Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 4 Maart 1894.
Ecu uitdaging.
Naar aanleiding van een rede door het Kamer
lid Ferf te Avenhorn gehouden, heeft de heer
C. de Goede Hz. te Purmerend aan den heer
Ferf een uitnoodiging tot een openbaar debat
gezonden. Speciaal de weinig vriendelijke uitla
tingen van het Kamerlid over de radicalen heb
ben den heer De Goede tot die uitdaging genoopt.
Een lastig heer.
Te Haastrecht werd door den rijksveldwachter
R. een gevaarlijk persoon betrapt toen hij zich
aan bedelarij schuldig maakte. Onmiddellijk gaf
deze te kennen, den politie-beambte te willen
dooden, doch deze wist met behulp van eene
revolver hem naar de drie-kwartier verder gele
gen kom der gemeente te brengen. Bjj den
burgemeester gekomen, begreep hij naar Rot
terdam te zullen worden overgebracht. Hierover
ontstak hij zoodanig in woede, dat hij een open
knipmes uit der zak haalde en den rijksveld
wachter wilde wonden. Deze deed een zijsprong;
hij wierp zich toen op den inmiddels ontboden
gemeente-veldwachter, wien hij een drietal sne
den door de jas gaf. Nog niet voldaan, deed hij
pogingen om den burgemeester en den beambte
te raken, doch de rijksveldwachter gaf hem
daarop met een knuppel een slag, waardoor het
mes op den grond viel en waarvan men zich
spoedig meester maakte. Des middags werd de
man onder geleide van de beide agenten zwaar
geboeid naar de gevangenis te Rotterdam over
gebracht.
Ontsmetting van Drinkwater.
Uit Amerika en Engeland komen berichten,
dat men daar met goed gevolg aluin gebruikt,
om alle schimmels en kiemen te dooden, die
zieh in het water bevinden. Reeds 11/2 gram
aluin op 1 kub. meter water moet volkomen
ontsmetting tengevolge hebben. Proeven hebben
bewezen, dat water, hetwelk in 1 kub. centi
meter 1200 mikroben van de meest verschillende
soorten bevatte, door 't bijvoegen van aluin in
bovengenoemde verhouding volkomen ontsmet
werd en de kiemen terstond stierven.
De werking van het onschadelijke middel
schijnt geloofwaardig, omdat aluin reeds lang
gebruikt wordt, om te gorgelen bij ontsteking
in den hals en die heilzame werking alleen toe
te schrijven is aan 't dooden der ziekteopwek
kende schimmels en zwammen.
Het eilandje Rottumeroog is door de
laatste stormen aanmerkelijk verkleindeen
strook land van 30 meters breedte is door de
zee verzwolgen. Tijdens het leven van den
tegenwoordigen „voogd" den van rijkswege
aangestelden strandvonder, in wiens familie deze
post reeds is sedert 1742 is 't eilandje de
helft kleiner geworden.
Photografeeren van bankbiljetten.
In de Haart-aflevering van Helios, tijdschrift
voor photografie, leest men het volgende, naar
aanleiding van het gevaar dat er bestaat voor
het vervalschen van bankbiljetten met behulp
der photografie.
Het komt er dus op aan het photografeeren
van bankbiljetten onmogelijk te maken, of op die
biljetten iets aan te brengen, waardoor een daar
van gemaakt photogram zich dadelijk en aan
een ieder verraadt.
Het eerste heeft men gemeend te kunnen
bereiken door het drukken in verschillende
kleuren maar de orthochromatische platen en
het gebruik van lichtfilters hebben dezen waar
borg vrij wel illusoir gemaakt. Bovendien schijnt
het mogelijk, indien men het model bankbiljet er
aan wil opofferen, den kleurendruk zwart te
maken, waardoor aan het photografeeren niets
meer in den weg staat.
Ons medelid de 'heer Ruijs meent een zeer
eenvoudig middel gevonden te hebben om aan
het gefotografeerde biljet een onuitwischbaar
brandmerk te geven.
Oude, gekreukte biljetten laten zich niet foto
grafeeren zonder allerlei licht, en schaduwpar
tijen de vervalschers zullen dus altijd nieuwe
nemen. Indien nu de Bank in elk nieuw biljet,
voor de uitgifte, eene vouw laat leggen, dan zal
men die vouw noch door vochtig maken en strij
ken, noch op andere wijze, zóó goed er uit kun
nen krijgen, dat zij zich op het fotogram niet
gebroken worden
Geen tien minuten waren verloopen, of hij hoorde
zijn eegade in den diepsten slaap ademhalen.
