"Nieuwe Langedijksr Courant", van Zondag 14 Januari 1894.
De snuggere boer.
Koning Fritz ging eens met verscheidene
voorname heeren op de jacht en was een eind
van zijn gezelschap afgedwaald, toen hij een
boer ontmoette, die er groot belang in stelde,
den vorst eens te zien, welken hij niet kende.
Onze landman vroeg daarom aan Fritz Mijn
heer, kunt gij mij ook zeggen, wie van het
groote gezelschap de koning is Gij zult hem
zeker wel kennen en ik zou hem zoo graag
eens zien."
„O ja, ik ken hem zeer goed," antwoordde
Fritz „en gaarne wil ik u het genoegen doen,
hem u eens te laten zien. Niets is gemakkelij
ker. Gij weet vast wel, dat het gewoonte is, in
tegenwoordigheid van den vorst het hoofd te
ontblootenwelnu, al de heeren daar ginds
willen dit dan ook doen, zoodra de koning in
hun midden verschijnt. Gij hebt dus enkel maar
daarop te letten, om hem te aanschouwen, want
de vorst zelf ontbloot het hoofd niet. Laten wij
nu naar de heeren toegaan."
Niet zoodra verschijnt Fritz met den boer
onder het hooge gezelschap, of allen nemen
eerbiedig den hoed van het hoofd, ten teeken
var onderdanigheid. De boer evenwel heeft zoo
veel te kijken, dat hij er niet aan denkt den
zijne af te nemen. „Welnu," vraagt eindelijk
de koning, „weet ge nu al wie de vorst is
„Bepaald weet ik het niet," antwoordt de snug
gere landman, „maar een van ons beiden moet
het zeker zijn."
Dat er een gejuich onder het gezelschap op
ging, is licht te begrijpen.
Koude voeten en handen.
Als middel tegen koude voeten en handen
wordt aanbevoien
Yoor het eerste Loop op de teenen ga af
wisselend op de teenen staan en diep hurken
(zonder dat de hielen den grond raken). Door
deze eenvoudige bewegingen gevoelt men binnen
vijf minuten een aangename warmte in voeten
en beenen.
Yoor het tweedeHef de handen recht naar
voren en maak dan eene krachtige nederwaart-
sche beweging, alsof ge een natten kwast of
hoed wildet droog slaan. Herhaal dit eenige
minuten en de handen worden heerlijk warm.
Twee vrienden als w ij zijn, zijn er niet veel.
Dezer dagen kwam er een man in een schoen
winkel en verlangde een paar schoenen te zien.
Na den prijs vernomen te hebben, haalde hij
zijn portemonnaie te voorschijn, maar legde die,
in plaats van te betalen, op den hoek der toon
bank en ging eerst de schoenen passen. Hij trok
de versleten schoenen, welke hij droeg, uit, de
nieuwe aan en zou nu betalen. Doch opeens
verscheen iemand in den winkel, greep de por
temonnaie en snelde daarmee heen. De eigenaar
liep den dief na en is tot heden niet terugge
keerd. De winkelier bezit, in plaats van zijne
nieuwe schoenen, een paar versletene en de twee
vrienden maken misschien plannen, om hun
industrie elders voort te zetten. De voorzichtig
ste winkelier wordt, helaas, in onzen slechten
tijd nog beetgenomen.
Door de liberale kiesvereeniging „Eensge
zindheid" te Alkmaar, is eene vergadering
bijeengeroepen om met de geestverwanten uit
omliggende gemeenten te beraadslagen over de
oprichting eener centrale liberale kiesvereeniging
tot het stellen van candidaten voor de Provin
ciale Staten.
De rechtbank te 's-Gravenhage heeft ver
oordeeld L. K. te Wassenaar, die zijne voor
malige geliefde met haren bruidegom bij hunnen
kerkgang een emmer „beer" over het lijf wierp,
tot f 15 boete of 15 dagen.
