"Nieuwe Langedijkar Courant", van Zondag 1 April 1894. Plaatselijk Nieuws. „Wij hebben achting voor uwe bekwaamheid en rechtschapenheid, maar thans loopen onze wegen uiteen. Wij kunnen u onze stem niet geven. En nu een woord tot u, kiezers in het hoofd- kierdistrict Alkmaar. Hebt gij goed bedacht, wat de gevolgen zullen zijn van deze verkiezing? Werkt gij mede tot de verkiezing van Mr v. d. Kaay, dan werkt gij tevens mede, om ons ver dienstelijk Ministerie te doen vallen. En wat zal er dan gebeuren? Er moet een meer conserva tief Ministerie worden gezocht, dat een kieswet op minder breeden grondslag voorstelt, 't Wordt op nieuw een loven eu bieden in de kamer, maar de vooruitstrevende liberalen zullen zulk half-werk niet steunen. Bovendien zijn er ver scheidene kamerleden, die tegen elke kiesrecht uitbreiding zijn. Die nieuwe poging moet dus mislukken. We komen voor een nieuwe crisis te staan, een schat van kostbaren tijd is onnut voorbijgegaan, het groote vraagstuk blijft onopgelost en groote on tevredenheid bij het volk zal het gevolg zjjn. De meeste landen van Europa zijn ons in dit opzicht vooruit. Uitgebreid kiesrecht moet komen, het is een eisch van den tijd en de tijdgeest laat niet met zich spotten. Jl. Woensdag traden alhier voor de tweede maal op de heeren Gebr. Wilson van Hoorn in het lokaal van den heer D. Stam Kz. Zeer zeker was het jammer dat er niet meer publiek was. Het optreden van genoemde heeren verdient beloond te worden met een goed be zoek. De oorzaak echter dat 't voor den onder nemer een minder winstgevenden avond is ge weest, zal wel hierin liggen dat ook „Orpheus", de Zangvereeniging van Oudkarspel, onder leiding van den heer J. Vis, eene uitvoering gaf in het lokaal van den heer G. Slotemaker, al daar. Deze uitvoering kan als goed geslaagd heeten. Hebben wij haar eens gehoord toen wij minder voldaan huiswaarts keerden, met deze uitvoering heeft zij veel te genieten gegeven. Het mannen koor vooral heeft ons ten zeerste voldaan; hoe wel 't niet valt te ontkennen dat ook het dames koor met sommige nrs. zeer gelukkig wds. De jongere leden en ook de jongste Vereeniging die deze winter voor 't eerst zich lieten hooren, daar zij nog kort aan „Orpheus" verbonden zijn, gaven blijken van zeer goede aanleg en den uitvoering van de nrs. voor gemengd koor ver wierven een welverdiend applaus. Dat „Orpheus" zoo moge voortgaan, dan wor den de vele bemoeiingen van den directeur, den heer Vis zeer zeker met den besten uitslag be kroond. In de Raadsvergadering van 29 Maart jl. is te \oordscharwoude tot vroedvrouw be noemd M. L. van Wijaarda, in plaats de, op haar verzoek wegens ouderdom, eervol ontslagen Wed. de WitSijpheer, 28 Maart 1894. Opening Inschrijvingsbiljetten, gebouwen, grondwerken voor het Ambacht van West-Fries land, genaamd Geestmer-Ambacht op Dinsdag den 27 Maart 1894, namiddags 1 ure, Café Hou- ter te Alkmaar. J. Hille, Ursem f 102.793. J. Hagenaar, Medemblik 106.973.— C. Blankevoort, Broek in Waterland 105.793.— H. Dinklo, Buiksloot 120.773. P.VermeerJz.j&A.v.Kekem,Gouda 106.340.— J. Goselder, Medemblik 108.600.— P. Levendig, Dirkshorn 109.000. J. Oldenburg, Bergen 124.900.