Sterrenhemel. Bijvoegsel van de „Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 22 April 1894. De ken" en deze duurde plusminus twee en een half uur. Na de uitvinding van den zonnewijzer te Alexandrië werd de clebsydra verbeterd door een Egyptenaar, Nemphis genaamd. Zij werd voorzien van een wijzerplaat, waarvan de wij zer op een spil draaide, die even boven den bo dem van het onderste vat was aangebracht. Een koordje was met het eene einde aan den spil, met het andere aan een kurken drijvertje be vestigd, dat rees naarmate er water in het be nedenste vat liep. Gedurende den tijd, die volgde op den val van het Romeinsche Rijk bestond de tijdverdee- ling bij de Germanen in het tellen van keistee- nen uit en in een helm. Was de helm gele digd, dan sloeg men met een zwaard tegen een schild. Daar, waar de landbouw hoofdzakelijk middel van bestaan was, rekende men naar het getal voren, die men had getrokken met den ploeg, en in den oogsttijd, naar het getal schoo- ven, die men had gemaaid. In de steden werd de tijd door een wachter uitgeroepen. In de kloosters van het Westen werd gedurende de Middeleeuwen de tijd berekend naar het aantal gebeden door monniken verricht, wat later aan leiding gaf tot het gebruiken van „rozenkran sen." Ook de Maleiers gebruikten op hunne sche pen een wateruurwerk. Het bestond uit de helft van een kokosschaal waarin een gaatje was ge boord en die dreef in een met water gevulden emmer. De grootte der opening in de schaal stond in zulk een verhouding tot den inhoud der schaal, dat deze na verloop van een uur was volgeloopen en zonk. De zandlooper werd uitgevonden door Luiprand monnik in een kloo ster te Chartres. Het eerste slaguurwerk dateert eerst van 1374. meisjes beneden zestien jaren, die 's avonds na negen uur op straat loopen, worden gearresteerd. Alle winkels en magazijnen^ moeten om tien uur gesloten zijn. IIOOO gelukwenscheii. Het aantal gelukwenschen, door Bismarck op n verjaardag ontvangen, bedraagt meer dan 11000. De molen van de cacaofabriek der firma Blooker op de tentoonstelling te Chicago, is gestolen. De molen werd na de sluiting bewaakt door een beambte van het bestuur der tentoonstelling, tevens over andere gebouwen toezicht heeft houden. Verleden week nu vervoegde zich bij den agent der firma Blooker te Chicago een speciaal in specteur om te vragen, waar de molen gebleven was, daar de rechten nog niet betaald waren. De agent begaf zich dadelijk naar het terrein kwam weldra tot de overtuiging, dat van den geheelen molen niets meer te vinden was. Men lad hem behoorlijk afgebroken en per wagen an het terrein vervoerd. Een agent der tentoonstellingspolitie zeide ge zien te hebben, dat de molen afgebroken werd en had dit aan een inspecteur verteld, die be weerde den man te kennen, die den molen af brak. „Dezen persoon heb ik", schrijft de agent, „nog niet gezien en zonder twijfel is hij wellicht een der dieven of weet er tenminste meer van dan hij zal willen vertellen." Buitenland. Onlangs werd melding gemaakt van de verkiezing eener vrouw tot burgemeester in Au stralië. Thans is ook in de Vereenigde Staten een vrouw tot burgemeester gekozen en wel in Pleasanton in Kansas. Na een hardnekkigen en zeer warmen strijd is mevrouw Austin gekozen. Zij moest zelf den geheelen strijd leiden; haar tegenstander, een handelaar in galanteriën, werd ondersteund door de geheele mannelijke bevol king in de eerste plaats door den heer Austin, die° meende, dat vrouwen, en vooral zijn eigen vrouw, zich niet met gemeentezaken moeten be moeien. De nieuwe burgemeesteres deelde in een gesprek met een der