.Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 29 April 1894. Mevrouw Carré trad vervolgens op met den Trakhener Voshengst Edel, en zij deelde in de hulde van haar echtgenoot. Doch het publiek wilde weer den jubilares zien en opnieuw verscheen hij onder donderend gejuich in vier „elite"-nummers achter elkaar, met zijn acht trouwe, wilde Trakheners, die hij door zijn oogen bedwingt, met MentorCorsar, Negus en Hans, met de acht mooie Kaukasi- sche hengsten en ten slotte met Lientje Leentje Marietje en Truitjede vier edele Hollandsche zweetvossen, wier roem reeds voor haar debuut gevestigd was. De heer Carré kocht die prach tige dieren bij zijn laatste oponthoud in Utrecht uit de stal van Dr. van Woerden. Hij dresseerde ze in vrijheid, en wat lampen koorts uitgezonderd, was hun eerste optreden voor de kenners een schitterend succes. Daarna weer een stroom van groen en bloe men, en ten slotte een reuzenkrans, die de heer mr. V. d. Breggen den directeur aanbood met een paar toepasselijke woorden namens het be kende comité. Nog eens herhaalde zich de ovatie na het ballet en toen werd in intiemen kring het feest voortgezet totdat het opnieuw tijd werd om te Aan kapitein G. Stenger, gezagvoerder van het „ss. Amsterdam," van de Ned. Amer. Stoom vaart-maatschappij, werd te New-York, als erken ning voor de poging tot redding der equipage van het in nood verkeerende Amerik. schip „Maggie Wells," door de „Life Saving Benevo lent Association of New-York" vereerd en door eene deputatie, vanwege die vereeniging, die zich daartoe aan boord van het stoomschip „Amster dam" begaven, overhandigd een gouden medaille met de volgende inscriptie „Presented to captain G. Stenger, master of the steamer Amsterdam in recognition of his humane efforts to rescue the crew of a wrecked vessel in a storm in Mid. Atlantic Ocean in Jan. 1894." Aan de keerzijde der medaille bevindt zich een in nood verkeerend schip in hooge zee. Aan den matroos A. van der Wit, den eenigen overgeblevene der bemanning van de reddingboot die door het „ss. Amsterdam," kapt. G. Stenger, werd afgezonden, om de equipage van het in nood verkeerende Amerikaansche schip „Maggie Wells" te redden, werd door de genoemde ver eeniging eene zilveren medaille vereerd. Ook ontving hij de zilveren medaille van de „Boston life Saving Society." Vanwege de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van schipbrenkelingen werd hem door de directie der Ned. Amerik. Stoomvaart maatschappij overhandigd de gouden medaille, benevens vijfhonderd gulden, uit Amerika voor hem gezonden. Een drama. Even voor het vertrek van trein 141 uit Del- den stapten Woensdagavond aldaar een heer eu dame in een coupé 2e klasse, die voorzien wa ren van kaartjes enkele reis DeldenHengelo. Bij aankomst te Hengelo vond het treinper soneel beiden stervende, waarop onmiddellijk de dood volgde. Op het lijk van den man werd een fleschje gevonden, waarvan de inhoud vermoedelijk uit vergift bestond. In verband met deze omstandigheden is het zoo goed als zeker, dat hier zelfmoord heeft plaats gevonden. De politie heeft de lijken naar het ziekenhuis vervoerd. Hun indentiteit was uit niets op te maken. Uit Atrecht wordt gemeld, dat er eene werkstaking is ontstaan in de schoenenfabriek van den afgevaardigde Fanien te Lillers. Deze heeft nu de volgende bekendmaking op zijne werkplaatsen doen aanslaan „Volksmenners hebben eenige werklieden, wier loon hooger is dan in eenige stad in Frankrijk, zelfs te Parijs, den arbeid doen staken. Ook heb ben zij een zeer groot aantal andere werklieden, die tevreden waren met hun loon en die zich van eiken eisch onthouden hebben, sleept. „De verlaten werkplaatsen zullen niet her opend worden. Alle arbeiders worden uitgenoo- digd de hun toebehoorende gereedschappen te rug te halen." Hoeveel belang er werd gesteld in don uitslag der verkiezing in dit district moge blijken uit het feit, dat het bfj geen enkele verkiezing in de laatste jaren aan het telegraafkantoor te Alkmaar zoo druk was als thans. Er werden den 25, tusschen 12 en 4 uur, 155 telegrammen behandeld. De 3852 uitgebrachte stemmen waren over de on derkiesdistricten verdeeld als volgt: Opgekomen kiezers. Onderkiesdistricten Kiezers, dienstj. 