Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 20 Mei 1894. WUB TEE STEMBUS. Belasting op zoo milden grondslag berusten als die, welke door den Minister Pierson was inge diend Op de beloften van een troonrede moet men nooit te veel bouwen. Zoo'n rede is altijd zoo algemeen en zoo rekbaar. Binnenland. Ongenoodigrie gasten. Woensdag j.l. vertoonde zich eene talrijke bijenzwerm op de Laan te Schagen, die na eenig rondvliegen zich door eene opening tus- schen den muur en het dak van een der aldaar staande huizen, toegang wist te verschaffen tot de ruimte tusschen den muur en het behangsel papier van het voorvertrek. Alle pogingen om de zwerm van daar te ver drijven zijn tot heden vruchteloos gebleven. Het gegons, dat de bijen veroorzaken maken het be wonen van het vertrek voor het oogenblik on mogelijk. De bewoonster merkte geestig op, dat dit nu tot de genoegens van het buitenleven behoort. Wielernieuws. Evenals in den winter meermalen door schaat senrijders is ten uitvoer gebracht het bezoe ken van de elf steden van Friesland op één dag is maandag door den Heer J. H. Potsma, te Leeuwarden, op zijn rijwiel uitgevoerd. Hij heeft daarbij een afstand van 200 kilometer af gelegd in 11 uren en 26 minuten. Beloonde moed. Men meldt uit den Haag Behalve het gouden horloge met inscriptie, dat de machinist Pigge van de Holl. IJzeren Spoorw.-Mij. ontving voor zijn flink gedrag bij het jongste spoorwegongeluk, wacht hem nog een rang verhooging van machinist 3e kl. tot 2e klasse, waarmede een traktementsverhooging van 50 ct. daags gepaard gaat. Geen liefhebbers. Tengevolge het bedanken voor het wethou derschap door den heer L. de Boer, te Mieuwe- schans, had Dinsdag j.l. ter raadsvergadering een nieuwe benoeming plaats, doch 't geval deed zich voor, dat niemand der aanwezige leden zich een benoeming wilde laten welgevallen. De onderwijzer Dijkstra te DIenalduin, die onlangs bij een door Gedeputeerde Staten van Friesland goedgekeurd besluit van den gemeen teraad van Menaldumadeel, wegens het openba ren zijner anarchistische gevoelens in een ge drukt geschrift uit zijne betrekking is ontslagen, heeft zich bij adres tot den minister van Bin- nenlandsche Zaken gewend, om dat besluit door de Koningin-Regentes te doen vernietigen. Aan de stembus. Men meldt aan het „H. Dbld." van Vrijdag Gisteren deed zich op een onzer stem bureaux een geval voor dat te eigenaardig is om niet te vermelden. Stembureau No. 1. Voor mij staat de heer v. G. en voor dezen de kiezer in kwestie. Mijnheer De Kanter No. 1000 Uw naam is KiezerJawel meneer. M. De Kanter U woont Kiezermeneer. De Kanter Geboren KiezerJawel meneer. De Kanter Zoo ja dat begrijp ik, maar ik bedoel waar u geboren is. De man antwoordt niet maar kijkt als gold het een diepzinnig vraagstuk. De heer Macaré wil den man op weg helpen en vraagtWanneer is u jarig Na lange pauze zegt de man aarzelend den den zooveelsten Januari. En nu weet u zeker in welke plaats u is geboren KiezerNeen meneer. M. de Kanter. Maar u was er toch zeker zelf bij (geen weinig gejoel). Ik geloof niet dat den man ook dat nog recht duidelijk was. Nadat (ook zonder dat de man de plaats kon opgeven waar eens zijn wieg stond) genoegzaam bewezen was dat de man „kiesbevoegdheid" had en hij zijn biljet had gebust, draaide hij zich om, liep een broeder kiezer bijna van de bee- nen, ging de blauwe trappen af en keek in zijn haast nog eens om, met een gezicht, waarop te lezen stond„dat is voor het eerst en voor het laatst." Voor de betrekking van geneesheer te Urk tegen een jaarlijksche bezoldiging van f 1800 en vrije woning, hebben zich 2 sollicitanten aan gemeld. Te Egmoml aan Zee had te midden van de kermisdrukte, eene eigenaardige zeemanspret, die ook druk door de vreemdelingen werd be zocht, een noodlottig ongeluk plaats. In den