Nieuwe Langedijksr Courant", van Zondag 25 Februari 1894. trouwd. Dat mooi willen zijn, had al te treurige gevolgen. Doch nu komt eensklaps zonder over gang of termijn van eenige chefs het verbod om buitenmodel te dragen. Daarbij een halve maat regel, niet voor het geheele leger, doch slechts voor de infanterie en daarenboven voor het 2e regiment veldartillerie. Waarom voor hen alleen? En waarom niet de gelegenheid gegeven buiten model af te dragen door een termijn te bepalen Waar blijven ze nu met dat goed, dat zij krach tens gewoonterecht zich hadden aangeschaft? Nog ware het wenschelijk, dat de modelklee- ding nu zoo werd gemaakt, dat zij wat minder afstootend was. De schako's zijn te zwaar, de stof is bijzonder grofook wordt door ondeskun- digen de maat genomen en opgezonden naar het central magazijn te Amsterdam. Zoolang hierin geen verbetering komt en niet bij elk korps een bekwaam coupeur wordt aangesteld, die aanmeet en aanpast, zal deze maatregel verbittering blij ven geven, vooral ook omdat hij slechts een deel van het leger heeft getroffen en zoo onvoorbe reid genomen is. Bij het opruimen eener oude kast vond de heer V. te Schagen een oud portretalbum, waarin een der zijden een klein gaatje. Bij on derzoek bleek dit gaatje de toegangsweg te zijn voor een muizennest, waarin eenige jonge muisjes. De ouders hadden wezenlijk een wel beschut plaatsje voor het nestje gevonden. Van Houten'* Cacao. De „New-Amsterdam Gazette" van New-York deelt mede dat de firma Yan Houten en Zonen 16,000 dollars betaalde voor het recht om cho colade te schenken op de tentoonstelling te Chi cago en dat 700,000 kop in het gebouwtje wer den gedronken. Valsclie bankbiljetten. Hoe groot de vrees is voor valsch bankpapier, blijkt wel hieruit, dat te Amsterdam bij sommige verkoopingen door de makelaars in de veilings conditiën verklaard wordt, dat bij de betaling geen bankbiljetten van 100, 200 en 300 gulden zullen worden aangenomen. Ook te Steenbergen is een valsch bankbiljet van honderd gulden aangehouden. De oude munten te Amersfoort. De te Amersfoort gevonden schat, uit gouden en zilveren muntstukken bestaande, die eene waarde van ruim f20,000 vertegenwoordigen, is volgens het voorschrift van art. 642 van het Burgerlijk Wetboek verdeeld. De helft ongeveer ontvingen de vinders, de metselaars Elzenaar en Van de Wetering, die ^3 afstonden aan den architect, den heer M. van den Heyden, te Bus- sum, terwijl de wederhelft in handen is geko men van de eigenares van den grond, mejuf frouw A. E. van der Heijden te Amersfoort. De Aiiisterdninsclie tijd. Door den Leidschen hoogleeraar mr. Fockema Andrese is een adres aan de Tweede Kamer in gediend, waarin hij haar, naar aanleiding der motie-Beelaerts, verzoekt het daarheen te leiden, dat de Amsterdamsche tijd in Nederland als de officieele wordt erkend en mochten hiertegen overwegende bezwaren bestaan, in geen geval aan invoering van den Midden-Europeeschen tijd haar zegel te hechten. Voor de wenschelijkheid van een en ander voert adressant een aantal argumenten aan. In 't bijzonder verklaart hij te betwijfelen of de Nederlandsche spoorwegmaatschappijen in dat geval wel uit den „Verein" zouden gestooten worden, daar Duitschland bij ons evengoed be lang heeft als wij bij Duitschland en, wanneer Ne derland zijn standpunt handhaaft, de Duitsche handel de spoorwegen wel noodzaken zullen de gemakken van het verkeer niet prijs te geven voor een zoo luttelen last als het aftrekken van 40 in plaats van 60 minuten. Landnationalisatie. Sedert het Leeuwarder Congres houdt de Chris telijke pers zich af en toe bezig met de vraag in hoeverre Landnationalisatie met den Bijbel in over eenstemming is te brengen. De «Standaard» meent dat zulks zeer goed mogelijk is, en op het verwijt «Integendeelbesliste de snel ontboden genees kundige raadsman, die tevens schoonmama's huis dokter is, «integendeel, frissche lucht, verandering van klimaat zijn de beste middelen tegen zulke aandoeningen. Niets mocht baten. En zoo reden dan ook Beelendijk en zijn jonge vrouw