NIEUWE
Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 8.
Zondag 25 Februari 1894.
3e Jaargang.
Plaatselijk Nieuws.
FEUILLETON.
EEH HUWELIJKSKEISJE.
LAEERIJKER COURANT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEÏÏi NTS PRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 550 ct., franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
J. H. KEIZER.
BUREEL:
Hoordscliarwoude.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 1—5 regels 30 et-, elke regel meer S ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
IHRlViTREGüLIWG OP DEI IIOLL l\i)§CIIEl NPOOKWEG. (Greenwich tijd.)
Vertrekuren van af station Noord-Scharwoude. (Winterdienst.)
RICHTING HELDER.
GREENWICH TIJD.
6.36*
7.46
11.232)
3.063)
6.374)
9.53... stopt ge-
GREENWICH TIJD.
6.18
7.30* 9.37
12.04f
1.38
3.55
8.16
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.56*
8.061)
11.432)
3.263)
6.574)
regeld te
10.13... Zijdewind
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.38
7.50* 9.57
12.24f
1.58
4.15
8.36
Deze trein rijdt alléén des Donderdags tot Den Helder. De metJ) stopt des Donderd.met 2) Maand,
en Donderd.met3) des Maand., Vrijd. en Zaterd.met4) geteekenden trein des Maand, te Zijdewind.
RICHTING AMSTERDAM.
Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam en stopt niet te Heiloo en Castricum.
f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest.
Duizend wagens.
Gistermiddag wapperde Neêrlandsch driekleur
van het stationsgebouw te Heer Hugowaard
en niet zonder reden. Het was gister nl. den
dag waarop de heer K. Wagenaar zijn duizend
ste. wagen groenten verzond. Voorafgegaan door
het fanfarecorps van Broek op Langedijk, reed
de wagen, versierd op elke hoek met een groene
tak en in 't midden het rood, wit en blauw,
onder een sierlijke eereboog door naar het station
en verder naar de plaats harer bestemming. Wij
meenen, dat tot Uitgeest de wagen versierd
bleef. Dat bij een dergelijk feit eenige luister
wordt bijgezet, is licht te begrijpen.
Uit Zuidscharwoude bericht men ons
Heden den 24 dezer hield de Diaconie der Herv.
Gemeente alhier eene bedeeling, bestaande in
eetwaren en brandstoffen aan verscheidene be
hoeftige gezinnen. Wij twijfelen niet of deze
welkome gave zal in dank zijn ontvangen en
eenigermate tegemoet zijn gekomeu aan de armoede
die misschien in sommmige gezinnen heerscht.
Rinnenland.
Met het oog op Zondagsrust, het spoorweg
personeel betreffende, is ingevolge Koninklijk
Besluit van 7 Januari 1894 (Staatsblad No. 4)
aan het Algemeen Reglement voor het vervoer
op de spoorwegen van 9 Januari 1876, Staats
blad No. 7 een nieuw artikel 795 ingelascht,
luidende als volgt:
„Tenzij voor bijzondere gevallen door den
„Minister van Waterstaat, Handel en Nijver
heid anders wordt bepaald, behoeven goede
ren door de ondernemers der spoorwegdien
sten op Zon- en algemeen erkende Christe
lijke feestdagen niet te worden aangenomen,
„afgehaald, afgeleverd of besteld, en worden
„die dagen niet medegerekend bij de bereke
ning van de termijnen binnen welke goede
ren door de ondernemers behooren te worden
„afgehaald, afgeleverd of besteld, door de af-
zenders behooren te zijn geladen, of door de
„geadresseerden behooren te zijn gelost of weg-
„gehaald, en evenmin bij de berekening van
„de schadevergoeding in artikel 69 bedoeld,
„en van wagenhuur, lig en magazijngeld, in
„artikel 59 bedoeld.
Men schrijft ons:
Onder leiding van den heer G. Ploeger gaf
de Zangvereeniging „Euphönia" van St. I'ati-
cras eene uitvoering in het kerkgebouw aldaar,
welke door een talrijk publiek werd bijgewoond.
