Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 13 Augustus 1893.
Buitenland.
Uit Oost-Indië kwamen 6 miliciens terug en uit
West-Indië 2.
In de zitting van de Synode der Ned.
Herv. kerk kwam j.l. -Zaterdag o. a. aan de
orde het rapport over een „protest", ingezonden
door den heer Rochussen en eenige andere ou
derlingen der Nederlandsche Hervormde gemeente
te 's Gravenhage, tegen het optreden van den
heer W. Bax, predikant te Zaandam, „als ver
kondiger der verwerpelijke sociaal-democratische
dwaalbegrippen." In dit rapport vertolkte de
commissie den zonderlingen indruk dien het
adres op haar gemaakt had. Adressanten toch
deelen mede dat de heer Bax „op goeden
„grond kon verklaren ten volle overtuigd te zijn,
„dat de Synode hem vrij spel zal laten, om ook
„op den kansel zijne sociaal-democratische denk
beelden te verkondigen." Zij spreken openlijk
„uit dat de Synode wel machteloos zal staan
„tegenover dezen leeraar, die de maatschappelijke
„orde aanrandt." En toch wenden dezelfde hee-
ren zich tot diezelfde Synode, van wier onwil
en onmacht zij overtuigd zijn, met kennelijke
bedoeling, om het optreden van den heer Bax
tegen te gaanMaar meer dan bevreemdend
achtte de commissie het, dat door adressanten
aan den heer B. ten laste wordt gelegd, wat
door hem, blijkens dezelfde verslagen, waarop
de heeren zich beriepen, noch gezegd noch blij k-
baar bedoeld is. Deze uitspraak werd in het
rapport nader toegelicht. Niettemin was het
volgens de commissie volkomen waar, dat de
predikant B. zich openlijk voorstander verklaard
heeft van de sociaal-democratische beginselen,
met name van de afschaffing van het privaat
bezit, en evenzeer, dat hij uitdrukkelijk ver
klaard heeft geen lid te willen worden van den
sociaal-democratischen bond, en zich niet te kun
nen vereenigen met de tactiek van geweld, die
door de partij als zoodanig wordt gevolgd.
De commissie concludeerde, dat het niet op
den weg der Synode ligt den heer B. wegens
bedoeld optreden kerkrechtelijk te vervolgen,
aangezien deze staat onder het onmiddellijk toe
zicht, niet van de Synode, maar van het class,
bestuur van Haarlem, en stelde voor aan dat
bestuur te schrijven, dat de Synode aanleiding
heeft gevonden dit college te herinneren, dat,
volgens art. 11 algemeen reglement, „de bewa
king van orde en eendracht en de aankweeking
„van liefde voor koning en vaderland steeds het
„hoofddoel moeten zijn van allen, die, in onder
scheidene betrekkingen, met het kerkelijke
„bestuur zijn belast."
Dit rapport gaf aanleiding tot uitvoerige dis
cussies, terwijl ten slotte met groote meerderheid
werd aangenomen de volgende motie, voorge
steld door de heeren Bronsveld, van Veen en
Koch:
„De Synode, betreurende den toon waarin
„het adres der II.H. Rochussen c. s. is gesteld,
„en afkeurend de wijze, waarop de heer Bax
„deelneemt aan den strijd tegen privaat bezit
„en de bestaande inrichting der maatschappij,
„gaat over tot de orde van den dag."
Het oordeel der verschillende bladen
over de rede van de Minister van Binnen-
Iandschc zaken.
Het N. v. cl. Dag zegt:
Zonder enthousiasme het zal den Heer
Lieftinck zijn tegengevallen, maar met over
tuiging, met kracht van redenen, met waardig
heid en kalmte, heeft de Heer Tak van Poort
vliet hedenvoormiddag in de Tweede Kamer zijn
kieswet-voorstellen verdedigd.
De rede van den Minister van Binnenlandsche
Zaken onderscheidde zich door schoonheid van
vorm, geleidelijke beantwoording van alle be
zwaren, logischen gedachtengang en betrekkelijke
beknoptheid. Hij kon zich ontslagen rekenen
van de beantwoording van eiken spreker in het
bijzonder en hij liet alles wat op de artikelen
betrekking heeft dus het zwaartepunt van
het veertiendaagsch debat tot later rusten.
Het Vad. zegt:
„De rede van den Minister van Binnenland
sche Zaken was goed geordend, helder gedacht
en gaf van een onverzwakte overtuiging blijk."
togen met zijn maatstok op den grond stampend;
daarna drukte hij van opgewondenheid zijn hoed
bijna over de oogen, en snelde op straat met den
uitroep«Nu, tot van middag, Verspoor ik reken
er op
IV.