op het vastgestelde uur af en naar buiten. «Maar ik zal de vier weken, die wij op reis moeten doorbrengen, niet nutteloos laten voorbij gaan I» Aldus besloot Beelendijk in zijn binnenste. Voor alles had hij zich voorgenomen het eerste vertoon van eigenzinnigheid, waarvan hij bij zijne Wilhelmina eenige geringe sporen had meenen te ontdekken, beslist tegen te gaan, natuurlijk slechts zoover, om het geliefde wezen tot erkenning van hare fout te hebben gebracht. Want wie erkent heeft berouw, en wie berouw heeft, is reeds op den weg der beterschap. Men ziet dus dat ik gelijk had, toen ik Beelen dijk een door en door wakkere vent noemde. Arme WilhelminaGij zult bittere uren door leven, maar het zal tot uw welzijn geschieden gij zult den flinken Beelendijk als uwen heer en mees ter leeren erkennen, gij zult, zooals het een goede vrouw betaamt, volgzaam en inschikkelijk worden als een lam. Zoo waren dan de beide echtgenooten reeds een week lang op reis. Geen wolkje had nog den helderen hemel dezer eerste wittebroodsweek verduisterd. dat men op die wijze toch feitelijk naar opheffing van het privaatbezit streeft, antwoordt het blad dat men in deze tusschen grond- en ander bezit wel eenig onderscheid mag maken. Het »Huisgezin« is van oordeel, dat de «Stand.» zal moeten kiezen of deelen. Een schipperen tusschen het christelijk en het socialistisch beginsel is niet mogelijk. Ophetoogen- blik hinkt hij op twee gedachten, omdat hij de twee uiteenloopende groepen zijner volgelingen de kleine luyden met democratische neigingen en de rechtzinnige jonkers te gelijk bevredigen wil. Op den duur is dat niet mogelijk. »De Standaardheeft voor eenigen tijd het onge luk gehad «Huisgezin» en «Recht voor Allen« in een adem te noemen. Het eerstgenoemde blad was daarover alles behalve gesticht, en bedient zich nu op zijn beurt van het orgaan van Domela Nieuwen- huis om «de Stand.» een knauw toe te brengen. «Recht voor Allen« schreef Laat dr. Kuyper partij kiezen, zijn aristokratische jonkers en baronnen behoudt hij toch niet! En wanneer hij partij kiest, wanneer dat aristo kratische blok aan het been is terzijde geworpen, misschien heeft hij dan ook wel den moed. om konsekwent voortgaande op den eenmaal ingesla gen weg, niet alleen te verdedigen de nationalisatie van den grond, maar van alle middelen ter voort brenging, in anderen vorm dan grond, ook van fabrieken en magazijnen, van machines en werktui gen, van middelen van vervoer en verkeer. 't Is te hopen, zegt «Het Huisgezin«, dat deze aanmaning tot consequentie het anti-revolutionnaire hootd-orgaan tot bezinning zal brengen en doen terugkeeren van het glibberig pad, zoo roekeloos door dezen leider ingeslagen. I11 het atelier van Krausse. Een der bekenden van het Centrum genoot een kijkje in de werkplaats van Krausse. De algemeene indruk, zoo schrijft hij, was, dat ik de uitgebreide vakkennis en technische be kwaamheid van Krausse moest bewonderen. Krausse's atelier met het daaraan verbonden kantoor beslaat uit de bel-étage van het ouder- wetsch ingericht perceel 14 op de Heerenmarkt, met de daarboven gelegen zolderverdieping, waaraan een boven het kantoor gelegen voor kamer grenst, en de vliering, die voor de helft tot berging van den voorraad papier, eet. diende en voor de achterste helft was inge richt tot photographisch atelier met een keu rig cameratoestel. Dit atelier is uiterst gun stig gelegen voor iemand, die in zijn werk niet bespied wil werden. De zolder is geheel ingericht tot een che misch laboratorium, met eenige groote werk tafels en spoelbakken, en van eene menigte gaskranen tot aanbrengen van bunzensche branders, gaskomforen eet. en een aantal wa terleidingkranen voorzien. Chemische prepara ten tot het doen van proeven en het bereiden van de noodige oplossingen en baden waren in overvloed voorhanden. Glazen dakpannen verschaften het noodige licht, waar het achter raam te ver verwijderd was. Eene onplofbare vloeistof was na waarschuwing aan den heer Batelt met de noodige voorzichtigheid reeds door de politie in