Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 2.
Zondag 14 Januari 1894.
3e Jaargang.
J. H. KEIZER.
Plaatselijk Nieuws.
FEUILLETON.
HET PAASCHEI.
MET WE I
LANGEDIJKER COURANT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
BUREEL:
K oordscharwo u e
PRIJS DER AD YERTENTIËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
»II1¥§TREGELL\G OP HOLLAlD§CIIE\ SPOORWEG. (Greenwich tijd.)
Vertrekuren van af station Noord-Scharwoude. (Winterdienst.)
RICHTING HELDER.
GREENWICH TIJD.
6.36* 7.461)
11.232)
3.063)
6.374)
9.53... stopt ge-
GREENWICH TIJD.
6.18
7.30*
9.37
12.04f
1.38 3.55
8.16
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.56* 8.06
11.432)
3.263)
6.574)
regeld te
10.13... Zijdewind
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.38
7.50*
9.57
12.24f
1.58 4.15
8.36
Deze trein rijdt alléén des Donderdags tot Den Helder. De metx) stopt des Donderd.met 2) Maand,
en Donderd.met3) des Maand., Vrijd. en Zaterd.met4) geteekenden trein des Maand, te Zijdewind.
RICHTING AMSTERDAM.
Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam en stopt niet te Heiloo en Castricum.
f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest.
Patrimonium.
Gisteravond trad voor een volle zaal, alhier,
op uitnoodiging van de afd. Noord- en Zuid
scharwoude en Oudkarspel van Patrimonium
op de heer P. van Vliet van Arnhem, met
het onderwerpHet schema voor een sociaal
program.
Spreker erkende gaarne, en toonde dit ook
met feiten aan, dat er verbetering moest wor
den gebracht in den toestand van den werk
man. Maar hoe? Wees op het verderfelijke
der prostitutie en drankmisbruik; was vóór
den achturigen arbeidsdag en zou ook wen-
schen dat er eene wijzigingen de wet werd
gebracht, nl.dat ook, daar tot het leggen
van een spoorlijn, voor het graven van een
kanaal enz. land en huizen konden worden
onteigend, ten bate der werkeloozen land zou
kunnen worden onteigend, op dat alzoo werk
werd verschaft. Dit mocht nu volgens spr.
een lapmiddel heeten, hij was er van over
tuigd, dat er voorloopig zou worden voorzien
in een groote behoefte.
Dit was de hoofdstrekking zijner redenee
ring. In zeer eenvoudige taal, op kalme wijze
schilderde hij ons de misstanden in de maat
schappij, en uitte den wensch, dat er meer
rechtsgevoel en barmhartigheid zou wonen in
de harten der velen, die in de eerste plaats
mede kunnen werken tot het heil van den
werkman.
Van de gelegenheid tot debat werd flink
gebruik gemaakt en was het niet bepaald een
protest tegen de redevoering van den spreker,
zoo ontstond er toch verschil van -opvatting
in de wijze waarop men zou geraken tot
betere toestanden. Niettemin was het eene
aangename gedachtenwisseling tusschen spre
ker en debateurs en zeer zeker was Dr. C.
Ten Bosch de tolk van allen, toen hij in
't begin Yan zijn debat, den spr. dank zei
voor het nuttige en goede op zoo'n eenvoudige,
heldere wijze gesproken.
Loop der bevolking der gemeente Oml-
karspel over 1893.
T. M. V.
Op 31 Dec. 1893 1484 745 739
In 1893 geboren 49 24 25
Ingekomen 78 40 38
In 1893 overleden
1611
809 802
803
30
Op 31 Dec. 1393 1510
Waarvan in de kom
Buiten de kom
773 737
671 656
102 81
Als boven 773 737
1 levenloos aangeg. van het vrouwelijk gesl.
18 huwelijken voltrokken als:
16 tusschen jongmans en jongedochters.
1 weduwe.
1 weduwnr. jongedochter.
Godsdienstige gezindheid
Ned. Herv. 1147
R. Cathol. 309
Lutersche 3
Doopsgezinden 21
Geref. Gezindheid 25
Chr. Geref. 3
Geen 2
Totaal 1510.
Uit Zuidscharwoude schrijft men ons:
Woensdag 10 Jan. j!. des namiddags 1 ure
had namens de alhier bestaande IJsclub de vol
gende IJswedstrijden plaats op de „Schager sloot".
Het terrein was daarvoor uitstekend in orde ge
bracht.
Ringrijden voor jongens van 12 tot 16 jaar.
Ie prijs: Pieter Hagenaar.
2e Berthus van der Wal.
3e Simon de Boer Kz.
Voor meisjes Aan 12 tot 16 jaar.
Ie prijs Anna Jongbloed.
2e Nanna Peerboom.
3e Neeltje schrieken.
Prikken met hindernissen voor personen bo
ven de 16 jaren.
