"Nieuwe Langedijkar Courant", van Zondag 23 Juli 1893. UITSLAG Gemeenteraadsverkiezingen. Noorclscharivoude. Uitgebracht 80 st. Herkozen K. Slotemaker met 68 en C. Opperdoes met 69 stemmen. Oudkarspel. Herbenoemd C. Eecen Cz. en F. de Boer Pz., ieder met 71 stemmen. Zuidscharwoude. Herkozen met algemeene stemmen J. Boon en K. Zeeman. Herstemming tusschen K. de Boer en C. Berkhouwer, wegens het bedanken van P. Berkhouwer, als lid van den raad. Broek op Langedijk. Getal kiezers 196. Uit gebracht 104 stemmen. Herkozen: Jb. Kostelijk met 99, R. Slot met 86 stemmen, en gekozen J. Spaans, met 56 st. in de plaats van het af tredend lid en Wethouder, J. Wagenaar JGz., die 34 stemmen verkreeg. Koedijk. HerkozenIJ. Bruijn. Herstemming tusschen Jb. van Die, Jan Jonker, K. de Geus en W. Bolde wijn. Oudorp. HerkozenG. Admiraal en J. Buren. St. Pankras. Herkozen: L. van de Vijzel, Jb. Keizer en Cs. Slijker, met 24, 22 en 20 st. Getal kiezers 66, waarvan 24 zijn opgekomen. Schagen. HerkozenC. Asjes, Jb. Hopman, W. Roggeveen Cz., en in de plaats van C. J. Plomp, die vertrokken is, C. Zijdewind. Her stemming tusschen F. G. C. J. Heijligers met 39 en J. M. Koeleman met 34, beide kath., die echter op eene kiezersvergadering verklaard heeft geene benoeming te zullen aannemen. Hoogschagen had 33 st. Warmenhuizen. Uitgebracht 85 van de 160 st. HerkozenT. Hoogcboom en J. de Geus Jr. met 70 en 69 st. Winkel. Uitgebracht .132 st. Herkozen: A. Nobel met 70 st. Herstemming tusschen H. W. Melchior, die 61 st. en J. Timmerman, die 54 st. bekwam. Nieuwe Nieclorp. Herkozen zijn de heeren D. van der Stok, I). Nierop en W. C. Visser. De „Staatscourant" van 18 dezer bevat het volgende Bij koninklijk besluit van 15 dezer Ho. 15 is aan den heer mr. C. Pijnacker Hordijk, op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend als goever- neur-generaal van Nederlandsch-Indië onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige dien sten door hem aan den lande bewezen, en met bepaling dat voormeld eervol ontslag gerekend zal worden in te gaan met den dag, waarop hij de functiën van goeverneur-generaal aan zijnen opvolger zal hebben overgegeven. Bij koninklijk besluit van 15 dezer No. 16 is benoemd tot goeverneur-generaal van Neder- landsch-Indië de heer jhr. C. H. A. van der Wijck, oud-vice-president van den Raad van Nederlandsch-Indië, met bepaling dat hij als zoo danig optreedt den dag, waarop hij te Batavia zal aankomen. Visite in de stembus. Bij de opening der bus te Odijk (prov. Utrecht) werd een brief met enveloppe gevonden, waarin aan den geadresseerde bericht werd, dat hij Vrij dag visite kreeg! In een openbare vergadering vandeVrije- Vrouwenvereeniging te Amsterdam gehouden, heeft mevrouw van Kol over de „vrouwenqua- estie" het hare gezegd. Zij deelde mede eene „pas bekeerde" te zjjn. Nog voor korten tijd liet de algemeene zaak haar geheel koud. De opvoeding harer beide kinderen en dagelijksche literatuur gaven haar voldoende en aangename afleiding. De overtocht van Indië en haar verblijf in Brussel maakten aan de zoete rust een einde, en uit plichtsbesef nam zij deel aan de algemeene zaak als voor zitster eener vrjje-vrouwenvereeniging en redac trice van een Hollandsch-Vlaamsch tijdschrift. Door haar werkzaam aandeel aan de vrouwen- quaestie behoorde zij thans tot de „klasse der onterfden," die haar lief en dierbaar zijn gewor den. Daarom wenschte mevrouw van Kol het goed recht der vrouwenzaak te bepleiten. Zjj gaf als hare meening te kennen, dat twee beginse- De kleine, spotzieko oogen keken hein verbaasd aan. »Wel drommels, jongen, dans je niet?" schreeuw de de grossier, die wel wat opgewonden was, hem toe. »Wat is dat voor een dwaasheid! kom, ik zal je eene dame bezorgen; binnen zit een allerliefst jong ding, daar zal ik je aan voorstellen. .lohan poogde tegen te stribbelen; hij mompelde iets van vermoeid zijn, en niet te veel te moeten dansen