«Zij slaapt den slaap des rechtvaardigen,jam
merde hij in stilte. »Zij schijnt het zich geen zier
aan te trekken, dat ik mij over haar eigenzinnig
heid bedroef...."
Maar daar heeft zij zich waarachtig al weer
in bed omgedraaiddat is nu in enkele oogen-
blikken reeds voor de derde maal
Hij richtte zich in zijn ledikant op en luisterde.
Wilhelmina wentelde zich voortdurend om op hare
legerstede.
«Zij kan niet slapenjubelde Beelendijk in
wendig.
Spoedig daarna hoorde hij hoe zijn lief arm wijfje
herhaaldelijk zuchtte en eindelijk licht aanstak, om
het eenige seconden later weer uit te blazen.
Beelendijk bleef in zijn luisterende houding
zitten.
Daar zucht zij weer en nu verstaat hij ook dui
delijk hoe zij zegt«Het is vreeselijk dat houd
ik niet uit
Beelendijk wreef zich vergenoegd en triomfante
lijk in de handen.
»Zij kan niet slapenherhaalde hij in zich
zeiven. «Haar geweten laat haar geen rust't
arme kind heeft niet den moed het te bekennen.
Maar genoeg, zij heeft berouwWat verlang ik
door eene streep verraadt. En wanneer de vouw
in den bovenkant, door de oogen der Neder-
landsche maagd, gelegd wordt, zal die streep
niet kunnen worden weggeretoucheerd zonder de
gelijkenis te doen verloren gaan.
De heer Ruijs deelde zijne vinding mede aan
de directie der Nederlandsche Bank, met inzen
ding van fotogrammen van oude en gevouwen
biljetten, en ontving een schrijven ten antwoord,
waaruit bleek dat het denkbeeld zeer hare aan
dacht had getrokken.
Een ongeluksfamilie.
De landbouwer K. te Lattrop, die bezig was
met snoeien, had het ongeluk uit den boom te
vallen, waarbij hij een rib brak en twee andere
gekneusd werden. Onlangs kwam zijn zuster in
aanraking met eene dorschmachine en verloor
daarbij het levenzijn vader viel voor jaren
van den zolder en moest zulks met den dood
betalenzijn moeder, die eenigszins ziekelijk
was, werd dood op haar stoel gevondenzijn
broeder, die gepasseerd jaar bezig was kersen te
plukken, viel uit den boom, hij greep zich ech
ter aan een der takken, en werd gelukkig op
zijn geroep gered. Deze heeft zich dan ook be
paaldelijk voorgenomen geen boom weder te
snoeien of te vellen of ander gevaarlijk werkte
verrichten.
Een probleem. De „Amstelbode" meldde
uit Amstelveen het volgende merkwaardige feit
en vroeg de verklaring er van
In deze gemeente zijn in één huisgezin ver-
eenigd3 vaders, 2 grootvaders, 1 overgroot
vader, 2 moeders, 1 grootmoeder, 1 kleinzoon
en 1 nichtje.
Dus, volgens Bartjens, 11 titularissen.
En toch bestaat het geheele gezin slechts uit
7 (zegge zeven) personen
Reken dat maar eens uit
In de A. C." komt de volgende oplossing
voor
De Kleinzoon heeftéén vader, één moeder,
één grootvader, één grootmoeder en één over
grootvader.
Het nichtje heeftéén Vader, een moeder,
dezelfde grootvader, grootmoeder en overgroot
vader als de kleinzoon.
Een der moeders heett een vader deze is dus
de grootvader van beide kinderen.
De eene moeder of vader heeft één groot
vader.
Deze is dus de overgrootvader der kinderen.
De 11 titularissen zijn dus slechts in 7 perso
nen vertegenwoordigd.
Nieuwe muntbiljetten.
Naar men verneemt, zullen binnen kort
nieuwe muntbiljetten van f10 vervaardigd
worden.
Toepassing van een petroleummotor.
De heer C. Uitdenboogaardt te Maassluis zal
in een zijner loggerschepen een petroleummotor
plaatsen, om te beproeven daarmede de haring
netten uit zee te halen. Thans moet dit gebeu
ren door 6 man of door een stoommachine die
veel grootere uitgaven vereischt.
Legaten.
Mej. L. Abels, op het buitengoed Bolenstejjn
te Maarsen overleden, heeft o. a. gelegateerd
aan: het Weeshuis Lindelaan te Maarsen f 1000;
Neerbosch f1000; de Werkinrichting voor blin
den te Utrecht f 1000de Maatschappij van
Weldadigheid f 1000het Amalia-fonds te Am
sterdam f 1000 de Gustaaf-Adolf-Yereeniging
f1000; Nederl. Mettray f500; de Yereeniging
Ziekenverpleging te Amsterdam f500.
