jeugdigen leeftijd,merkte juffrouw Linder met een
lijn glimlachje op.
Johan zag haar van ter zjjde aan hij vond dit
giu al een zeer ongepast gezegde; hy was bepaald