(«rooft' .laai'lijliM'hr Opruiming «ebrs. FORTUIN, Mantelmagamn, f 2M van alle voorhanden zijnde tot veel verminderde prijzen. Beleefd Aanbevelend, Voordam 11, ALKMAAR Opruiming v. W:intermantels, OPRUIMING. Halt! Werda! Niet verder! 12.50 de Wed. Johs. Henijs, Hoogzijde E No. 11, te SCHAGEN. LANGESTRAAT, HOEK HOUTTIL, A LK1AA R. HEERESff VAN O >0 NIKKEL WERKMANS-HORLOGES worden onder garantie voor en hooger, verkocht in het Horloge-, Goud- en Zilvermagazijn van (O bi O De Sterrenhemel. tot verminderde p r ij z e n. Door uitbreiding mijner zaak was het mij onmogelijk dit jaar zoo spoedig met mijne gewone jaarhjk- sche aanbieding voor den dag te komen als anders. Nu ik alles zoowat kan overzien, bemerk ik dat de onderstaande artikelen mij nog in den weg liggen die ik voor weinig geld, ja bijna voor spotprijs van ^Voor^Een gulden en dertig centen kan men alom bij den Boekhandelaar W. M. HEIJL, Hamburgerstraat te Utrecht, bestellen, het pakket OPRUIMING inhoudende: ttD v ii tv- i..3iQ Fori nrnrhtior mofUP Neen maar dat is wat moois, dat kan iedereen gebruiken, en haast voor niets. Luister wat onderge- teekende voor TACHTIG CENTEN aanbiedt: 6. Een lucifershanger. 1. Een Horlogehanger. 2. Een prachtige Muziektol. 3. Een prachtig mooie brievenhanger. 4. Een hamer met steel. 5. Een nijptang. 7. Zes mooie geïllustreerde Nieuwjaars- en Feli- citatiekaarten. 8. Een prachtige humoristische Scheurkalender voor het jaar 1894. Wanneer men al deze artikelen afzonderlijk zou willen koopen, kan men gerust een rijksdaalder neer leggen. Doch door uitbreiding van mijn zaak ruim ik dat alles voor den spotprijs van tachtig cents op. Zend dus spoedig een postwissel van Tachtig cents aan den Boekhandelaar W. M. HEIJL, Hambur gerstraat te Utrecht, doch vergeet niet op het postwisselstrookje te zetten: Halt Werda! 1. Voordrachten. De geschiedenis van Simson. 2. De geschiedenis van Elia. 3. Samenspraak tusschen vier jonge dochters over Rom 13: la. 4. Samenspraak tusschen twee jonge dochters over «Heeft niet de mensch een strijd op aarde." 5. Samenspraak tusschen drie personen over «Onderzoek de Schriften." 6. Samenspraak tusschen drie personen over »Van 't Kruis tot de Kroon." 7. Een Horlogehanger. 8. Een prachtige muziektol. Veel tot aanprijzing van dit pakket te zeggen is 9. Een prachtig mooie brievenhanger. 10. Een hamer met steel. 11. Een nijptang. 12. Een lucifershanger. 13. Twee prachtig geïllustreerde muurteksten. 14. 6 Geïllustreerde Nieuwjaars- en Felicitatie- kaarten. 15. Paul Rabout de Prediker der woestein, een verhaal uit het leven der Waldenzen, groot 179 blz., gebonden in linnen prachtband. 16. Een prachtige Christelijke Scheurkalender voor het jaar 1894. lepaald overbodig. De inhoud zal voor zich zelf spre- ail UIL UIUVKUL LC oO 10 v' O'-ij ken. Bij ontvangst van postwissel van Een gulden dertig cents waarop vermeld staat OP RUIMING wordt dit pakket franco toegezonden door den Boekhandelaar W. M. HEIJL Hamburgerstraat (KKIHOMTMI lt) Wt, Uit „het Evangelie der Natuur", VAN HERIBERT RAU. (Uit het Duitsch vertaald.) 9.) „Ja, met dit reuzen-vergrootglas ontdekken wij zelfs, dat er geen stofjen, geen nog zoo on beduidend vlekje op aarde is, dat niet door ver schillende diertjes bewoond is, die voor onze oogen niet zichtbaar zijn. Als nu de natuur als de eeuwige, oneindige Wereldgeest in zijn ondoorgrondelijke wijsheid elk dropje water eiken zandkorrel op deze wereld met levende wezens bevolkt heeft, hoe was het dan denkbaar dat gene reusachtige wereldlichamen, van welke de meeste veel grooter zijn dan onze aarde, onbewoond zouden zijn Neen Zeker verheugen zich ook op die hemellichamen millioenen en millioenen wezens in hun leven, alleen zullen die levende wezens op de meeste hemellichamen anders georganiseerd en gebouwd moeten zijn, dan wij. „Waarom toch anders?" vroeg Valentijn. „O, dat is duidelijkriep Johannes „omdat er b. v. op de maan, zooals we reeds gezien hebben, geen water isdaarom moeten de bewoners van dat hemellichaam reeds geheel anders gevormd zijn, dan wij." „En bovendien" vervolgde de meester Mercurius loopt zoo dicht om de zon, dat zijn bewoners de zon tienmaal zoo groot zien als wij. Gij kunt wel begrijpen, dat Mercurius dan ook in dezelfde verhouding verlicht wordt. En zulk een lichtzee