vertegenwoordigers van de pers mede, dat de vrouwen in Pleasanton zelts niet aan haar mannen mededeelden hoe zij stem men. Mijn man, zeide zij, is het op geen enkel punt met mij eens, maar nooit komen die dingen in de huishouding ter sprake of geven zij aan leiding tot een minder goede verstandhouding. Mevrouw Austin is een flinke en ondernemende vrouw. Zij heeft in haar programma den strijd aangebonden tegen koffiehuizen en speelholen en er op gewezen, dat er een einde moet komen aan een toestand, dat de inkomsten der stad grootendeels afkomstig zijn uit het dulden van onzedelijke inrichtingen. Haar eerste daad als burgemeester was, het ontslag van het geheele corps politie-agenten te teekenen; zij heeft dit vervangen door een corps, uit de vertrouwde personen samengesteld, die in last hebben de wetten streng en rechtvaardig toe te passen en geen inbreuk toe te laten op het verbod tot ver- koopen van sterke dranken. De kroegen zijn ge sloten en de kroeghouders hebben de stad reeds verlaten. De verkoop van sigaretten aan minder jarigen is eveneens verboden. Alle jongens en sere wereld in aanraking te komen. Het Erdmanns- huis was nu eenmaal geen tehuis voor een zoo op gevoed meisje als Gilde. Op de »kast« van Sixtus ging het heden een kouden Januaridag lustig toe. Wijngeur, sigaretten rook vulde de ruimte. Jonge mannen zaten om f tafel, speelden luidruchtig een kaartje, spraken en toe de flesch aan, terwijl achter hen tegen den wand, door de rookwolken nauwelijks zichtbaar, Sixtus geheel gevoelloos met verbonden hoofd op het bed lag. Allerlei verbandmiddelen daarnaast, de doordringende geur van carbol, de koude compres- sen op zijn voorhoofd, liet een ervaren man geen twijfelSixtus lag in de «mand" en wel wat te diep onderin. «Sixtus Erdmann. Totaal verslagen, drie beensplin ters, 18 naalden" teekende het duel-register den »Rhenania« aan. Een jong hupsch man met aristocratisch uitzicht zat aan het voeteinde van 't bed en zat verbazend te kletsen, wat Sixtus met een droevig lachen aan- h°°Wat zal uwe vlamme, de schoone Fevi daarvan zeggen Die wordt nu pas recht op je verliefd. Ik zeg je, zoo'n striem in 't gezichtEen kolossale aantrekkelijkheidKolossaal Binnen acht dagen is de heele geschiedenis voorbij, en op het corpsbal zijt ge weder geheel klaar. Een weinig bleek, en dan zoo'n frissche naad over de wang, dat is inte ressanti Als de oude er maar niets van te weten komt. Maar zoo 't schijnt heeft die zoo geen sterk verlangen naar je. Ik heb hem tenminste nog nooit hier aangetroffen. Nu, hij was eens smid, is't niet? Hij zal 't dus met het houwen en hakken nauw niet nemen. Of gelooft gij van wel «Hij is nog smid,« antwoordde Sixtus sterk kleu rend, «maar niettegenstaande dat vrees ik, dat hij daarvoor geen inzicht hebben zal.» «Hoe kunt ge nu toch zeggenuw vader is smid, Vos?« antwoordde de andere, »daarvoor maakt ge u belachelijk. SmidDan is mijn vader ook brou wer, daar hij een brouwerij bezit. Hij is toch *°- Uit „het Evangelie der Natuur", VAN HERIBERT RAU. (Uit het Duitsch vertaald.) 24.) „Hebt gij het schouwspel vergeten, dat u gis teren avond tot verrukking stemde?"vraagde de Meester. „Dat is ook waar!" riep Johannes uit. „Die opeenstapelingen van tallooze sterren, die zich door den kijker plotseling vertoonden, waar wij even te voren met het ongewapend oog niets anders hadden gezien dan een melkachtig wolkje." „Gij hebt ons de oplossing beloofd van dat raadsel!" zeide Clemon. „Heft uwe blikken nogmaals omhoog," ver volgde de Meester. „Bemerkt gij behalve die tallooze menigte sterren niets bijzonders aan den hemel „O Ja!" zeide Clemon „den melkweg dien zonderlingen, melkachtig witten band, die zich even als een breede stroom hier en daar in onderscheidene armen verdeelt, op sommige plaat sen eilanden vormt en zich alzoo over den heelen zichtbaren hemel uitstrekt." „En" voegde de Meester er bij „ook over dat gedeelte des hemels, dat hier voor ons ver borgen is. Want de melkweg omspant het gan- sche hemelgewelf en loopt als een breede gordel over de beide halfronden heen. Wanneer wij nu zooals wij gisteren ook gedaan hebben den kijker richten op dat witachtige schijnsel, dan ontdekken wij in de plaats hiervan eene tal looze menigte sterren. Die melkachtig witte glans is derhalve niets anders dan de lichtgevende gloed der verbazende menigte zonnen, die daar zijn opgetast. Wanneer gij nu bedenkt, dat de geheele melkweg niets anders is dan eene op- aooping van onderscheidene lagen dicht opeenge pakte zonnestelsel, waarvan enkel, wegens den ...nnetelijken afstand, eene flaauwc lichtscheme- mering ons oog bereikt, dan zult gij er u niet langer over verbazen, dat William Herschel het aantal vaste sterren des hemels op ongeveer 273 millioenen schat." „Meester!" zeide nu Clemon met plechtigen ernst, terwijl hij de hand des Onbekenden greep, „bij den hemel! gij hebt gelijk. Hier zien wij een heilig boek voor ons opengeslagen, welks verhevene openbaringen, helaas! door te weinig stervelingen worden gekend. Maar wanneer de tijd is aangebroken, waarin zij allen die gewijde rollen kunnen ontcijferen en verstaan, dan zal eene betere toekomst zich openen voor onzen blik. De voorstelling van God, die de menschen uit het openbariugsboek der natuur kunnen putten, zal een nieuwen dag doen verrijzen. De oude nevelen zullen verdwijnen, een ruimer gezichts einder zal de bekrompenheid der gemoederen wegnemen, en het hoogste doel van den raensch zal" daarin gelegen zijn, dat hij als een uiterst gering deel van het groote geheel eene waardige en werkzame plaats bekleede in de huishouding van het mateloos heelal. Daar echter waarheid rede en zedelijkheid de geestelijke grondslagen dier huishouding uitmaken, zoo moeten zij des gelijks tot steunsels dienen van de hoofdzuilen eener godsdienst, wier geheele belijdenis in het woord menschenmin is vervat!" „Amen!" zeide de Meester. „God geve dat het zoo worden moge. Dezen wensch te koe steren is echter geenzins genoeg. Wij moeten deze schoone toekomst, dezen beteren toestand zoo spoedig mogelijk te voorschijn roepen. Zelve moeten wij de handen aan het werk slaan en onze krachten inspannen om de blinden ziende, de dooven hoorende en de dóoden levend te ma ken. Dat doen wij, wanneer wij de oogen en ooren onzer medemenschen openen voor de ken nis der natuur, wanneer wij uit den doodslaap des geestes hen opwekken tot het nieuwe gees telijke leven, dat voor u is aangebroken sedert het boek der natuur voor u opengeslagen en zijn inhoud voor u ontcijferd werd. Daarom heb ik u gaarne als leerlingen aangenomen. Maar nu rust ook weder op uwe schouders de taak om de verkregene kennis te verspreiden, En ieder dergenen, in wier harte gij liefde opwekt voor de schoone natuur, moge bij anderen weder dat zelfde doen, en ik verzeker u, de toestand der menschen zal weldra eindeloos veel beter zijn." Met eene verhevene uitdrukking op zijne eer waardig gelaat stond de Onbekende in het mid den zijner vrienden. Het was een plechtig oogen- blik; de sterren vonkelden zoo heerlijk aan het wolkeloos uitspansel, zoodat allen diep getroffen op den Meester staarden als ware hij een boven- menschelijk wezen. Zwijgend ging deze eenige malen den geheelen tnin in de lengte op en neder