■"feuilleton. Bgvoegsel van de »Nieuwe Langedijker Courant" van Zondag 26 November 1893. Binnenland. „I>nt komt vail «Ie zenuwen!" Onder de velen, die wegens dronkenschap voor den Utrechtschen kantonrechter terecht stonden, was een zestig-jarige, breedsprakige juffrouw, die er kende, dat zij bij een vriendin een glaasje had gebruikt en daarna op het Janskerkhof had loo- pen zwaaien. Maar dronken was zij niet ge weest! Dat was alleen maar van de zenuwen; daar had zij dan toch zoo'n last van, en dan kreeg ze net een gevoel op haar hoofd of al haar luiren spelden waren. En daar was ze al mede bij verscheiden doktors geweest, maar die konden er niets aandoen, zeiden ze, dus als de heeren nu soms een middeltje voor haar wisten dan asjeblieft, want ze was maar zoo bang, dat de dokters haar na 'r dood zoudenopensnijen 0111 eens te zien, wat dat eigenlijk geweest was en dat zou ze niet graag willen, al was het alleen maar om haar kinderen. De kantonrechter maakte een einde aan hare bespiegelingen door de mededeeling dat hij over acht dagen bepalen zal, hoeveel boete zij te be talen zal hebben. Als bewijs, dat nog niet allen aan de waarde van bank- en muntbiljetten gelooven, diene, dat dezer dagen door een ouden landbou wer te Vuren bij Groninchem eene vette koe verkocht werd aan een slager te Herwijnen. De kooper betaalde met bank- en muntbiljetten, maar dit werd door den verkooper geweigerd, „om rede hij die pampiere klungels niet ver trouwde". Hij moest riksdaolders hebben. Ds. Thijm te 's-Graveuhage is heden door de rechtbank veroordeeld tot 5 jaar ge vangenisstraf' wegens onzedelijke handelingen met minder-jarige meisjes, hetzij gedurende de catechisatie of op andere tijdstippen, met ont zetting uit het ambt van predikant en voor 10 jaar van het recht om voogd, toeziende voogd of bewindvoerder over andere dan over zjjn eigen kinderen te zijn. De eisch van het O. M. was 8 jaar gevange nisstraf. Naar het Vaderland verneemt, blijft de opbrengst der vermogensbelasting niet minder dan f 1,800,000 beneden de raming. Donderdag middag is de dienstdoende hoofd conducteur der H. IJ. S. Mij. Rosier, bij het uit stappen uit trein 117 te Uitgeest, overreden en gedood. Als een staalte van de lage prijzen der aardappelen meldt men, dat te Gasselte een klein varkentje is verruild tegen 20 1I.L. aard appelen. Nu drie jaren geleden stond zoodanig varkentje in waarde gelijk met één H.L. aard- niets van gezegd. »Dat wil ik wel geloovenzegt de heer Wilders appelen, welke laatsten toen f 1.25 en nu 50 cent per H.L. kosten. Gebrek aan ouderwijzers. Het blijkt hoe langer zoo meer, welk, een enorm gebrek aan onderwijzers er nu reeds is. Als een pikant staaltje wordt uit Odoorner- veen nog gemeld, dat men daar voor de open bare school eenvoudig het vruchteloos advertee- ren opgegeven, en door den nood gedrongen, een oud-onderwijzer van 83 jaar voor de klas geplaatst heeft. Iets uit den gemeenteraad van Naar- den. De heer Van Rhijn De steenen, die benoodigd zijn geweest, zijn gekocht door den wethouder en niet door den opzichter. De heer König (Weth.)Geloof je mij dan niet? Ik heb ze niet gekocht, dat wordt aan den opzichter overgelaten." De heer Van Rhijn: Dat is niet waar. Den opzichter wordt alles uit de hand genomen! De heer KönigDat noem ik onbeschoft, dat je mij niet gelooft. Dat is vrij onbeschoft van je. De heer Van Rhijn