Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 34. Zondag 20 Augustus 1893. 2e Jaargang. Wie heeft gelijk FEUILLETON. ESN HUWELIJKS CANDID AAT. NIEUWE LAIGËIIJKEIR till INT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden SO ct., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. IJ. KEIZER. BUREEL: NoorUscIiarwoude. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels 30 ct-, elke regel meer ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. OP IJK! HOLLANDSCHEN NPUORWEO. (Greenwich lijd.) Vertrekuren van at station Noord-Scharwoude. (Zomerdienst.) RICHTING HELDER. GREENWICH TIJD. 6.36* 7.46 11.23 3.06 6.37 9.51 AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.56* 8.06 11.43 j 3.26 6.57 j 10.11 Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Den Helder. RICHTING AM S T E R DA M. GREENWICH TIJD. 6.18 7.30* 9.37 12.04f 1-38 3.55 8.16 AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.38 7.50* 9.57 12.24f 1.58 4.15 8.36 Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam, f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest. II. Hoe meer wij letten op de houding van den heer van 't Lindenhout en op die van de heeren van Deth en van Houten in hunnen eigenaardigen strijd tegen elkander, des te meer vragen wij ons af: wie heeft gelijk? Er is in de geheele wijze van strijdvoeren iets, wat den man van karakter tegen de borst moet stuiten. Wanneer wij toch letten op de bijzonderheden, die zich bij dien strijd voordoen, zijn wij geneigd te vragen: Hebben we nu met mannen te doen, die weten, wat zij willen; die, ieder op waardige wijze, hunne rechten handhaven, of met kwajongens, die elkander uitschelden voor alles wat leelijkis? Die vraag immers ligt voor de hand! In ,,'t oosten," een blaadje door de weesinrichting zelve uitgegeven, komt de heer van 't Lin denhout met allerlei dreigementen tegen den heer van Deth op, waarop de laatste nog niet lang geleden, in het „Nieuws van den Dag" heeft geantwoord met verzoek aan alle bla den, om dit antwoord over te nemen. In een ander blad lazen wij, dat de heer van Deth of van Houten, in ieder geval één van beiden, zich zoo dicht bij den heer van 't Lindenhout bevond, dat hij lust had deze eens kennis te doen maken met zijne stevige vuisten, maar dat van 't Lindenhout met nog een heer de toevlucht nam in een voor hem gereed staand rijtuig en met een „voort koetsier" zich weg pakte. Dergelijke staaltjes te moeten lezen van mannen, die, ieder voor zich, meenen gelijk te hebben, maakt, dat de kwestie „van 't Lindenhout en van Deth" een hoogst beden kelijk karakter aanneemt. In plaats van voor de belangen der weezen op te treden, gaan zij elkander allerlei beschuldigingen en ver wijten tegen het hoofd werpen, en wordt het publiek feitelijk op een dwaalspoor gebracht. Meer en meer gaat men begrijpen, dat hier persoonlijke kwesties in 't spel zijn en dat maakt de zaak voor beide partijen bedenke lijk. Daarom nog eens: wie heeft hier gelijk? Ik voor mij zou zeggen: wat gaat mij de verhouding aan, waarin genoemde heeren tot elkander staan. Heeft de een zich over den ander te beklagen, welnuelkander dan onder vier oogen de waarheid gezegd. Dat is veel beter, en degelijker dan al dat schelden en verwijten. Wie strijden wil, die strijde als een held; kloek en fier, maar niet op een afstand, dat is laf en kinderachtig. Over de weesinrichtmg zelve nu wensch ik ook een enkel woord te zeggen. Ik acht zulks noodzakelijk, vooreerst, "omdat de volledigheid het eischt en vervolgens, omdat men, naar ik meen, gaarne wenscht te weten, op welk standpunt ik in deze sta. Doch, dit een vol gende maal. Z.-S. L. Rmnenland. Bij de op heden gehoudene stemming voor de benoeming van een Hoofdingeland van de banne Oudkarspel, is met algemeene stemmen herbenoemd de heer J. Schagen aldaar. Sedert het laatst der maand Juli is aan den Langedijk de handel in bloemkool in vol len gang. De prijzen, die in den beginne hoog waren, 14 A 17 gulden, liepen in het begin der maand Augustus terug tot 5 k 8 gulden. De laatste week bracht daarin weder verandering, zoodat de tegenwoordige prijzen loopen, van 8 tot 13 gulden. Roode kool geldt tegenwoordig 5, gele 6 en witte 7 gulden de 100. Door de vele vruchten overtreft de aanvoer van kool de vraag. Wortelen zijn zeer weinig waard. Nep, d. i. kleine uien, werd dezer dagen verkocht voor 3 gulden de H. L. Groote uien is nog niet in den handel. Een gerechtelijke verkoop. Aan de N. Gron. Ct. ontleenen we de volgende opgaaf van „prijzen", geboden bij de veiling te Groningen, waarvan in ons vorig nummer is melding gemaakt, welke door de socialisten in de war werd gestuurd. 