stal van den rijtuigverhuurder B. wisten 2 knaapjes van 12 en 10 jaar een geladen ge weer machtig te worden, dat afging en het 12-jarig jongetje IJ. van V. zoodanig in den rug trof, dat het aan de gevolgen is overleden. Rijksmiddelen. De nieuwe minister van financiën aanvaardt zijn bestuur met een vrij gunstigen financieelen toestand. Wel heeft April dit jaar bijna 1/2 mil- lioen minder opgeleverd dan in 1893, maar toen was die maand de laatste vóór de invoering dei- eerste reeks van nieuwe belastingwetten. De verhooging van het gedistilleerd met f 3 per hec toliter stond voor de deur, en daarom werd in die maand zooveel ingeslagen dat aan dien accijns bijna 37 ton werd betaald, terwijl bet gemiddelde over één maand slechts ongeveer 21 ton bedraagt. Die tijdelijke invloed werkt nog altijd na; want uit dit middel is in de 4 eerste maanden van 1894, dus bij hooger accijns, nog V/2 millioen minder ontvangen dan in die maanden van 1893. Niettegenstaande aldus de accijnzen ook wegens de afschaffing van dien op zeep en de verlaging van de zoutbelasting bijna drie millioen minder hebben ingebracht, is in de 4 eerste maanden van dit jaar reeds ruim 1 mil lioen meer ingekomen dan in 1893. Tegenover het genoemd nadeelig verschil, staan namelijk hoogere ontvangsten uit: Directe belastingen 2.68 millioien Indirecte 0.60 Posterijen. .0.14 Domeinen 0.28 Invoerrechten .0.14 Loodsgelden0.07 te zamen ongeveer 4 millioen. De hoogere ontvangst uit de directe belastin gen komt voor ruim 2 millioen uit de vermo gensbelasting. Er is bovendien al 4ton meer dan in 't vorig jaar afbetaald op de grondbe- j lasting en bijna 2 ton meer op het personeel. Het patent komt nog onder de inkomsten voor tot een bedrag van ruim 1 millioen, dat nog enkel door de achterstallige posten eenigermate zal klimmen, maar over eenige maanden door de eerste ontvangsten uit de bedrijf belasting zal worden vervangen. Tot de ruimere opbrengst der indirecte be lastingen heeft alleen het successierecht bijge dragen, voor 73/4 ton. Registratie en hypotheek gaven, wegens verlaging der rechten 1 ton min der. Het gunstig verschil met 1893 zou nog 4 ton hooger zijn geweest, als de suikeraccijns reeds evenveel had opgebracht als in dat jaar. Menschen voor den ploeg. Met groote voldoening beweerde onlangs een Tilburgs blad, dat de Paus zich best de moeite had kunnen besparen van het schrijven derüe- rum Novarumindien alom alles zoo uitstekend ging tusschen patroons en werklieden als in ge noemde stad. Op hoeveel schat men dan wel de waarde van den mensch in het district van den heer Bahlman vraagt het Katholieke blad De Grond wet. En het antwoordt: „Zeer hoog, bijna even hoog als een paard. Yerschenen week, naar men weet, was het erg buiig. Het regende en hagelde, alsof we warempel nog in Maart zaten. »Maar, Fevi, dat past niet," fluisterde Sixtus. Vrouw Erdmann scheen wel wat bleek en had een strenge houding aangenomen, een gewoonte die allen vrouwen eigen is, als zij zich eenigszins wil len doen gelden in kringen, waarin ze niet thuis behooren. Wat was dat zacht en warm, dat dikke Persische tapijtGilde prikkelde het in de zolen zij genoot eiken voetstap. Vóór haar draaiden als schaduwen eenige dames voor de spiegelwanden om, ten einde goed toe te zien of haar toilet wel in goede orde was. Aan het boveneinde van de trap, op een breede vestibule uitkomend stond een groep studenten, die de aankomenden moesten ontvangen. Met éen oogopslag monsterde Gilde hen zij vond echter niet, wien zij zocht. Daar drong plotseling een jonge man door de groep heen naar de trap de adem stokte haar even het was graaf Sergius. Zonder acht te geven stormde hij de voor uitgaande dames voorbij, Gilde tegemoet, haar galant den arm biedend, zonder daarbij te vergeten hare moeder eerbiedig te groeten. Dat was een