10 April 24 Apr. Alkmaar 1361 1894 1125 1261 Heiloo 202 144 154 Schagen 347 1893 198 269 Oudkarspel 177 121 153 Zuidscharwoude 162 116 142 Noordscharwoude 143 123 135 Heerhugowaard 313 133 183 Schoörl 152 62 106 Warmenhuizen 169 1894 84 109 St. Maarten 109 1893 50 71 Haringkarspel 226 93 162 Wieringerwaard 116 68 91 Bergen 181 1894 144 123 Oterleek 92 70 79 Oudorp 73 57 58 Koedijk 131 1893 82 101 Barsingerhorn 218 1894 123 159 Broek op Langedijk 197 1893 139 176 Sint Pancras 66 32 45 Nieuwe Niedorp 201 130 166 Oude Niedorp 142 77 107 totaal 4778 3161 3850 De pers na den strijd. „Is het niet heden, dat wij zegevieren, dan zal liet morgen zijn" zegt de „Telegraaf". De tegenstanders hebben hun uiterste krach ten ingespannen. Zij hebben gevochten voor hun politiek bestaan. Zij hebben geld over gehad, om propaganda te maken in iederen vorm. Zij hebben de kiezers overstroomd met dagbladen en strooibiljetten. Zij hebben het gewicht van hun maatschappelijke positie in de schaal gelegd, om die naar hunne zijde te doen overslaan. Dat is van onzen kant in die mate niet ge beurd, tenminste zeker niet in Amsterdam. Thans heeft men met inspanning van alle krachten den stroom der kiesrechtuitbreiding opgestopt. Maar dit alles is slechts tijdelijk. Later zult gij dien stroom met verdubbelde kracht zien aanrollen, en dan zult gij, tegenstanders, misschien met weemoed terugdenken aan de overwinning, die gij in 1894 behaaldet. Een onzer correspondenten schrijft ons „de behouders hebben een Pyrrhus-overwinning be haald." Inderdaad, waarde heer, een Pyrrhus-over winning Wij meenen dat gij het ware woord gezegd hebt. Deze uitslag is dus een les, die men zich voor het vervolg kan ten nutte maken. Laten wij de middelen bestudeeren, waardoor onze tegenstan ders hebben" gezegevierd, om ze op onze beurt te kunnen verslaan. Laten wij onze krachten inspannen zooals zij deden, en dan is de overwinning aan onzen kant! We kennen nu onzen tegenstander, zegt de „Standaard." Dat die tegenstander het Conservatisme en niets dan het Conservatisme is, stemt thans heel het land toe. De Roomsche hiërarchie vooraan. Achter Rome de conservatieven onder de Syno dale Hiërarchie. En beide kerkelijke machten in bond met bijna geheel ónzen adel en de hoogere geldmacht. Zoo stond de phalanx van het Conservatisme tegen ons overen het is door die combinatie van sociale en kerkelijke machten, dat het gelukt is, de voorstanders, die in democratische richting wilden sturen, bij de herstemming zoo te ver slaan, dat o. i. het ministerie thans hoe eer hoe beter ontslag vragen moet, om aan de conserva tieven den last op te leggen van hun gevaar lijken triomf. Welaan, kome dan nu het conservatieve Ka binet met zijn kieswet Met die kieswet van het conservatisme komt dan de eerste uitbreiding; en straks, als dieper is, volgt de tweede vanzelf. Of zou men dan nu weer het liedeke van Carre's zilveren jubelé. De heer Oscar Carré vierde Donderdag zijn zilveren jubelé als directeur van den beroemden circus. Uit alle deelen van ons land en van het buitenland kwamen de blijken van belangstel ling. Het gebouw aan den Binnen-Amstel was fees telijk versierd en de gevel prijkte met groen en vlaggen. Ten 11 uur in den morgen was het geheele personeel, de heeren en dames, naar den ouder dom opgesteld in de arena om den directeur met zijn gezin geluk te wenschen. De heer Gras, de nestor, die nu reeds 80 jaar aan den circus verbonden is, verwelkomde den jubilares recht hartelijk. Allen stemden hiermee onder luid ge juich in en twee-honderd-twintig handen werden uitgestoken om die van den heer Carré te druk ken. Onder den indruk van deze blijde ovatie,'be dankte de directeur seinen gulen allen Leuten en hij drukte de hoop uit, dat zij allen nog vele jaren zouden mogen samenwerken. Twee prachtige tuigen, op houten paarden neergelegd, werden hem vervolgens namens per soneel en artisten aangeboden. 