— Vollewens en M. Zuidweg, Hoorn 102.980. Gegund aan den minstend inschrijver J. Hille te Ursem voor f 102.793. zen, Egon 1 Alphonsof dergelijken. Sixtus klonk zoo gewoon voor een aanstaand heer, want een heer zou hij toch worden, geen ambachtsman, dat. stond bjj haar vast, als een paal boven water. Van den aanvang af bereidde zij zich voor tot een hardnek- kigen kamp. Hoe bedroog zij zich daarin De wenschen van Andreas schenen metValentijn volkomen bevredigd te zijn. In geen enkel opzicht wedersprak hij haar, als zij hem hare plannen met den jongen Sixtus vol vuur bloot legde. En toen het jaar daarop het huisgezin wederom vergroot werd, ditmaal door de geboorte eener dochter, be kommerde de vader er zich zelfs niet over, onder welken naam de kleine lieve in de groote wereld zou verkeeren. Dat mocht dus Monika geheel alleen bedisselenEindelijk Zij sloeg allerlei ridderromans na, die zij zoo gaarne las en noemde haar Hermenegild. Ook de opvoeding van Gilde zoo werd ze bij verkorting genoemd liet Andreas geheel over aan de moeder, die, handen volwerks aan haar twee lievelingen, hem en Valentijn in de smederij •liet. 't Scheiden van hare lievelingen, Gilde en Sixtus, mocht haar zwaar vallen, zooveel het wilde, toch was zij er ten volle van overtuigd, dat beiden voor een tijd lang 't huis uitmoesten, onder vreemde oogen. De voortdurende omgang met de ruwe maats en kennissen van den vader, ja de onbedwongen vinnigheid van den vader zelve, kon volgens hare gedachten niet anders dan nadeelig werken op de kinderen, die eenmaal tot andere levenskringen, tot Zangersfeest te Oudkarspel. De vergadering vau den Noord-IIollandschen Zangersbond werd den 26 dezer te Oudkarspel gehouden. Daarin werd bepaald, in overleg met het comité, dat het Zangersfeest aldaar zal wor den gehouden op Zondag 15 Juli as. Het uit gebreid programma zal later worden bekend ge maakt, terwijl reeds nu kan worden medegedeeld, dat de aangesloten vereenigingen met ruim 350 zangers op het feest zullen medewerken. VERSLAG der Vergadering van de liberale Kiesvereeniging Vrijheidin het lokaal van den heer A. Kist te Zuirischarwouric, op Vrijdag 30 Maart 1894, 's avonds 7 uur. 68 Leden waren ter vergadering opgekomen. De voorzitter, Dr. C. ten Bosch heet der verga dering welkom, en uit den wensch dat ieder uit volle overtuiging zijn opinie zal uiten, terwijl hij niet twijfelt aan de welwillendheid der ver gadering. Na voorlezing en goedkeuring der no tulen der vorige vergadering herinnert de voorz. den leden, aan de uitnoodiging, gedaan aan de verschillende besturen der liberale kiesvereenigin- gen tot eene samenspreking teneinde tot een stemmigheid te komen in de politieke kwestie. Op verzoek wordt door den secretaris een kort verslag gegeven van die samenspreking. De voor zitter stelt daarna voor direct over te gaan tot het stellen van een kandidaat voor de T. Kamer en zegt dat het bestuur twee kandidaten heeft gesteld, nl. Mr. W. van der Kaay en Mr. J. A. van Gilse. Spr. vraagt of er onder de aanwezigen ook zijn die een andere candi datuur op het oog hebben, waarop de heer A. Borst den heer Van der Vijzel noemt, daar hij meent, dat deze heer beter ons district kan vertegenwoordigen dan een vreemd. De heer v. d. Vijzel zal echter de candida- tuur niet aanvaarden, al is het voorstel ook nog zoo vereerend, daar in de eerste plaats zijn eer zucht nooit zoo ver heeft gestrekt om er aan te denken nog eens eenmaal zitting te zullen nemen in de T. kamer en er nooit aan gedacht heeft zich te stellen tegenover een man als Mr. W. v. d. Kaaij. De voorzitter waardeert