triomf voor Gilde, die haar bijna buiten bezinning bracht, aan den arm van graaf Perin de zaal binnen té treden. Een blik trof den jongen man, die hem rij kelijk voor deze opmerkzaamheid beloonde. In de kleedkamer was een vreeselijk gedrang. Die volheid van stoffen en kleuren, welke zinver- warrend dooreen warrelden, de dikke, door ontel bare parfums bezwangerde lucht, de verhitte gezich ten, ontbloote halzen en armen, waarbij de warmte der gaspitten, dat tot zenuw-verscheurende ge schreeuw aanwassende gepraat moest wel bij den nieuweling een benauwende hoofdpijn doen ontstaan. Fevi wenschte zich heimelijk te huis in de stille kamer harer moeders, het draaide haar voor de oogen de moeder wischte zich het zweet van het gezicht en verloor een oogenblik al hare waardig heid. Alleen Gilde raakte dat alles niet, met vol doening merkte zij de algemeene verrassing op. die haar binnentreden aan den arm van Sergius te voorschijn riep. Een oogenblik viel een betrekkelijke stilte in, dan ging een gefluister van oor tot oor; men brak zich klaarblijkelijk het hoofd met deze nieuwe verschijning. Toen echter de moeder begon, met het toilet harer dochter in orde te brengen, en men daardoor bemerkte, dat die twee bij elkaar behoordenverscheen hier en daar een spotlach op de lippen en een geërgerd voorhoofd rimpelen. »Hoe kwam die vrouw met dat oudmodisch zijden kleed hier," kon men er in lezen. »U is heden zeer in beslaggenomen, graaf Perin," sprak hem een oude dame met voornaam voorko men aan. »Wie is toch die jonge dame, waarmee gij zooeven binnenkwaamt »Eene korpszuster, Excellente,antwoordde Ser gius, »men moet toch wat buitengewoons doen »Moet?« antwoordde de Excellente, »nu, het valt u anders niet moeilijk, dunkt mij. Een lieftallig meisje, mij overigens geheel onbekend, zeker niet van hier »Ja toch. Excellente, juffrouw Erdmann. Haar broeder is ook een vos.« 't Was heel geen weer voor het paard van een fabrikant om aan den ploeg gewaagd te worden. Daar was wel raad op. Er loopen tegenwoor dig zooveel menschen die een paar centen wil len verdienen. En gelukkig ook, dat de honger de menschen zoo buitengewoon willig en gedwee maakt in dezen tijd! Voor zeven en een halven cent per uur krijgt ge iemand door regen en hagel voor den ploeg! Het kan niet mooier! Ende aldus is geschied, dat in de jare O. H. achttien honderd vier en negentig, in de stad, waar het ideaal der Roomsche leer omtrent den toestand van den werkman werkelijkheid is ge worden, met het liefdadig doel om het volk werk te verschaffen, zes wezens, die men zijn broeders in Christus noemt, zich voor vijf en zeventig centen een heelen dag half ongelukkig hebben gemarteld voor een ploeg." Op Pinkstermaandag werd in een dennen- boschje langs den Amsterdamschen straatweg nabij Papendal te Arnhem door twee jongens, die naar de wedrennen gingen, een pak kleeren in den grond verborgen gevonden. Hel waren bebloede vrouwenkleederen, rokken, sokken, enz., die al vrij lang daar schenen begraven te zijn geweest. Wij maken melding van deze vondst, ofschoon zij misschien niets beteekent. Uit een nog half leesbaar opschrift maakte men op, dat het papier om het pak naar Arnhem verzonden was. (Arnh. Ct.) Kwaadwilligen hebben Woensdag nacht op een stuk weiland onder de gemeente Delft van vier lammeren de oogen uitgestoken. Even kort als duidelijk. De Berg. Ctniet ten volle ingenomen met het nieuwe ministerie, spreekt haar oordeel er over uit, door als volgt de namen der nieuwe ministers te noemen mr. S. van Houten, binl. zaken, mr. W. v. d. Kaay, justitie. Ph. v. d. Sleiden, waterstaat, mr. J. P. Sprenger v. Eyk, financiën. Jhr. H. M. vd. Wijck, marine. C. D. H. Schneider, oorlog. Jhr. mr. J. Roëll, buitl zaken, mr. J. II. Bergsma, koloniën. Een verliefd paartje zat in het schemer avonduurtje op