«Patroon, ik heb de eer u mijn vriend Van Bij-
telen voor te stellen, van wien ik u hedenochtend
sprak.
De beeldhouwer boog, met zijn pijp in den mond
blies een paar dikke rookwolken naar het plafond
en reikte den winkelier een hand als een presen
teerblaadje. Witbont legde er de zijne in, maar
sprong eensklaps, brullend van pijn, een paar schre
den terug. De kolos had zijn vingers bijna ver
brijzeld.
«Auallemachtig, mijnheer, 't lijkt wel een
bankschroef. kreunde hij, met vuurrood gelaat
en uitpuilende oogen door de kamer dansend en
het gekneusde lichaamsdeel wrijvend.
Van Bijtelen lachte en Witbont kwam lang
zamerhand weer bij. Flora kwam binnen. Zoodra
de jongelieden aan elkander waren voorgesteld, ging
het gezelschap aan tafel.
De soep werd zwijgend verorberd, maar toen
met het eerste glas wijn het ijs was gebroken,
bracht Witbont zijn geliefkoosd onderwerp op het
tapijt.
schijnt met een buitengewone lichaamskracht
begaafd te zijn, mijnheer,begon hij tot den beeld-
De Telegraaf geeft onvoorwaardelijk lof:
„De rede van den Minister verdiende de niet
verflauwende belangstelling ten volle. Zij muntte
uit door qualiteiten, die geen der tegenstanders
zal kunnen ontkennenbelangrijkheid van in
houd, klaarheid van voorstelling en ordonnantie
volledigheid op alle hoofdpunten, soberheid ten
opzichte van de détails. Zij paste volkomen in
het kader der algemeene beraadslagingen, waar
buiten meer dan de helft der acht en dertig
sprekers aanhoudend getreden was. De Minister
deed een volkomen juiste keuze uit al de door
die sprekers behandelde punten, en volgde nie
mand in de omzwervingen buiten het nauwbe-
grensd terreinde indiening der ontwerpen, de
grondwettigheid van hunnen inhoud, de houding
tegenover amendementen, en de beginselen en
de strekking der Regeeringsvoordracht."
Het Dagblad van Z.-H. en 's Gr. zegt
„Gaarne erkennen wij, dat de rede des Minis
ters wat men noemt „goed in elkaar zat." Er
zat, gelijk ook trouwens van den heer Tak niet
anders verwacht kan worden, verband in zijne
rede en zeer zeker sprak er wel gevestigde over
tuiging uit."
En later, na een aantal critisehe opmerkingen:
„Gelijk wij van den aanvang af gezegd hebben,
van den heer Tak hadden wij geen andere
houding verwacht. Een Minister, die karakter
heeft, staat of valt met zijne beginselen en laat
zich door geenerlei overwegingen tot toegeven
op hoofdzaken nopen."
De IV. Rott. Ct. bepaalt zich in haar over
zicht tot een omschrijving der redevoering zon
der eigenlijke karakteristiek. In verband met
het zwakke stemgeluid van den spreker, waar
door men hem met moeite kon verstaan, zegt
het blad
„Men voelde dat er woorden van gewicht ge
sproken werden en wanneer er af en toe, in den
kring die den Minister onmiddellijk omgaf, eene
trilling van buitengewone belangstelling zich
merken liet, dan troostten zij, voor wie de aan
leiding daartoe verborgen bleef, zich met de
zekerheid, dat de bladzijden van het Bijblad
alweder een belangrijk gezegde rijker waren ge
worden."
Het Hbld. zegt:
„Het woord, door den Minister Tak gesproken
stond ongetwijfeld op de hoogte van de gewich
tige taak, die hij had te vervullen. Vooreerst
reeds door de bondigheid van het betoog. "Wan
neer een regeeringspersoon de geheele welspre
kendheid der Kamer van negen langdurige ver
gaderingen te behandelen heeft, en hij kan dat
doen in een rede, die nog niet volkomen twee
uren in beslag neemt, zonder toch onvolledig te
zijn dan is dat op zichzelf al een knap stuk
werk.
Doch hare betrekkelijke beknoptheid was na
tuurlijk niet de eenige verdienste van de rede
des ministers. Er sprak uit het betoog die zekere
kalmte en gemoedelijkheid, welke de Kamer van
dezen minister gewoon is. De onbepaalde mede
standers werden door menige klinkende phrase
in geestdrift gebracht, de heele en halve tegen
standers niet geprikkeld of afgestooten door harde
woorden of een in het algemeen scherpen be
toogtrant. Deze rede, wel overwogen, goed ge
dacht, en nauwkeurig ingedeeld, zal een be
langrijke plaats innemen in onze parlementaire
geschiedenis."