Laat den opzichter ont bieden of laat dien hier spreken, dan kunt ge hooren of ik waarheid zeg. De VoorzitterAls er iets noodig is dan wordt dit altijd aangeschaft en wordt de opzich ter daarmede belast. De heer Van Rhijn: De gemeente moet stee nen in voorraad hebben. De manier van hande len, zooals nu plaats heeft, is zeer duur. De Voorzitter wil tot een ander punt over gaan, doch de heer Van Rhjjn is daarmede niet tevreden. De heer König heeft mij onbeschoft genoemd, zegt de heer Van Rhijn, daarmee neem ik geen genoegen. Want onze reporter zit er ook bij en die neemt alle3 woordelijk op, zoodat men over morgen in de courant kan lezen van die zeur kousenfamilie en onbeschoft en als ik dan in Hilversum of in Weesp kom, vragen zij Ben jij die onbeschofte kerel Laat de opzichter hier komen, dan zal men kunnen hooren of ik leu gens spreek. De voorzitterJa, dat moet men er dan maar op wagen, daar is niets aan te doen. De opzichter wordt echter niet ontboden. Bij het Nationaal Biljart Concours, door de biljart-club „Alles over Band" uitgeschreven op de bovenzaal van caférestaurant Otto Brink man, te Amsterdam, heeft de heer J. Peetoom van Schagerbrug met 13 carambols in één stoot, den eereprijs (een gouden eereteeken) be haald. De klagende Erasmus. De heer B. t. K* heeft de volgende klacht afgeluisterd van den strammen Erasmusdie weer. »'t Is heelemaal zoo'n hoe-minder-er-over- gesproken-wordt-hoe-liever-geschiedenis. George is van jongs af de lieveling geweest, begrijp je? George zou een groot man worden hij was de bolleboos van de familie. Toen hij dus zoo opeens met eervol ontslag uit Indië naar huis werd ge stuurd, raakten ze heelemaal van de wijs.« «Och kom antwoordt Struis belangstellend -• «Bizonder prikkelbare menschen waarschijnlijk.'t Is zeker erfelijk in hun familie.ee »Watblief?« vraagt Wilders, eenigszins verwon derd, maar vervolgt»Er was natuurlijk niets aan te doen.« »Neen, natuurlijk nietarme ventOp den toon van het diepste medelijden. «Sakkerlootkerel, ik wou dat ik jou gezicht kon nadoen daar zul je als verdediger der ver drukte onschuld nog eens je fortuin mee maken Maar gekheid ter zijde. Ik zie volstrekt niet in, dat George Weerdan zóo erg te beklagen is. 't Kon veel erger zijn geweest.« »Dat kan ik mij niet voorstellen. «O, nonsensIk ken een massa menschen, die 't vrij wat minder hebben. Hij zegt zelf, dat 't een tamelijk goede plaats is en dat hij 't er uitstekend kan uithouden. «Daar ben ik blij om. Dus hij voelt zijn positie zoo erg niet?« »'t Lijkt wel of je van een levenslang veroor deelde spreekt,antwoordt Wilders eenigszins min achtend. «Ik verzeker je dat .zijn oude lui, in weer wil van hun bespottelijken trots, op den langen duur blij genoeg waren, dat ze hem er in hadden. «Dat is niet meer dan natuurlijk, al klinkt het hardvochtig. Zij wisten thuis zeker geen weg meer met hern.« «Hij was altijd een lastig perceel -dat moet ik toegeven maar 't was toch een heele dui keling van Chef van Geneeskundigen dienst, tot «Dat was het nogal «Eerst verwierpen de oude lui het denkbeeld aan het gesticht zoo ver mogelijkmaar George was koppig, zoo als je misschien, nog weet en wil je wel gelooven ten slotte hadden zij nog de groot ste moeite hem er in te krijgen «WelWelVolslagen razernij dus Arme George «Razernij herhaalt Wilders, verbluft waarna hij zijn vriend scherp aanziet en eindelijk in een lach schiet, die gaandeweg in een gebrul overgaat. «Ha Ha Ha Razernij brengt hij eindelijk met tranen in de oogen uit en begint opnieuw te lachen, zoo hartelijk dat Struis tegen wil en dank moet meelachen, hoewel hij niet eens vermoedt waarom. «Dacht je dat George gek was geworden vraagt hij nog schaterend. «Je zei dat hij in een krankzinnigengesticht is. Wat moet ik nu hieruit afleiden? 