deze handeling ten zeerste en meent dat men als zoodanig het recht van de heer V. d. Vijzel moet erkennen. De heer Guijpers hierna het woord vragende, gelooft dat velen der aanwezigen Mr. van Gilse niet kennen, en vraagt of het bestuur der ver gadering dienaangaande even wil toelichten. De voorz. antwoordt dat de hr. van Gilse schriftelijk heeft te kennen gegeven een voorstan der te zijn van het kieswetvoorstel Tak en bjj eventueele candidaatstelling de candidatuur zal aanvaarden. Hierna komt de heer van der Vijzel aan het woord en meent iets te moeten zeggen ten gunste van onzen oud-afgevaardigde, den heer v. d. Kaaij. Spr. meent dat Van der Kaaij niet zooveel ten laste mag gelegd worden. Hij is niet tegen kiesrechtuitbreiding maar zijn amendement had tot strekking om een beter ge halte van kiezers te krijgen. Met het ontwerp Tak zouden velen kiezer zijn geworden, die men zou kunnen bestempelen met den naam van landlooper of bedelaar. Van der Kaaij heeft die lastige lui willen keeren. Spr. meent dat V. d. Kaaij nog even liberaal is als voorheen en houdt zijn instemming met het amend, de Meijier vol strekt niet voor een conservatieve uiting, en noemt dit geen vijandige daad maar beschouwt het als een brug om het ontwerp-Tak nog te redden in plaats van tegen te houden. Hierop antwoordt de heer Büttger dat, wan neer het amend, van Van der Kaaij zoo uitste kend was, hij het niet zou hebben ingetrokken en dat van de Meijier hebben aangenomen. Spr. noemt het geen loyale daad. Men moet zich trou wens bepalen tot het amendement de Meijier en men weet 't maar al te zeer dat dit amend, overal, in ons geheele land is veroordeeld. Nu V. d. Kaaij daarvóór heeft gestemd, kan hij z. i. wel degelijk een conservatief Lib. genoemd wor den, en het komt hem voor, dat hij onder den schijn van liberaal te zijn al jaren heeft gesold met een andere club, om mede te werken de kieswet-Tak te fnuiken. de hoogere standen zouden en moesten behooren. Sixtus ging dus naar een gymnasium en Gilde werd op een jongejuffrouwenkostschool in een na burige stad ingekwartierd. Monika was dag aan dag alleen. Vader en zoon hadden in de smederij overdag druk werk. En of schoon zij beiden innig liefhad, vooral den vader, wien zij zijne toegevendheid ten opzichte harer opvoedingsplannen in de hoogste mate ten goede rekende, toch smachtte zij van verlangen naar hare twee lievelingen, op wier toekomst zij alle hoop had gevestigd. De vacantietijd die beide altijd thuis doorbrach ten, was toch te kort voor een moederhart, en tot haren schrik maakte zij in dien tijd de opmerking, dat beide zich thuis niet meer recht op haar ge mak gevoelden. In 't bijzonder Gilde, die een zoo voorname, wijze houding aannam, dat moelief een ordentelijk iespect voor haar had, wat haar die vroolijke kin derlijkheid van vroeger jaren, nu verdwenen, vol strekt niet vergoedde. «Edoch, dat zou wel anders worden, wanneer zij eenmaal weder geheel bjj mij is. Aan het moederhart zal ze spoedig weder de oude vroolijke, levenslustige, eenvoudige Gilde zijn, dacht zij. En een weinigje trots is ook geheel niet ongepast voor een jonge dame en dat was Gilde. Maar nu zouden zij voor altijd weerkomen Sixr tus had het gymnasium met eere bezocht, was voor het eindexamen geslaagd en Gilde had haar kost schoolstudiën ook volbracht. V. d. Vijzel antwoordt hierop dat hij het amend, de Meijier niet