Bijvoegsel van de „Nieuwe Langedijker Courant" van Zondag 3 Juni 1894.
De Sterrenhemel.
Binnenland.
De vacature van onderwijzer te Warmeii-
huizcn, sedert Maart j.l. bestaande, zal den 1
Juni a.s. vervuld worden door de indiensttreding
van den onzerwijzcr C. de Geus, van Limmen.
Proefvelden.
Kaar wij vernemen, bevinden zich van de in
Noordholland van rijkswege aangelegde proef
velden de volgende in de omstreken dezer stad:
een op hooiland bij den heer S. de Jongh,
Oudorp; twee met kool bij de heeren Wiebe
van Slooten en N. Kooij Kz., Heerhugowaard
een met winterrogge bij den heer P. van der
Veer, Westerweg, onder Heiloo (op dit veld is
verleden jaar aangelegd een proefveld met erw
ten); een met erwten bij den heer R. Bas, onder
Schoorl (hier is verleden jaar een proefveld met
haver geweest).
De wijze van behandeling dezer velden is
door middel van borden duidelijk op de ver
schillende perceelen aangegeven. Wij vestigen
met nadruk de aandacht van belanghebbenden
op deze zaak. Zij kunnen zich hierdoor een oor
deel vormen over de werking van verschillende
kunstmeststoffen. („A. Crt.")
Dezer dagen wordt te Amsterdam een
tentoonstelling van horloges enz. gehouden ter
gelegenheid van het lOjarig bestaan der horlo-
gemakersvereeniging „Christiaan Huijgens". Op
die tentoonstelling komt o. a. een merkwaardig
stuk voor. 't Is het zinrijk grafschrift op een
beroemd horlogemaker, te Bradford overleden,
dat vertaald aldus luidt:
Hier ligt in waterpasse richting de buitenkast
van wijlen George Routlegh, horlogemaker, wiens
bekwaamheid in dit vak tot eer van zijn beroep
strekte. Rechtschapenheid was de groote veer,
voorzichtigheid het kompas van geheel den loop
zijns levens. Hij was menschlievend, edel en
mild, en zijn hand was de wijzer, die niet bleef
stilstaan, totdat hij den nood van hulpbehoeven
den verzacht had.
Al zijn bewegingen waren zoo juist geregeld,
dat hij nooit verliep, behalve wanneer hij aan
den gang werd gebracht door menschen, die een
verkeerden sleutel bezigen, en zelfs dan liet hij
zich gemakkelijk terechtzetten. 'Hij wist zijn tijd
zoo goed te regelen, dat zijn uren in een onaf
gebroken kring van tevredenheid rondliepen, tot
dat een noodlottige minuut het raderwerk zijns
levens deed stilstaan. Hij legde dit hulsel af op
den 14den November 1802, in den ouderdom
van 55 jaar, opgewonden door de hoop zijn Ma
ker in handen te komen, om geheel gerepareerd
en schoongemaakt in een toekomstig leven in
gang gebracht te worden.
Het volgende gedicht in bekervorm komt
voor in (de Kleine Rott. Ct.)
De brandewijn spreokt
Wilt gij wonderen aanschouwen,
Komt tot mij gij mannen en vrouwen,
Laat ge mij vrij hand'len, dan zal ik u leeren,
Hoe 't mogelijk is om de wereld om te keeren,
Arm maak ik de rijken, ziek de gezonden,
Uit arbeiders maak ik u vagebonden,
Uit vromen spotters, uit wijzen dwazen,
Uit vlijtigen luien, de goeden aan 't razen,
Uit zedige meisjes, vlinders op straat,
En degelijke mannen tot stelen in staat,
Uit huis'lijk geluk, ellende en nood,
Uit brood vergif, uit leven dood.
Hoe ik dat kan
Zie het maar an
Het nat
Uit het vat
Doet dat
In het glas
Dan aan de lippen
Eerst gpeven en nippen,
Dan in één slok,
Klok, klok, klok,
Uitgedronken
Het glas.
Nog eén,
Nog meer
En weder,
/Altijd weder
Nog meer, nog meer.
Zoo voed ik het drinken, gij drinkt en drinkt,
Tot uw geluk, uw rijkdom, uw gezondheid ver
zinkt.
Rotterdam. Vrij vertaald_door S.