veiligheid gebracht. Twee donkere kamers tot het overbrengen der photographische negatieven in positieven bevonden zich er voor. Do naden van de houten zoldering waren zorgvuldig met papierstrooken dichtgeplakt; ook hier ontbrak niets, zoodat een onderne mend photograaf zich hier met gunstig gevolg kan vestigen. Hij had dan de reclame der be ruchtheid van den vorigen huurder voorniets, en vond zijne werkplaatsen volkomen in orde Fraaie negatieven, waarnaar reeds cliché's wa ren vervaardigd, lagen hier achteloos zooals de justitie ze had achtergelatenze waren dan ook van zeer onchuldigen aard. Een goed bewerkte etsplaat getuigde van Krausse's kunstvaardigheid en ook vond ik een cliché, dat Krausse naar een photographie van hemzelf had vervaardigd. In de achterkamer der eerste verdieping was de drukkerij. Behalve bankbiljetten heeft Krausse er rekeningen en kwitantiën gedrukt voor zijne zaak, welke hij noemde „Atelier voor Zincographie en Photolitograpnie." Deze zijn van keurige zincographieën voor- Trouwens, voor Wilhelmina had zich nog geen gelegenheid tot de gevreesde eigenzinnigheid aan geboden, maar ook had Beelendijk in haar, buiten deze, geen andere eigenschap ontdekt, die hem had kunnen verontrusten. Zes dagen had Beelendijk zich reeds afgesloofd om zijn geliefde tweede helft met de grootste nauwkeurigheid te bespieden en was nu voor nemens den zevenden evenals de Schepper tot een rustdag te maken. Hij kwam dan ook op dien dag geheel uit de looi en toonde zich daardoor veel beminnelijker, an hij zich tot nog toe op reis had voorgedaan. Wilhelmina, die ook geen gansje was, had de verandering dadelijk opgemerkt en begon de tot nog toe schuchter ingetrokken gehouden voelho rentjes harer eigenaardigheid reeds uit te steken. In de wachtkamer van het station vanwaar zij hun zondagsuitstapje zouden beginnen, traden zij binnen om een schielijk ontbijt te gebruiken. «Geef mij een kop thee! en gij Mientje?» «Héwat ruikt die karbonade lekkerToe geef mrj een karbonade Slot volgt. t ziende rekeningen, waarbij op een behoorlijk aantal „postjes" gerekend was, droegen aan het hoofd eene afbeelding van het Centraal station, waarlangs eenige stoomschepen. De drukpers was reeds lang als corpus delicti naar het Paleis van Justitie gebracht, en een walsmachine werd door werklieden uit elkan der genomen. De vulkachel, waarin Krausse, toen hij zich ontdekt zag, de clichés der bank biljetten wierp, was er nog; de „zinkslakken" waren uit de asch verdwenen. In de aangren zende keuken stond de snijmachine, waarmede Krausse eenige gladde kanten té veel aan zijne biljetten had gemaakt. Op het kantoor viel het meest in het oog de groote brandkast, die getaxeerd werd op f 100. Wie over bankbiljetten het tooverwoord multiplicate kan uitspreken, heeft zulk een solide bewaarplaats dan ook wel noodig. De wanden van dit vertrek waren versierd met etsen, waaronder eenige van de hand van Krausse. Werklieden waren bezig den inboe del op last van de justitie tot nader orde in bewaring te brengen, zoodat de huisheer wel dra het bovenhuis weder tot zijne beschikking heeft. Het eerste, wat hem dan te doen staat, is de waterleiding te laten repareeren, want nu Krausse haar tot zijne verontschuldiging niet meer noodig heeft, is zij gesprongen Gemeenteontvanger Schiedam. Aangaande de reeds vermelde quaestie wordt het volgende uit Schiedam geschreven Het was reeds eenigen tijd aan B. en W. be kend dat de boeken van den gemeente-ontvan ger niet in orde waren. Zij hadden hem een ultimatum gesteld binnen welken tijd hij ge legenheid zou hebben deze bij te werken. Aan fraude dacht men toen niet. Dit ultimatum was nog niet verstreken toen het Vaderland het be kende bericht de wereld in zond: De officier van justitie is op dat couranten bericht naar hier gekomen om zich op de hoogte te stellen van de waarheid. Het voorloopig onder zoek gaf hem echter geen aanleiding den ont vanger in arrest te houden, die tijdens het onder zoek op het politie-bureau vertoefde. Hij is dan ook onmiddellijk weder op vrije voeten