BIJ EEN SNEEUWKLOKJE.
Onlangs werd er in verschillende buitenland-
sche tijdschriften over geschreven, of de planten
bewustzijn en wil hebben. Wie nu den tuin in
loopt en daaraan denkt, geraakt onwillekeurig
in diep gepeins.
Sombere hemel bovenhoog over ons een net
van kale boomtakken. Geen gevleugeld insect
snort ons nog voorbijgeen vogel zingtgeen
blaadje wikkelt zich open. De noordenwind loeit
over en om ons; en stlles, wat van nieuw leven
spreekt, schuilt nog weg, in winterslaap verzon
ken. Somberheid en doodsche rust overal.
Maar stilwat blinkt daar witjes tegen den
zwarten grond?Toch een bloempje in deze
woestenij
Waarlijk, een sneeuwklokje reeds! En een
meer
Hij sprong uit bed, nam den blaker op en trad
daarmede in de kamer zijner echtgenoote.
Daar zat zij, rechtop in bed, het bekoorlijk ge
zichtje ontdaan, de welige lokken losgewoeld.
«Wilhelminariep Beelendijk op haar toesnel
lend. «Engelachtig wijfje wees maar bedaard
Alles is vergeven en vergeten
Volkomen verzoening volgde.
En toch roep ik»Arme huwelijksreizigers
want
Op den morgen na dien «berouw vollen nacht»
trad Wilhelmina alleen een winkel binnen en kocht
een doosje echt Perzisch Insektenpoeder, want
sommige hotelbedden hebben zulk een hulpmiddel
dringend noodig.
«Dus alleen daarom kon Wilhelmina dien nacht
niet slapen
Welnudan zou ten slotte «Perzisch insekten-
poeder» ook nog een prachtig huismiddel zijn tegen
»gewetensprikken.«
Arme Beelendijk
EINDE.
wonderzoet gevoel vaart ons door de ziel, nu we
op het teedere bloempje staren, welks klokjes de
noordenwind meedoogenloos schudt. Een lente
voorgevoel Een belofte van genot, van glans
en licht, van kleurige bloemen en fladderende
kapellen en jubelende vogels en juichende kin
deren een visioen van stramme oudjës, die zich
in het zonnetje zullen koesteren, en jonggebore
nen, die in de zoele lucht zullen rondgedragen
worden. Van nieuwe hoop, nieuwe kracht, nieu
wen levenslust, van duizendvoudige herleving
overal, ook in ons hart!
Maar 't is nog maar een visioen, door het ge
zicht van dit bloempje plotseling in ons gewekt,
en toch heeft het reeds onzen blik verhelderd,
ons hart verblijd, onzen tred lichter gemaakt. De
noordenwind teistert nog altijd de kleine bode en
ons. Arme kleine bloem, wat ziet gij ons aan
Zoudt ge werkelijk bewustzijn en wil hebben?
Wat zijt ge dan een heldinnetje!
Sneeuwklokje antwoordt niet en toch verstaan
wij haar.
Ja, wij verstaan u, teedere lentebode, gij beeld
van de schoonste zelfverloochening, wij vrouwen
verstaan u. Niet naar eigen genot hebt ge ge
vraagd, maar ge kwaamt om anderen gelukkig
te maken. Daar beneden in den warmen grond
hadt ge de blijde tijding reeds vernomen, dat de
lente naderde. En zwak en teeder als een kind,
maar sterk door uw liefde en uw medelijden, zijt
ge door de harde aardkorst heengedrongen, om
ook aan de droeve menschen de blijde boodschap
te brengen. En daar staat ge nu, rillend van
koude, maar buigend nog brekend, en geduldig
en volhardend aan ieder, die voorbijgaat, uwe
troostvolle boodschap toeroepend.
Daar staat ge nu, in uw luchtig, wit zomer
kleedje met groene linten, en vele, vele menschen,
die haastig voortgingen langs den straatweg, ver
zonken in kommervolle gedachten, zijn plotseling
stil blijven staan als zij u in de tuinen opmerkten.
En dan zaagt ge hun blik zachter worden en een
weemoedige glimlach vloog over hun gelaat. „Ja,
de lente komt weer," zeiden zij verheugd en zij
vervolgden hunnen weg, met lichter voet en
lichter hart.