Men was vol lof over de uitvoering der vele
nummers, waarmede „Euphönia" bepaald zeer
gelukkig was, daar zij de leden -door hun
zang het publiek wist te boeien, hoewel het toch
ook niet valt te ontkennen dat enkele vlekjes
vielen op te merken, niet zoo zeer dat de maat
wat te wenschen over liet maar er werd niet
altijd even harmonisch gezongen. Niettemin wen
schen wij „Euphönia" veel geluk met deze vrij
goed geslaagde uitvoering en roepen haar gaarne
een tot weerziens toe.
De sergeant baron Taets van Ameron-
gen van het regiment grenadiers en jagers, door
den krjjgsraad veroordeeld wegens onzedelijkheid
doch door het hooggerechtshof vrijgesproken
wegens gebrek aan bewijs, heeft den militairen
dienst met paspoort verlaten.
„Wat geschiedt er nu, vraagt de „Haagsche
Courant" zeer terecht, met den tamboer, die
voor zes maanden naar het depót van discipline
werd gezonden, wegens medeplichtigheid aan
het feit, waarvan T. v. A. werd vrijge
sproken
Vleesch of Vet?
In de laatst gehouden algemeene vergadering
van den Nederlandschen Slagershond werd be
sloten o. a. er op aan te dringen dat voortaan
bij de veetentoonstellingen niet meer het vetste
en zwaarste vee voor bekroning ln aanmerking
kome, maar integendeel dat vee, dat voor den
slachter de meeste waarde heeft; en dat diens
volgens de jury ook uit slachters zal bestaan.
In het algemeen wenschten de voorstellers
van deze wijziging in de tot dusver gevolgde
manier van bekroning, dat de landbouwmaat-
schappijen er toe konden besluiten hunne pro
gramma's van beoordeeling te wijzigen, zoodat
deze geregeld worden naar de locale behoeften
en verder dat geen vee ter slachtveetentoonstel
ling worde toegelaten, dan tot zeker maximum
gewicht, terwijl alsdan dit maximum tijdig be
kend zal worden gemaakt. Ten slotte wenschte
men aan te bevelen om het bekroonde vee, ook
na slachting te doen beoordeelen, met opgave
waarmede en hoelang gemest.
Als aanbeveling voor het -bovenvermelde mo
gen in hoofdzaak gelden dat in tegenstelling met
vroegere tijden tegenwoordig de rundereu en
varkens worden geslacht voor het vleesch en men
zelden spek of vet met winst verkoopen kan.
De kolossale invoer van spek en reuzel o. a. uit
het buitenland, heeft den prijs der inlandsche
producten zoodanig gedrukt, dat geen enkele
slachter vette dieren met voordeel kan ge
bruiken. Hoewel nu het denkbeeld de wereld
nog niet uit is, dat men door vetmesten roem
behalen kan, is het toch een feit geworden dat
dit voor de eerste belanghebbenden de slach
ters niet zoo is.
De tentoonstellingen der landbouwmaatschap-
pijen zijn daarom juist de plaatsen om te doen
zien wat goed en wat onpractisch is. Alleen
daar kan aanschouwelijk geproduceerd. Het ligt
dan ook op den weg dier maatschappijen om te
breken met de gewoonte dat juist de bekronin
gen steeds plaats hebben op dat vee, dat het
in i n 8 t voor slachtvee te gebruiken is.
In verband met bovenstaande heeft de afdee-
ling Alkmaar van de Hollandsche Maatschappij
van landbouw besloten, aan de drie beste vette
beesten, op de Vrijdag, 16 Maart te houden
Alkiuaarsche Paascliteiitooiistelliiig aange
voerd, en door een jury van slagers aan
gewezen, premiën toetekennen boven en be
halve de prijzen, die door de gewone jury der
tentoonstelling bepaald worden.
Bericht voor landbouwers en veehouders.
