Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 24. Zondag 17 Juni 1894. 3e Jaargang. Plaatselij k Nieuws. FEUILLETON. Het Erdmanns NIEUWE 1 LAM1DIJKER COURANT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. AB0SNEJ1! NTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden £>0 et., franco p. post C50 ct. UITGEVER: J. H. KEIZER. BUREEL: Hoordscliarwoude. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1—5 regels 30 ct-, elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. DlEW8TREGElilJVO OP DM IIOLLAlD§€IIf;i SPOORWEG. (Greenwich lijd.) Vertrekuren van af station oord-Scharwoude. (Zomerdienst.) RICHTING HELDER. GREENWICH TIJD. 6.36* 7.461) j 11.232) j 3.063) 6.37") AMSTERDAMSCHE TIJD. 9.55... stopt ge- 10.15... Zijdewind Deze trein rijdt alléén des Donderdags tot Den Helder. De metJ) stopt des Donderd.met 2) Maand, en Donderd.met3) des Maand., Vrijd. en Zaterd.metgeteekenden trein des Maand, te Zijdewind. RICHTING A.1ISTERDA M. GREENWICH TIJD. 7.30* 9.37 AMSTERDAMSCHE TIJD. 12.04f I 1.31 12.24f i 1.51 Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam en stopt niet te Heiloo en Castricum. f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest. Herdachten Donderdag jl. de Heeren M. Kroon Cz. en P. Eecen Pz. hunne 25-jarige ambtsvervulling, eerstgenoemde als Secretaris, laatstgenoemde als Penningmeester der Banne Oudkai-spcl, liet Bestuur toonde ook, door het aanbieden van een prachtig geschenk, de lang durige, voortreffelijk bewezen diensten te waar- deeren. Zaterdag 9 Juni was het vijfentwintig ja ren geleden dat de Heer P. Eecen Pz. benoemd werd als secretaris, evenals de Heer M. Borst als ontvanger, door het kerkbestuur onzer ge- Een keurig cadeau werd den jubilarissen met gepaste toespraak aangeboden. Waar voor beide hun diep gevoelden dank betuigden. Is het voor de jubilarissen aangenaam als bewezen diensten gewaardeerd te worden, eervol is het voor elk be stuur dat een open oog toont te hebben voor wat in 't algemeen belang, door zijne ambte naren wordt verricht. Riimenland. Aan den Amsterdamschen straatweg (Haar- lem-Halfweg) heeft men ruim 1500 straatstee- nen ontvreemd.. De onderwijzer P. te Medciithlik is door den raad ontslagen wegens onzedelijke hande lingen met schoolkinderen. Hij is te Alkmaar in preventieve hechtenis. Volgens de „St.-Ct." telde op 1 Januari 1894 de bevolking van Amsterdam 446,657 zielen. Uit Utrecht wordt aan de Standaard het volgende gemeld Naar wij vernemen, heeft de Roomsche Curie een rondschrijven gericht aan de roomsche bla den, waarbij de redactiën worden aangemaand de persoonlijke hatelijkheden en aanvallen, naar aanleiding van het kiesrecht, te staken. Zelfs zijn voor sommige bladen geestelijke ad viseurs benoemd, om zeker te zijn dat niets wordt gedrukt, dat den geloofsgenoot beleedigen kan. De bedoeling met dezen maatregel is niet, invloed uit te oefenen op de politieke overtui ging der redactiën maar alleenden „huis vrede" te herstellen. Een treurig voorval heeft in de Blanken straat te Amsterdam plaats gehad. Al sedert geruimen tijd was zekere Maaren van zijne vrouw gescheiden, en deze woonde bij hare moeder in. Op een avond nu vervoegde de man zich aan het huis van zijn gewezen schoonmoeder om zijne vrouw te spreken, en haar te bewegen met hem mede te gaan. Zij had hier geen ooren naar, en Maaren, op de trap staande, haalde toen plotse- seling een geladen revolver uit den zak, en loste drie schoten op haar. Twee schoten troffen haar in den rug en één in 't gezicht. Op het knallen der schoten en het gekerm der vrouw kwamen de buren toesnellen, en spoedig was er een heel