een bankje in de Nieuwe Plan tage te Rotterdam. Nu is verliefd zijn geen zonde, in elk geval geene politieovertreding, maar toch, toen twee personen naderden, die zich barsch aanmeldden als agenten van politie en de verliefden dreigden ze naar het bureau te zullen brengen, tenzij en hie rbij maakte de eene een zeer duidelijke beweging met duim en vinger toen tastte de vrijer haastig in zijn beurs, gaf met verliefde mildheid een fooi en zag daarop de beide „agenten" wegvluchten met een spoed, als waren ze bang, dat een we zenlijke agent er bij te pas zou komen. De toelichting op de „Wet der belasting van bedrijfs- en andere inkomsten", door mr. J. C. Sprenger van Eijfc, is thans bij den uit gever Martinus Nijhoff, te 's Gravenhage, ver schenen. Dat de minister, die voor de goede uitvoering verantwoordelijk is, zelf als privaat persoon de toelichting geeft, komt zeker zelden voor en is ook nu slechts het gevolg van bijzondere, niet voorziene omstandigheden, zegt de „Arnh. Crt." Voor hen die zich naar de wet moeten gedragen is het echter van belang, dat zij deze wetsdui- ding kunnen volgen. De minister van Financiën zal wel vrede hebben met de adviezen van den hr. Sprenger van Eijk op het terrein der belastingen. Een gestoord Bruiloftsfeest. Dezer dagen werd te Hilversum een bruids paar minder aangenaam verrast door de komst van de politie. Het groen, waarmede de stoelen van bruid en bruidegom versierd waren, bleek door diefstal afkomstig te zijn uit eene kweekerij aan de Boomberglaan. Tegen de daders is pro ces-verhaal opgemaakt. Een onverwachte vangst. Een voddenraper, tevens visscher van beroep, was Donderdagmorgen aan het hengelen in de I «Erdmann ken ik niet. En deze vrouw in 't zwart, is haar moeder j>Haar moeder.® «Wees voorzichtig graaf Sergius,waarschuwde de adelijke dame. «Het zou te bejammeren zijn, als het «Rhenania- bal« zijn goeden naam verloor. Men vergeeft den jongen heeren menigen zijsprong, maar hier zijn ze volstrekt niet op hun plaats gedurende een enke len avond in 't jaar kunt ge u toch wel een klei nen dwang aandoen, en alleen met ons verkeeren. Over de overige trekt men wel een soort sluier.cc De coquette houding bij deze laatste woorden liet blijken, dat de Excellente dame zeer gaarne dien sluier opgelicht had. »Maar excellente, u vergist u,« antwoordde Ser gius ernstig, «waarlijk een eerbare familie, de Erd- manns.ï «Eerbaar zij lachte, als u alle eerbare familiën hierheen wilde brengen Doch laat ons dat U is nu eenmaal een Don Juan,« zij gaf hem een tikje met haar waaier. «Vergeet nu om uwe bescherme ling niet het overige gezelschap. Graaf Sergius Perin wordt ijverig nagekeken.® Zij verdween onder de menigte. Van alle zijden werd Sergius met vragen bestormd, die hij met vluchtige antwoorden ontweek. Gilde had haar toilet geordend en zocht hem reeds met de oogen. Al had het hem een gravenkroon gekost, hij had niet gewild, dat een ander haar de zaal zou binnen leiden, daar hij zeer goed wist, dat hij daarmee Keizersgracht bij de Vijzelstraat, te Amsterdam. De haak van zijn hengel bleef eensklaps vast zitten aan iets zwaars, na trekken en weer trek ken, haalde hij op een mand inhoudende 11 flesschen Portwijn. Waarschijnlijk zijn deze van diefstal afkomstig. Keizer Wilhelm in Nederland. De Berlijnsche correspondent van de „Indé- pendance Beige" maakt ook melding van het bericht (eveneeus door de „Frankfurter Zeitung" gemeld), dat keizer Wilhelm voornemens is de koningin en de koningin-regentes der Nederlan den in Juni a.s. een bezoek te brengen te Amsterdam. (Tel.) Het was zeker niet gewaagd, toen we reeds in ons nummer van 29 April voorspelden, dat de heer V. d. Kaay tot minister zou worden benoemd. Sedert tal van jaren toch werd deze afgevaardigde als juridisch specialiteit erkend en zijn kleur paste geheel