en begaf zich vervolgens weder kalm in den kring zijner vrienden. En" ZOe ging hij voort „welke verba zend groote hemellichamen moeten deze zonnen van den melkweg wezen, daar wij ze op zoo ontzettenden afstand nog kunnen waarnemen. De beroemde sterrekundige Bessel berekende uit meer dan 400 waarnemingen, dat de afstand van eene dier vaste sterren wel ten naastenbij gelijk zou wezen aan twee millioen zevenhon derdduizend malen den middelbaren afstand onzer aarde van onze zon." „Ontzettend!" riep Jonas uit „2.700,000 raaien 50 millioenen mijlen!" Vermoedelijk" vervolgde de meester „zijn die zonnen daarom ook drieduizend malen, zevenduizend malen en anderen zelfs twee en driemaal honderdduizend malen grooter dan onze zon." „Die evenwel 1.279,300 malen zoo groot als onze aarde!"voegde Jonas er bij. Er moesten werkelijk eenige oogenblikken voorbijgaan eer de vrienden van hunne verwon dering waren bekomen, eer zij zich eeniger- mate met hunne verbeelding hadden verplaatst de ruimte dier getalsverhoudingen, die schier groot zijn voor de bevatting van 's menschen geest. Eindelijk zeide Johannes. „Maar hoe komt het, dat deze zonnen juist den melkweg zoo digt zijn opeengepakt?" „De sterrenkundigen geven daarvan de vol gende verklaringhernam de meester - „de uitkomsten van alle waarnemingen van denjong- sten tijd hebben geleerd, dat het zevengesternte (de Pleiaden) zich in het middelpunt bevindt van ons geheel sterrenstelsel Wordt vervolgd. PREDIKBEURTEN. NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL. Zondag 22 April voormiddags 9.30 uur geen dienst. NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE. Zondag 22 April voormiddags 9.30 uur, ds. Habbema. GER. GEMEENTE. Zondag 22 April voorm. 9 uur, nam. 2 uur, J. Boeijenga. NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 22 April voorm. 9.30 u. ds. Stramrood. NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 22 April voorm. 9 nam. 2 u. ds. Gemser. GEREF. GEMEENTE A. Zondag 22 April voorm. 9.30 uur, nam. 2.30 u. brikant. Smid O, voseen smidszoon bij de «Rhe- nania"! De kranke was zichtbaar getroffen en antwoordde niets meer. «Zwets toch niet zoo met Erdmann, Sergius, zeide een der jonge mannen aan de speeltafel, «de doctor heeft het ten strengste verboden. Het zou een mooie nachtwake worden. »Hij fantaseert, zeg ik je,« merkte Sergius op, terwijl hij aan tafel kwam. »hij beweert stijf strakzijn vader is smid »En al was dat zoo,« voegde hem een der spe lers toe, «is hij dan niet meer waardig de corps broeder te zijn van graaf Sergius Perin Sergius trok de schouders op. »Aangenaam vind ik het niet, schoon ik Erdmann oprecht lief heb.« «Mooie denkwijze! Sergius, als ge anders niet zoo vernuftig waart, dan zou ik je geheel gelijk geven, maar ik heb ook niet het geluk blauw bloed door mijn aderen te voelen vlieten.« «Die de beste kling slaat en de beste corpsborst is, is bij ons de adelijkste, denk ik,« merkte een ander op. - Hoewel alles gedempt werd uitgesproken, Sixtus hoorde genoeg, om een smartelijk gevoel van ge krenkte eer te ondervinden. De smidszoondat was het! juist zooals zijn vader voorspeld had. Op dit oogenblik klonken zware stappen op de trap, een schreeuwend geluid werd vernomen de Vader! Hij wilde nog even zijn kameraden toeroepen, alle sporen van hun kroeghouder, te doen verdwij nen maar te laatde oude Erdmann trad bin nen. Achter hem verscheen Gildes krulkopje in de deuropening. De oude aarzelde onwillekeurig bij den vreemden aanblik der kamer. Zij geleek zoo min een studeerkamer als een ziekenvertrek. Eer had men ze voor een echte kroeg kunnen aanzien. Zijn