De krijgsraad te 's Gravenhage veroor
deelde tot 6 maanden gevangenisstraf een mili
cien, die zich schuldig had gemaakt aan het zich
opzettelijk ongeschikt maken voor den dienst
der militie. Deze soldaat had met een kapmes
den voorsten vinger van de rechterhand afgekapt,
ten einde aan den militairen dienst te ontkomen,
om zoodoende spoediger zijn verlangen om te
trouwen te kunnen bevredigen. Tengevolge van
een oud van verleden jaar voor hen opgeschom
meld. Zij zullen u trouwens de geheele geschiede
nis beter kunnen vertellen dan ik het doe, maar
dat kan ik u, zeggen we moesten het netjes
in watten leggenten er moest een roselintje om
toen wij met inpakken bezig waren, stonden zij te
lachen, dat ze hun buik moesten vasthouden, ha
hahaen de wreedaard lachte zelf bij die her
innering, dat de tranen over zijn bolle wangen
liepen. Maar een oogenblik later weer ernstig wor
dend, begon hij opnieuw»a propos, ik zou door
al die gekheid nog het voornaamste vergeten, en
dat zou niet netjes zijn, tegenover zulk een trouwe
klant als u. Voortaan zal een ander, dan mijn
nichtje, uw gomballen afwegen. Zij gaat over acht
dagen trouwen en van morgen is haar aanstaande
haar komen halen. Groot feest van avond aan huis
bij de oudelui. Wat zegt ge daarvan, hé besloot
hij met zijn groote hand een vertrouwelijken doch
pijnlijken slag op mijn schouder gevend.
Ik zeide niets. De schok was te hevig. Verplet
terd liet ik mij op een stoel nederzinken, met
machteloos omlaag hangende armen, zonder te kun
nen antwoorden. Krakhoorde ik onder mij Het
was mijn paaschei dat brakik was er boven op
gaan zitten.
Het trof gelukkig dat er juist een klant binnen
kwam. Ik vloog overeind en snelde naar de deur.
j>Heige vergeet uw gomballenriep de win
kelier mij na.
ïOdank uzeide ik terugkeerend. Ik nam het
deze verminking zal bekl., volgens verklaring
der deskundigen, ongeschikt zijn in militairen
dienst te blijven.
In den wedstrijd op 10,000 meter te
Zwolle, is de eerste rit beslissend. Sonneville
rijdt in 22 min. 283/5 sec. tegen De Jong die
den geheelen afstand niet aflegt. Van der Schaaf
22.74/5 tegen Termolen 22.8'/5, Hagen 18.521/n
tegen Kingma 20.15.
De vier prijzen op dezen afstand zijn dus res
pectievelijk behaald door Hagen, Kingma, Van
der Schaaf en Termolen.
Hagen is als overwinnaar op drie afstanden
wereldkampioen. Hij werd luide toegejuicht.
Op 10,000 meter sloeg Hagen het wereld
record.
Onder 't opschrift „van't Lindenhout over
school en huisgezin", schrijft de heer G. van
Deth het volgende in de Amst.:
In het predikbeurten-briefje der Ned. Herv.
Gem. te Nijmegen van deze week, nl. van 1 13
Jan., zien wij, dat in deze week der gebeden
zes avonden zijn gewijd aan dank- en bidstonden.
Gedurende de 6 werkdagen zal daartoe de ge
meente worden opgeroepen in de zaal Concordia,
waar in het gebed en dankzegging zal worden
voorgegaan den 8sten Jan. door ds. van Hoogen-
huyze, den 9den door ds. Moulijn, den lOden
door ds. Smits, den llden door ds. Pijnacker
Hordijk, den 12den door ds. Garschagen en den
13den door Jan van 't Lindenhout, die zal spre
ken over school en huisgezin.
Hoe 't mogelijk is, dat er nog predikanten
gevonden worden, die de gemeente kunnen en
willen voorgaan in gebed en verontmoediging,
te zamen met J. van 't LindenhoutDat is ze
ker voor een ieder een raadsel f maar duidelijk
is het, dat door genoemde predikanten alle eer
bied voor den godsdienst met voeten wordt ge
treden, door iemand als voorganger van de ge-
gemeente te tolereeren, die bekend is gemaakt
als de grootste schavuit en huichelaar in Neder
land, en die even zoo veel schaamteloosheid als
lafhartigheid toont te bezitten, door nog te dur
ven voorgaan in den gebede voor een Christe
lijke gemeente, waar hij bekend is gemaakt als
de onzedelijkste der onzedelijken. Is het Ned.
volk dan nog niet genoeg in het aangezicht ge
slagen? Moet zulk eon schavuit ons nog langer
in 't gezicht staan uitlachen Is er dan geen
rechts- en plichtsgevoel meer te vinden, zelfs
niet bij de Christenen?
Zou Van 't Lindenhout zich in ieder geval
niet moeten retireeren tot de rechtbank uitspraak
heefi gedaan en althans de door hem zelf aan
gestelde commissie iets van zich heeft laten hoo-
ren? Hiervan zal een ieder overtnigd zijn, dat
zoolang iemand nog eenig eergevoel bezit, hij
zij dan dan schuldig of onschuldig, niet als
godsdienstleeraar voor de gemeente zal optreden,
voor hij van allen blaam gezuiverd is.