enz. Maar dat baatte niet; oom trok hem mede naar de andere kamer, waar een jong meisje geheel alleen zat; hij stelde hem aan haar voor als een knap en in Stockholm zeer gezocht danseur. Johan boog stijf en zeide niets, maar de jonge dame stond dadelijk op en dankte hem rnet een vergenoegd lachje. Zij was klein en mager en haar lichtblauwe wol-mousseline kleedje »trok« aan den éénen kant en viel op de heupen in plooien. Zelfs de handschoenen waren niet onberispelijk schoon en veel te groot. Dit alles zag Johan terwijl hij haar naar de balzaal geleidde, en al zijne verhe vene gedachten van daar-even over het ware vrou welijke ideaal, gingen op de vlucht, toen hij het arme meisje met een onderzoekenden blik opnam en zich over haar smakeloos toilet ergerde. Het mocht ook niet baten dat zij den geheelen cotillon door zeer vroolijk, zeer spraakzaam en zeer dankbaar was. Zij gaf hem tweemaal een orde en vertelde hem dat zij dol veel van dansen hield en dat zjj het zoo verrukkelijk vond een Stockholm- schen heer tot cavalier te hebben, Johan luisterde len, nl. liefde en rechtvaardigheid, de wereld moesten beheerschen. Dio beginselen eischen, dat wij „ons eigen ik wat meer op den achter grond plaatsen, en de liefde opder de menschen versterken." Zij verklaarde een voorstandster van het vrije huwelijk te zijn, mits op wederkeerige achting en liefde gegrond. Dat zij de vrouw volstrekt niet minder ontwikkeld geschapen achtte dan den man en juist door hare taak als moederen opvoedster der kinderen feitelijk de meerdere boven den man. De oeconomische afhankelijk heid der vrouw was haars inziens de grootste onbillijkheid, de zwaarste schakel in den sla venketen, die der vrouw sedert eeuwen was aangelegd. Van de toepassing van het socialis tisch program verwachtte zij „ontvoogding der vrouw," ofschoon zij ook nog wel beducht was, dat die „ontvoogding" niet in de naaste toe komst reeds haar beslag zou krijgen, daar de socialisten ook mannen waren, die er niet zoo spoedig en zoo gemakkelijk toe zouden overgaan de heerschappij geheel of ten deele prijs te ge ven. Spreekster eindigde met de aanwezige vrou wen aan te sporen het socialisme te bestudeeren mede te helpen „om een vreedzame evolutie, geen bloedige revolutie, voor te bereiden." Een der aanwezigeu, een bekend socialist, was het er heeleinaal niet mede eens, dat de staat zoowel door vrouwen als door mannen moet geregeerd worden. Hij kende en erkende geen regeerders. De spreekster had gewaagd van het socialistisch geloof; dat was onjuist: het socia lisme berust op wetenschap. Ook was de chris telijke godsdienst „geen hoogere zedeleer, maar eene den mensch onteerende leer." Dat voorts de vrouw de dreigende revolutie zou kunnen voorkomen, geloofde deze wereldhervormer niet, „omdat de beziftende klasse afschaffing van pri vaat bezit, waarvan ook de spreekster als alleen afdoend middel de oplossing der sociale en ook der vrouwenquaestie verwachtte, zoo gemakkelijk niet zal aanvaarden." Uit Duitschland is de vraag naar turf- strooisel in de laatste dagen bijzonder groot. Bij dozijnen komen de telegrammen bij de Neder- landsche fabrikanten in. Meestal gaat de aan vraag uit van zoogenaamde noodcommissiën, die in 't tekort van voeder en strooisel trachten te voorzien. Twee mannen, die te 's Gravenhage voor eigen rekening de glazen wasscherij uitoefen den, maakten schromelijk misbruik van het hun geschonken vertrouwen. Toen zij met hun "werk bezig waren aan een woning, klom een hunner door het opengescho ven venster de kamer der bovenverdieping bin nen en stal daaruit eenige voorwerpen, als anti quiteiten en sieraden, welke te Leiden werden verkocht. Nadat de opbrengst van liet gestolene grootendeels verteerd was, keerden ze te 's Gra- venhage terug, maar het duurde niet lang of de politie had lien in handen en achter slot en. grendel. Te Nijmegen bevond zich de vorige week in de wachtkamer van het