't Ligt immers voor de hand,« antwoordt Struis ietwat geraakt. «Dat is hij ook, maar niet als patient. Hij is Di recteur van het Rijks Verplegings- en Herstellings oord geworden. Ik dacht dat je 't wist 1 Gisteren kwam ,ik hem toevallig tegen hij was over, vertelde hij, om wat voor het bal van zijn nog maar altijd staat te bladeren in zijn boek op de Groentenmarkt te Botterdam: Vergeten ben ik, ja! al staat in duizend (boeken, Dat Rotterdam mij eert en trotsch is op haar (zoon Die stad, door mij vermaard in al des aardrijks (hoeken, Stelt op mijn voetstuk mij hier als een zot (ten toon. Ja zeker, als een zot! Bezie maar eens nauw keurig Met hoeveel stof en vuil mijn beelt'nis is be- (dekt 'k Ben smerig, schimm'lig zelfs en ook mijn (boek, 't is treurig! Is gansch onleesbaar thans, zoo vies is 't en For shame!" zegt de Engelschman, die mij (hier komt bezoeken; „Maïs comme c'est infamezoo roept de (Franschman luid; De Duitscher, ganz bestürzt, zoekt nog in al (zijn boeken Naar 't woord, dat zjjn gevoel op juiste wijze (uit. Mijn eigen volk alleen, mijn lieve stadgenooten, Zij laten mij bedaard hier in mijn smaadheid (staan O, 'k zou hen allen wel tot pulver willen stooten. En was ik niet zoo stram, ik liep nog hier (vandaan Talrijke kippen- en eendendiefstallen zijn in den laatsten tijd de plaag van de Haarlem mermeer. Men kent den dader heel goed, maar hem betrappen kan men den beruchten strooper geen enkelen keer. In wijden kring om zjjne woning hebben de bewoners daarom maar beslo ten hunne kippen en eenden van de hand te doen, daar ze anders toch gestolen worden. Een landbouwer meende nog slimmer te doen door den strooper in zijn dienst te nemen. Doch de nieuwe knecht was bijzonder traag en onbruikbaar, zoodat de boer hem weldra weer ontsloeg. 's Anderen morgens waren alle kippen uit het goed gesloten hok gestolen. De strooper was natuurlijk de dader en hij verkocht de kippen aan een anderen boer. Een paar dagen later komt hij bij den eer sten boer terug. Uit vrees voor meerdere dief stallen neemt deze hem in vredesnaam maar weer in dienst, maar laat hem toch even mer ken, dat de kippendiefstal hem niet zeer aan genaam had gestemd. De strooper zei niets, maar 's avonds ging hij uit en 's anderen morgens vond de boer zijn kippen weer in het hok. De strooper had ze eenvoudig teruggestolen. Thans kunnen de bewoners van Haarlemmer- patienten te regelen, 't Gebeurde elk jaar ééns, zei hij, en toen ik hem vertelde, dat ik nog nooit zoo iets had bijgewoond, vroeg hij of ik lust had een kijkje te komen nemen. Ik was ronduit gezegd een beetje huiverig om alleen te gaan, begrijp je, maar toen ik jou naam noemde, vroeg hij dadelijk of ik je ook wilde inviteeren. 't Zou hem aange naam zijn de kennis te hernieuwen, zei hij en hier ben ik. Heb je lust?