Polygonum Sachalinum sedert eenigen tijd als
sierplant hier en daar verspreid en uit Japan
afkomstig word tegenwoordig in Frankrijk ge
zaaid, gemaaid en gedroogd tot beestenvoeder
gebezigd. De plant groeit overal in zand
grond, mopras, klei, kalkgrond en kan droogte
weerstaan en ook veel koude.
In het vorige jaar toen alle planten door de
langdurige droogte en hitte verschroeid waren
ontwikkelde de Polygonum Sachalinum prachtig
en leverde een heerlijk voeder op en in over
vloed waarvan monsters onlangs te Parijs op de
„exposition agricole" in het „palais de l'indus-
trie" te zien waren. Gedroogd wordt het door vee
en paarden even gaarne genuttigd als klaver-
hooi, de voedingswaarde van de stengels met
bladeren kan men zien uit de volgende Analyse
Water36,02
Organische stoffen19,06
Vetten4,03
Vezel houtstof8,01
Nietstikstot houdende
Extractief stoffen -4,24
Diverse mineralen7,04
Phosphorzuur1,60
Op alle soorten van grond kan ze gezaaid wor
den langs dijken, wegen en sporen en levert
meer producten dan andere gewassen. Veehouders
zaai Polygonum Sachalinum en doe uw voor
deel!
MorielMeediiig.
Men schrijft aan „Het Vad."
Zonder twijfel nam in den laatsten tijd het
dragen van buitenmodelkleeding onder militaren
te 's-Gravenhage zeer toe en ontegenzeglijk was
schulden maken, diefstal enz. hiervan het gevolg.
En de dienstboden, met militairen verkeerende,
stelden daarvoor niet slechts haar eerlijk ver
diend loon, maar dikwijls ook gelden beschikbaar,
die haar voor anderen doeleinden waren toever-
Ten tijde toen grootvader grootmoeder nam, ver
lieten de jonggehuwden het trouwaltaar en gingen
naar het bruiloftsmaal en van daar trokken zij zich,
als het gelukte heimelijk, in hun eigen huisje terug,
of zij moesten het zich laten welgevallen, door de
vroolijke opgewonden gasten met overmoedige
kwinkslagen en niet zeer uitgezochte grappen daar
heen te worden begeleid. En de goede grootvader
zette dan öt een vreeselijk boos gezicht, öf hij
lachte in zijn vuistje en de lieve grootmoeder voelde
hoe haar toenmaals donzige wangen met een gloei-
enden blos werden overtogen maar eindelijk viel
de deur toch achter hen dicht en de uitgelaten
troep ging heen en grootvader en grootmoeder vie
len elkander in het stil gezellig vertrekje in de
armen, en zaten van den aanvang af bij den huise-
lijken haard, dien zij zich gesticht hadden met het
behagelijk gevoel van elkander te hebben gevonden
en reeds den volgenden morgen zong het water in
de theestoof, waarbij het jonge paar vertrouwelijk
hand in hand zijn eerste ontbijt nuttigde, het steeds
even bekoorlijk liedje der gezelligheid, dat een ver
standig hart voor langen tijd eri, zoo God wil, tot
aan het onvermijdelijk einde weet te boeien.
Tegenwoordig is dat anders.
Uit de kerk in een rijtuig naar het spoorweg
station.
»And're tijden, and're vogels,
And're vogels, and're wijzen
zong Heine, maar ik vrees dat niet alle wijzen het
hart roeren.
Het heeft allen schijn alsof de »Huwelijksreis«
uit een zekere verfijnde sluwheid is voortgesproten
waarmee onze tijd. die bij al zijn voortreffelijkhe
den, ook zijn »wonde plekken« heeft, deze zoekt te
bemantelen.
Ik stel mij de zaak zóó voor
Aangezien men den tegenwoordigen tijd gerust
alles ten laste kan leggen, slechts preutschheid
niet, is het wel niet aan te nemen, dat de haastige
stap van het altaar naar den waggon alleen daarom
gedaan wordt, om eventueele aanslagen op het
schaamtegevoel der jonggehuwden te ontwijken.