Dezer dagen kwam een jongen in grooten
haast de trap van een perceel te Amsterdam
oploopen, om het middagmaal te halen voor den
man, die wegens drukke bezigheden niet thuis
kon komen te eten. De vrouw haaste zich een
en ander in een paar schalen te doen en knoopte
den inhoud in een servet. Even haastig als hij
gekomen was, verliet de knaap de woning. Wie
beschrijft de verwondering van den man en de
vrouw, toen de eerste een kwartier later thuis
kwam, van niets wist en leege schotels
vond.
Een raadsel.
Uit een zwaluwnest aan de Openbare school
te Schagen, hing sedert een paar dagen een lang
dun touwtje. Vreemd keek men op, toen aan
dat koord Donderdag j.l. een muscli als een ver
oordeelde aan een galg was opgehangen. Hoe
het dier in die toestand kwam, is een raadsel.
Opmerkelijk is het zeker, dat tot heden de zwa
luwen het nest niet weer hebben bezocht.
Naar men verneemt, bestaat bij een ge
deelte van de leden der Nieuwe of Literaire So
ciëteit te 's Gravenhage de Witte het
voornemen; ernstige pogingen in het werk te
stellen om den heer Pierson, die daar als lid
voorhangt, te doen deballoteeren wegens
de vermogens- en de bedrijfs-belastingen
Op 12 jarigen leeftijd.
Door de Haagsche politie moest dezer dagen
een kind van 12 jaar worden aangehouden, dat
in kennclijken staat van dronkenschap op straat
liep.
Een huiszoeking in „Excelsior."
Donderdagavond om zes uur begaven zich een
aantal leden der rechterlijke macht, vergezeld
van een aantal politiebeamten naar de bureaux
van (Recht voor Allen,) om huiszoeking te doen.
Nadat het bevelschrift van den officier van jus
titie was voorgelezen, werden de beambten toe
gelaten. In dat bevelschrift werd tot de huis
zoeking machtiging verleend op grond van het
vermoeden, dat de heer Cornelissen, mederedac
teur van (Recht voor Allen) en secretaris van
het Intern. Arbeidssecretariaat, correspondentie
zou gevoerd hebben met of voor den bekenden
anarchist uit Luik, baron Yon Sternberg.
Het personeel, dat de huisbezoeking deed, be
stond uit ongeveer 14 personen. Tegenwoordig
waren o. a. de rechter-commissaris mr. B. Si
mons, de commissaris van politie Stork, een
zetter van de stadsdrukkerij, waarschijnlijk om
de lettertypen te vergelijken, eenige rechercheurs
en voorts een paar politie-beambten uit Luik.
Om zes uur werd het onderzoek begonnen en
om half elf was het afgeloopen. De drukkerij en
de zetterij werden bezocht. Yoor de redactie-
bureaux was echter een sleutel noodig, die in
't bezit was van den heer Cornelissen, wonende
op de Da Costakade. Daarheen togen toen de
justitie-ambtenaren en ook daar werd huiszoe
king gedaan.
Hierna werd het onderzoek op de bureanx
van R. v. A. voortgezet. Alle papieren werden
nagezien doch niets werd gevonden dat men de
moeite waard achtte mee te nemen. Ook werd
niets verzegeld.'t Schijnt dus dat de justitie niet
gevonden heeft 'tgeen zij zoekt.
Een leven gered.
Omtrent den persoon, die zich op de rails
wierp nabij het station Haarlem, wordt medege-
deelt dat hij 34 jaar oud is en woonachtig te
Amsterdam. Gebrek aan werk was de oorzaak
van zijn voornemen.
In den nacht van 29 op 30 dezer bevond hij
zich op het politiebureau, daar hij zonder huis
vesting was. Aangezien hij licht gekneusd was
is hij per raderbaar naar het gasthuis overge
bracht.
De gemeenteraad van Maastricht heeft
afwijzend beschikt op eene aanvrage om toelating
van een meisje tot de lessen van het gymnasium.
De afwijzing geschiedde uit overweging, dat de
geest en zeden der Maastrichtsche bevolking de
invoering van een gemengd stelsel noodzakelijk
noch wenschelijk maken.
Door den bond van liberale kiesvereeni-
gingen in het hoofdkiesdistrict Alkmaar, bestaan
de uit de afdeelingen Schagen, Wieringerwaard,
Harencarspel en Barsinherhorn, is bij herstem
ming met 39 stemmen tegen 17 op mr. Levy,
tot candidaat voor het lidmaatschap der Tweede
Kamer gesteld mr. H. J. Smidt, afgetreden mi
nister van justitie.