« «Jawelantwoordt Struis levendig. «Ik heb George vroeger wel mogen lijden. Hij was altijd een jolige vent «Met bizonder lieve zusters «Dat verdriedubbelt zijn waarde,zegt Mr. Hen drik Struis met een goedkeurend hoofdknikje. Het eerste, wat den heer Wilders en zijn vriend bekruipt., als zij de balzaal van het gesticht binnen treden, is een gevoel van teleurstelling. De zaal gelijkt in alle opzichten op andere balzalen dit bedroevend feit valt niet te loochenen en onze vrienden schikken er zich in, met een zucht van verwondering en misnoegen. Zij hadden iets heel verschillends verwacht iets hier en daar-afgewisseld met een koddig tintje, dat het duidelijk, zoo niet gunstig, van gewone, alledaagsche vermakelijkheden zou hebben onder scheiden. Met inwendig genoegen hadden zij zich voorgesteld, een festijn bij te wonen, dat, in eenigs zins beschaafder vorm, op een bijeenkomst van Fiji- eilariders of een krijgsdans van Roodhuiden zou gelijken, en nu zijn zij op een dood gewoon bal verzeild geraakt Natuurlijk zijn zij daarover een weinig ontstemd en inwendig boos. Alles is strikt en rêgle. De bloe men, de lichten, de muziek, die opwekkend door de zaal ruischt, alles is onberispelijk. Zij zijn met die geheele vertooning vertrouwd honderde malen hebben zij dat alles reeds meê doorgemaakt. Mr. Hendrik Struis, die onverschillig wordt, knijpt zijn monocle in den rechter ooghoek en ziet vluchtig rond. »'t Is verduiveld moeielijk te weten, wie hier patiënten zijn of niet,« zegt hij hardop en zijn vriend, die vlak naast hem staat, stemt lusteloos toe. Ja, het is ontegenzeggelijk een groote teleur stelling. Een paar enkele zonderlinge vlekjes zijn natuur lijk in deze volmaakte schilderij wel aan te wijzen, maar ze ontsieren haar niet. Ze zijn te onbedui dend en kunnen op de vingers worden nageteld. De dame achter in de zaal bijvoorbeeld, in het costuum eener Bohémienne. Zij verlustigt zich in drie bontgekleurde rokjes, in opeenvolgende graden van kortheid over elkander heen aangetrokken, het geen wel is waar een vreemd, maar bovenal schil derachtig schouwspel oplevert. Dat wil zeggende rokjes, want de draagster, als is zij zonder eenigen twijfel oud, faalt allererbarmelijkst in het schilder achtige. Het feit, dat zij een beenige oude vrijster van vijf en vijftig jaren is, met een reusaehtigen neus en een paar groote ronde brilleglazen, bederft het effect wel een weinig. Als ze goed bij 't hoofd was geweest, geloof ik zeker, dat ze het bij den aanblik van een Bohémienne zou uitgegild hebben en bij de bloote gedachte aan korte rokjes getrild zou hebben van verontwaardigingmaar nu, arme meer en omstreken eenigen tijd gerust zijn de gevreesde persoon, dezer dagen uit stroopen zijnde, had het ongeluk, dat zijn geweer afging, terwijl hij in een schuitje stapje. Een zijner handen werd daardoor gekwetst, zoodat hij in het gasthuis te Amsterdam is opgenomen. Buitenland. Heeft een reiziger, die met zijn hond reist en voor dezen een kaartje heeft moeten nemen, recht op een plaats voor dit dier op de bank, of moet hij hem op den bodem der coupé laten liggeh Deze vraag werd door iemand, die zijn jacht hond door een conducteur van de bank had zien verwijderen, om voor een reiziger plaats te ma ken, aan het bestuur der Belgische Staatsspoor wegen voorgelegd. Dit heeft het recht van den hond op eene plaats erkend, zoodat voortaan 5 personen en 5 honden een coupé voor 10 perso nen zullen vullen. Een tuinman heeft op een onbebouwd ter rein midden in Barcelona in Spanje niet min der dan 11 bommen