beschouwt als een oor logsverklaring maar meer als een vrede-amend. De min. heeft tweemaal vingerwjjzingen gegeven en niet gesproken van onaannemelijk. Hij noemt het intrekken der wet dan ook niet serieus, en een laten inloopen, al was het indienen van het amendement de Meijier niet zeer gelukkig. De voorz. neemt nu het woord en wil gaarne zijn persoonlijk gevoelen uiten. Hij erkent de grootheid van Van der Kaaij, maar 't geldt hier niet een kwestie van persoon maar van beginsel. De leuze moet zijn dat bij de verkiezing een oplossing zal worden verkregen van het soc. vraag stuk. Bij de vroegere verkiezing gaf de Unie het sein en de geheele lib. partij ademde dien geest. De huidige regeering heeft z. i. blijken gegevendoor belastinghervorming in die nooden zooveel mogelijk te willen voorzien. Het 2e punt op het programma van actie is kiesrechtuitbr. Hij meent dat het volk recht heeft daarop aan te dringen en er moet dus gevolg worden gegeven aan die kieswet. Hij is bang voor de toekomst en daarom, kiesrecht zooals Min. Tak dat heeft voorgesteld moet er komen. Men is echter gebonden aan art. 80 der grond wet, dat zegtdat stemrecht worde verleend, aan hem, die welstand bezit. In de kamer nu zijn twee partijen die dat art. tweeledig opvatten. De een is milder, terwijl de andere niet toege ven wil; en Van der Kaay behoorde tot de laatste. Had men dus eerlijk gehandeld in de Kamer, dan had men, wat art. 80 betreft, het kiesrecht niet moeten inkrimpen door aanneming van het amendement de Meijier. Art. 80, zegt de voorz., komt alzoo onder rubriek opvatting. Zeker, dagelijks ontmoet men personen, waarvan men ondervindt dat zij geen gedachten kunnen ont wikkelen, maar dit neemt niet weg,uitgebreid kies recht moet er komen. De kieswet, gevallen door het amendement de Meijier, waaraan Van der Kaay c.s. hebben medegewerkt, had ondersteuning ge vonden in den persoon van onze oud-afgevaardigde wanneer hij zijn amendement niet had ingetrok ken; hoewel spr. eerlijk moet bekennen dat de huurwaarde wel wat hoog was. Spreekt alzoo zijn overtuiging uit, dat zij ten zeerste hebben tegengewerkt, die de hand hebben gereikt aan het amendement de Meijier, die zelfs geen goede difinitie heeft kunnen geven. Meent, dat waar de tegenwoordige regeering tracht aan de-soc. nooden tegemoet te komen, daaraan adhaesie moet worden geschonken, om die kwestie zoo spoedig mogelijk van de baan te helpen. Nu er twee stroomingen bestaan, pro en contra Tak heeft het Bestuur van deze kiesvereeniging twee kandidaten geproclameerd, en meent hier mede genoegzaam de vergadering ingelicht te hebben. De heer Jan Kroon vraagt waarom men altijd nu maar moet toegeven. De heer Van der Kaay heeft toch den moed gehad dit tegen te gaan. Maar wanneer het kiesrecht nu niet wordt ge geven, en zal worden genomen, zooals de voorz. zegt, zouden er nog gekker voorstellen kunnen worden gedaan aan de regeering, en wat moet de regeering dan? De voorz. ziet in het voorstemmen van het amendement de Meijier een houding die niet fiink liberaal is. De heer Böttger antwoordt den heer V. d. Vijzel nog even op zijn vorige repliek en zegt dat in de vergadering van de kiesvereeniging in Den Haag, die twee tegen elkander staande can- didaten had uitgenoodigd, nl. de heeren Van Houten en Borgesius, de rede van laatstgenoemde op de 300 aanwezigen meer indruk heeft ge maakt dan die