oploopje voor de deur. Weldra was ook de politie ter plaatse, die den moordenaar arresteerde en naar het politiebureau op de Kattenburgergracht overbracht. Het wapen en de doos met patronen werden in beslag genomen. De vrouw werd per vigilante naar het Bin nengasthuis vervoerd, waar gelukkig bleek, dat de wonden niet levensgevaarlijk waren. Zij werd daar verbonden en kon nog 's avonds huiswaarts keeren. (Hbld.) In een der provinciale blaadjes lezen wij onder de advertentiën. Geboren: KLEINTJE dochter van DE KLEINE LORD en DE KLEINE LADY. Juni 1894. Deze eigenaardige aankondiging van een nieuw boekwerk zal er zeker wel toe bijdragen de be langstelling gaande te maken in een nieuwe pennevrucht van Burnett, die met haar vorige werken zooveel succes had. Niet gesnapt. Donderdagmiddag was 't in de Haarlemmer straat te Amsterdam een heele drukte. En daar was reden voorDe politie toch had twee plichtvergeten infanteristen in het oog gekregen, i die al in weken niet in de kazerne waren ge weest en nu rustig daar rondwandelden. Een drijfjacht was het gevolg. Voor de die naren van den Heiligen Hermandad werden de kansen steeds beter. Doch Mars liet zijne zonen, al waren zij hem ontrouw geworden, niet in den steek. Plotseling zag men de infanteristen in een rijtuig snellen en eer de agenten goed tot bezin ning kwamen, waren de vogels gevlogen. Was in Frieslaml in de maand April het aantal der gevonden kievieseiren niet in verhou ding tot de talrijke vogels, thans meldt men van daar, dat zij tegenwoordig in groote menigte worden gevonden op de hooger gelegen gronden, hetgeen een weinig bemoedigend voorteeken moet zijn van eenen natten zomer. Het is te hopen, dat in dit geval die dieren weinig vertrouwbare weerprofeten zullen blijken te zijn. Karakteristiek is de vermelding, dat sommigen op voorbeeld van Engelsche fijnproevers, de nu gevonden eieren twintig minuten lang heben ge kookt, welk voorbeeld bleek navolgenswaard te zijn. Al is het nu meer dan waarschijnlijk, dat menig maaier, zoo hij op zijnen weg een nest met eetbare eieren aantreft, die zelfs een lekker bek heerlijk vindt, zich die toeeigent, toch loopt het wel wat ver, dat doodleuk onder de oogen te brengen van het publiek met een keukenre cept omtrent de eieren er bij, alsof er in het geheel geen jachtwet bestond, die het oprapen van kievitseieren na 30 April uitdrukkelijk ver biedt. Niet altijd is de liefde bestendig van duur. Jl. Donderdagmorgen waren zij door den wet houder in den echt verbonden, hjj in een ge huurd zwart pak, met een grooten hoogen hoed op, style Louis XV, zij in een wijd zijden kloed met een sluier van wit gaas, en beiden hadden een traan voelen opwellen in ieder oog. En langzaam wandelden zij samen huiswaarts gehuld in een gezellige rookwolk, die de brui gom uit zijn sigaar blies. Daarachter volgden vaders en moeders, ooms en tantes, neven en nichten, en die processie van gelukkige men- schen had veel bekijks. En van de eene herberg wipten zij in de andere om het heuglijke feit te vieren. De stem ming werd steeds meer opgewonden, de gezich ten straalden voortdurend rooder en gelukkiger op een gezicht na, dat bleeker en bleeker en boozer en boozer werd. 't Was 't gezicht van den vader der bruid. „Hij heit een nijdigen dronk," fluisterde de feestvierenden elkaar toe. Dat hoorde hij. En woedend stoof hij op. 