spoorwegstation de heer van Deth, sprekende met eenige heeren. Onderwijl kwam toevallig de heer van 't Linden- hout in gezelschap van den heer Koper door de wachtkamer, voornemens naar het hun wach tende rijtuig te gaan. Den heer van Deth ziet men verbleeken, maar een paar seconden slechts en hij snelt hen na, wenschende met zijn ge spierde vuist den weesvader te weerhouden en in het openbaar af te vragen, of hij volhield hen niet te kennen. Beide heeren vlogen meer dan zij liepen in lie: rijtuig en terwijl nog één been buiten het rijt lig hing, hoorde men in het rijtuig gillen: „Koetsier voort! voort! voort!" De heer van Deth, die een man van buiten gewone, herculische kracht is, zou wellicht op minder aangename wijze „de oude kennismaking hebben hernieuwd." TREURIG Voor de Rechtbank te Rotterdam. Op de beschuldigingsbank zit eene vrouw, 56 jaar oud, die nog nooit iets strafbaars misdeed, eens toen haar man nog leefde een bur gerlijk bestaan had, maar sedert zijn dood tot onverschillig naar haar gekeuvel; van tijd tot tijd gunde hij haar een genadig hoofdknikje als bewijs van toestemming op haar gezegden, terwijl hij daarbij naar de andere dansende paren gluurde en verontwaardigd was over zijn nederlaag. Eindelijk was de cotillon uit en men verliet de balzaal. Johan nam een haastig afscheid van zijne dame. Het kon hem in het minst niet schelen, dat zij er waarlijk lief uitzag, toen zjj hem zoo vrien delijk bedankte voor het genoegen van den dans. Juist op het oogenblik dat hij de voorkamer wilde ingaan sprong Elsa naar hem toe, trok hein bij een slip van zijn jas en terwijl hare bruine oogen hein afschuwelijk spottend aanzagen vroeg zij lachende: »Nu, Johan, heb je veel genoegen gehad in den cotillon?" »Heel veel,« antwoordde hij met manlijke vast beradenheid. »Ik danste met een ongemeen interessante, ont wikkelde dame en ik heb mij best geamuseerd. Zij is haar gezelschap voorzeker waard »Ja, dat geloof ik gaarne. Zij is immers gouver nante bij den kruidenier Petterson. Maar je hebt een afschuw van gouvernantes, heb je mij onlangs verteld, hoe kwam je er dan nu toe, haar te vra gen Johan besefte dat men hem had beetgenomen. Hij vond het wel wat kras, op die manier. ïZoo, had papa je dat niet vooruit gezegd?" riep Elsa met een doodonschuldig gezichtje uit. O die ondeugd, die ondeugd!" voegde zjj er bij en liep, armoede verviel. Zij antwoordt op de haar gedane vragen zon der gemaaktheid. De eerlijkheid ligt haar op 't gelaat, maar zij is gevallen, omdat zij aan 't noodige gebrek leed. Die nood steeg zoo hoog, dat ze zelfs het hemd van haar lijf moest verkoopen voor de som vantien cent. 't Water was over de lippen. Een buurvrouw droeg haar op, een doosje met gouden sieraden uit de bank van leening te los sen, dan kon ze een paar stuivers verdienen. Die verzoeking werd haar te zwaar. Zij stal uit het doosje een gouden ring. Daarvoor wordt nu een maand gevangenisstraf tegen haar gevorderd. Met zenuwachtige spanning hoort ze dien eisch en roept dan in vertwijfeling uit: „Ach, God, sta mij bij, als ik gestraft word, heb ik heelemaal geen brood meer, ik smeek u, heeren! spaart mij toch, ik heb nooit van mijn leven iets slechts gedaan. Geeft mij een geld boete, dan zal ik misschien nog wel goede men schen vinden, die mij de schande van de gevan genis willen besparen. Ik heb drie kinderen, daarvan is één doofstoom Troosteloos verlaat ze de zaal. Uitspraak over acht dagen. Geen kwaad idee. Zoodra iemand zijne bezittingen tegen brand schade verzekert, heeft hij er geen geldelijk be lang meer bij, of ze geheel of gedeeltelijk ver branden. De maatschappij, die hem verzekert, heeft er daartegen alle belang bij, maar heeft het niet in de macht, dat er geregelde contröle wordt geoefend en dat bij voorkomend geval de brand zoo spoedig mogelijk wordt gebluscht. Die „overwegingen" met elkander verbindende, heeft de commies der telegrafie Reijenga te Am