gesteld. Nu een gerechtelijke instructie was geopend, wenschteu de wethouders zich te ontslaan van hunne verantwoordelijkheid, waarop nog des avonds half tien een spoedvergadering van den gemeenteraad is belegd. In die vergadering waren afwezig de heeren Roelants, Hoogendam en de Groot. Met alge meene stemmen werd in die vergadering beslo ten den ontvanger te schorsen. Hoe nu die feitelijke toestand van kas en boeken is, kan nog niet worden gezegd. Een der wethouders verklaarde dat een bepaald tekort nog niet kon geconstateerd worden. Dat er ech ter een tekort is, wordt door niemand meer betwijfeld. Men weet echter niet óf en sedert hoelang de boeken onregelmatigheden bevatten; het onderzoek zal dit moeten leeren. Diefstal met bedreiging. Woensdagnacht tusschen één en twee uur werd er bij Geertruid Smit te Holwierda (Gr.) ingebroken. Drie mannen met messen en pistolen gewapend dreigden de bewoonster te zullen dooden, zoodra zij rumoer maakte en dwongen haar de plaats aan te wijzen, waar haar geld en kostbaarheden waren geborgen. Om de be dreiging klem bij te zetten sneed men de vrouw tweemaal over de hand. Met een bankbiljet van f40, een gouden oor ijzer, dito horloge, knippen van kerkboeken, etc. verdwenen ze om een oogenblik later te Nansum de affaire op denzelfden voet voort te zetten bij mej. de wed. Wold. Een der ruitjes in de deur werd daar ingedrukt om daardoor den grendel te kunnen bereiken. In de woonkamer gekomen, werden de deuren der „bedstede" dichtgeslagen, de lamp aangestoken en weder de vreeselijkste bedreigingen tegen deze vrouw uitgesproken, indien zij zich mocht verroeren. Met een scherp voorwerp staken ze dwars door het beschot om haar meer vrees in te boe zemen. Toen begon het onderzoek. Twee guldens en eenig kleingeld, benevens verschillende kost baarheden werden gevonden en meegenomen, 0. a. ook twee tinnen koffiepotten. De wed. Wold heeft de daders dus niet gezien, terwijl Geer truid alleen weet, dat er een kleine en twee grooten waren. De bewoners van Holwierde zijn angstig. Het is er dan ook niet veilig. Eiken avond, maar vooral 's Zaterdags en 's Zondags worden pistool- en revolverschoten gelost, zonder dat de politie de daders op het spoor kan komen. Blinde» en doofstommen. De commissie tot onderzoek der blinden en doofstommen in Nederland heeft de tusschen- komst van de Commissarissen der Koningin in de provinciën ingeroepen, om bij de gemeente besturen pogingen aan te wenden, dat blinden en doofstommen in staat gesteld worden nader geneeskundig te worden onderzocht, ten einde op deze wijze niet alleen de verschillende oorzaken op te sporen, waardoor deze ongelukkigen zijn beroofd van edele organen, maar ook de midde len te kunnen aangeven, die in het vervolg blindheid en doofstomheid zooveel mogelijk kun nen voorkomen. In verschillende provinciën reeds hebben geneeskundigen zich bereid verklaard patiënten kosteloos te onderzoeken. Yoor plaat sen, waar deze geneeskundigen niet zijn geves tigd, zal er bij de gemeentebesturen op worden aangedrongen het vervoer der patiënten voor rekening van de gemeente te doen plaats hebben. Vervolging van den Soc.-Dem. llnnd. Thans zijn ook gedagvaard voor den rechter van instructie te Groningen, A. Rot, Sam. W. Colthof en C. Cornelissen, om gehoord te worden in zake het houden van een jaarlijksch congres van den soc.-democratischen Bond, die een „ver- eeniging is strijdig met de openbare orde en alzoo verboden, omdat zij ten doel heeft onge hoorzaamheid aan, of overtreding van de wet of een wettelijke verordeningen 2o. een vereeni- ging die tot oogmerk heeft het plegen van mis drijven." Buitenland. Ook een vooroordeel. De uitvinding van den bliksemafleider dagtee- kent, zooals men weet, uit de 2e helft der acht tiende eeuw (1752). Niettegenstaande dit een belangrijke uitvindin» mocht heeten, daar ze den mensch als het ware „weerbaar" maakte tegenover het geduchte he melvuur, werd de waarde er van aanvankelijk toch slecht op prijs gestelddomheid en bijgeloof vingen als altijd een vinnigen strijd aan