Voor het overige oordeelt het blad, dat belang
rijke bezwaren nog onopgelost zijn gebleven,
iets wat ook wel niet anders kon. Na de gehou
den discussie der laatste weken was het boven
dien begrijpelijk, dat de Minister veel nieuwe
argumenten ter verdediging van zijn stelsel heeft
aangehaald^ maar zeker is er veel door hem
gezegd, waarmede zoowel voor- als tegenstanders
zich kunnen vereenigen.
Gom en Neelje.
Het A. Hbld. bevat nu de volgende rectifica
tie, naar aanleiding van het stukje in het num
mer van 3 Augustus 11. over Lochemsche toe
standen
In de jongste Raadszitting werd besloten, on
der dankbetuiging voor de verleende subsidies,
houwer «trouwens, u hebt er mij zooeven een
staaltje van laten voelen
Van Bijtelen trok minachtend de schouders op.
«Dat is niemendak zeide hij, zijn gebalde vuist
toonend. «Met deze vuist heb ik van mijn leven
al twaalf menschen naar de andere wereld gezon
den. Ik kan er zelfs een os mee dollen
«Twaalf menschen riep Witbont ontzet. «Maar
dan hadden zij u ook zeker getergd, want groote
menschen gaan in den regel voor modellen van
zachtzinnigheid door.«
De beeldhouwer sprong van zijn stoel en wierp
Dr. A. der Laats volgeling een blik toe, die hem
deed sidderen.
«Modellen van zachtzinnigheid k bulderde hij
woedend. «Laat ze maar opkomen, die dat be
weren gebruik toch uw verstand, mijnheerU
weet. dat wij met overmatige kracht zijn toege
rust wij hebben er te veel van dus moest u
daaruit van zelf kunnen begrijpen, dat wij het te
veel moeten verwerken. De natuur heeft in onze
spieren een bizondere electriciteit gelegd, die nood
wendig verbruikt moet worden. Wee hem, die zich
in onzen weg bevindt, wanneer die stroom onze
spieren in beweging brengt, want wij vermorselen
hem, zooals de molensteen een graankorrel ver-
morselt
Flora was de kamer uitgevlucht. Witbont kroop,
bleek als het tafellaken, bevend en klappertandend
achter Frans weg.
De beeldhouwer liep met gebalde vuisten op hem
toe:
aan de spaarbank te verzoeken, indien er weder j
gelden ten behoeve der gemeente beschikbaar
gesteld werden, daarvoor in de eerste plaats een
nieuwe en betere brandspuit aan te schaffen.
De verhouding toch, tusschen spaarbank en ge
meente, is een ietwat andere als die tusschen
gullen Oom en veeleischenden Neef, daar de
spaarbank een gemeente-instelling is, waarvan
directeuren rekenplichtig zijn aan den Raad,
gelijk zij mede door dat college benoemd wor
den terwijl art. 34 van het reglement bepaalt,
dat bij liqaidatie van spaarbank en reservefonds,
de overblijvende gelden ten bate der gemeente
Lochem bij den gemeenteontvanger gestort moe
ten worden.
Uw Dw. Dn.
X.
Op een half uur afstands van Bariievehl
is in een jong dennenbosch een hol gevonden
van eenen meter diepte en van verscheidene
meters in omtrek, hetwelk boven geheel was
dichtgemaakt, zoodat het bijna niet was te vin
den. Daar de bodem met eene laag strooisel
bedekt was, en er spijlen uit eenen bijenkorf in
gevonden zijn, gelooft men algemeen dat dit hol
tot verblijfplaats van landloopers gediend heeft,
te meer daar juist dezer dagen bij een land
bouwer in de nabijheid een bijenkorf met honing
gestolen is.
De opening der Cadettenschool te Alk
maar zal den 30 September plaats hebben.
Naar men verneemt zullen één of meer
agenten van politie te Haarlem eerstdaags wor
den geoefend op het rijwiel.