Tweede Kamer.
Door de Regeering zij n ingediend de hierna
te noemen wetsontwerpen, als
lo. Onteigening voor den aanleg van een
scheepvaartkanaal van Engelen naar de Hen-
riëttewaard
2o. Kwijtschelding van eene den landen aan
komende vordering
3o. Goedkeuring der overeenkomst met België
en van de daartoe betrekkelijke verklaring tot
regeling van de grens tussehen Baarle-Nassau
en Baarle-Hertog
4o. Tot verandering van de grens tussehen
Amersfoort en Leusden
5o. Houdende bepalingen omtrent vervenin
gen
6o. Tot uitvoering van art. 191 der Grond
wet (betrekkelijk de waterschappen.)
Al fdeze ontwerpen werden reeds vroeger in
gediend, doch waren door de ontbinding der Ka
mer vervallen.
In het ontwerp sub 4 is thans als dag voor
den overgang van grondgebied gesteld 1 Jan.
1895.
Het wetsontwerp sub 1 gaat vergezeld van
eene toelichting, die ter beantwoording strekt
van het afdeelingsverslag te dezer zake door de
vorige Kamer uitgebracht.
Eindelijk is nog ingediend een wetsontwerp
tot aanvulling van de pensioen-begrooting' voor
1893 met een bedrag van f 167.000, welke som
door de meerdere ontvangsten wordt gedekt.
Het bij de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal aanhangig geweest zijne ontwerp van wet,
houdende bepalingen tot beveiliging van perso
nen, die in fabrieken en werkplaatsen arbeid
verrichten tegen ziekten of ongevallen, is door
de regeering opnieuw ingediend. Het wetsont
werp komt overeen met het door de vorige re
geering aangebodene.
Buitenland.
Chineesche Etikette.
Indien een Chinees een kamer binnenkomt,
waarin zich een aantal personen bevinden, zoo
is het hem niet veroorloofd om voor slechts één
persoon eene buiging te maken, doch moet hij
een diepe buiging, eerst naar rechts dan naar
links, maken.
Mocjit echter een bijzonder intiem vriend van
hem aanwezig zijn, zoo kunnen beiden elkaar
tot op een paar schreden afstand naderen, en
met gesloten armen en het maken van een bui
ging begroeten. Indien men zijn meerdere aan
ziet, mag men hem niet strak in het gelaat zien,
doch moet men de oogen op zijn hals gevestigd
houden en hem slechts van tijd tot tijd in de
oogen zien.
Aan de linkerhand is de eereplaats, die aan
een gast wordt afgestaan, terwijl de gastheer
rechts plaats neemtmen mag zich echter in
geen geval nederzetten voor eerstgenoemde heeft
plaats genomen, en indien de gast mocht opstaan
of hiertoe slechts de geringste beweging maakt,
zoo moet de gastheer zijn voorbeeld volgen.
Eveneens is het zeer onbeleefd om te gaan zit
ten, indien iemand van gelijken stand als de
gastheer staat.
Evenals de Eranschen vinden ook de Chinee-
zen het onbeleefd, om op een vraag slecht „Ja"
of „Neen" te zeggen; waarom zij de vraag meest
al omkeeren in eene bevestigingals antwoord
zooveel mogelijk de woorden van den vrager
gebruikende. Evenwel beschouwt men het niet
als onbeleefd om inlichtingen omtrent de per
soonlijke aangelegenheden van een vreemdeling
in te winnen, en zijn dergelijke navragen over
het algemeen als een teeken van beleefdheid te
beschouwen.
„Hoe oud zijt ge?" Zij t ge gehuwd?" „Hoe
veel geld verdient ge jaarlijks „Waar gaat ge
heen „Wat gaat ge uitvoeren „Hoeveel
hebt ge daar voor betaald P" zijn allemaal vragen,
die men herhaaldelijk hoort doen. Men beschouwt
het echter als een zondigen tegen de etikette,
indien men iemand dien men op de straat tegen
komt en die ons geld schuldig is, dezen hierom
vraagt. De beleefdste manier waarop men het
laatste doen kan, is door hem geld ter leen te
vragen. Sterk de keel schrapen en links en rechts
om zich heen spuwen wordt, zelfs in de voor
naamste gezelschappen, niet als onbeleeefd be
schouwd doch daarentegen vindt men het tegen
de etikette strijdende, indien men den bril op
houdt, wanneer men zich in tegenwoordigheid
van zijn gasten of meerderen bevindthoe kort
zichtig iemand ook is, aan dezen regel der eti
kette dient hij zich te houden. Het is te be
grijpen hoe menigeen hierdoor in erge ongele
genheid komen kan.