voor hoofd rimpelde zich. De jongelieden waren ijlings opgesprongen en sloegen verstomd den door vuur en smook gebruin- den man gade, die hen zoo op eens en zóó onver wacht verrastte. De meesten hielden hem vooreen ongeduldigen schuldeischer, een zoogenaamden «woe keraar». Maar het lieve meisje achter hen, die nu geheel was binnen getreden en niet minder verschrokken was, dan de vader, deed die onderstelling ras ver anderen. Sixtus klaarde haar geheel op door den roep «Vader Deze nam verder geen notitie van hen en trad terstond op het bed van Sixtus toe, terwijl Gilde, de oogen beschaamd voor de uitvoischende blikken der jonge lieden nederslaande, zich dicht achter haar vader aansloot. «Sixtus, waarom moet ik dit door andere lui ver nemen Hebt gij het Erdmannshuis geheel verge ten Weet gij niet meer waar dat staat Ik meen: den eersten dag der maand weet gij het adres wel heel precies? Uwe moeder is zeer bezorgd.« loen keek hij, de wenkbrauwen fronsend, naar het aan wezige gezelschap en naar de vreesehjke wanorde, waarin de studeerkamer verkeerde. «Mijnheer Erdmann, u neemt de zaak veel ernstig'op. Sta mij toe, dat ik mij voorstelle Graaf Sergius Perin. De geheele zaak heeft niets te be- duiden. Binnen een paar dagen is Sixtus weder de been. Zoo iets passeert bijna elke week in studentenleven en Sixtus zal, daar hij eenmaal stu- dent is, zich nooit kunnen vrijwaren voor zoo iets.« »U gelooft alzoo, heer graaf, dat zulke streken den student maken Het mag waar zijn voor voor uwen standmaar Sixtus is de zoon e burgers. Ik ben hoefsmid.» Erdmann sprak dit zeer ernstigen toon uit. «Voor hem is het geen noodzaak. Hij is student om te studeeren, niet voor zijn pleizier.» Wordt vervolgd GEREF. KERK B. Zondag 22 April voorm. 9 uur, nam. 2 u. de Eerw. heer Verhoeff, pred. te Ridderkerk. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 22 April voorm. 9.30, geen dienst. Marktberichten. Broek op Langedijk. Aardappelen p. mand f 0.afO.Bloemk. f a f (lichte) fO.—a f0 Reuzen f Roodekool f4. a f 8.f 17 Witte f f Geele 13. a f8.— en Wortelen f a f Uien 2.25 a f 2,75 p. mud. Nep fO. a fO. Bieten f 8. a f 10 per duizend. Rapen f 2.— f 2.50 ALKMAAR, 20 April. Aangevoerd: 170 stapels Kaas, wegende 63570 Kg. Kleine t 29.50 Commissie f 29.Middelbare f 28. 930 HL Granen, als58 Tarwe f 6.25 a f6.50 18 Rogge f5.—a f5.20; Gerst f3.75 Chev. f 5.— f 5.25; 623 Haver f 3.- f 3.70 f a f Boonen, 67 Paardeb. f 5.— a f5.20; 67 Bruineb. f 7.— a f 8.50Citroenb. 10.— a f—Duivenb. f af.— Witteb. f 11.— a f 12 Kanariezaad f af Rood Mosterdz. f af Geel mosterdz. f 0.a f Kool zaad f a f Lijnzaad f— Karweizaad t a fa Blauw Maanz. f af 21 Erwten Groene, f 10— af 16.— groote f— Grauwe f 17.afVale f Witte fa f SCHAGEN, 19 April 7 Paarden f50 a 200., 165Geldekoeie f 100—af 240, 160Kalf- koeien f 160 a 230, 20 Vaarzen f 90 a f130 70 Nuchtere Kalveren f 5 a 12, 400 Schapen t 14. a f25,— Lammeren f af—35 magere Varkens f 16 a f 19,Biggen f9.—a f 12,— Boter per kop f 0,45 a f 0,50 Kipeieren f 2,25, a f 2.50 per 100. ALKMAAR 21 April 4894. Aangevoerd2 Paarden f40.— a f 60.— 54 Koeien f40.— a f180 177 Nuchtere kalveren f 4.— a f9.— 403 Schapen flO.— a f 23.—15 Lammeren f 4.— a f8.-, 114 Magere varkens f18.a f24.187 Bio-aen flO.— a f 13.50; 11 Bokken en Geiten f2 a f6.—10 kleine id. f 0.30 a f 0.40; Aardappelen' f 1.— af per zak ;p. mand f Wortelen f - - Kippen f 0.30 a f 1.25 Konijnen f 0.20 a 1 Kipeièren f2.75 a f3.50 per lOOstuks Eendeieren 4.25 per 100 stuks; Boter per kop f0.52 a f0.57 Snelpersdr. J. H. KEIZER, Noordscharwoude.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 8