bij die van het nieuwe kabinet. Hij had dus recht op de portefeuille van Justitie. Wat zal de stembus op 5 Juni voor ons dis trict brengen? Uit Alkmaar komt men waar schijnlijk weldra met een conserfatief candidaat aandragen. Er wordt zelfs al een naam genoemd. Laten de vooruitstrevenden daar tegenover alle krachten inspannen. Vooral dient daarbij opeen goede tactiek te worden gelet. Het moet niet alleen de vraag zijn, welken candidaat men 't liefst verlangt, maar ook vooral natuurlijk met behoud van 't beginsel moet men vra gen, welke cand. de meeste kafls van slagen heeft. In tactiek staan de liberalen wel eens bij andere partijen achter. De verrassingen bij de jongste verkiezingen, bijv. te Amsterdam, hebben dat weer bewezen. De strijd zal niet licht zijn, maar de kans staat voor ons vrij gunstig. Wij zullen ons er thans toe bepalen, eenige candidaturen te bespreken. In een volgend num mer hopen wij een bepaald cand. aan te beve len. Een candidatuur Treub. Wjj achten den heer Treub zeer hoog, maar ons district is nu eenmaal niet radicaal en daarom vreezen we, dat er voor een radicaal cand. wel een groot aantal stemmen, maar nimmer een meerderheid zal te verkrijgen zijn. Het verschil tusschen radicaal en vooruitstre vend liberaal bestaat wel hoofdzakelijk in den naam, maar voorloopig zijn de kiezers daarvan nog te weinig doordrongen. Zoolang deze partijen nog niet zijn samengesmolten, ligt in het stellen van een radicaal cand. van liberale zijde een miskenning van zooveel uitstekende krachten in het kamp der vooruitstrevende liberalen. Bij een vrije stemming kan dus de heer Treub onze candidaat niet zijn. Nli*. -ï. A-van Grilse. Gaarne zou den wij dezen cand. met evenveel warmte aan bevelen, als wij dat de vorige keer deden. Maar is het wel raadzaam, iemand die vóór zoo korten tijd in hetzelfde district een neerlaag heeft geleden, thans weer candidaat te stellen? Wanneer wij de stemming van 10 April tot maat staf mogen nemen, dan zouden wij tot de con clusie komen, dat deze candidatuur nog minder kans van slagen heeft dan een candidatuur-Treub. We geven dit voorloopig alleen ter overweging. Mocht het ons blijken, dat bij veranderde om standigheden ook het oordeel der kiezers veran derd is, dan zullen wij met volle overtuiging den heer Van Gilse steunen. Een candidatuur, die zeer de aandacht ver diende, was die van den oud-minister Ir*ier- son. Nu deze ijverige en bekwame staatsman gedwongen werd, zijn belasting-hervorming half voltooid af te breken, was het van 't hoogste belang geweest, vooral met het oog op de her ziening van de personeele belasting, dien heer naar de Tweede Kamer af te vaardigen. Maar geheel haar hart won. Het was een schoon paar, Gilde en Sergius, en Fevi was gelukkig, aan den arm van Sixtus nevens haar geheel onbemerkt te blijven. Haar hart klopte als dat van een gevangen vogeltje, toen de deur zich opende, en een stroom van licht haar tegen- vloeide, zooals zij nimmer zag. Een reusachtige zon spiegelde zich in den gladden vloer en weerkaatste vele malen in de spiegels aan den wand alles was licht en nog eens licht. Uit de hoogte ruischte hemelsche muziek naar omlaagin alle hoeken fluisterde het en kraakte het geheimvol. In het midden der zaal stond een groep heeren. In de blinkende uniformen, en schitterende ordesterren werd het licht duizendvoudig teruggekaatst. En daar midden in zou Fevi zich begeven Hare knieën knikten. Gilde had zich reeds uit het oog verloren, en zooeven werd Sixtus van hare zijde weggeroepen door een heer, wiens gelaat duidelijke sporen van verscheiden sabelhouwen vertoonde. «Verlaat mij niet, heer Erdmann,fluisterde zij hem toe, »nu ten minste niet, ik kan geen schrede meer voorwaarts doen, alles schemert mij voor de oogen.® Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 2