Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 39. Zondag 24 September 1893. 2e Jaargang. Zij, die zich met het begin van het nieuwe kwartaal op dit blad wenschen te abonneeren ontvangen de tot dien datum nog verschijnende nummers GR A TIS. Plaatselijk Nieuws. FEUILLETON. VERSCHILLEND BESTAAN, NIEUWE LUCeiUKIl MUIT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEM NTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. li. KEIZER. BUREEL: jVoordscliarwoude. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. oa» DEI 1B0LLA1»§CIIE.1 SPOORWEG. (Greenwich lijd.) Vertrekuren van af station Noord-Scharwoude. (Zomerdienst.) RICHTING HELDER. GREENWICH TIJD. 6.36* 7.46 11.23 3.06 6.37 9.51 GREENWICH TIJD. 6.18 7.30* 9.37 12.04f 1.38 3.55 8.16 AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.56* 8.06 11.43 3.26 6.57 10.11 AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.38 7.50* 9.57 12.24f 1.58 4.15 8.36 Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Den Helder. RICHTING AMSTERDA M. Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam, t Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest. Me Pitg'. Van bevriende hand vernemen wij Op den 15en dezer hield de kiesvereeniging „Vrijheid" voor Langedijk en St. Panera» weer eens eene vergadering. Deze was gewijd aan eene bespreking van de Kieswet-Tak, ten einde, zoo de vergadering voor het beginsel was, in die wet uitgesproken, daarvan op officiëele wijze aan de Regeering kennis te geven. De voor zitter vond zulks gewenscht, daar het hem, en hij twijfelde niet aan allen aanwezigen, veel was, het thans regeerend ministerie te behouden. Veel goeds was er in den loop dezes jaars door het ministerie-Tak tot stand gebracht. Nog veel goeds hoopt het te doen, o. a. eene herziening op het personeeleen zaak, die onverdeelde be langstelling en waardeering verdient en vol ver wachting daarom mag worden tegemoet gezien. Uit de gehouden discussiën en stemmingen bleek, dat bijna alle leden zich met het beginsel in de kieswet-Tak uitgedrukt, konden vereeni gen.. Aan den wensch om de verschillende amen dementen op genoemde wet, nu ook ter sprake te brengen kon evenzeer worden voldaan. De wakkere voorzitter stelde daarop de verschillende amendementen zoo kort en duidelijk mogelijk in het licht; in het bijzonder het amendement Van der Kaay. In beginne was de vergadering het met dit amendement eens; met de drie eerste Categoriën daarvan kon zij zich vereenigende huurwaarde van f 1.in gemeenten beneden 10000 zielen vond men wel wat hoog, van daar dan ook dat met een belangrijke meerderheid van stemmen de vergadering meende zich daar tegen te moeten verklaren. Jammer, dat de opkomst niet veel te beduiden had, dat er slechts dertig leden tegenwoordig waren. Ka rondvraag en dankzegging aan de vergadering sloot de voorzitter dit samenzijn. Over het algemeen is de handel in groen ten aan de Langedijk tegenwoordig vrij stil. Weinig wordt er omgezet, waardoor voor roode kool hoogstens f 4, 5, voor witte f 6 wordt ge geven. Ook in uien en gele kool wordt weinig gedaan. Voor de Langedijker arbeiders is nu de tijd gekomen om, zooals men het noemt, te slik ken, d. i. modder uit de slooten te halen om daarmee het veld te bemesten, 's Morgens in de vroegte, voor een paar weken 's nachts om 12 of 1 uur reeds, gaan ze met praam en beugel aan het werk om tegen 8 of 9 uur huiswaarts te keeren en te rusten van dien uiterst zwaren arbeid. De middag wordt dan meestal met lich ter werk doorgebracht. „Orpheus." Jl. Zondag gaf de zangvereeniging „Orpheus" van Oiulkarspel, directeur de heer J. Vis, een eoncert in 't kerkgebouw aldaar. De opkomst was gering, wat te betreuren was daar dit con cert als vrijgoed geslaagd kan heeten. Doch hiermede drukken wij ons nog niet juist uit. Het programma toch bestond meerendeels uit mannenkoren en rekening houdende met de ster kere geluidsontwikkeling als dat der vrouwen koren, kwamen de mannenkoren beter tot hun recht, liever nog: Het mannenkoor deed z'n best en zong de nummers, voorkomende op het programma, zoo niet alle, dan toch de meeste voortreffelijk. Het gaf blijken van ernstige studie en harmonie. Het toont te willen, begrijpende, dat door studie alleen kan verkregen worden, waarnaar het verlangt, 't Is waarschijnlijk niet beleefd nu juist eerst de mannenkoren te noe men, doch de dames