1 eikenhouten linnenkast 2 cent, 1 vurenhou ten linnenkast 1, een mahoniehouten kruistafel 2, een prachtige lamp 3, zes kussenstoelen 6, een rieten armstoel 3, een spiegel 3, een turf bak 1, een stoffer 1, een koperen vuilnisblik 1, een paar gordijnen 2, vijf vloerkleedjes 2, een sigarenstel 1, een kapdoos 1, een aschbakje 1, twee karaffen 2, twaalf roemers 2, een porse- ieineir-theeservies 2, een gebakschaal 1een dito 1, een koffiepot met koperen komfoor 1, een kachel met pijp 1, een koperen ketel 1, een pan met deksel 1, een hanglamp 1, een vurenhouten tafel 1een koperen doofpot 1een koperen ketel 1, een kinderwagen 2, een wekker 1, een spie gel 1, een koperen schel 1, een gordijn 1, vier stoelen 2, een kamerbezem 1, drie stoven 1 en een kistje 1 cent. Tel. De groote hitte der laatste dagen heeft als gewoonlijk weer zijn groote schaduwzijde. Mensch en dier voelen zich minder opgewekt en tot wer ken weinig gezind. Niet overbodig mag het ze ker genoemd worden, eene meermalen gehoorde waarschuwing nog eens te herhalen, namelijk: drink niet te veel water. Yooral zij niet, die op het veld van den vroegen morgen tot den laten avond moeten arbeiden. Een uitstekend middel om grooten dorst te voorkomen is het in den mond nemen van het een of ander voorwerp, een grassprietje, een stukje ijzer of wel een steen tje. De mond wordt dan niet zoo spoedig droog en de lust tot drinken minder. Hoorden en lazen we de laatste dagen ook weder van menschen, die door de drukkende warmte waren flauwge vallen, Donderdag j.l. was dit ook te Schagen het geval met den heer B. uit Alkmaar. Bewus teloos werd hij weg gedragen. Gelukkig kwam hij weer vrij Uitslag van den Kolf- en Biljartwedstrijd, gehouden te Barsingerhorn, in het lokaal van den heer W. Groen, op den 16 Augustus 1893. Yoor het kolven waren 33 deelnemers. Ie prijs A. .Kist met 147 p., te Zuidschar woude; le premie C. Zomer met 144 p., te Zuidscharwoude; 2e premie A. Slotemaker, met 143 p., te Barsingerhorn3e premie W. Kraak man Pz. met 143 p., te Zuidscharwoudelaatst genoemden bij over kolven. Serieprijs H. Wes terman, met 50 p., te Barsingerhorn. Yoor het biljarten waren 16 deelnemers. le prijs D. Nierop, te Nieuwe Niedorp, le premie I). de Beurs, te Barsingerhorn, 2e premie D. van der Oord, te Barsingerhorn. De prijzen en premie's bestonden in contanten. Onderwijzers-nood. In verband met onze mededeeling, de vacature van onderwijzer te Druten betreffende, schrijft men Dat de onderwijzers-nood zich in het district Tiel ernstig doet gevoelen is een feit, reeds in dit blad vermeld. De manier, waarop daarin echter wordt voorzien, ontlokt en terecht den onderwijzers een krachtig woord van protest. Benoemingen uit onwettige voordrachten zijn vooral in het arrondissement Zaltbommel aan de orde van den dag; ook in het arr. Druten zijn er eenige te wachten. Het kweekelingen-stelsel tiert uitstekend. Te Haaften en Opijnen staan reeds gedurende 8 en 4 maanden onbevoegde personen tegen een vast salaris les te geven. Waar op zulk eene manier de wet ontdoken, de belangen van onderwijzers en onderwijs mis kend worden, daar is het niet te verwonderen, dat de onderwijzers zich zeer weinig tevreden Tel. Oude joiigchceren. 't Voorbeeld der half-celibatairs van Stadska naal vindt reeds navolging. Te Zuidwending willen de jongelui niet trou wen vóór hun twee-en-dertigste jaar. Onze berichtgever meldt niet, of onder de „jongelui" ook de dames begrepen zijn. lel. i.) I. Een gil van de stoomfluit het bekende ge steun, gesis en geratel een ruk en de trein stond stil. «Hengelo Hengelo klonk de heesche stem van den conducteur langs de wagens. «Hoelang oponthoud vroeg een der reizigers in een coupé 2e klasse, waarvan hij het portier opende. «Vijf minutenen de conducteur snelde verder. «Hm juist tijd genoeg om mij even te vertre den, 'k heb nog een langen rit voor de borst, mompelde Arthur Hagers, op het perron springend. «Veel bizonders is hier anders niet te zien," dacht hij rondkijkend, «maar een perron blijft een perron van Nischni-Novogorod tot San Francisco, en Hen gelo zelf,« besloot hij onwillekeurig hardop denkend: «Hengelo kan mij gestolen worden. De jonge man, die zoo spottend sprak, was onge veer vijf en twintig jaren oud en had zijn schutters plichten, die