's Middags te drie uur vulde de circus zich opnieuw met honderden belangstellenden. Thans waren het vele ingezetenen der stad, opgeroepen door het bekende comité onder presidium van mr. V. d. Breggen, om gezamenlijk een geschenk aan te bieden, die zich voegden bij de geëm ployeerden. De praeses hield een korte hartelijke rede en bood hem de teekeningen aan van twee prachtige bronzen beelden, steigerende paarden aan de hand van een ruiter. Opnieuw bedankte de heer Carré en na een gezellig samenzijn ging men uiteen om weer saam te komen bij de eere voorstelling. Tot in de nok van de zaal zaten de menschen, dicht opeen, een pyramide van koppen, in tweeën gesplitst door een breed lint van teere kleuren de loges met haar bevolking van dames en hee ren in avondtoiletten. En voor de stallen en voor den ingang onder de balcons stonden de jongelui in dichte groep jes, reikhalzend om te kunnen zien in de arena. Die was op haar kunstigst opgemaakt met een groot wapen in kleuren in 't midden als 't medaillon van een kostbaar tapijt van wit flu weel. Toen stroomde in die mooie feestzaal uit de gaskronen plotseling meer licht, de piqueurs in witte livrei en gele tressen schaarden zich en hai het orkest begon een vrolijke wals en op die wijs reed fraulein Katchen Renz binnen maar 't publiek bleef vrij onverschillig, evenzoo bij het tweede en derde nummer. De achtvoudige hoogeschool, gereden door acht heeren in rococco-costumes op acht der beste schoolpaarden, een nieuw en fraai deel van het i programma, bracht er wat meer spirit in, Kat chen Carré met haar kranige sprongen op de volbloed Lady Bird kreeg flink applaus, maar daarna barstte het enthousiasme los. Oscar Carré zelf maakte buigend zijn entrée en z'n vrienden juichten en klapten en trapten net zoolang tot dat hij het sein gaf, om de paarden binnen te brengen. En achtereenvolgens verschenen er ne gen en dertig; de Trakhener hengsten, de po- neys, de tijgerpaartjes enz. Op rij en gelid sche nen zij hun baas te complimenteeren, die hen nooit hard sloeg en die altijd met zijn „braaf" den moed er in wist te houden. Daarna vertoonde de directeur Faust zijn lie velingen SultanDominoCaprice en Liverpool om eindelijk te komen tot het hippologiscbe ta bleau met zeven hengsten, waarbij voor 't eerst Ben Aly, een prachtige Arabische volbloed-hengst door zijn voortreffelijke dressuur uitblonk. Na elk nummer opnieuw de bravo's van 't publiek, doch toen de heer Carré terug wilde j gaan in de stallen, kwam een heel leger van piqueurs hem tegemoet met kransen en bloemen, een schat, waaronder de jubelaris wel bedolven kon worden. Tot viermaal toe moest hij terug komen. gedachtengang. »Ik maak u mijn compliment over uwe zuster; een betooverend meisje, dat zal een sieraad op ons corpsbal zijn «Als slechts niet uwen vader, mijn Hemel Een gestreng heerMaar hij bevalt mij niette min, hij heeft iets mannelijks. Een flinke kerel een ferme man Sergius, in den grond zijns harten een goed mensch, begreep, in wat pijnlijke toestand Sixtus verkeerdehij zeide dat opzettelijk om hem te kal- meeren. Sixtus drukte hem stil de hand. «Ik heb den kameraden hier toch onrechtvaardig beoordeeld,sprak hij tot zich zelf, «hunne gedach ten omtrent mijnen vader zijn toch zoo slecht niet, als ik vermeende, hoewel hij toch een heel een voudig burgerman is.