sterdam geredeneerddaar kan onze hoofdstad zelve een aardig voordeeltje uit halen en het al gemeen belang er mee dienen nog bovendien. Per adres geeft hij den Raad in overweging, dat het stadsbestuur zelf als brand verzekeraar voor de ingezetenen zal optreden. De belangrijke som, welke nu aan verschillende binnen- en buitenlandsche brandverzekering-maat schappijen wordt betaald, zou dan in de gemeen tekas vloeien en zeer zeker zou met de winst nog wel een deel der kosten van de brandweer kunnen worden gedekt. Misschien zou een geregeld en practisch toe zicht op de verzekerden en hnnne panden ook nog uitwerken, dat het getal branden aanmer kelijk verminderde. Niet alleen Amsterdam maar ook andere groote gemeenten kunnen het idee van zelfverzekeren in overweging nemen. Een (linke jongen. „Me neer" met deze woorden kwam een 15-jarige knaap op het bureau van de Amst. Ct. „me neer ik heb een berichie. Heb ik geen mooi pak an, meneer?" „Ja, het schjjut Zondag voor jou te wezen?" „Dat is 't ook, meneer! Maar, dat is 't 'm niet, meneer! Het is nou net twee en een half jaor, dat ik berichies gebracht heb, en daor heb ik nou dat pak veur gekocht. Ik had zes gulden van uwes, twee gulden van een andere krant en nog eens een paar kwartjes en dubbeltjes van een paar kleine blaodjes en zoo heb ik een pak opgespaord. Is dat geen goed berichie meneer?" vraagt de schalk lachend- ^Nou, meneer is 't niet mooi?" herhaalt hij, wanneer hij niet onmiddelijk antwoord krijgt. „Jongen" is het antwoord „dat is het mooiste berichtje, dat je gedurende die twee en een half jaar hebt aangebracht. Jij bent een flinke vent het zal in de courant! „Doet uwes het heus?" „Ja!" Zooals geschiedt bij deze, vervolgde de Red. Een jongen, die twee en een half jaar spaart, om een nieuw pak kleeren te koopen, verdient een eervolle vermelding, even goed als zijn be trouwbaarheid die verdient. Want zijn vraag: „Heb ik uwes ooit een valsch berichie ge bracht?" is nog nooit bevestigend beantwoord behoeven te worden. hartelijk lachende, weg. Dit zette iiu de kroon op zijne wederwaardig heden en van dit oogenblik is de bittere haat ge- dagteekend, die tegenwoordig zoo vaak te voor schijn treedt wanneer hij over zijne medemenschen spreekt. Den volgenden morgen vertelde hij, dat hij een brief uit Stockholm had ontvangen over zaken die geregeld moesten worden. Hij zou voorzeker gaarne nog eenige dagen hier hebben willen blijven, maar deze affaire, die van een zeer delicate natuur was, noodzaakte hem zich naar huis te spoeden. De nichtjes deden niets om hem tot blijven over te halen. Zij wenschten hem veel geluk op reis en goed succes bij het in orde brengen der affaire van teederen aard. Den geheelen zomer door was Johan zeer prik kelbaar van humeur; het zelfvertrouwen, dat hij voorheen placht ten toon te spreiden, in woorden en daden, was zeer verminderd. Wanneer zijne vrienden op het bezoek bij zijn oom te spreken kwamen, dan vertelde hij gaarne met veel ophef, dat de reden van zijn plotseling vertrek daarin had gelegen, dat een jong meisje arm natuurlijk, en vader- en moederloos, gouver nante bij een rijk burgergezin, maar ongemeen geestig en eene eerste schoonheid zich al te veel aan hem had gehecht. Zij had aan de oplettend heden, die hij haar had bewezen, eene verkeerde uitlegging gegeven. EINDE. Een naam. De classicale vergadering der Ned.-Herv. Kerk te Harderwijk heeft met algemeene stemmen de volgende motie aangenomen „De classicale vergadering van Harderwijk overwegende a. dat de vereeniging der Chr.-Gereformeer- den en Doleerenden den naam aangenomen heeft van „Gereformeerde kerken in Nederland"; b. dat deze vereeniging hiertoe geen 'recht heeft, aangezien deze naain in vele oorkonden van fondsen en stichtingen aan de Ned.