tegen de in te voeren nieuwigheid. Toen in 1783 een inwoner van St. Omer (Frankrijk) dan ook den moed toonde zoo'n voor werp van nieuwe vinding op zijne woning te plaatsen, bracht dit de gemoederen zeer in be weging. Er ontstonden oploopende scherpe spits, die den hemel scheen te tarten, werd met angst en verschrikking aangestaard; het volk ontstak in vurigen toorn over zóóveel heiligschennis en nam zoo'n dreigende houding aan, dat de over heid om de gemoederen tot bedaren te bren gen zich genoodzaakt zag den „nieuwigheids- zoeker" te gelasten den bliksemafleider weer af te nemen. Daar de man weigerde, kwam de zaak voor de rechtbank. Doch het hof van Arras ver klaarde bij arrest van 31 Maart 1783 het bevel on wettig, welke uitslag vooral was te danken aan de schitterende verdediging, welke de later zoo bekend en gerucht geworden Max. Robespierre ter eere van de nieuwe vinding uitsprak. De ontploffing te Gent. Donderdagmiddag werd, naar men weet, in de stad Gent groote ontsteltenis veroorzaakt door een hevigen slag. De een geloofde aan een aan slag van anarchisten, de ander aan het springen van een stoomketel in een der fabrieken, maar alras verbreidde zich het gerucht, dat de kruit fabriek te Wetteren in de lucht was gevlogen. Tal van nieuwsgierigen begaven zich met den eersten trein naar Wetteren, terwijl ook de lokaal- trein Gent—Hamme spoedig te klein bleek om alle reizigers te bevatten. Andere reden per rij tuig naar Wetteren, dat drie kwartier buiten de stad ligt. Spoedig bleek het echter, dat de zaak niet zoo erg was. Nadat de werklieden om half twaalf waren gaan schaften, onfplofte een hoe veelheid kruit in de droogkamer. Een werkman werd door de ontploffing gewond aan den arm, maar niet ernstig. De materieele schade, welke de schok veroor zaakte, was echter nogal aanzienlijk, niet alleen in de fabriek, maar ook in het gehucht Over- beke, waar in vele huizen de ruiten en vensters werden verbrijzeld. De schok was dan ook zoo hevig, dat men dezen te Oudenaerde voelde. De kruitfabriek van Wetteren levert zeer veel kruit ten behoeve van de Europeesche vloten. In 1879 had daar eene ernstige ontploffing plaats, waar door een twintigtal werklieden het leven verlo ren. Nu echter kwam men met den schrik en eenige schade vrij. Longtering. De heer De Lajarrige is de ontdekker van een nieuw geneesmiddel tegen de tering, waarmee reeds voortreffelijke uitkomsten moeten zijn ver kregen en dat furore maakt in de wetenschap pelijke wereld van Parijs. Aldus verhalen de nieuwsbladen. Dat middel bestaat eenvoudig hierin, dat men in de longen van den lijder een tamelijk groote hoeveelheid (dertig of veertig kubieke centime ters) olijfolie inspuit, waarin creosoot is opgelost. Dit schijnt ongelooflijk en het blijkt toch vol komen waar te zijn. Het is alleen het boven gedeelte van de luchtpijp, dat vreemde stoffen uitwerpt. Vandaar het hoesten van iemand, die zich verslikt. Maar wordt de vloeistof werktui gelijk dieper ingebracht, zoo bestaat er volkomen gevoelloosheid en dus mogelijkheid, om de lon gen, die aangedaan zijn, met de vloeistof te be reiken en schoon te wasschen. A la Bismarck. Van Bismarck vinden wij verhaald, dat hij in zijn jonge jaren, toen hij als gezant bij den Duitschen Bond te Frankfort vertoefde en bij een der voornaamste ingezetenen daar ter stede zijn verblijf hield, in zjjne kamer geen schel vond, om zijn dienaar uit een ander vertrek in het zijne te ontbieden. Hij vroeg zijn huisheer des wege hem zoodanig voorwerp te willen beschik ken. Deze echter den Pruis niet zeer gene gen zijnde antwoordde, dat hij voor dergelijke zaken niet kon zorgen en Bismarck zich 'zelf maar moest redden. Een paar dagen daarna knalde er in den huize een schot. De eigenaar, hoogst verschrikt, snelde alle vertrekken door, om te zien, wat er toch gebeurd mocht zijn. Ook in Bismark's kamer werd een onderzoek ingesteld. Binnentredend zag de huisheer een pistool nog rookend op tafel liggen, terwijl de gezant, te midden van een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 2