De crocussen en tulpen en hyacinthen, die u
daar beneden zagen heengaan, hebben u hoofd
schuddend nageroepen„Kind, wees toch voor
zichtig. Wacht toch nog wat! 't Is hier nog zoo
warm en lekker. Wacht zooals wij tot alles ont
luikt. Dan zult ge eens zien hoe aardig de bijen
uwe kelkjes in- en uitkruipen en hoe heerlijk de
volle zon verwarmt, zoodat wij blozen van genot
en ieder ons bewondert."
Maar gij, bleeke bloem, gaaft niet om genot
of bewondering.
„Ze hebben het zoo hard daarboven," zeidet
gij. „Het zal hen zoo troosten, als zij mij zien."
En geheel alleen gingt gij naar de koude wereld
des lichts, en spreiddet uwe blaadjès uit bij storm
wind en sneeuw.
„Je hadt later moeten komen," zullen de we
reldwijze mu8schen u zeggen. „Midden in den
zomer je weet niet hoe prachtig het hier dan
is. Wat ben je dom geweest! Nu zul je uitge
bloeid en in den grond gekropen zijn, eer al die
heerlijkheid komt. Het is altijd verstandig aan
zichzelf te denken."
En weinigen zullen u begrijpen, kleine bloem,
nog minder besef hebben van het gelukkige liefde
gevoel, dat u tot alles kracht geeft. En als de
ente komt, als alles licht en zonnig zal zijn, als
alles jubelen en zingen zal, dan zult gij ter aarde
ziuken, verdwijnen en vergeten zijn.
En de tulpen en hyacinthen en crocussen zul
len hare kleurige kleedjes trotsch uitspreiden in
de zon en tot u zeggen „Het was dom. Waarom
wou je ook niet hoorenWat heb je nu aan je
leven gehad!"
Maar men kan zelfzuchtigen zoo iets niet uit
leggen
Zink nu weg, kleine, moedige bloem. Wij heb
ben u begrepen en wij zullen uwe zachte ver
maning niet vergeten. J. v. W.
(De Hollandsche Lelie.)
Buitenland.
Gladstone's ontslag.
Weer zijn ten huize van den heer Gladstone
te Londen inlichtingen ingewonnen betreffende
de geruchten, welke nog steeds de rondte doen
over het ontslag van den Premier.
Gladstone's secretaris deelt mede, dat het ge
zicht van den heer Gladstone gedurende de laat
ste maanden aanmerkelijk achteruitgegaan is.
Het gezichtsvermogen van den minister is steeds
verminderd sedert den dag waarop hem aan het
station te Chester een stuk brood tegen het oog
werd geworpen. Dientengevolge zou Gladstone
toch binnen korten tijd genoodzaakt worden zich
van de regeering terug te trekken. Bij de audi
ëntie, welke Gladstone dezer dagen bij koningin
Victoria had, zinspeelde de minister op de steeds
toenemende moeilijkheden bij de vervulling zijner
regeerins-plichten.
[Het geval, waarop Gladstone's secretaris doelt,
is voor eenigen tijd gebeurt. Tengevolge van
het verzot der Tory's tegen het Rome Rwte-plan,
heerschte ook onder een zeker gedeelte van het
volk zoo groote beweging tegen den heer Glad
stone, dat hij bij zijne aankomst aan het station
te Chester met eene vijandige betooging werd
ontvangen. Een vrouw uit het volk wierp toen
een harde broodkorst naar den grand old man
die hem in het oog trof. De heer Gladstone on-
'dervond daarvan aanvankelijk geen nadeelige
gevolgen, maar volgens de verklaringen van den
secretaris schijnt toch de verzwakking van zijn
gezichtsvermogen met dit geval in verband te
staan.]
Bevestiging van Gladstone's ontslag.
De „Daily News" bericht het volgende„Wij
betreuren mede te moeten deelen, dat er geen
grond meer is om te hopen dat de minister-pre
sident Gladstone in de volgende zitting zijn taak
zal kunnen voortzetten". (Tel.)
Bismarck op zijn vingers getikt.
De volgende annecdote vinden wij van Bis
marck opgeteekend, die van 1869 dagteekent.
Op een bal aan het hof te Berlijn maakte de
Rijkskanselier het hof aan de vrouw van een
buitenlandsch diplomaat en het is bekend dat
Bismarck even veroverend was bij het schoone
geslacht als op politiek terrein. Met de hem eigen
driestheid wilde hij een roos trekken uit een
bouquet die de dame in de hand hield.
Deze gaf hem echter met haar waaier een tik
op den vinger met de woorden: „Meneer de
Minister die bloemen zijn geen Duitsche Sta
ten gij moet vragen als gij er een wilt heb
ben."