Ie prijs: Simon Mettes.
2e Simon Goudsblom.
3e Pieter Kaaij.
De prijzen bestonden in fraaie kunstvoorwer
pen. Mocht het weder niet zoo heel gunstig zijn
toch kon men zich over een talrijk opgekomen
publiek tijdens den wedstrijd verheugen. Vanaf
het begin tot het einde der wedstrijd liep alles
in de gewenschte orde tot genoegen van velen af.
Rinnenland.
In den namiddag van den 9 dezer, ge
raakte te Heer Hugowaaril het huis, bewoond
door A. Bier door het stoken met takkebos-
sen in brand en werd dit spoedig, benevens
het nevenstaand, huis, bewoond door J. Stroo
ker, in de asch gelegd De beide perceelen
waren onlangs bij publieken verkoop eigen
dom geworden van den heer A. Overtoom.
De inboedels van beide bewoners gingen groo-
tendeels verloren, maar de schade is door ver
zekering gedekt. De levende have, die niet
verzekerd was, is gered.
De berichten omtrent de instructie in zake
de Jong zjjn in den laatsten tijd schaarsch. De
instructie is dan ook zoo goed als gesloten. Zij
heeft weinig succes gehad in weerwil van de
groote moeite enjjwanhopige pogingen, door de
justitie ingesteld om op het spoor der misdaden
te komen, waarvan men zich overtuigd houdt,
dat zij door de Jong gepleegd zijn.
Hij blijft, naar de „Amst. Crt.u mededeelt,
zich zeiven volkomen gelijk, houdt zijn onschuld
aan vrouwenmoord hardnekkig vol, schrijft zelfs
zeer gemoedelijke brieven aan de beide vrou
wen, die natuurlijk besteld worden, doch steeds
onbesteld terugkeeren. De Jong heeft echter de
verzekering gegeven, dat, wanneer zijn zaak voor
de rechtbank komt, men raar zal staan te kijken.
De beide vrouwen zal hij daar doen verschijnen.
Als hij uit de gevangenis komt, heeft hij be
loofd met verschillende lui te zullen afrekenen,
vooral met de couranten, want hij begrijpt -
hoe weet hij 't? dat deze nog al wat van
hem verteld hebben. Dat beloofd dus wat
Een nieuwe instructie is thans tegen hem
geopend in zake oplichting.
Wilheliiiiiia-guldciis in Oost-Indië.
De Wilhemina-guldens van 1892, die goed
genoeg werden gekeurd voor „den Oost" zoo
schrijft de „Soer. Crt." zijn zóó afschuwelijk
slecht gemaakt, en hebben zóó weinig klank,
dat nu reeds de inlander en in de eerste plaats
de Chineesche kassiers der banken en kantoren
bezwaar maken ze te ontvangen.
Daar kunnen we nog pleizier van beleven
Maar andere, goede, daarvoor in de plaats, die
krijgen we niet. Die kan men in Nederland te
goed gebruiken.
Vanmorgen werd mij door een vriend een
Wilhelmina-gulden toegezonden, die bij de Bank
door den kassier geweigerd was, als zijnde valsch.
Ik liet aan 's lands kas het ding zien, omdat
ik aan de valschheid twijfelde, en na nauw
keurig onderzoek werd hij voor echt verklaard.
Maar géén inlander wil hem hebben. En ik
geef hun gelijk, want waar zou de grens zijn
van het bedrog, waaraan hij vooral bloot staat,
wanneer hij zulke slechte waar voor echt aan
nam Hoe kan hij het verschil zien tusschen
een echten en een valschen?
De minister van oorlog heeft bepaald, dat
de miliciens, die bij hunne uitmeting baaien of
wollen borstrokken hebben ontvangen, die kle
dingstukken zullen medenemen, wanneer zij met
groot verlof vertrekken.
Ik ging opendoen en op den drempel verscheen
de portier, een klein, oud, gezet mannetje met gui
tig knippende oogjes, die mij glimlachend een in
wit papier gewikkeld pakje toestak, met de woor
den «Voor uwee. mijnheer Jacob,waarna hij
onmiddellijk weer heenging.
Verbaasd en met bevende vingers, zonder juist
te weten waarom ze beefden, ontknoopte ik het
rose lintje, waarmede het pakje gesloten wasont
deed het van zijn witpapieren omhulsel en aan
schouwde een kartonnen doosje. Ik lichtte het dek
sel er af en op een bed van donzige watten, blank
als versch gevallen sneeuw zag ik wat?
een Paaschei, een allersnoeperigst Paascheitje van
witte suiker, waar zich in fijn rose-suikerletter-
schrift het tooverwoord »Espérance« omheen slin
gerde.
Een oogenblik stond ik verbijsterd, beurtelings
het op den grond gevallen lintje, de doos en het
ei aan te zien. Geen enkel teeken, niets wat mij
kon aanduiden, wie dit aardig geschenk had gezon
den. Behalve het personeel der school en de jon
gens, kende ik niemand in de geheele stad.