Neerbosch.
Naar de Middelb. Courant uit goede bron ver
neemt, is door negen leden der Neerbosch-com-
missie een vernietigend rapport omtrent den heer
J. van 't Lindenhout opgemaakt.
Het lange uitblijven van het eindrapport is
waarschijnlijk aan bovenstaand feit toe schrijven.
Verder vernemen wij dat eene gerechtelijke
vervolging van den heer Van 't Lindenhout
hoogstwaarschijnlijk niet zal uitblijven.
In verband met een en ander is wel opmer
kelijk, zegt de Middelb. Couranthet feit,
waarop de heer G. van Deth dezer dagen wees,
dat de directeur der weesinrichting te Neerbosch
Zaterdag, in deze week der gebeden, te Nijmegen
in de zaal „Concordia" zal voorgaan in het „ge
bed en dankzegging" en tevens spreken zal over
„School en Huisgezin".
Bijzon.
Dinsdag-namiddag werd te Zutphen een zoog.
„bijzon" waargenomen. Bij het dalen der zon,
nam het vrij zeldzame natuur-verscbijnsel in
helderheid af, doch het bleef tot drie ure zicht
baar.
zakje van hem aan en maakte mij uit de voeten.
Ik verlangde thuis te zijn, alleen, zoo spoedig mo
gelijk.
Het portiershokje voorbijgaande zag ik mijn twee
collegaas weer. Ik hield mij goed en klom zingend
de trap op. Maar boven, veilig binnen de muren
van mijn kamertje aangekomen, trok ik zuchtend
mijn jas uit, en stak mijn hand in den zak om te
zien wat van mijn arm paaschei was overgebleven.
Een hoopje kruimels niets meer.
Droevig zette ik mij op den rand van mijn ijze
ren veldbed neder en staarde in somber gepeins
verdiept, doelloos voor mij uit. Wat trof daar op
het houten schot tegenover mij, naast den spiegel,
eensklaps mijn oog!?
De eerste Paaschdag viel dat jaar op 1 April
Ik had het vergeten. Mijn scheurkalender bracht
het mij weer te binnen.
EINDE.
Dubbelzinnig. Het volgende versje is, ge
woon weg gelezen, een aanprijzing van het
huwelijk. Slaat men echter telkens een regel
over, dan komt men juist tot het tegenoverge
stelde en heeft drie versjes:
De wijze ontwijkt met recht
De sombre eenzaamheid,
De banden van den echt
Verkiest men met beleid.
Men krijgt veeltijds berouw
In ongehuwde dagen,
In 't juk der huwelijkstrouw
Ontvlieden wij veel plagen,
Hoe streelt ons met haar zoet
De min. die harten bindt
De vrijheid van 't gemoed,
Vervliegt als rook en wind.
Een vrouw is vroeg of laat
De bron, die vreugd kan geven
Een zielsontrustend kwaad
Schnilt in een eenzaam leven.
Het „Vaderland," door de „Nieuwe Eott.
Crt." gesommeerd om nader te verklaren, aan
welke inlichtingen het 't recht ontleende de
door haar medegedeelde geruchten „een baker
praatje" te noemen, verklaart „zich daar wel
voor te zullen wachten." Het blad wenscht niet
publiek te behandelen wat geen publiek domein
is. Z. i. heeft de vertegenwoordiging alleen te
rekenen met de in het openbaar verrichte of
gesproken daden of woorden van het kabinet.
De overleggingen tusschen de kroon en haar
raadslieden, alsmede die tusschen haar raads
lieden onderling vallen buiten het terrein der
parlementaire kritiek, zoolang die zich niet
openbaren in een naar buiten werkende daad.
Dezen regel niet meer te huldigen acht het
Vad. ontaarding in ons constitutioneele leven.
Te Eguiond aan Zee zit in het zeezand
vast en is bij laag water gedeeltelijk zichtbaar
een lijk, hetwelk met het hoofd in het zanden
met de beenen omhoog zit. Men vermoedt, dat
het lijk afkomstig is van de bomschuit Vrouw
Catarina.
De Noordbr. bevat de volgende beschul
diging tegen de militaire overheid te 's-IIcrto-
genboscli
„Verleden week bij eene kou zooals velen
zich niet kunnen herinneren, kregen de soldaten
bevel uit te rukken om in de omstreken van
Best en Bokstel zoogenaamden tactischen dienst
te doen. Tegen 11 uur uitgerukt, bleek het bij
hunne terugkomst, omstreeks 4 uur, dat van on
geveer 30 soldaten de ooren bevroren waren."