« Dat hij die gunstige stem ming alleen aan zijne zuster Gilde te danken had, kwam niet bij hem op. Al spoedig was de geheele geschiedenis door de jongelui vergeten, de glazen werden op nieuw ge vuld, het spel werd voortgezet en graat Sergius stond al spoedig in zijn eentje voor den spiegel te schermen. Sixtus had veel pijn aan zijn wonden, terwijl de sterke prikkeling hem voortdurend alle bezinning ontnam, hij hoorde nog telkens de laatste woor den van Gilde weerklinken «Fevi laat u groeten. Eindelijk sliep hij in met een lach op de lippen en een blos op de wangen. Den anderen dag kwam zijne moeder hem een bezoek brengen. De angst om den toestand van haren zoon streed met den trots, hem, zoo te zeg gen, tot ridder geslagen te zienNu pas droeg hij een verloochenbaar teeken, tot welken stand hij behoordetot zijn en haar geluk was niemand zijner collega's aanwezig. De brave, bezorgde moe der met hare kleinburgerlijke manieren, had voor zeker hun spotlust nog meer opgewekt, dan de vader, wiens mannelijk voorkomen, en forschen lichaamsbouw den jongen studenten nog eenigszins ontzag inboezemde. Na den middag werd er heel zacht aan de deur geklopt. Gilde trad binnen en achter haar, schuw, sluipend als een katje, Fevi, die om den gedistingeerden student, welke eiken dag venster- promonaden voor haar maakte en haar ruikers toezond, den eenvoudigen, geschikten Valentijn vergat. Sixtus was zeer verblijd. Het streelde zijn zelf bewustzijn, door het schoone meisje bezocht te worden. Dat verraadde immers meer dan gewone belangstelling en een enkel oogenblik betreurde hij het, bij een invallende gedachte, dat nu juist geen zijner kameraden hier tegenwoordig was, om zijne verovering te zien en te bewonderen. Fevi, een schoone blonde, die door Gilde, tot schrik van den bakkersmeester, in ongeloofelijk korten tijd geleerd had, zich smaakvoller te kleeden, zag Sixtus aan, als ware hij een hooger wezen, dat hier op aarde niet thuis behoorde terwijl Gilde met zekere onte vredenheid in de kamer rondkeek, als miste zij iets, dat ze hier verwacht had. Fevi had vroeger nooit gelegenheid, om buiten haren gewonen engen kring te komen. Wat men »de wereld« noemde, was haar een totaal vreemd land. Burgerlijke handwerkslieden vormden hare eenige omgeving en haar hoogste illusie was, een maal een welgestelde meesteres te worden. Dat was al, wat zij zich veroorloofde. Valentijn Erdmann was haar ideaal en zijn openlijke neiging tot haar, liet haar hopen, dat hare hartewenschen geheel zouden vervuld worden. Toen kwam Gilde, de vriendin harer jeugd, van de meisjeskostschool. De beide meisjes sloten zich nauw aan een en Fevi mocht door haar vriendin het geluk smaken, een enkelen blik te werpen in die nieuwe wereld, die zij zelfs niet uit de verte kende. Naast Gilde stond tegenover den werkman Valen tijn, Sixtus met de geheele overmacht van elk gees telijk uitstekend opgevoed jongmensch met zijn aanlokkelijke vooruitzichten en zijn bloeiende hoop en verwachting. Valentijns beeld verbleekte. De idille harer jeugd, een kalm, stil, gelukkig burgerhuis was ver stoord. Fevi gevoelde zeer goed het onpasselijke van haar bezoek. Maar zij werd er toe gedrongen, en toen zij nu het door bleekheid nog interessanter gezicht van Sixtus zag, waaruit die groote oogen zoo geest vol op haar rustten, toen overmeesterde haar een voorgevoel, dat haar tot nog toe onbekend was gebleven. «Mijnheer Erdmann,stamelde zij blozend, »het is hoogst onwelvoegelijk, dat ik u bezoek, maar Gilde rustte niet eer en men stelt zich zoo iets veel ernstiger voor, dan het in werkelijkheid is. Ik verlangen gaan zingen, en den wissel op kies rechtuitbreiding, die in elk district schier bij de stembus is afgegeven, in de nieuwe Kamer eenvoudig onbetaald laten Haast kan men het niet gelooven. Maar ook al bleek dit zoo, dan nog is er niets verloren. Dan toch zou het conservatisme bij de eerstvolgende verkiezing volkomen ont maskerd zijn, en het verzet tegen zijn obstruc- tionisme gansch andere afmetingen aannemen. „Wij hebben de nederlaag geleden, zegt het „Vaderland," maar waar zijn de overwinnaars Voorloopig heerscht groote vreugde in het kamp, waar men „ruime," ja naar gezegd wordt „finale" kiesrechtuitbreiding wil, mits niet met Tak meer vreugde nog in het kamp van hen, wien elke slag aan een krachtig vooruitstrevend Kabinet toegebracht een wellust is. Dit althans zal de vrucht zijn van de uiterste krachtsinspanningen der meer conservatieve frac ties, dat een Kabinet ten val is gebracht, dat meer dan eenig