't Was in de Anjelierstraat te Amsterdam. Hij sloeg als een razende met zijn vuist in 't rond, de mooie hoed van den bruigom zakte in elkaar als een gibus, de andere vader kreeg een stomp tegen zijn neus Dat was het sein tot den algemeenen aanval. De familie van de bruid, en 't jonge vrouwtje zelf, schaarden zich tegen den bruigom met zijn staf. Haarspelden werden getrokken, parapluies ge zwaaid, hoeden vlogen af, de vlechten der vrou wen zakten los, en zelfs de gehuurde kleeren hadden heel wat te lijden. Plotseling vluchtte de bruid-club naar huis. „En ik wil 'm nooit meer zien," zwoer de bruid, terwijl zij haar sluier afwierp met den bouquet oranjebloesem. De kruik gaat zoolang te water tot Bij Arnhem is door een zandschipper uit Vreeswijk, Toon Smits, bij het baggeren, met zijn beugel een kruik opgehaald, blijkens haar opschrift 311 jaar oud. Bovendien geeft zij ver schillende personen te aanschouwen en te mid den daarvan een vorstin, zwaarden en nog meer. De kruik heeft bijna niets geleden. Verdraagzaam. Te Willemstad is een lidmaat der gerefor meerde gemeente, op wiens gedrag niets valt aan te merken, gecensureerd, omdat hij, in weer wil van alle zachte vermaningen, blijft weigeren zijne kinderen van de openbare school af te nemen. Het vonnis werd verleden Zondag door den predikant van den kansel aan de gemeente bekend gemaakt. Een middel om natte lucifers goed te doen branden, wordt door de „Justice" medegedeeld. Als men de lucifer, hoe vochtig ze ook is, een paar maal door de haren strijkt, zal ze zoo goed branden, als de beste. De vochtopslurpende eigen schappen van 's menschen hoofdhaar doen aan stonds alle vochtdeelen uit de natte lucifer ver dwijnen. Een proef, met dit middeltje van de „Justice" genomen, gaf de beste resultaten. Een lucifer, die eenigen tijd behoorlijk doorweekt was, en in dien toestand weigerde te ontvlammen, brandde flink, toen ze een oogenblik met het hoofdhaar in aanraking was geweest. (Uit liet Duitsch vertaald naar Anton Freiherr von Per fall.) 13.) Dan ben ik nu eerst de uwe, Sergius, niets kan mij meer binden aan dit hatelijk huis. Ik volg u, waarheen gij wilt!" riep zij met opgewondenheid, zich voor Sergius op de knieën werpend, en hem omklemmend, als dacht zij hem te verliezen. »Hij kan u wel beleedigen, Sergius. maar ik wil u dub bel liefhebben om den smaad, dien gij om mijnentwil moet verduren!" Angstig vorschte zij in zijne bleeke trekken üit. J>Ik herinner u aan uwe woorden»Wat er ook komen moge," zeidet gij." De stormachtige aandrang van het meisje, dreef hem het bloed weder naar zijn wangen en een en kele blik in haar liefdevolle oog deed hem alles vergeten. »Wat ook moge komen! Gilde! Gij hebt gelijk, ik heb het ook gezegd tot uwen vader. Maar dit huis kan ik niet meer binnentreden na zulk een vreeselijke uiteenzetting. En toch moet ik u zien. Jaren zullen nog voorbij gaan, voor ik u de mijne noemen kan, o God! o God! Hoe zal dat eens uit komen!" »Laat dat aan mij en mijne moeder over! Zij is op onze zijde. Ik acht mij te zijn eene verloofde en zal middelen en plaatsen vinden, om met u samen te zijn. Gelooft gij dan, dat ik hier wil vergaan -door kommer, en ondergaan in 't ijzerroest met smidsgezellen? Wanneer mijne ouders dat wilden, dan hadden zij mij tot dat doel ook moeten opvoe den. Nu is het te laat." »Gilde!" fluisterde Sergius, verrukt voor het vuur der geliefde, in zijn liefde dronkenschap, de stil zwijgende belofte, die hij Erdmann gegeven had, vergetend, «duizendmaal dank voor de zoete hoop, die gij mij geeft! Uwe aanwezigheid, uwe lieve aanblik zal mij sterken tot volhouden, tot den kamp om zelfbestaan. En dan zullen zij komen, mijn en uw vader, zij zullen beschaamd het vreeselijk recht eener echte, ware liefde inzien. De golven der hartstocht sloegen over beiden te samen. Zij spraken als jonge lieden in zulke om standigheden, als waren zij martelaars