Wat het hoofddeksel bij de Chineezen betreft,
zoo heeft men hoeden die binnen huis of kamer
opgehouden moeten wordenterwijl andere soor
ten in geen geval mogen gedragen worden. De
gewone muts met rooden, zwarten of, indien de
persoon in de rouw is, blauwen knoop, mag
steeds worden opgehoudeneveneens het ambte
lijk hoofddeksel, het hoofddeksel van den bediende
eens Mandarijns, indien deze in uniforn is. Men
beschouwt het als onbeleefd, indien men voor
zijn gast blootshoofd verschijnt. Geen Chineesche
bediende is het veroorloofd om met een om den
hals of het hoofd gewonden staart voor zijn heer
te verschijnendit is ook geldig voor Chineezen
die voor den rechter komen; de staart moet
steeds vrij langs den rug hangen.
Lange vingernagels zijn een teeken van eer
waardigheid, zij geven te kennen dat de persoon
zijn brood niet met gewonen handenarbeid be
hoeft te verdienen. De nagels zijn somtijds 2
duim en nog langer; doch meestal slechts aan
één of twee vingers. Daar men in China bij
het groeten elkaar de hand niet drukt, zoo heeft
dit laatste voor hen ook geen onaangename ge
volgen. Bij het groeten vouwt de Chinees beide
handen te zamen en beweegt die onderscheidene
malen, een duim of wat van zijn borst verwij
derd op en neder. Indien hij erg beleefd wil zijn,
zoo heft hij zijne handen tot op de hoogte van
zijn voorhoofd naar boven en maakt daarbij eene
diepe buiging.
De dames volgen deze wijze van groeten ech
ter niet geheel en al, doch nemen met de rech
terhand de mouwen harer kleeding bijeen en
maken dan dezelfde beweging als de mannen.
Indien men iemand iets aanreikt, doet men zulks
met beide handen; zelfs bij het aangeven van
theekopjes neemt men dezen regel der etikette
in acht, dien men ook volgt, indien men iets
van iemand ontvangt. Bij de maaltijden eten de
mannen en fatsoenlijke vrouwen niet te samen,
zelfs echtelieden eten afzonderlijk.
'De kinderen moeten wachten tot de volwas
senen gezeten zijn. Ieder heeft zijn rijstkomme-
tje voor zich en neemt met zijn eetstokjes, (soem-
pit) vleesch, groenten en dergelijks uit den ge-
meenschappelijken schotel, die midden op tafel
staat; doch brengt het gébruik mede, dat men
de spijzen aan dien kant van den schotel neemt
waarbij men het dichtst gezeten is. Bij diners
mag de gastheer niet van tafel opstaan, vooral
de gasten klaar met eten zijn.
Bij bezoeken wordt iemand onmiddelijk thee
voorgezet, toch is het niet netjes om die te nut
tigen voor men aanstalten maakt om te vertrek
ken.
Deze week had tc Dusseldorf eene
„vreedzame" openbare vergadering van de con
servatieve partij uit de Rijnprovincie plaats.
Als feestredenaar was de bekende dr. Stöc-
ker, de vader van het anti-semietisme, uitge-
noodigd. Het hoofdonderwerp van zijne redevoe
ring heette de nieuwe kerkelijke wetgeving, maar
het bleek al ras, dat zijn woorden nagenoeg ge
heel tegen de Israëlieten gericht zouden zijn.
Een talrijk publiek woonde de vergadering
bij en uit de verschillende interruptiën bleek,
dat er zeer uiteenloopende partijen vertegenwoor
digd waren. Anti-semieten, Israëlieten en Soci
aal-democraten waren nagenoeg in gelijken getale
aanwezig en gaven voortdurend luide uiting aan
hunne goed- of afkeuring van het gesproken
woord.
Na den inleider nam de opperrabbijn der
Joodsche gemeente te Dusseldorf het woord, voor
wien het echter nagenoeg onmogelijk was om
zich verstaanbaar te maken, ofschoon dr. Stöcker
in zijn repliek moest erkennen, dat zijn tegen
stander zeer gematigd gesproken had. Nog werd
er door een sociaal-democraat gesproken, die zich
echter zoo heftig tegen de anti-semieten uitliet,
dat dezen hem herhaaldelijk bedreigden.