Plotseling ontsnapte mij een kreet. Ik had het
geraden.
»Zij is het!« riep ik en het ei in beide handen
opheffend bedekte ik het met vurige kussen, heer
lijke kussen, die een zoeten geur, als van viooltjes,
op de lippen achterlieten.
Want nu had ik het ei herkend. De geheele
week lang hadden dergelijke kunstproducten van
suikerbakkerskunst voor het winkelraam aan den
overkant tentoongesteld gelegen. Zij was hetZij had
mijn geheim geraden zij had mijn schroom, mijn
zwijgen begrepen, en zij zond dit bescheiden Paasch-
geschenk, opdat het mij uit haar naam zou toe
fluisteren »Hoop en vertrouw.®
En mijn verbeelding begon te werken, zóó snel
en zóo stout, dat ik een uur later, in mijn beste
pak gedoscht, met het ei in den zak mijn kamer
verliet. Wat ik doen wilde, was mij nog niet recht
duidelijk, maar dat ik iets doen zou, stond vast.
Mijn jas glom wel een weinig in de zon, mijn
hoed was ook op enkele plekken min of meer kaal;
maar ;ian zulke kleinigheden dacht ik niet. Het
was Paaschfeest. De zon scheen met vollen luister.
Klokgelui klonk van alle torens als één vroolijke
bruiloftsmarsch. En het suikerei, voorzichtig opzijn
watten nestje neergevleid, voelde ik trillen in den
zak van mijn jas.
De deur van het portiershokje voorbijgaande zag
ik mijn beide collegaas. Ik wierp hun een hand-
groet toe, die zij glimlachend met een buiging be
antwoordden en snelde naar buiten. Het scheelde
weinig of ik had mijn geluk wel tegen iedereen
willen uitschreeuwen, zelfs tegen den directeur, als
ik hem had ontmoet.
V.
Oom, de banketbakker, stond juist toevallig in
de deur. Hij zag mij en wenkte mij naderbij te
komen. Eerst dacht ik verkeerd gezien te hebben,
maar neen hij riep mij wel degelijk. Ik moet be
kennen, dat ik mij minder op mijn gemak begon
te gevoelen. Het ging al te voorspoedig en mijn
geluk joeg mij angst aan. Ik ben van nature altijd
bleu geweest.
Ik trad nader.
«Waar gaat dat zoo haastig heen?« vroeg de
groote man, mij zijn vleezige hand toestekend, »en
zoo mooi opgedirktvoegde hij er lachend bij.
Ik kleurde als de verlegenste van mijn school
jongens en wist niet wat te zeggen, maar mijn
blik trachtte in het inwendige van den winkel door
te dringen.
«Als ik ten minste Marie maar kan waarschu
wen dat ik er ben«, dacht ik.
Plotseling kreeg ik een inval. Mijn oude truc
Ik kuchte.
Altijd die nare verkoudheid nog.?® vroeg de
oom.
«Altijdverzekerde ik. «Maar wacht nu ik
toch hier ben, kan ik meteen van de gelegenheid
gebruik maken, om wat gomballen te nemen«,
voegde ik er listig, maar schijnbaar geheel arge
loos bij.
«Uitstekendhernam hij. «Kom binnen!®
Ik trad achter hem den winkel in. Marie was
er niet!
De oom nam de groote stopflesch op en liet een
voor een de gomballen in de weegschaal rollen, nu
en dan schuddend om de aan elkander gekleefde
los te maken. En ik tuurde al dien tijd strak voor
mij uit, aldoor hopende, dat het gordijn op den
achtergrond zou opengaan, om Marie met haar
geestig, wit schortje voor, glimlachend en met den
vinger op de rozenlipjes, te onthullen, terwijl ik
ongemerkt mijn hand in den zak liet glijden, om
het ei oogenblikkelijk voor den dag te kunnen
halen, opdat zij zou zien dat ik het ontvangen en
haar begrepen had.
«Hédat 's waar ookriep eensklaps de ban
ketbakker, terwijl hij de kleverige lekkernij in een
zakje deed, «is de grap naar wensch geslaagd
Verwonderd zag ik hem aan lk begreep er niets
van.
Oik zie het al -gij waart misschien niet
meê in 't complotik zal 't u zeggen. Wij hoor
den er gisteren avond van, door uw collegaas, die
een Paaschei kwamen koopen, om een van hun
kennissen, een onnoozele bloed, mee te foppen zij
wilden hem laten gelooven, dat het cadeautje van
een schoone onbekende kwam, waar hij sedert een
maand of twee wanhopig op is verliefd.
Het was of de geheele winkel voor mijn oogen
draaide
«Zij verlangden er een«, vervolgde de andere,
«met een hijzonder opschrift, en Maria heeft nog