II
1. EUGLANDER,
De Nieuwe Gaper,
ALKMAAR.
Heeren- en Jongeheeren-Winterjassen
ONTVANGEN:
De nieuwste modellen WINTERMANTELS,
Luttik-Oudorp, C 61.
Prima Medicinale Levertraan,
W. PENAAT W.Pzn.,
VAN DER AA CHRISPIJN, Photographen.
verzoeken hunnen geachten Begunsti
gers gedurende de Winterdagen, vooral niet
later te komen
als tot 's namiddags 3 uur,
om verzekerd te zijn van goede en fijn bewerkte
portretten.
Nieuwe Regen- en Wintermantels
M. MEIJER ZOON,
De grootste hik
E VROOLIJKE GUIT
DE GUNST,
Schapensteeg
B10. B 14.
DE ALLEMANSGADING,
A 13.
grootste, goedkoopste en meest gesorteerde Magazijnen van
ManufacturenGaren, Band, Naaisters- en Kleedermakers-Garnituren,
bericht aan zijne geachte clientèle dat eene enorme voorraad
voorhanden is.
HEEREN-WINTERJASSEN vanaf 3.50, 5, 6, 8, 12 gulden en hooger,
afkomstig uit een magazijn in Liquidatie.
Groote voorraad WINTER-ARTIKELEN, als:
Meer dan 1500 Hullen mot bijpassende echte Brabantsche Kantjes, In voorraad
KAPMÜTSEN en KAPKANTEN voor de halve waarde.
De Sterrenhemel.
MANTELS. MANTELS.
voor Dames en Hinderen.
Hekelstraat, C 7, Alkmaar. JOH. MAR JOT.
Geheel inyevielit voor het maken van Mantels naar maat.
door vele Doctoren aanbevolen om hare groote geneeskracht, tengevolge zeer groot jodiumgehalte.
Uitmuntende door helderheid en smaak.
Verkrijgbaar in flacons van 4 en 8 maatjes inhoud, voor 80 en 55 cent,
in Verfwaren en Vernissen.
N.B. In alle plaatsen worden tegen flink rabat WEDERVERKOOPERS gevraagd.
Verdronkenoord A L K M A A
i ruime keuze tegen concurreerende prijzen voorhanden bij
Alkmaar, Houttil 24. St. Maartensbrug.
droog en goed belegen, is te vinden bij de
Wed. „I. llA A Ordinaire soorten
f7.—, f8.—, f9.—, f 10.alle goed; zeer
goede soorten f 11.f12.f 12.50; fijne
f 14,50, f 15.en f 18.— per 1000 of 10/10
kistjes. Ieder die sigaren verkoopt moet in zijn
eigen belang de kwaliteit bij ieder ander verge
lijken en het resultaat zal zijn nergens goed-
kooper als Zaadmarkt, hoelc Kool
tuin, Alkmaar.
Per kistje van 100 stuks f 0.80, f 0.90, f 1.
f 1.25, f 1.40, f 1.75, f2.10 en f2.50, en bizon
der aanbevolen het merk 1492 k f 1.25, Jan,
Piet en Klaas f 1.40, deze ook verkrijgbaar in
kistjes van 50 stuks a 75 ct. en mijn Rookertje
f 1.75. Albums met sigaren, gevuld fl.— en
en f 1.25, een altijddurende kalender en tafel
koker 80 ct.
Nieuw g-rappig- v o o r-
drachtenboek, bevattende 24 splin
ternieuwe voordrachten, komieke scènes, couplet
ten, berijmde annecdoten enz. alsmede eene
verzameling liederen. I^rijs 50 cent.
Inhoud: Nieuwe vrooLijke Poutpourri. Hans
Wispelturig. - De gefopte agent. - Die vindt men
niet, - De rustbewaarder. Het oog wil ook wat
hebben. - Doof is lastig. Het allernieuwste Ta-ra-
ra-boem-diee. De wondermensch. Joost de schat-
tenzoeker. Nathan Pen. Als ik eens burgemeester
was. - Mijn oude hoed. - Jan Altijd-dorst. - Het
betooverde varken. - Dat is niet verboden. - De
eerste kus. Twee minnende harten. Dorus On
geluk. - De korporaal. - Ik begrijp er niets van. -
O! was ik toch zoo'n dier. - De aap als rustverstoor
der. Dat moet zoo vlug niet gaan.