van eerstgenoemde. Dat ook in 't manifest van de Meijier gesproken wordt dat er in de Tweede Kamer ter goeder trouw is ge handeld. Door verdraaiing, zegt spreker, tracht men het publiek zand in de oogen te strooien. "Waarheid behoeft geen excuus. De daad wordt achter de schermen geschoven om de kieswet Tak van de baan te helpen. De heer Jb. Greidanus meent den heer Kroon nog even te moeten inlichten met wat de Voorzitter heeft bedoeld toen hij sprak over de onbillijkheid van het amend, de Meijier. De voorzitter meent den heer v. d. Vijzel nog Twee dagen te voren werd in 't Erdmannshuis geschrobd en gepoetst of er de hemel meè te ver dienen was, en Monika geraakte in volslagen ver twijfeling, als Andreas met zijn sloffen uit de werk plaats naar boven klom, roodbruine sporen van ijzerroest en kolenstof op de loopers en gangen achterlatende. Een zenuwachtige onrust had haar aangegrepen. Nu eens schikte zij het gereedstaande koffieblad terecht, dan liep ze naar de ramen en tuurde de straat in, of wel naar den spiegel, waar zij voor de zooveelste maal haar spiksplinternieuwe hagelwitte puntmuts met netje plooisels aan den rand ver schikte of het zwartzijden kleed nogmaals in de goede plooi bracht. Onuitsprekelijk geluk sprak uit hare vochtige, nog altijd schoone oogen. «Marieriep ze buiten de deur. «Hebben vader en Valentijn zich reeds verkleed «De meester is nog in de werkplaats,antwoordde het meisje. «Ik heb u toch opgedragen ze te halen, niet waar? Hij kan toch zoo zijne kinderen niet ontvangen «Gut, mevrouw, zij hooren niemand van al het geraas daar beneden. U moet dan zelf maar gaan, Mevrouw wij moeten ons schamen, zoo grof zijn ze daar beneden tegen ons." «Zelfs niet op dezen vreugdedag, dat is toch boos heid," murmureerde de arme vrouw, terwijl tranen haar in de oogen sprongen. Ze nam een kloek be sluit en daalde de trappen af, om zich naar de smederij te begeven. Andreas was juist in druk gesprek met een ijzer even te moeten antwoorden op dat laten inloopen door Min. Tak, en zegt dat de min. wel dege lijke samenwerking heeft gewild; maar toen men hem 't vuur te na aan z'n schenen lag, hij de tegenpartij heeft gelokt in 't open veld. Toen kreeg hij den indruk dat men z'n beginsel zou willen fnuiken, en met de kamer niet te han delen viel. De heer v. d. Vijzel heeft genoegzaam zijn gevoelen geuit, en zal zich van verdere discus- siën onthouden; toch blijft hij beweren dat het amendem. de M. eene vrede-amendem. was. De heer de Geus vindt dat er veel te veel te berde wordt gebracht wat niet begrepen wordt. Spr. zegt dat v. d. Kaay in hooge kringen zeer is geacht; dat sommigen uit eerzucht den boer opgaan, en Van der Kaay niet. Hij spreekt eer lijk en is begrijpelijk, terwijl z'n jarenlange lid maatschap waarborg is voor z'n persoon. De voorz. herinnert nog eens dat 't hier geldt een beginsel en geen persoon. De heer Guijpers zegt nog, dat door de voor stemming van het amendem. de M. waardoor vele kiezers zouden zijn buitengesloten, hij zijn stem niet kan geven aan Mr. W. v. d. Kaay. Na enkele opmerkingen, wordt door den voorz. nog een woord van blijdschap geuit, dat er geen andere kandidaat is voorgesteld, daar hij de can didatuur van een radicaal onmogelijk zou hebben kunnen aanvaarden. De discussiën worden gesloten en tot stemming overgegaan, met gesloten briefjes. Van de 64 uitg-ebraclite stemmen, waaronder