Er moet dus bepaald een andere oorzaak voor
bestaan.
Laat ons dus eens verder navorschen.
Wellicht vreest men, dat de jongelui, in aanmer
king nemende dat zij elkander gewoonlijk nog slechts
oppervlakkig hebben leeren kennen, reeds in de
eerste der wittebroodsweken hun masker zullen
verliezen, want het négligé der huiselijkheid kan
dergelijke vermomming niet lang volhouden.
Zoo kon bijvoorbeeld al te snel aan het licht
komen, dat de jonge echtgenoot zich des morgens
geregeld in een knorrigen luim bevindt, die eerst
overgaat, wanneer hij lekker heeft ontbeten verder
dat hij er volstrekt geen been in ziet, de duurste
sigaren te rooken, terwijl hij een zeer hartig woordje
zegt, wanneer de jonge vrouw, die het toch heusch
niet zuiniger kan doen, naar zijn meening te veel
huishoudgeld gebruikt en van de zijde der jonge
huisvrouw konden zich allerlei onpractische ver
kwistende denkbeelden openbaren, bijvoorbeeld dat
koffie, om goed sterk te zijn, ongemalen, dus in
heeie boonen, gekookt behoort te worden, en dat
scheermessen alleen gemaakt zijn om nieuwe aard
appelen en tuinwortelen mee af te krabbendus
met één woord, zouden het jonge paar wederkee-
rig spoedig de oogen opengaan, eerst heel even
tjes, op een kiertje als het ware, over bagatellen
en dan aldoor wijder over dingen, die hoe langer
hoe minder bagatellig werden.
Toen heeft zeker een sluwe kop, stellig een uit
geslapen schoonmoeder, die haar dochtertje van
haver tot gort, en vooral de wereld kende, het hu
welijksreisje uitgevonden.
En ziedaar! het ding was bizonder vernuftig uit
gedacht en vond aldoor meer bijval. Op reis door
nieuwe en prachtige streken, door belangwekkende
steden, wordt de poëzie, die voor de wittebroods
weken zoo onontbeerlijk is, niet alleen bewaard,
maar wellicht niet zelden eerst opgewekt. Op reis
wordt ieder een andere kerel, dan hij in het alle-
daagsche leven is en ook de dames kunnen zich aan
den invloed dier voortdurende afwisselingen niet
onttrekken.
Wat wil men meer?
Is ontgoocheling noodwendig en onvermijdelijk,
zelden treedt zij op de huwelijksreis zoo spoedig in,
als aan den huiselijken haard.
Zóo of in dien geest ongeveer dacht de contro
leur Beelendijk, toen de avondtrein met hem en
zijn pas met hem verbonden Wilhelmina het station
der stad zijner inwoning uit en de wijde wereld
instoomde.
Beelendijk is namelijk een door en door wak
kere vent, die zich geen knol voor een citroen in
de hand laat stoppen en hij had al het mogelijke
gedaan, om zich tegen de geprojecteerde huwelijks
reis aan te kanten.
»Alle kleine gebreken die mijne Wilhelmine
mochten aankleven, moeten zoo spoedig mogelijk
onthuld worden,dacht hij, sopaat ik er bijtijds
het snoeimes mijner mannelijke energie kan inzet
ten, om de wilde ranken kortweg af te snijden.
Op de huwlijksreis gaat dat zoo gemakkelijk niet,
men is zoo zelden ongestoord alleen, wordt onop
houdelijk door allerlei dingen afgeleid, kortom
van de kerk naar huis k
Een paar dagen voor de bruiloft hield hij zich
ziek »tot mijn spijt moet het reisje uitge
steld worden
»Mijn arm mannetjemaar dan stellen wij
toch ook den trouwdag uit k
Onmiddellijk na de huwelijksplechtigheid wendde
hij een aanval van duizeligheid voor»het zou
misschien beter zijn, als we eerst nog een dag of
wat hier bleven