24 splinternieuwe voordrachten met en zonder
zangen bovendien nog 9 vroolijke liederen. Het
geheele boek wordtna ontvangst van postwis
sel groot 50 cent of van 11 blauwe postzegels
franco per post toegezonden door
J. D. DIJK, Boekhandelaar
Grachtstraat, Grongnien.
Meer dan 500 wollen-, siteen- en molton-dekens, welke voor de
halve waarde nitverkocht znllen worden.
zwarte en gekleurde Fichus, Kapers, Kapi^ons, Dassen, wollen Jurkjes, Rokken, Mutsen,
Ohachenés, Heeren- en Jongeheeren-Bontmutsen, Krollen, Barets, enz. enz.
plj^ Een ieder wordt in zijn eigen belang ten sterkste aangeradenvóór dat men zijne
inkoopen doeteerst een bezoek te brengen in EnglandeEs goedkoopste magazijnen.
Uit „het Evangelie der Natuur",
VAN
HERIBERT RAU.
(JJit het Duitsch vertaald.)
4.)
Een algemeene uitroep van verbazing volgde
op deze uitspraak van den meester. Deze echter
ging voort en zeidehierover bestaat geen twij
fel meer. De wetenschap der sterrekunde (astro
nomie) heeft dit sinds lang als onomstootelijk
vast bewezen. Maar zij geeft ons ook een begrip
ongeveer van de grootte en oneindigheid van
het Heeal, waarin zich al die millioenen werel
den en zonnen bewegen, als zij ons leert dat
onze aardbol om den zonnen-kogel zich beweegt
op een afstand van ongeveer twintig millioen
mijlen. En toch behoort de aarde nog tot die
planeten, welke tamelijk dicht bij de zon staan.
Op veel grooter afstand wentelen zich de plane
ten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus om
de zon. En als wij als de uiterste grens van het
gebied 't welk de zon beheerscht, de baan van
de voorlaatste planeet Uranus nemen, ofschoon
er grootere zijn, dan vinden wij dat dit gebied
een deel van het Heelal inneemt, hetwelk niet
minder dan 772 millioen mijlen in doorsnede
heeft.
„Maar hoe riep de jonge landhuishoudkun
dige „zulk een afstand kan ik mij niet den
ken."
„Nu," zei de meester dan wil ik be
proeven het u duidelijker te maken. Denk u
een paard, hetwelk een uitstekende draver is.
Als nu dit paard ten tijde van Mozes geboorte
alzoo voor 3500 jaren begonnen was deze
ruimte in gestrekten draf te doorloopen, zonder
ook maar een oogenblik moede te worden of op
te houden, dan zou het nu na 3300 jaren de
helft van den weg afgelegd hebben. „Groote
goedheidriepen de vrienden als uit eenen
mond, „wat een vreeselijke afstand
„En tochvoegde de meester er aan toe,
zinkt ook deze afstand in het niet bij de
ruimte die ons van de vaste sterren scheidt. Een
dezer, Sirius, is bijna vier billioen mijlen ver
wijderd, en konden wij op de vleugelen der
gedachte deze bereiken, dan stonden de verste,
dus den grooten sterrekundige Herschel be
schouwde sterresystemen toch nog 35,000 malen
verder van ons dan deze Sirius."
De meester bleef andermaal staan. Men was
bij de poort van zijn tuin gekomen. Vriendelijk
schudde hij elk der jongeren de hand en zeide
„leeft wèl, mijne vrienden. Wij hebben van daag
een heerlijken avond met elkander beleefd. Moge
de blik in de oneindige ruimte in het Heelal,
u ook op het denkbeeld brengen van de groot
heid van dien geest, die niet slechts onze kleine
aardemaar al die millioenen en millioenen
werelden en zonnen omvatdoordringtdraagt
en in stand houdtdie in hare ongemeen groote
banen daar henen trekkendat onnaspeur
lijk roezenhetwelk wij God noemen.
Het gesprek in den laten avond had op den
kleinen vriendenkring een diepen indruk ge
maakt. Zwijgend ging men van elkaar, en ieder
ging in gedachten verzonken naar zijn woning.
Den jongen landhuishoudkundige echter was het
te moede alsof hij in een geheel nieuwe wereld
verplaatst was.