Hoe de loop van het debat over het kies
recht ook zij en of we, na den minister, van
voren af beginnen met replieken en nieuwe
speeches van de „nabloeiers" (moge het door
een motie tot sluiting in 's hemels naam liever
worden voorkomendit staat volgens den
Haagschen Kroniekschrijver in de „N. Gron. Crt."
wel zoo goed als vast, dat de kiesrecht-hervor
ming bij leven en welzijn in het nieuwe zitting
jaar pas zal worden beslist. De profusie van
amendementen, die in de maak zijn en die he
den denkelijk aan de smachtende natie zullen
bekend worden, maakt een ernstig onderzoek
in de afdeelingen, het voorafgaand overleg over
de gevolgen onvermijdelijk. Er is dan ook nu
bijna niemand meer in de Kamer (behalve de
overhaastigen, die hun onrust tegenover de bui
tenwereld willen toonen) die niet inziet, dat het,
na de algemeene beraadslagingen, uit is met de
eerste periode van behandeling. Er zal dan een
voorstel tot sectie-onderzoek komen van de
amendementen, de Kamer zal dan nog enkele
spoedeischende en kleine zaken afdoen en Don
derdag 17 of Vrijdag 18 Augustus gaan de hee
ren op reces, om een maand later terug te kee-
ren en na de gewone formaliteiten-periode eener
nieuwe zitting, met nieuwen moed en na ern
stige voorbereiding, de voorgedragen wijzigingen
te behandelen. Dat is de eenig goede weg ook.
Want zooals 't nu geschapen is, zijn er niet
meer dan 9 onder de 34 ingeschreven sprekers
die geneigd zouden zijn het regeeringsontwerp
aan te nemen zooals het daar ligt en men heeft
berekend, dat zonder zeer ingrijpende verande
ringen, in den geest der serieuse voorstanders
van kiesrechtuitbreiding, zelfs met medewerking
van de meest volgzamen aan de rechterzijde,
thans geen 40 leden voor het ontwerp zouden
zijn te vinden. Reden genoeg om niet op een
overijlde beslissing aan te dringen, maar ruime
gelegenheid te openen tot nader overleg en tot
onderlinge overreding.
Wat de minister Tak voornemens is te doen,
weet nog geen sterveling, maar men heeft
een flauw vermoeden, dat hij op enkele punten
zal toegeven: ook met opzicht tot den leeftijd;
en voorts meerdere waarborgen voor de stellige
uitsluiting van wegens landlooperij en bedelarij
veroordeelden; eenige versterking van waarbor
gen nopens het in eigen onderhoud en dat van
het gezin voorzien; eenige verbetering in de
controle nopens de bedeeling. Dat hij verder
zal gaan, verwacht men niet, althans niet in
principiëele punten.
«Ja, wee die stumperds! zeg ik! Tien jaren van
mijn leven zou ik er voor willen geven, als ik
visschenbloed had en spieren als spinrag. Daar
de stroom begint werken ik voel het opko
men
Met één hand greep hij de tafel beet en slin
gerde haar met al wat er op stond onderste boven
in een hoek van het vertrek. Onder het afgrijselijk
gekraak van het splijtend mahoniehouten tafelblad,
het oorverdoovend gerinkel der brekende borden,
schalen, glazen en flesschen en het kletterend ge
rammel van messen en zilverwerk, had Witbont,
méér dood dan levend, zich uit de voeten gemaakt.
Flora Witbont heet thans mevrouw Verspoor.
De natuurvorscher heeft zijn meetstok tot brand
hout geslagen en het dikke oranjegele boek in de
kachel gestopt. De studie over den achteruitgang
der rassen is tegelijk met Witbont's eigen, vastge
stelde ideeën in rook vervlogen.
EINDE.
„Het was curieus," zegt de verslaggever van
de „Telegraaf" naar aanleiding van de zitting
der Tweede Kamer van Vrijdag, „den minister
Tak gade te slaan, toen de heer Beelaerts met
zijne peroratie bezig was. „Wat zal de minister
doen?" zoo vroeg de heer Beelaerts en in vra-
genden vorm somde hij nadrukkelijk alle moge
lijke gedragslijnen op. Do minister ging daarbij
rustig voort met het teekenen van stukken en
met heel netjes rangschikken daarvan in de
portefeuille, waarin ze hem gebracht waren, en
keek daarbij zeer oplettend naar hetgeen hij
deed en souverein onverschillig tevens. Alleen
toen de heer Beelaerts o. a. vroeg: „zal de
minister de amendementen afwachten, en zeer
gereserveerd antwoorden, zich bereid verklarend,
ja, om alles in overweging te nemen, maar
slechts voor zoover het niet met zijn beginsel
strijdt toen knikte de minister met be
daardheid, als 't ware alleen voor zich zelf, heel
eventjes en nauwelijks merkbaar: ja!"
Ten dienste van den polder te Heerhu-
go waard is de levering aangenomen van, per
100 ned. pdn.machine-olie, ƒ31,75, door A.