hebben hier wel ietwat schuld aan. Ik had zoo gaarne gezien dat de gemengde koren bovenaan waren gekomen of dat het vrouwenkoor met „De Dankbaarheid" het neusje van de zalm was geweest, maarniet alzoo. Men vindt in gemengde koren meer vol heid, afwisseling, zang, wat te verklaren is daar der componisten fantasie zich verder kan uitstrek ken, en in de nummers voor gemengd koor welke werden vertolkt zat muziek. De dames echter, gaarne geloof ik dat de partij er even goed inzat, deden hun Lest niet. Men scheen zich te geneeren den mond open te doen, waar door alleen goed geluid kan worden voortge bracht. Men houde hiermede in 't vervolg reke ning. Men zij vrij, zinge uit volle borst in 't bewustzijn z'n partij te kennen. Door 't inacht- nemen van deze wenken, geloof ik dat het ge mengd koor of liever het dameskoor zal kunnen concurreeren met het mannenkoor. Ik wilde 't liefst niet een critiek leveren van elk nummer; er waren wel nummers die hier en daar wat minder gejaagd, wat minder sterk, wat meer in de maat hadden kunnen zijn, ook dat van de twee stukken met begeleiding, het acconpagne- ment wat al te sterk was in 't begin, doch die kleine vlekjes waren schuil gegaan, wanneer men met een vrijheid had gezongen waarmede men in de huiskamer zingt. De directeur heeft al geen gemakkelijke taak, dacht ik, en moet in de eerste plaats gesteund worden door zijne leden. Men moet dit begrijpen en medewerken om samen tot een goed geheel te komen. Ik heb alleen het onderscheid eens willen aan toonen tusschen het mannen- en vrouwenkoor, en ik hoop dat hierop wat naijver zal volgen aan den kant der dames. Evenwel, „Orpheus" heeft een goede indruk achtergelaten. Zij verdient meer belangstelling van den kant van het publiek en wij wenschen haar op haar volgende uitvoeringen veel succes. Emnenland. Jl. Donderdagmorgen brandde door een ongelukkig toeval, nl. door het in brand gera ken van het petroleumtoestel, het perceel af, bewoond door C. Barsingerhorn, aan den Midden weg, te Ilcci'hiigowaai'ri. Een jong kind is met groote moeite gered kunnen worden, en ligt ten gevolge van schrik en ontsteltenis zeer beden kelijk. Ongeveer 800 gulden is gered kunnen worden als iets van beteekenis kunnende heeten. Tegen brandschade was huis en inboedel ver zekerd. In de onmiddellijke nabijheid van de kom der gemeente Schagea werd den 21 dezer tij dens een hevig onweder een paard van den heer P. Buis aldaar, 11/2 jaar oud, door den bliksem gedood. Men schrijft ons uit llaringcarspel De Raad dezer gemeente besloot in zijne on langs gehouden vergadering om al het aan de gemeente toebehoorende weiland ruim 11 H.A. gelegen te Tuitjehorn en van de beste kwaliteit te verhuren om te scheuren; de overweging dat bouwland meer opbrengt in huur en veel meer werk geeft dan weiland heeft tot dat besluit ge leid. De verhuring zal in de maand October plaats hebben. Korte vreugde. Tegen een zekeren G. W. werd door de arron- dissements-rechtbank te Almelo, wegens het afleggen van een valschen eed, een jaar gevan genisstraf geëischt. Bij het vernemen van zijn vonnis ijlt hij naar het station, springt in een gereedstaanden trein naar Hengelo en weet op die manier aan de handeri der marechaussee te ontsnappen, want hoogstwaarschijnlijk zou hij onmiddellijk in hechtenis genomen zijn. Naar uit Hengelo aan de Zw. Ct. wordt ge meld, is G. W. des avonds, aldaar iD hechtenis genomen op een soiree van Willem van Zuylen. 't Is laat, heel laat in den nacht. Reeds vertoo- nen zich in 't oosten de eerste bleeke tinten van het morgenrood. Een luid geratel van wielen weerklinkt, en een coupé, door een prachtigen, met schuim bedekten schimmel getrokken, houdt plotseling stil. Op een door den koetsier gegeven sein komt een reusach tige, slaperige, in indrukwekkende liverei gestoken concierge te voorschijn, en het rijtuig verdwijnt onder het voorgewelf van de villa. 