-Herv. kerk is toegeschreven; c. dat er zoodanige fondsen en stichtingen be staan, die niet eens door de organen onzer kerk beheerd worden; d. dat daaruit rechtsonzekerheid ontstaat wanneer de Herv. Kerk dezen naam prijsgeeft; verzoekt de Eerw. Algemeene Synode, om het' recht op den alouden naam „Gereformeerde kerken", zoowel bij de Hooge Regeering als ook bij de gerechten te handhaven, wanneer hetzelve zou worden betwist." Miauwende caiididaten voor den gemeenteraad. Dinsdag-middag werd aan de deur van het stembureau te Oude-Pekela een zak vastgebon den, waarin drie springlevende katjes. Een briefje was er bij, waarop het volgende met groote letters te lezen stond „Heeren van het stembureau, Hier ontvangt gij een cadeau Drie nieuwe candidaten, Gehoorzaam als soldaten. Edelachtbare Heeren Wat kunt ge meer begeeren Zij brommen en krabben wel, Maar blijven toch van uw vel, Als gij deze katertjes Overtuigt u eventjes Zonder aanzien des persoons, Bejegent als uw zoons. Navolgenswaardig Uit Mcppel meldt men De patroonsvereeniging „Meppel en Omstre ken heeft in haar kort bestaan reeds veel ge daan, niet alleen ten nutte van 't algemeen, maar ook in het belang van den werkman. En nu weder zal zij een werk beginnen, dat getuigt van goeden zin en wil. Zij heeft namelijk in haar jongste bijeenkomst besloten tot het bouwen van twintig doelmatige arbeiderswoningen, om die tegen den kostenden prijs te verhuren. Drankwet. Door den heer F. H. Arends, hotelhouder te Wageiiiiigen, is met het oog op de aanstaande herziening of wijziging der drankwet, een adres ingezonden bij de Tweede Kamer, waarin hij op een wijziging van art. 26 aandringt. Dit luidt: „Voor de localiteiten, waarin op 1 Mei 1881, zonder strijd met wet of verordening, sterke drank werd verkocht, kan, zoolang aan die localiteiten de bestemming om voor verkoop van sterken drank in het klein te worden ge bruikt niet door een daad van den eigenaar of gebruiker is ontnomen, de vergunning, tenzij in de gevallen bedoeld bij art. 3, no. 2, 3, 4, 5, 6, 7, 7 en 10, niet geweigerd worden a. aan hem, die op voormeld tijdstip daarin het bedrijf uitoefende, zoolang hij leeft, b. aan anderen gedurende de eerste 20 jaren na voormeld tijdstip." Volgens adressant nu zullen velen, die in 1901 hun zaak niet zullen kunnën voortzetten of zon der vergunning zullen moeten continueeren, tenzij toevalligerwijze door hen eene localiteit met vergunning is gekocht of gehuurd, wat dik werf onmogelijk, of zoo al mogelijk, zeer schade lijk zal zijn. Adressant acht, dat vele drankverkoopers daar door vermoedelijk dan ook broodeloos zullen wor den. Hij verlangt daarom, dat artikel 26 zoodanig worde gewijzigd, dat allen, die vóór 1881 drank verkoopers waren, zoo lang zij loven, geen ver gunning tot verkoop van sterken drank in de door hen gebruikt wordende localiteiten zal mo gen worden geweigerd. De heer Smulders, uitvinder van het piano klokkenspel, te Maastricht, is door de stedelijke Regeering van Kopenhagen uitgenoodigd, het carillon aldaar naar zijn stelsel in te richten. Zooals men weet, heeft de heer Smulders een gelijke opdracht te Hamburg en te Antwerpen reeds vervuld. Te Heemstede liep het gerucht, dat eene ongehuwde vrouw bevallen, maar het kind zoek was. De heeren mr. Joh. P. van Outeren, substi tuut-officier van Justitie te Haarlem en mr. E. van Lennep, burgemeester van Heemstede, stelden aldaar dezer dagen een onderzoek in, waarvan het gevolg was, dat uit de droge schei- dingssloot, in de nabijheid van de Achterbuurt en „'t Clooster" een sigarenkistje werd opgegra- graven, waarin zich het lijkje van het kind be vond. In den tuin van den heer Disselhoff te Hilversum kan men de zeldzaamheid zien, dat een jonge appelboom, waaraan bijna rijpe vruch ten hangen, bovendien tpnieuw geheel in bloei staat. Men schat de bloesems, die zich reeds tot vrucht zetten, op 150. Uit Zelliem wordt aan de „Zutph. Crt." gemeld Een 67-jarig weduwnaar en eene 50-jarige weduwe meldden zich ten gemeentehuize aan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1893 | | pagina 2