W. Sabel, Zaandam; calendenolie f 10,75, raap
olie f 25,78, varkensreuzel f 55,45, paardenvet
f 28,90, en poetskatoen 38,85per fust: petro
leum ad. f 8,45, alles door A. Wijnberg, Zaan
dam; kaarsen f 18,88 per 100 pak door H. W.
Holsmuller, Alkmaar.
Bewaart uwe loten zelf! Nog altijd is
een der prijzen van de jongste verloting te
Winschoten, zijnde eene pianino, niet afgehaald.
Een inwoner aldaar had ook loten gekocht, de
nummers opgeschreven in zijn zakboekje en de
loten aan zijne vrouw gegeven ter bewaring.
Deze er niets van hoorende, dat op de loten iets
gevallen was, verbrandde de papiertjes. De man
heeft nu de nummers uit het zakboekje eens
nagezien en vindt daarin ook het nummer
waarop de pianino gevallen is!
De genoegens van statistisch onderzoek.
Als men tegenover een postkantoor woont, is het
wel eens aardig om na te gaan, hoe dames brie
ven posten.
Yan de dertig waren er steeds twee-en-twintig,
die het epistel, dat zij aan de post toevertrouw
den, eerst nog eens goed bekeken, voor zij hem
in de bus wierpen, of hij wel goed dicht was,
of er wel een postzegel op zat, of het adres wel
juist was en of men ook door het couvert heen
zien kon. Yan dezen 22 waren er dan altijd 3,
die vergeten hadden er een postzegel op te plak
ken, 2 die met potlood nog iets op de enveloppe
moesten schrijven, en eene die den brief weer
in den zak stak en hem mede naar huis nam.
Dinsdag werd een drie-en-negentig-jarige
vrouw te Bleiswijk, door de geboorte van een
kind uit hare onlangs gehuwde achterkleindoch
ter, grootmoeder in den derden graad.
Door het springen van een buskruitfabriek
te Canton zijn ongeveer 1000 huizen verwoest
en omstreeks 5000 personen gedood. De ramp
werd veroorzaakt door de zorgeloosheid van eenige
soldaten, die per ongeluk brand stichtten in een
schuur bij de fabriek. Yier dorpen in de buurt
zijn door de uitbarsting geheel verwoest.
Naar men wil heeft deze ontploffing meer
menschenlevens gekost en verwoesting aangericht,
dan de sterkste aardbevingen in de laatste 10
jaar.
Op het internationaal socialisten-congres te
Zurich is bepaald, dat het voorzitterschap aldus
zal worden waargenomenden eersten dag door
een Duitscher, den tweeden door een Fransch-
man, den derden door een Engelschman, den vier
den door een Belg, den vijfden door een Oosten
rijker, den zesden door een Italiaan.
Te gelijker tijd met dit algemeen congres wor
den er afzonderlijke internationale socialistische
congressen gehouden van spoorwegarbeiders, kleer
makers, schoenmakers, houtwerkers, wevers, me
taalwerkers en hoedenmakers.
Hte onstuimig het toeging in de vergadering
van Maandag, naar aannleiding van de kwestie,
of anarchisten zouden worden toegelaten, blij ke
uit het volgende:
Bebel, door de „ouden" ondersteund, maar
door „jongeren" uitgefloten, verklaarde zich te
gen de toelating der anarchisten en van de „jon
geren," die eigenlijk niet anders dan anarchisten
zijn. Met de Nederlandsche sociaal-democraten,
zeide Bebel, verschillen wij van opvatting, doch
alleen voor zooveel betreft de vraag, in welke
mate wij moeten deelnemen aan den politieken
strijd. De anarchisten echter weigeren het deel
nemen aan dien strijd geheel. Laten daarom de
anarchisten een afzonderlijk congres houden, even
als de christelijk-socialen. Bij de anarchisten geldt
de spreuk: „zoo veel hoofden zoo veel zinnen;
vereenigd zijn zij enkel en alleen in den strijd
tegen hunnen hoofd vijandde sociaal-democratie,
alsof de bourgeoisie in het geheel niet bestond.
Met eene dergelijke sekte kan men niet samen
werken (langdurige bijval). Onder groote opwin
ding kwamen de anarchisten en de „jongeren"
tegen Bebel's woorden op. De voorzitter, Singer,
luidde, om de rust althans ten deele te herstel
len, eene zware bel, en schreeuwde zich haast
schor.
Toen het bleek dat er nog 19 sprekers inge
schreven waren, en nog anderen het woord ver
langden, werd de sprekerslijst gesloten, maar niet