't Is de Markies La Clique, die van zijn club thuiskomt, waar hij, zooals gewoonlijk, den nacht met spelen heeft doorgebracht. Dien avond, of liever dién morgen, schijnt hij, naar zijn uiterlijk te oordeelen, nog ietwat slech ter gehumeurd dan gewoonlijk 't geval is. Hij gaat onmiddellijk naar boven, naar zijn slaap kamer. Terwijl de groom hem zijn laarzen uittrekt, dringt een trissche geur van bloemen uit het park naar binnen, terwijl een nachtegaal op liefelijken toon een aubade brengt aan de zon. Maar de Markies houdt niet van muziek even min als van den geur van bloemen en planten. Zijn reukorganen worden heel wat meer aangetrok ken door de geuren uit een paardenstal. »Daar is die ellendige vogel weer bezigzegt hij, met zijn krassende stem. «Laat Célestin eens een schot hagel op hem afzenden, dat hij mij hier niet weer komt vervelenEn doe jij dat raam dicht, die acacias stikken als de Zoo sprak de Markies, een gentleman, élégant en welopgevoed, zooals men er zich maar een denken kan, maar die zich binnenskamers ruwer uit dan zijn palfrenier, 't geen natuurlijk het toppunt van »chic« uitmaakt. De groom, die John heette (hoewel hij in de gemeente, waarin hij geboren werd als Blaise Amé- dée stond ingeschreven) haastte zich aan het bevel te voldoen. Op de nachttafel, op een zilveren schotel, waarin het familiewapen van den markies gegraveerd was, stond, zooals altijd, voor eventueele gevallen, eenig koud gebraad gereed. Na een nachthemd te hebben aangetrokken, ge bruikt de markies, met een uitdrukking van voor name ontevredenheid op 't gezicht, een sneedje brood met p&té de foie gras, daarna drinkt hij een glas port, werkelijk uit Portugal afkomstig, om zich ten laatste den mond te spoelen met een flinke teug fine champagne, ouder dan hijzelf. Als het souper gebruikt is, besprenkelt de arme John, die met de zelfverloochening van een kluize naar (al werden zijn neusgaten door den geur dei- truffels ook op de wreedste wijze geprikkeld) van dat eten en drinken getuige is geweest, zijn gelaat en baard met een reukwatertje, uit Londen af komstig. Eindelijk strekt de markies zijn leden uit op een bed, waarvan alle benoodigdheden zorgvul dig met zijn wapen bewerkt zijn van de sprei af tot de sloopen der hoofdkussens toe, en geeft aan John vergunning te gaan slapen. Deze verdwijnt bijna volkomen onhoorbaar, zich om zoo te zeggen oplossende. 't Valt den markies niet zoo heel gemakkelijk den slaap te vatten, hij heeft koorts en hoofdpijn, zooals alle avonden, want de markies is iemand, die zich niet weet te matigen, hij lijdt letterlijk 't leven van een dienaarik bedoel van den man van de wereld. Ongeveer op 't zelfde oogenblik heft een stee nenbikker zich van zijn peluw op. In minder dan geen tijd heeft hij zijn toilet ge maakt, dat is, zijn pantalon en zijn grof blauw lin nen vest aangetrokken. Hij snijdt een stuk rogge brood, drinkt een teug water, en daarna, als hij zijn gereedschappen uit een hoek heeft genomen, gaat hij zoo zacht mogelijk de deur uit, want hij is bang zijn kind wakker te maken, dat ginds nog rustig ligt te slapen. Met volle teugen ademt hij de frissche morgen lucht in, hij voelt zich kalm en welgemoed. Een kleine hond volgt hem op zijn schreden. De steenenbikker gaat juist naar een plek vlak bij de villa van den j Markies. Hij trekt zijn vest uit, dat hij aan den oever van de beek aan een wilgetak hangt, en, op een hosje stroo geknield, begint hij dadelijk met zijn arbeidtik, tik, tik. De hond past op de gereedschappen en het vest; hij ligt onder den wilg, de kop op de vooruitge stoken pooten rustend, en als hij slaapt, is 'ttoch maar met één oog tegelijk. 't Is vijf uur. Met steeds schitterender, steeds verblindender glas stijgt de zon aan de kimmen om hoog. 't Licht der sterren is bij haar nadering reeds lang verbleekt. De nachtegaal, de vijand van den Markies, laat als finale een trillenden juichtoon weerklinken en stoeten van teere, fijngevormde vlinders, van kleine, glinsterende kevers, en van bijen, die zich aan den ochtenddauw komen verlustigen, beginnen hun ron dedans. Een gezonde, frissche geur van versch ge sneden hooi vervult de lucht. Nu en dan veegt de steenenbikker zich het zweet van het voorhoofdhij luistert naar dat liefelijke gezang, naar dat zachte gegons der insek- ten; hij ademt die welriekende geuren der velden in, en zijn nederige ziel voelt zich onwillekeurig verteederd door de indrukken van dien verrukkelijk schoonen morgen. Dan hervat hij weer zijn steenenbikker's muziek: Tik, tik, tik, een muziek, arm en eentonig als zijn eigen leven Kwart voor twaalven verschijnt John in de slaap kamer van Markies La Clique. Ondanks de zware, wollige tapijten en de berevellen, die zijn stap on hoorbaar maken, treedt hij op de teenen en nau-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1893 | | pagina 1