„Zoo mag het den menschen wel geweest zijn
zei hij bij zich zeiven toen zij Amerika
ontdekten. En toch is dat slechts één enkel
werelddeel, terwijl zich voor mij heden een ontel
bare menigte werelden voorgedaan heeft. Hoe
als al deze werelden eens bewoond zijn Als
ook daar eens wezens zijn aan ons menschen
gelijk, of tenminste gelijkvormig? En God, de
Wereldgeest, zoo als de meester Hem zoo
schoon noemde zou Hij op alle deze zonnen
en werelden zijn, ze allen omvattend en onder
houdend
Johannes zoo heette de jonge man ging
zwijgend verdermaar in gedachten was hij
druk bezig met deze vragen, waarop hij zich
voornam bij de eerste gelegenheid den „onbe
kende" om antwoord te vragen. Hoe geheel
anders kwam hem nu de nachtelijke hemel voor.
Welk een belang, welk een beteekenis had nu
elk van die vonken voor hem. Hij was bijna
trotsch op de nieuw verkregen kennis en meende
nooit zoo van zijn menschenwaarde zich bewust
geweest te zijn als van daag.
Den anderen jongen mannen ging het even
als hem, en zoo kwam het dat zij reeds des
anderen daags op het voor de wandeling be
stemde uur, allen in den tuin van den „onbe
kende" weder samenkwamen.
Do kleine kring der jongeren bestond uit zes
personen. Met^ uitzondering van den jongen land
huishoudkundige, Johannes die pas 19 jaren
telde, waren het mannen van gevestigden leef
tijd. De oudste heette Clémon. Hij was een
minnaar van schoone kunsten, overigens een stil
en ernstig mensch, die reeds veel treurigs en
droefs ondervonden had en daarom zeer terug
getrokken leefde. Men hield hem voor menschen-
scbuw, maar dat was hij niethij wilde slechts
omgaan met wie hem beviel. Des te inniger
sloot hij zich aan den „onbekende" aan, zoodra
hij dezen had leeren kennen, en dit geschiedde
midden in het woud, waar zij elkander, spoedig
na des onbekenden aankomst, op hunne eenzame
wandeling ontmoetten.
De derde in den kleinen kring heette Herman.
Hij was de zoon van een fabrikant en bij zijnen
vader in de zaak. Bezield van lust voor al wat
goed edel en schoon mocht heeten, daarbij de
begeerte koesterend, den toestand zijner mede-
menschen stoffelijk en geestelijk te verbeteren,
waar en hoe hij slechts kon, had Herman zich
ook laten opnemen in eene vereeniging die zich
ten doel stelde, jonge menschen tot onderwijzer
te doen opleiden. Bij die gelegenheid had hij
den meester ontmoet en was door een toespraak
van dezen zóó getroffen, dat hij den „onbekende"
om diens vriendschap gevraagd had.
Thans, na 7 maanden, hing hij als met kin
derlijke liefde den meester aan, ja, hij was zóó
ingenomen met den man, dat hij voor hem, zoo
als men pleegt te zeggen, door water en vuur
gegaan zou zijn.
Ietwat minder onstuimig, maar toch recht
schapen en voor alle goed ontvankelijk was de
vierde, die Jonas heette. Hij was een Israëliet
en had een kleinen handel, waarin hij even
werkzaam als eerlijk was. De onbekende had
het leven van een zijner kinderen gered en zoo
was Jonas door den dubbelen band van dank
baarheid en hoogachting aan den meester ver
bonden. Yoor geen geld ter wereld zou hij de
uren hebben willen missen die hij met de ande
ren in den omgang met den onbekende sleet.
Hij was gewoon te zeggen dat deze hem eerst
tot een waar en van zich zelf bewusten mensch
gemaakt hadden. De overige twee vrienden Karei
en Valentijn waren handwerkslieden met flink
gezond, degelijk verstand en met een eerlijk,
braaf hart. Veel gehoord hebbende van des
„onbekenden" vriendelijkheid en bereidvaardig
heid om anderen ten dienste te zijn en zelve
grooten lust hebbende zich naar den geest te
ontwikkelen, waren ze tot den meester gekomen
en hadden hem bescheiden en oprecht om 't
genot van zijnen omgang gevraagd en zoo had
hij ook dezen met genoegen in den kleinen
kring zijner jongeren opgenomen.
Zoo waren hier schier alle standen door goede
en edele menschen vertegenwoordigd, en zelden
zal zich een schooner en inniger verbond van
vriendschap op aarde gevormd hebben, dan dit
tusschen den meester en zijne jongeren, en dezen
onderling. Maar het schoonste van ware, echte
vriendschap is, dat zij in denzelfden graad toe
neemt, als waarin de bevrienden zich verheffen
tot een gemeenschappelijk edel streven.
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk van J. H. Keizer, Noordscharwoude.