Op verzoek van de politie werd eindelijk de
vergadering gesloten. De sociaal-democraat ver
liet toen echter de tribune nog niet, maar wierp
een glas naar de anti-semieten toe, waarop anti
semieten en socialisten onmiddellijk handgemeen
werden. Niet zonder moeite slaagde de politie er
in om door arestatie van eenige socialisten de
partijen te scheiden.
Zoo is deze eerste als „vreedzaam" aangekon
digde vergadering op een groote vechtpartij uit-
geloopen.
Uit „het Evangelie der Natuur",
VAN
HERIBERT RAU.
Uit het Duitsch vertaald.)
29.)
„Naar buitennaar het vrije veld,
"VVaar bergen rijzen, beken bruisen,
Waar 't malsche groen ons tegenzwelt
En zephirs langs de bloemen suizen,
Waar over woud en weide en land
De hemel zijn gewelven spant.
Hier, waar de geest des Heeren woont,
Zie ik mijn heiligen tempel rijzen,
Waar heel natuur Hem eerbied toont,
Waar bloem en plant zijne almacht prijzen;
Hier klimt de wierookgeur der aard
In bloesemgeuren iiemelwaart,
Naar buiten' als de stille nacht
Zijn donkren sluier gaat ontplooien,
Om langs diens kronkels al de pracht
Der zilvren sterren uit te strooien,
Als 't zonnenheir met kalmen gioed
Den Yader van 't heelal begroet.
Dan voel ik in dat heilig uur
Uw ademtocht, onzienlijk Wezen
Die werkt en waakt en aan 't azuur
In vlammend schrift uw naam doet lezen;
Daar ziet gij zonnen op hun baan
Gestadig worden en vergaan.
Dan ruischen klanken mij in 't oor,
Die zaligheid in 't harte fluisteren,
De stemmen van een geestenkoor,
v Mij roerend bij 't aanbiddend luisteren,
Waarbij mijn ziel het stof ferlaat
En in een stroom van liefde baadt.
In 's kunstenaars geest, die fier en stout
De verre toekomst en 't verleden
Met onbeneveld oog aanschouwt,
Ze scheppend doet te voorschijn treden
En in de stof met vormen speelt,
Vereer ik 's Vaders evenbeeld.
'k Vereer Hem in der dichtren lied,
Dat op de vleuglen der vervoering,
Aan hooger macht zijn hulde biedt
In diep gevoelde zielsontroering,
In maatgezang, dat harte treft
En tot den Eeuwgen troon verheft.
'k Vereer Hem in der wijzen woord,
Dat heilige offers doet ontbranden,
Waarin de vlam der waarheid gloort
Trots martelpaal en kerkerwanden
De vlam, die zuivre stralen spreidt
Door 't grootsch gebied der eeuwigheid.
Voorzeker, ik vereer Hem 't meest,
Wanneer ik met een rein geweten
Het goede werke en, blij van geest,
Als scbakel in de groote keten
Die 's Eeuwgen troon aan 't stof verbindt,
In Hem mijn lust en leven vind
Toen Johannes geëindigd had, reikte de mee
ster hem de hand en zeide Ja, mijn vriend,
dat leven in God is het hoogste goed hetwelk
de mensehen hebben, jammer genoeg dat het
leven in Godzoo dikwerf verkeerd begrepen
wordt. Het ware „leven in God" bestaat niet
in het werktuigelijke bidden, naar kerk gaan of
het ontzeggen van alle onschuldig genoegen
integendeelhet bestaat in het rechtvaardig en
verstandig handelenin het werken en strijden
voor het heil der menschheid en in een blij
moedig genieten van het leven zelf.
Daartoe heeft men zeer zeker degelijkheid
van geest en een edel en vast karakter noo
dig."
„O, meesterzeide Johannes, „daarmede
komen wij op een onderwerp, waarover ik reeds
lang u iets wilde vragen. Hoe moet men het
aanleggen om een edel en Yast karakter te ver
krijgen
„Zeer eenvoudig!" antwoordde de meester
men streeft naar edele grondbeginselen en richt
zijn geheele denken, willen en handelen met
standvastigheid naar die beginselen in.
„Ja 1" meende Johannes „edele grondbe
ginselen te hebben, dit is niet zoo moeilijk
maar er altijd naar te handelen, dat is de
kunst."
Wordt vervolgd.