„Pardon antwoordde Bismarck, „dat had ik
uit kracht der gewoonte vergeten."
In het Hotel de la Poste te Airoio in
Zwitserland waren twee Duitschers aangekomen.
In de eetzaal bevonden zij zich tegelijkertijd
met vier Zwitsersche officieren van het fort
Airoio, die bij het heengaan de deur lieten open
staan. Een der beide vreemdelingen stond toen
op en sloot de deur, tevens zeggende dat hij het
van die officieren onfatsoenlijk vond. Deze kwa
men onmiddellijk terug en er ontstond eene zoo
levendige woordenwisseling, dat er soldaten uit
de vesting werden ontboden, die het hotel om
singelden en de beide vreemdelingen naar het
fort medenamen. Aldaar werden zij onder geleide
van eenen officier en manschappen bij den com
mandant gebracht, aan wien die eene Duitscher
verklaarde, zijne woorden in te trekken, waarop
de commandant te kennen gaf, "dat daarmede
de zaak wel als afgedaan kon worden beschouwd.
En toch is zij hiermede niet afgedaan. De re
geering van het kanton Tessin had namelijk bij
het militair departement te Bern terstond aan
vraag gedaan om de Duitschers weder op vrije
voeten te doen stellen. Tengevolge dezer aan
vraag heeft het departement onmiddellijk een
onderzoek ingesteld en inmiddels hebben de
Duitschers gedreigd, bij het Duitsch gezantschap
te Bern eene klacht te zullen indienen. Naar men
zegt, zal het de vraag zijn hoe de officieren er
zullen afkomen, daar zij toch volstrekt geen
recht hadden om de beide vreemdelingen, die
bovendien geen militairen waren, gevangen te
doen nemen.
Yolgens eene andere lezing zijn de Duitschers
niet op staanden voet weggebracht, maar den
volgenden ochtend door een officier met man
schappen afgehaald en naar de vesting vervoerd.
Een oud vrouwtje, Sarah Edward gehee-
ten, die eenige jaren in een zeer armoedig
kamertje in Gerardstreet, Soho, Londen, had
gewoond, ontbood een klein meisje, eene zekere
Mary Gordon, die aan de vrouw nu en dan
eenige kleine diensten had bewezen. Na het kind
gekust te hebben, zeide het oude vrouwtje „Gij
zijt zeer vriendelijk voor mij geweest en daarom
wil ik u een geschenk geven", en overhandigde
haar een zeer vuil en vettig stukje papier. De
kleine, die ten minste een zesstuiversstuk had
verwacht, stak het stukje papier eenigszins
teleurgesteld in haren zak en dacht er niet meer
aan voor den volgenden dag, toen zij vernam dat
het oude vrouwtje overleden was. Zij toonde het
toen aan haren vader, een werkman in Long
Acre, die bemerkte dat het eene zeer gehavende
50 pd. banknoot van het jaar 1353 was. Door
de Engelsche Bank werd de banknoot zonder
eenig bezwaar tegen contanten ingewisseld.
Burgerlijke Stand.
Gemeente Noordseharwoude.
Ingeschreven van 128 Februari 1894.
Ondertrouwd: Arie Vlug, jm. 26 jr. en Dieu-
wertje Peijs, jd. 20 jr.
GetrouwdJacobus Slotemaker, jm. 21 j. en
Elizabeth de Vet, jd. 21 jr.
Geboren: Maria, d. v. Cornelis de Geus en
van Anna van der Gracht.
Overleden: Geene.
Gemeente Zuidscharwoude.
Ingeschreven van 128 Februari 1894.
Ondertrouwd en Getrouwd: Geene.
GeborenJohanna, d. \t. Jacob Komen en
Bregitta Denker. Marie, d. v. Cornelis de Jong
en Pietertje Klinkert. Pieter, z. v. Jan Mettes
en Antje Berkhout.
Overleden: Gerritje, d. v. Jan Groot, overle
den en Vokeltje Melling. Pieter, z. v. Cornelis
Zut en Dieuwertje Schouten. Dirk de Geus,
wedn. van Reitje Wognum.
Gemeente Oudkarspel.
Ingeschreven van 1—28 Februari 1894.
Getrouwd: C. Kok, jm. oud 28 j. en N. Wijn,
jd. oud 23 j.
GeborenTrijntje, d. v. P. Lek en T. Smit.
Jacob, z. v. Antje Bood. Klaas, z. v. C. Bar-
singerhorn en A. Jonker.
Overleden Evert, z. v. A. Zeeman en Trijntje
Berkhout, 1 jr.