Indien dit feit waarheid bevat, twijfelen wij niet
of door de overheid zal een nauwkeurig onder
zoek worden ingesteld naar de oorzaak van het
gebeurde.
Een weerspannig geestelijke.
Te Heugem (L.), waar een nieuwe pastoor is
benoemd, weigert de ontslagen geestelijke de
pastorie te verlaten. Hij beroept zich daarbij op
het concilie van Trente, dat de onafzetbaarheid
van pastoors heeft uitgesproken. Naar wordt be
weerd, heeft de bisschop van Roermond den
weerspanningen herder met de interdictie be
dreigd.
De „Nieuwe Rott. Crt." antwoordt het
„Vaderland" op zijn uitval naar aanleiding van
het in eerstgenoemd blad voorkomend artikel
over de homogeniteit van het kabinet. Zij ver
klaart het gerucht van verschil van meening
van zeer betrouwbare zijde vernomen te hebben.
Heeft „Het Vaderland" betere inlichtingen over
deze zaak, dan houdt zij zich voor mededeeling
aanbevolen. Is het echter slechts een persoonlijke
opinie van het blad, dan zal de „N. Rott. Crt."
aan de juistheid van het door haar vernomen
feit geloof blijven hechten.
De „insinuatie" van het „Vad." „of dan elk
wapen goed is, dat voor de hand ligt om het
onvermijdelijke tegen te houden", is naar het
oordeel der „N. Rott. Crt." ongewettigd. Zij heeft
haar bezwaren altijd gekleed in een vorm die
geen verbittering kon wekken, en steeds van
een verzoenenden geest blijk gegeven. Nooit
heeft zij den min. van binnenl. zaken tegenover
zijn ambtgenooten gesteld. "Wil het „Vad." bil
lijk zijn, dan zal het, meent het blad, dezen on-
gegronden uitval moeten intrekken.
Ter zelfder tijd spreekt het Haagsche „Dag
blad" zijn oordeel over de homogeniteit van het
kabinet uit. Evenals eindelijk „Groen van Prin-
sterer t. a. v. Thorbecke verklaarde, zegt thans
ook het „Dagbl." dat we hebben een homo, geen
kabinet. D. w. z. alles gaat in minister Tak op
en deze heeft zijn collega's in zijn macht.
In het bijzonder over de houding van mr.
Van Tienhoven bedroeft het blad zich. „Meende
men eerst, dat deze de veiligheidsklep was, in
den zin der gematigdheid, voor het bewind waarin
mr. Tak werd opgenomen, het is reeds voldoende
gebleken dat dit niet waar is. Niet mr. Tak
gaat op in mr. Van Tienhoven, maar laatstge
noemde in eerstgemel.de."
Het blad acht het dan ook geen oogenblik
twijfelachtig of de oud-burgemeester, die „inder
tijd, onder toejuiching van alle gematigd den
kenden in de Eerste Kamer had verklaard, dat
de druk der directe belastingen niet mocht wor
den verhoogd en dat men aan indirecte heffingen
moest gaan denken" en nu toch de mede-ver
antwoordelijkheid aanvaardde voor de vermo
gensbelasting gaat met mr. Tak één kiesrecht-
weg.
Men schrijft aan de Amst.:
In dezen tijd van werkeloosheid en malaise,
van weinig verdiensten en hooge belastingen,
nu iedereen klaagt en nagenoeg niemand tevre
den is, leeft er in Nederland nog een klasse
van industriëelen, die, toen de laatste klokslag
van het oude jaar van den toren klonk, zich in
de handen moeten hebben gewreven, dat voor
hen de dingen zoo ten goede waren gekeerd.
Deze gelukkigen zijn de bakkers.
Twee jaren geleden kostte het inlandsche meel
minstens f 13 per 100 Kg. Op den lsten Jan.
1894 en reeds lang te voren kon men best
Amerikaansch meel koopen voor f 7.50. Nu we
ten we wel, dat het moeilijk is van Amerikaansch
meel alleen goed brood te bakken, maar in-
landsch meel ter vermenging met het Amerikaan-
sche koopt men bovendien thans gemakkelijk
voor f9.
Niettegenstaande deze enorme daling der meel-
prijzen kost het brood nog evenveel als twee
jaar geleden.
Daarbij komt nog, dat de prijzen der neven
artikelen, zooals krenten, sucade, rozijnen enz.
almede enorm gedaald zijn. Waar krenten vroe
ger 20 centen kostten, betaalt men thans 51/2
cent.