der liefde, wien de heete gloed der zinnelijkheid heilige ver rukking geleekelk tegenstreven, elke list scheen hen geoorloofd; alle grenzen der moraal, der zeden waren voor hen gevallen. Met dure liefdeseeden en de belofte van spoedig wederzien, scheiden zij. Sixtus, jong, onervaren, op Sergius dwepende ver zekering van zijn zedelijk voornemen vertrouwend, zelf verliefd en dientengevolge de pijn der scheiding zelf gevoelend, werd tot liefdebode tusschen Sergius en Gilde verkoren. De moeder, die haren man vaak beschuldigde om zijn gedrag en de haar lief gewor den gedachte aan een huwelijk tusschen Sergius en Gilde niet kon laten varen, zag het spel, dat achter den rug des vaders werd gedreven, door de vingers. Al spoedig ontmoette zij elkaar toevallig in den schouwburg, op de straat, dan weer opeen buitenpartij, of gedurende de godsdienstoefening verscheen plotseling graaf Sergius achter den bid- stoel des Erdmanns in de Mariakerk. Juist deze avontuurlijke heimelijke handelingen, dit bange verlangen, die kinderlijke vreugde over het gelukken van een gewaagd rendez-vous, prik kelde beiden, en verleende hare liefde, welke van het begin af een sterk zinnelijk karakter droeg, nieuwe kracht; aan de andere zijde werden even wel alle zedekundige stellingen, alle vrouwelijke terughouding van Gilde losser. Eene gevaarlijke om standigheid bij het hartstochtelijke temperament van beiden.! Vader Erdmann dacht in zijn eenvoudigheid niet aan deze sluipwegen en het speet hem zelfs, een gewicht aan die zaak te hebben toegekend, die ze naar zijn oordeel volstrekt, niet bezat. Het was een voudig een jeugdige liefde, die even ras zou zijn uitgebrand, als ze ontvonkt was, geloofde hij. Gilde had reeds zulke groote gevatheid in misleiding en leugen verkregen, dat hij aan haar doen en laten niets vreemds kon bemerken. Hij had andere zwaarwegende zorgen, die zijne blikken het gansche volgende jaar van zijne familie afleidden. Met het smidshand werk was niet veel meer te verdienen. Als paddestoelen verrezen fabrieken, die het handwerk meer en meer met geheelen onder gang bedreigden. Sinds eenigen tijd zocht hij zijn hoofdverdienste in den ijzerhandel, die met zijn vak zeer eng verbonden was. Alleen door de winsten, die deze handel afwierp, was hij in staat de onkos ten te bestrijden, die hem de bovenmatige opvoe ding van Gilde en Sixtus, en bovendien diens alles behalve huishoudelijk leven, veroorzaakten. Daar kreeg plotseling de geheele ijzerindustrie door politieke omstandigheden, die niet te voorzien waren, hoofdzakelijk echter door overproductie der laatste jaren een gevoeligen stootde gansche voor raad, die hij had opgekocht, lag voor halve waarde in zijne magazijnen, en was niet aan de markt te brengen. Zulk een groot verlies kon door alle vlijt der han den niet goed worden gemaakt. Gilde en Sixtus schenen zich daarover echter niet te bekommeren. De eerste dreeft een weelde in hare kleedij, die algemeen hoofdschudden in de Burgstraat verwekte en Erdmann, dien hare bereid willigheid ten opzichte harer verhouding tot Sergius hoogst dankbaar stemde, wilde haar deze vreugde niet verbitteren ook was zij sedert dien tijd veel hartelijker jegens hem en wist zij hem door zooveel zoete vleiwoordjes te bepraten, dat hij haar niet weerstaan kon. In den aanblik harer van dag tot dag toenemende schoonheid vergat de man al zijne zorgen en be slommeringen zij moest zich ten minste in haar jeugdig leven verblijden, daarvoor wilde hij dag en nacht arbeiden, zoo 't noodig was. Anders oordeelde hij ten opzichte van Sixtus, die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 1