gevonden. Met de noodige voorzorgsmaatregelen heeft men ze naar het ge meentelijk laboratorium overgebracht. In de laatste dagen hebben weder 170 arres- tatiën plaats gehad. Polly Thompson, de oudste vrouw in En geland, is in de vorige week gestorven en te Forest Hill begraven. Zjj werd 105 jaren, ge noot altoos een goede gezondheid en was nooit gehuwd. Volgens het te Itio-Janeiro verschijnende dagblad Rio News worden de kosten van ieder schot, gewisseld tusschen de forten en de sche pen, geschat op 500 dollars. Het artelerie-duel in de baai van Rio-Janeiro van 30 October, waarin ongeveer 600 schoten werden gewisseld, heeft alzoo alleen op dien dag 300.000 dollars gekost. Schier ongeëvenaard blijkt het aantal schip breuken, door den jongsten storm op de kusten van het Koninkrijk Engeland aangericht. Maan dag alleen werden er niet minder dan 144 aan gegeven. Dit is het grootste aantal dat ooit op éénen dag werd geboekt. Het cijfer dat er het meest aan nabijkwam, 139, voert ons terug tot den October-storm van 1881. Het zwaarst had den kustvaarders, meerendeels slechte zeilers, het te ontgeldenvandaar dan ook het buiten gewoon groote verlies aan menschenlevens. En dit verlies zou nog veel grooter geweest zijn zonder de reddingsbooten van de. Royal Natio nal Institutiondoor wier toedoen, op verschil lende punten aan den kust, 132 opvarenden van gestrande schepen aan den dood in de golven ontrukt werden. zielloopt ze, onschuldig, genoeg, overal rond en verzekert iedereen, dat ze een prima-donna is en wat een succes zij gisteren avond in het nieuwe ballet heeft behaaldhoe de koningin zelf erbij tegenwoordig is geweest en de Shah van Perzië haar een bouquet heeft toegeworpen, overladen met juweelen. «Ja, mijn vriend, overladen met juweelen.ci Aan het tegenovergestelde einde der zaal staat een andere vlek, blijkbaar pogingen doende om zich onzichtbaar te maken. Zijn geheele voorkomen is onmiskenbaar dat van een welopgevoed jongmensch, maar hij is gekleed in de grofste van alle grove kleedingstukken. Dr. Weerdan, die juist achter onze twee vrienden aankomt, wijst hem hun aan. «Zie dien man eens,« zegt hij, »'t is treurig met hem, arme vent! Hjj heeft een jaarlijksch inkomen van vijftigduizend gulden en een prachtige buiten plaats, maar toch houdt hij vol, dat hij een arme daglooner is, en spreekt niets dan de platste ach- terbuurtstaal.« «Dat verklaart zijn armoedige plunje.« «Ja. Hij heeft een gekleed pak, maar niets kon hem bewegen het van avond aan te trekken. «Dat paste niet voor iemand uit zijn stand, hij zou er zich niet in t'huis voelen,beweerde hij. Hij j is erg wispelturig daarom hopen we hem nog te kun nen genezen. Loop nu maar eens rond en dans met wie ge wilt. We hebben heel aardige meisjes hier, Maak niet te veel gekheid, kalmpjes aan maar en praat met ze mee praat altijd met ze meê «Wij kunnen ten minste niet beschuldigd wor den van haar het hoofd op hol te brengen, dat 's één troost zegt Wilders «dat heeft het nood lot al gedaan. Zoo gaan zij vaneen, en Struis drentelt in een vervelende stemming nu hier dan daar heen, ter wijl hij het leven om hem heen met een onver schillig oog aanziet. Een half uur later terwijl hij met den rug tegen een deur staat geleund, valt zijn blik eensklaps op een mooi jong meisje, dat iets verder eenzaam op een sofa zit. Ze houdt de handen op de knieën saamgevouwen en haar