zouden menschelijke oogen niet kunnen verdragen. Eén oogopslag en wij waren voor altijd verblind, mogelijk ook door de daar heerschende hitte tot asch verbrand (zoo tenminste de warmte in gelijke verhouding toe neemt). Geheel tegenovergesteld moet het op de verre planeten, op Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus zijn; Uranus toch, loopt langs een baan, die zeker 400 millioen mijlen van de zon ver wijderd is, zoodat de bewoners van Uranus de zon 360 maal kleiner zien dan wij. Daar zal de helderste middag tenauwernood zoo sterk verlicht zijn, als één onzer helderste midder nachten en 't zal er zoo koud zijn, dat zoo'n kou bij ons alles zou doen verstijven. Als nu de toestanden op de verschillende hemellichamen zoo zeer verschillen van die onzer aarde, zoo moeten de levende wezens, die ze bewonen, noodzakelijk ook zeer verschillend zijn. Maar waarom zou dat ook niet mogelijk zijn Over ziet eens een weide welke tallooze verschillende planten en bloemen! En was de visch niet een gek te noemen, als hij dorst denken „Er kunnen geen landdieren bestaan, want buiten het water kan men niet leven Wel kan de visch het niet, maar buiten hem heeft de natuur in haren rijkdom millioenen andere schepsels gevormd, die het wel kunnen." „Laat het dus zijn, als 't wil!" besloot de meester. „De hoofdzaak blijft, dat wij met groote waarschijnlijkheid kunnen aannemen, dat al die millioenen en millioenen hemmellichamen, die voor ons als zonnen en werelden in de gren- zenlooze ruimte der oneindigheid op- en onder gaan, dat al die myriaden sterren, die ons oog in stille nachten verrukken, uitgezonderd alleen de in hoogste gloeihitte bevindende zon ae^ dat zij alle door-levende-wezens-bewoonde werelden zijn. En op alle alle gelden dezelfde natuurwettenHun alle omwaait en omvloeit, draagt en behoudt dezelfde wereld geest. Wat is dus onze aarde? Een stofjen in 't heelalEen waterdroppel in de zee der oneindigheid, een dropje, waarin de vaak zoo opgeblazen en ingebeelde mensch zich beweegt, als de kleine diertjes onder het zonmicroscoop. De meester stond op: „Het is laat geworden zei hij toen. „Wij moeten scheiden. Denkt na over alles, wat gij hebt vernomen, en uw geestelijke gezichtskring zal zich tot uwe vreugde en bezieling uitbreiden. Bij gelegenheid zullen wij dan de andere planeten beschouwen." En hij drukte ieder hartelijk de hand en allen scheidden. Den anderen dag ontmoetten Johannes en Herman elkaar. Beiden waren van plan naai den „onbekende" te gaan. Wees welkom, mijn vriend zei Johannes, terwijl hij Herman de hand toestak. „Welkom!" antwoordde deze, en bij 't verder gaan ontspon zich het volgende gesprek „Hoe gaat het u?" vroeg de jonge oeconoom. „Heel goedantwoordde de ander. „Ik ben gezond en vroolijk en verheug mij dag aan dag over onze bijeenkomsten. Ik kan het u niet zeggen, hoe lief ze mij geworden zijn. Eiken avond kom ik met nieuwe kennis verrijkt te huis." „Zoo is 't met mij ook, en als wij in den loop van den dag niet bij elkander zijn, dan heb ik toch steeds volop stof tot nadenken." „Wilt gij wel gelooven, dat ik door onze bij eenkomsten een geheel ander mensch geworden ben. Ik kan het niet goed onder woorden bren gen, maar ik voel het. Ik ben beter, meer tevre den, gelukkiger geworden." „Wonderlijk.'" riep Johannes n^at- zelfde voel ik ookVóór alles heb ik meer be langstelling gekregen in de Natuur, in het leven in de geheele wereld. Vroeger nu ja dacht ik: Gij wordt oeconom, wijl gij toch iets worden moet, om uw levensonderhoud te verdie nen en dan was mij in allen gevalle, als zoon van een landbouwer, de bezigheid in de vrije natuur liever, dan het leeren van een ambacht in een bedompte werkplaats, of het verkrijgen van handelskennis op een eng, benauwd kan toortje. Maar nog altijd bezag ik de natuur van mijn standpunt. Ik trachtte te leeren, hoe ik voor mij het meeste voordeel van haar zou kun nen trekken. Ik dacht slechts aan mij zelf en aan het stukje land, waarop ik eenmaal werk zaam zou zijn. Natuurlijk maakte deze enge gezichtskring mij eenzijdig en kleingeestig, zoo dat ik door elke hindernis geërgerd en ont stemd werd. Hoe geheel anders is het Wordt vervolgd. Snelpersdruk van J. H. Kïizer, Noordscharwoude.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1893 | | pagina 4