Kabinet der laatste jaren zich tot tolk heeft gemaakt van de aspiratiën van het liberale land, dat de hervorming van ons belastingstelsel op vaste grondslagen heeft ge bouwd, dat voor de ontwikkeling onzer koloniën nieuwe banen heeft geopend, dat op het terrein der sociale wetgeving de bakens heeft uitgezet, dat de democratische gedachte van het moderne staatsrecht tot werkelijkheid heeft willen maken. Een onbevangen blik op de cijfers der ver kiezingen kan niet leiden tot de overtuiging, dat het kiesbevoegde volk beslist tegen finale kiesrechts-uitbreiding heeft partij gekozen. Men heeft er zich ernstig bezorgd voor ge toond, dat wij, voorstanders der finale kiesrecht uitbreiding, de speelbaj zouden worden in han den van Kuyper en Treub, of volgens nog vriendelijker voorstelling, dat in vereeniging met Kuyper en Treub een portefeuillejacht was georganiseerd. Wat nu te zeggen De onzen staan krachtiger en onafhankelijker dan ooit, maar gij Hoe gemakkelijk ware het die liefelijke voorstellingen te reciproceeren, zegt „Het Vad.," en te vragen wanneer Rome ooit iets deed voor niets. In elk geval, daar ligt een tweesprong, waarbij moet worden gekozen. Moet de hoed van Haffmans pasklaar gemaakt om te voegen ook voor een liberale tronie", of zal men rekenen met het feit, dat de groote meerderheid in de liberale partij verzekerd is aan hen, die voor finale kiesrechtbreiding pal staan, en die, hoe ook gehoond en gesmaad en verguisd als schenners der Grondwet, als karak- terlooze oogendienaars, als trouwe lijfwacht van een dictator, fier het hoofd opbeuren, onverzwakt en ongeknakt, omdat zij weten, dat hun de toekomst behoort De uitspraak der censuskiezers zal, naar „De Amsterd." meent, een verhoogd politiek leven onder de arbeiders zeiven ten gevolge hebben en uit dit oogpunt beschouwd, is het zeer de vraag of de nederlaag, door hun vrienden bij de stembus geleden, het volk meer nadeel zal berokkenen dan baat brengen. Zooveel is zeker, zegt het blad door de wei gering der censuskiezers, om recht te doen na zoo lang ten eigen voordeele onrecht bestendigd te hebben, zal de arbeiderspartij zichzelf opvoe den tot meer kracht en zelfbewustheidde strijd waartoe zij geroepen wordt zal haar het kies recht doen verwerven niet als een haar geschon ken gave, maar als een door haar zelf bevoch ten zegeen de censuskiezers, thans zoo in genomen met hun victorie, zullen ondervinden hoe zij, den geleidelijken weg versmadende en vergetende dat regeeren voorkomen moet zijn, hun eigen belangen, die hun zoo akelig lief zijn, het meest hebben geschaad. Thans toch, voorspelt de „Amst.", wordt de werkman geprikkeld tot een krachtsontwikkeling, waarvan men de gevolgen zal kunnen aanschou wen bij de eerste stembus, die ook voor hem zal worden opengesteld. „Het Centrum" houdt zich met de toekomst bezig. Der tegenwoordige regeering staat drieër lei weg open Zij kan haar plannen wijzigen eh eenigszins tegemoet komen aan de bezwaren zag den ganschen nacht uw gelaat, door bloed overstroomd »Eri deed u dat leed Fevi viel Sixtus haar in de rede, «werkelijk leed? Hij vatte haar hand, die zij hem gewillig overliet. Gilde wendde zich lachend af en doorbladerde een portretalbum. «Leed vroeg Fevi, «ik stierf bijna van angst over u, Gilde alleen troostte mij het kwam bij heeren studenten wel meer voor, en het paste voor een man van stand. Ik wil het gaarne gelooven, maar de angst, die men uit staat «Men?" bemerkte Sixtus lachend. «Doch slechts om hen, die men recht lief heeft Fevi's hand beefde in de zijne. Zij wendde zich naar Gilde als 't ware om hare hulp in te roepen, maar die was in het album zóo verdiept, dat ze hoorde noch zag naar 't scheenPlotseling hoorde men voetstappen op de trap. De schel klonk. Flevi knikten de knieëen van angst, als men haar hier aantrof, als het de oude Erdmann was En ruimte om zich te verbergen zag zij niet«De postbode,zei Sixtus, zelf eenigszins verlegen met het geval. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 2