Wij weten wel, dat de bakkers, die over ge
noeg kapitaal konden beschikken, een jaar of
anderhalf jaar geleden bij de toen reeds sterk
dalende markt groote inkoopen hebben gedaan,
maar deze hoeveelheden waren zeker reeds sinds
een half jaar geleden verwerkt, zoodat het on-
omstootelijk is, dat van 1 Juli de broodprijzen
niet in eenige verhouding staan tot die der meel-
prijzen en van de aanverwante artikelen.
De goedwillige burgerij is echter nog altijd
zoo beleefd om in Januari 1894 dezelde prijzen
te betalen als in Januari 1892. (V. Asser Ct.)
Parodie.
In de fin-de-siècle-visie in de Spectator van
jl. Zaterdag leest men de volgende parodie op
het jongste Holland
En een man ging voor ons uit, en
de geest zeide: Zie dat is een model-exem
plaar, een neurasthenisch auteur, wegzielend
in twee stemmingsstroomen: nu eens Schopen-
hauerisch-ün-de-siècle-naturalistisch, dan weer
etherisch-symbolistisch-incompréhensibelistisch
Let op den afwisselenden stijl van zijn gang:
nu eens sleepstappend en als gedachtender-
vend, voortschoppend de kraakratelende kie-
zelsteenen, dan weer triptrappelend en kwik
zilverend langs het lange, lange, lange pad
naar het kerkhof. Want hij lijdt aan donker-
fluweelpaarsche waanzin met scherpe kant-
lichten. Hij had zijne laatste hersensecretie
aangeboden aan don Nieuwsten Gids, die zijn
stuk met liefde geplaatst heeft, het aanvullen
de met een uit gezochte reeks van scheldwoor
den aan 't adres van den auteur, omdat de
redactie beweert, dat hij Gorter en v. Eeden
niet genoeg had uitgescholden. En nu, onder
den indruk van deze welverdiende kastijding,
scharrelschuifelt hij daarheen, aan revolver-
wanhoop ten prooi. Zijn hoed, dien hij vroe
ger zoo zwierig met een-'t-kan-me-geen-bliksem-
schelen-d-gebaar op zijn kringelkrullende lok
ken kon slingeren, hangt nu met doffe lijk-
wa-vaalheid over zijn haren, die een vage
grissaille kleur hebben aangenomen als sneeuw
achtig roet, waarvan de harmonie in de ziel
van den aanschouwer vibreert als een onopge
lost molakkoord samensmeltend het verleden
met de toekomst. Zijn houding is decadent;
de klank van zijn stem is groenachtig zuur
en driehoekig
En mijne ziel was innig verblijd bij het voor
uitzicht, dat welhaast alle auteurs zouden zijn
als deze en hunne werken naar advenant.
Buitenland.
De bevolking van Groot-Brittannië.
De officiëele cijfers der laatste in 1891 ge
houden Engelsche volkstelling zijn dezer dagen
aan het parlement rondgedeeld.
Hieruit blijkt, dat de bevolking van Engeland
en Wales, die 10 jaren vroeger bijna 26.000,000
zielen telde, thans tot 29.000.000 gestegen is.
In die 10 jaren is de bevolking dus met 3.000.000
toegenomen, en dat in weerwil van de landver
huizing, die in Engeland meer in trek is dan
ergens ter wereld.
Men berekent, dat, wanneer de aanwas der
bevolking op dezen voet voortgaat, de bevol
king van Engeland in Wales aan 't eind dezer
eeuw de 32,000,000 inwoners te boven zal gaan.
Wanneer men nu hierbij nog rekent de cijfers
van Schotland, ongeveer 4,000,000, en van Ier
land, ongeveer 5,000,000, dan ziet men dat de
vereenigde Britsche eilanden op 't oogenblik eene
bevolking van 38,000,000 zielen tellen. Een be
volking alzoo, die omstreeks gelij k staat met die
van Frankrijk volgens de volkstelling, welke
aldaar ongeveer terzelfder tijd heeft plaats
gehad.
Wat het geheele aantal der onderdanen van
het Britsche rijk betreft, dit bedraagt volgens
deze volkstelling ongeveer 371.000.000 men-
schen van alle rassen, talen en godsdiensten.
Dat is 260,000,000 meer dan Rusland en slechts
10,000,000 minder dan China, zoodat koningin
Victoria na den gebieder van het Hemelsche
Rijk de machtigste souverein van onze aarde
mag heeten.