één van onwaarde, werd met 35 tearen 28 stemmen, gekozen tot ean- didaat voor lid van de Tweede Kanier. de Heer Mr. W. VA3V HER KAAY. De voorzitter spoort een ieder aan nu z'n stem uit te brengen en niet thuis te blijven, daar dit getuigen zou van niet trouw te zijn aan z'n beginsel. Hierna sluiting. Binnenland. Op uitnoodiging van de Liberale kiesver eeniging „Vrijheid" van Langedijk, waren jl. Donderdag in het lokaal van den Heer Blauw te Schagen, verschillende besturen der liberale kiesvereenigingen nit den omtrek, als Alkmaar Dirkshorn, Schagen, Wieringerwaard, aanwezig, ten einde een samenspreking te houden en zoo mogelijk tot resultaat te komen om eene oplos sing te verkrijgen in zake de politieke kwestie in dit district. De verschillende besprekingen over de twee stroomingen pro- en contra Tak, hebben echter niet tot een resultaat kunnen leiden. Warm werd er gepleit voor en tegen van der Kaaij. Door den Heer Dr. C. ten Bosch, die als gast heer voor deze vergadering het presideum had aanvaard, werd verklaard dat niet cosu maar ter wille van de eendracht, van de samenwer king en eensgezindheid de candidaat uit de bus van den bond door hem werd overgenomen. Na de vele besprekingen die er moesten lijden tot eenstemmigheid, werd ten slotte de volgende motie aangenomen. De vergadering, appresieerende dat er pogin gen zijn aangewend tot samenwerking, bejam merende dat zij niet tot een resultaat is kunnen komen, spreekt den wensch uit na deze verkie zing over een paar maandon nog eens bij elkan der te komen, ten einde de liberale partij in dit district tot eenheid te brengenen dat de kie zers die tegen de candidatuur van v. d. Kaaij zijn, eenparig op den liberalen tegen-candidaat hun stem zullen uitbrengen, Ten plattelande. In den Bokstelschen gemeenteraad maakte een der leden de opmerking, dat de politie beter toezicht diende te houden op de naleving van art. 90 der plaatselijke politie-verordeninghet reinigen der straten. De veldwachter, die onder het publiek aanwezig was tot het bewaren der handelaar, Valentijn scheen in zijn woede, waarin hij op een nieuw hoefijzer lossloeg, alles om zich heen te vergelen. Der vrouwe steeg een hoogroode kleur van toorn over 't gezicht, zij nam zorgvuldig het zijden kleed op, om het toch vooral niet te besmetten en stapte op Valentijn toe. «Weet gij dan niet welke dag 't heden is? Of wilt gij uwen broeder Sixtus en uwe zuster Gilde in zulk gewaad begroeten Ge kunt hen niet een maal fatsoenlijk de hand reiken.t Valentijn keerde zijn verhit gelaat naar zijne moeder, waardoor zij hem goed in 't gelaat kon zien, waarom heen het krullend zwarte haar ver ward en nat van 't zweet neerhing. «Moedertje, zie, het kan niet anders dit werk moet vandaag nog vaardig zijn, en hij keek naar zijn schootsvel en zijne buitengewoon zwarte handen, »'t zal toch waarlijk geen schande zijn voor Sixtus ook, al ontmoette hij mij zoo.« Ondertusschen was de vader ook naderbij gekomen. «Een schande? Nu nog mooier mengde hij zich in 't gesprek. Sixtel kan zich nog niet eens metal zijn wetenschap een boterham verdienen, en hij zal toch niet vergeten hebben, waardoor hij in staat gesteld is, te kunnen studeeren, door den arbeid! Voor 't overige, als uwe moeder 't wil, ga dan, Valentijn, en trek uwe Zondagskleeren aan. Geen tegenspreken 1 Gij gaat Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 2