oogen dwalen peinzend door den drom van dansende paren. Ze heeft een gazig zwart kleedje aan, opengewerkt aan den hals, waar haar blanke huid verblindend doorschemert en haar mouwen reiken tot even boven de ellen bogen, zoo dat haar armen, zacht en mollig als die van een kind, half zichtbaar zijn. Struis is getroffen en ziet haar opmerkzaam aan zij heeft ietsj om den mond een vastberaden en toch innemend trekje dat hem aan iemand herinnert maar wie, wil hem niet te binnen schieten. Ja, ze is knap, meer dan knap —bepaald mooi. Als de heer Struis tot die beschouwing komt, richt hij zich uit zijn lustelooze houding op en gaat naar de sofa, waarop deze schoone onbe kende troont. Hij gaat echter niet tot dien stap over zonder een vaag gevoel van bezorgdheid want krankzinnigen, hoe mooi ook, vallen niet bijs ter in zijn geest. Wordt vervolgd. VERGIST. i.) «Gêmorgen Hein roept de heer Wilders op zijn gewone luchthartige manier, Hein's kamer binnen stormend, waarna hij zich behagelijk in een leun stoel laat zakken. «Goeden morgen Frans klinkt de kalme weder groet van Hein, die er eerder uitziet, alsof hij met Hendrik moet worden aangesproken, zoo niet met Struis zijn van wat natuurlijk nog veel def tiger zou klinken. Hij heeft in de rechten gestu deerd, niet omdat hij het noodig heeft, maar om wat om handen te hebben. Hij moet zijn eerste proces nog beginnen en kent het gerechtshof niet anders dan van buiten, maar ziet toch even van den stapel papieren voor hem naar zijn vriend op met een bewonderenswaardig air van afgetrokken heid, vermengd met een zweem van vermoeidheid, dat hem werkelijk uitstekend afgaat. Zijn vriend heeft er blijkbaar schik in en lacht goedkeurend. «Dood op, Hein vraagt hij, met verdachte be langstelling, na een kleine doch welsprekende pauze. «Neen, neen,« zegt Mr. Struis vriendelijk, zóó erg is 't niet maar de verantwoordelijkheid natuurlijk en en meer van die dingen. «Meer van die dingen, juist,zegt zijn bezoeker nog medelijdender. «Precies zooals het mij gaat! Ze martelen mij de verantwoordelijkheid sleept mij ten grave, langzaam maar zeker maakt me oud vóór mijn tijd. Toen ik zooeven thuis mijn afgebeulden klerk hijgend tegen de trap op zag stommelen en elk oogenblik warmer en benauwder zag worden onder den stapel processtukken, die hij ternauwernood met beide armen kon omvatten, vreesde ik waarlijk mijn verstand te zullen ver liezen en ben hierheen gevlucht om hulp en steun. Helaasook hier zal ik geen van beide vinden, want ik tref je zoo mogelijk nog dieper onder het werk begraven. Doe dat niet mijn waarde. Stuur liever een cliënt of wat heen doe alles, maar werk je niet dood «Ochloop naar de maan,« va!t de heer Struis eensklaps heel onbeleefd uit, terwijl hij driftig naar een liniaal of een ander geschikt werptuig rond ziet daarna barsten zij beiden in lachen uit en alle deftigheid is op zij gezet. «Je kent de Weerdan's immers vraagt Wilders een oogenblik later. «De oudelui jaen George heb ik ook ge kend, maar lang geleden in den laatsten tijd heb ik hem geheel uit het oog verloren. «Zooja, dat zal welWeet je dat hij tegen woordig in een krankzinnigengesticht is 't Kan raar loopen, hè «Wat zeg jeNeenDaar weet ik geen woord van. Toevallig heb ik verleden week den ouden heer Weerdan nog ontmoet, maar hij heeft er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1893 | | pagina 5