dreigend voor hem waren opgerezen, nog niet vervuld. Hij had vroeger in Rotterdam gewoond bij zijn vader, die hem bij zijn dood, eenige jaren geleden, een klein vermogen had nage laten en kwam nu regelrecht van een pleizierreisje in Duitschland, met bestemming naar New-York. Hij had in een dolle bui namelijk het voornemen opgevat de zee over te steken en in het land der vrijheid zijn fortuin te zoeken, omdat hij aan de militaire jas, die hem bij zijn terugkeer in het vader land stond te worden aangetrokken, een onuitspre- kelijken hekel had. Hij stak een sigaar op en drentelde geurige rook wolkjes uitblazend de wagens langs, naar het geloop en gedraaf der in- en uitstappende reizigers kijkend, met een behaaglijk gevoel van zorgeloosheid, dat zulk een schouwspel bij een jongen man van vijf en twintig jaren, die naar Amerika wil gaan met een kleinen, veilig in den borstzak geborgen bagage van twintigduizend gulden in bankpapier en goede aanbevelingsbrieven, moet opwekken. Wie met zulk een kapitaaltje de wereld ingaat kan niet anders dan zulk een prettig onbekommerd gezicht zetten, als onze vriend Arthur Hagers in Hengelo, vijf minuten voordat zijn Amerikaansch plan in duigen viel. Een grappige ontmoeting was namelijk de oor zaak, dat de kapitein der «Drenthe" acht dagen later een kajuitspassagier minder en de plattelands schutterij een knappen landsverdediger meer telde. «Ik vind het eenvoudig belachelijk dat we hier zoo lang moeten wachtenriep een harde, krij- schende vrouwenstem op verontwaardigd boozen toon. Arthur, die juist door het portierraampje van een derde klas rijtuig tuurde, waarin zeven heeren met arendsneuzen op luidruchtige wijze hun misnoegen over een onverantwoordelijke prijsverhooging van Engelsche katoentjes te kennen gaven, draaide zich om en zag vóór den trein aan de andere zijde twee dames, een oudere en een jongere, de laatste kus- senswaardig, de eerste bezienswaardig. Want de oude dame was van onder tot boven grauw, van den parasol tot de stoffen laarsjes, van den hoed tot de handschoenen en het reischtaschje was alles grauw. Een lichtgrauw waas scheen zelfs over het beenige gelaat te liggen, maar misschien was dit een gezichtsbedrog, dat door het overweldigend grauwe der geheele verschijning te voorschijn werd geroepen misschien was het slechts de weerschijn van haar parasol. Hoe het zij bezienswaardig was de oude dame zeker evenals de bekende schilderij van dien beroemden artist, die een landschap bij mistig weder had geschilderd, zóó natuurlijk, dat men alleen de grijze mist, maar geen landschap zag. De kussens waardige jongere dame was een krulkopje van zeventien ot achttien jaren, een bekoorlijke blondine, elegant gekleed zonder een zweem van grauw, met heldere blauwe oogen en frissche roode lippen. «Maar tante," klonk het zacht van de verleide lijke lippen terug, «de trein wacht vandaag niet langer dan anders.« «De trein wacht altijd te langriep de grauwe tante nog boozer. «Ik vind het eenvoudig belache lijk, we staan nu al zes minuten stil." Bij die woorden trok zij, om de waarheid harer bewering te staven, een gouden horloge te voor schijn, dat zeker ook grauw zou zijn geweest, als er ooit ergens in Californië of op de Goudkust grijs goud was gevonden. Deze gelegenheid scheen Arthur gunstig om een gesprek aan te knoopen. «Pardon, mejuffrouw," begon hij eveneens, zijn horloge voor den dag halend, «de trein wacht pas vier en een halve minuut op de seconde af!« «Neen, mijnheer, zes antwoordde de oude dame bits. «Uw horloge gaat niet gelijk. Het mijne heb ik voor ons vertrek met de stationsklok gelijk ge zet. Dat doe ik altijd." Daarbij sloeg zij eerst een blik op het onfeilbare horloge en vervolgens een op Arthur, die duidelijk zeide: «ik vind het een voudig belachelijk, dat die mijnheer mij wil corri- geeren 1" «Borne en Almelo instappenschreeuwden de conducteurs en de stationsbei begon als razend te luiden. «Kom Berthaz.eide de grauwe tante gejaagd. «Gaat u ook naar Borne vroeg zij terloops, nog even naar Arthur omziende. «Ja neen,« antwoordde het jonge mensch be sluiteloos, «eigenlijk moet ik naar Amerika." «Dat's een heel eind uit de buurt,meende de oude dame droogjes. Bertha wendde het hoofd om en sloeg een vluch- tigen blik op Arthur, die besluiteloos zijn blond kneveltje opdraaide en zeker aan heel iets anders dan aan de groote transatlantische republiek dacht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1893 | | pagina 1